De beslissing
No. 39.
Negentigste Jaargang.
1888
ZONDAG
25 MAART.
Almahadi's nalatenschap.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON
Prijs der gewone Advertentiën:
fiitiusttLnif
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondordag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM>. COS-
TER ZOON.
De verkiezingen zijn afgeloopen Wij kennen thans
den uitslag. Wel zijn in sommige districten dezelfde
personen gekozen, zoodat er nog enkele nieuwe ver
kiezingen moeten plaats hebben, maar deze zullen wel
geen verandering brengen in de verhouding der
partijen. De nieuwe Tweede Kamer zal bestaau uit
45 liberalen, 27 antirevolutionairen, 26 katholieken,
1 conservatief en 1 sociaal-democraat. Dat ook de
laatste, en wel de heer Domela Nieuwenhuis, zitting
in de Tweede Kamer heelt gekregen is een hoogst
opmerkelijk feit. Wij wisten wel, dat er in ons land
sociaal-democraten waren, maar dat er in één district
onder de kiezers zooveel gevonden zouden worden
dat zij hun aanvoerder in herstemming zouden kunnen
brengen had niemand vermoed en dat hij gekozen
zou worden, achtte men eenvoudig ondenkbaar. Om
dit mogelijk te maken heeft dan ook iets ondenkbaars
plaats gehad de antirevolutionairen hebben hem ge
stemd De man die het Nederlandsche volk zooveel
ergernis heeft gegeven de man met wieu elke partij
alle aanraking vermeedals ware zij beangst voor
besmetting, met wiens denkbeelden geen ernstige poli
tieke partij iets gemeens wilde hebben omdat men
vreesde zich daarvoor in de oogen des volks te corn-
promitteeren, die man is gekozen met medewerking
van de partijdie meer dan eenige andere zich er
altijd op liet voorstaan het gezag te handhaven en te
waken voor de majesteit des Koningsvoor de sou-
vereiniteit des Konings bij de gratie Godsen niet
moede werd tegen de liberalen de beschuldiging te
herhalendat het hen te doen is om God uit de
school, uit den staat en uit de maatschappij te bannen
en de volkssouvereiniteit te doen zegevieren.
De liberalen zijn in de minderheid en de anti
liberalen vormen de meerderheid. Ziedaar de uitkomst
der verkiezingen. Maar als men gezegd heeft dat de
meerderheid antiliberaaltegen de liberalen en tegen
de liberale beginselen isdan heeft men ook alles
gezegdwat van de meerderheid in haar geheel te
zeggen is. Antirevolutionairen en katholieken stellen
er prijs op, het voor iedereen duidelijk te maken, dat
zij van verschillende beginselen uitgaan, dat zij z e 1 f-
s t a n d i g e partijen zijn die alleen tijdelijke bond
genootschappen kunnen sluiten, die geen gemeenschap
pelijk programma van beginselen kunnen hebben,
maar het tijdelijk eens kunnen worden over een
programma van actie, over hetgeen in de naaste
60)
Lord Cowes bield bestendig verblijf in Puerto. Hij
had zijne dochter, een jong meisje van verrukkelijke
echoonheid uit Cadiz laten overkomen en bij eene ge
achte familie een onderkomen bezorgd. De lord hield
innig veel van Guiendolin, kwam dagelijks naar haren ge
zondheidstoestand vragen en bracht dikwijls veie uren
bij baar door. Bij deze bezoeken leerde Cuwes een duitsch
edelman kennen, wien het toeval in Puerto gebracht had,
en die zijn vertrek, naar ik vermoed, uitstelde tengevolge
eener ernstige liefde, die hij daar voor een moisje had
opgevat. Deze duitscher was een zekere vrijheer von
Selbitz, een groot en schoon man met een deftig voor
komen hij had veel van de wereld gezien en toonde
eene groote belangstelling voor kunstletterkunde en
wetenschap, voor de bouwvallige overblijfselen der moor-
scbe architectuur en voor de heldenzangen en de ge
schiedenis van ons volk. Yillagios, dien Selbitz een be
zoek gebracht had bracht hem in kennis met mijnen
vader en hunne gemeenschappelijke geestdrift voor het
verleden der Mooren hun beider studie der kronyken
van oude historieschrijvers was de vaste grond voor
eene vriendschap, die mettertijd steeds warmer en in
niger werd. Mijn vader leerde in Selbitz eenen man
kennen van hooge beschaving, wiens hart warm klopte
voor al wat goed en schoon en edel was, eenen man,
wiens ziel streefde naar waarheid en gerechtigheid. De
voorname duitscher en de verachte moor bleken vau
dezelfde idealistische natuur, en ondanks de klove, die
de wereld tusschen hen gegraven had, sloten zij zich bij
elkander aan uit louter hartelijke vriendschap. Tot lord
Cowes stond de vrijheer in eene zonderlinge betrekking;
ofschoon beiden beweerden elkander eerst te hebben leeren
toekomst tot stand gebracht behoort te worden. Wat
erger is, zelfs dat gemeenschappelijk programma van
actie bestaat niet; men is er niet in geslaagd er een
samen te stellen. Elke partij werkte voor zich op
eigen verantwoordelijkheid en voor een eigen doel.
Wel was de gemeenschappelijke leus bij de verkie
zingen in geen geval een liberaal; maar daarbij ver
gat men niet de kiezers op het hart te drukken, dat
het volstrekt niet onverschillig wasof er een anti
revolutionair werd gekozen of een katholiek; integendeel,
ieder moest alle krachten inspannen om een vertegen
woordiger van zijn eigen partij in de Kamer te brengen.
Alleen tegenover de liberalen was men bondgenooteu,
maar verder reikte het bondgenootschap niet.
Krachtige medewerkers tot de jongste Grondwets
herziening zijn door de katholieke partij den kiezers
even hartelijk aanbevolen als candidaten die van die
Grondwetsherziening niet kunnen gewagen zonder haar
die ellendige" te noemen. Voorstanders van den
vrijen handel stonden broederlijk naast verdedigers
van beschermende rechten. Tusschen conservatieve en
liberale Indische politiek werd geen verschil gemaakt.
De anti-liberale meerderheid bestaat uit voor- eu
tegenstanders van een inkomsten- of rentebelasting
uit voor- en tegenstanders der plaatsvervanging uit
ijveraars voor de afschaffing van de bijdragen uit de
staatskas ten behoeve van de kerkgenootschappen en
uit vurige verdedigers van de bestaande bepalingen
omtrent deze uitkeeringen. Wat zal deze meerderheid
ons brengen
Wat zal deze meerderheid ons brengen Ziedaar de
groote vraagdie véór en na de verkiezingen is ge
daan en telkens weder wordt herhaald maar waarop
niemand een antwoord kan geven.
Zullen wij weldra een ministerie zien optreden uit
de anti-liberale partijen gevormd? Zullen antirevolu
tionairen en katholieken in onderling overleg het
wagen de leiding van 's lands zaken in handen te
nemen? Hunne aarzeling is duidelijk. Reeds is van
katholieke zijde het betoog geleverddat zij daartoe
niet verplicht zijn, maar zich kannen verschoonen op
gronddat hunne meerderheid te gering is. Van
antirevolutionaire zijde is aanvankelijk van sterker
plichtgevoel geblekenmaar hoe zal het thans zijn
nu nog 45 liberalen zijn overgebleven
Maar de allereerste vraag is wel dezewat zal het
tegenwoordige ministerie doen Zal het van oordeel
wezen, nu het werk der Grondwetsherziening volbracht
en de Tweede Kamer voor vier jaren gekozen is zoo
als zij thans is samengesteld dat het nog langer de
verantwoordelijkheid van 's lands bestuur kan dragen?
Zal het rneenen in overleg met deze Kamer te kunnen
regeereu Wij kunnen het nauwelijks gelooven Dat
kennen in de woning, waar Guiendolin eeu tehuis
gevonden had bewees toch allesdat zij elkander
reeds vroeger hadden gezien of dat zij oude vrien
den waren. Eerst kort voor de vreesetyke gebeurtenis,
die Villagios' plan in duigen wierp en hem zelf het
leven kostte, begon hunne vriendschap op merkbare wijze
te verkoelen wanneer ik mij niet vergis, was weder-
zijdsche ijverzucht daarvan de oorzaak.
Het was op eenen nacht, eenen zoelen donkeren on-
weêrnacht als deze dat de inwoners van Puerto door
een ontzettend gedruisch en door eenen hellen vuurgloed
uit hunnen slaap werden gewekt. Een engelsch smaldeel
had in Rota, de haven van Puerto, zijne troepen ontscheept;
eene geweldige massa p uuderzieke en rooflustige solde
niers was de voorsteden van Puerto binnen gedrongen en
verspreidde zich nu moordend en plunderend door de
hoofdstraten. Hier en daar was de roode haan in de
huizen gestoken en de lekkende vlammen verspreidden
zich al verder en verder zoodat spoedig de halve stad
in lichtelaaie stond. Het moorenkwartier, waar Aeparia's
der bevolking huisden, scheen alleen verschoond te zullen
blijven van de plunderaars en reeds hoopten wij Aben
Tarik mijne grijze moeder en ik op redding, toen
het geluid van stemmen en het kletteren van wapens
vlak voor ons huis weerklonk de deur werd openge-
stooten en eene gewapende wilde bende ia de kamer
drong. Ik was destijds achttien jaren oud eu herinner
mij duidelijk in alle bijzonderheden het tooneeldat nu
werd aangericht. Aan de spits der indringers be
vond zien lord Cowesde blanke sabel in de vuist
met gloeiend, van woede verwrongen, gelaat en schit
terende oogen. „Hond van een Moor", riep hij met
luider stemme, „waar heb je de schatten van Almahadi
verborgen Jij alleen kuut ze gestolen hebben uit de
kelders van het gouvernementspaleis. Beken, of ik zal
je den mond weten te openen." Mijne moeder en ik
sprongen den aangevallene te bulp een vreeselijke
sabelhouw wierp de eerste ter aarde mij bond men
handen en voeten en wierp mij in eenen hoek en daar
het ministerie in zijn geheel zal willen aanblijven
komt ons ondenkbaar voor; en dat de heer Heemskerk
er in zou slagen de openvallende plaatsen weder naar
behooren te bezetten is moeilijk aan te nemen. De
heer Heemskerk moet, dunkt ons, overtuigd zijn, dat
de anti liberale bondgenooten alleen reeds wat het
onderwijs betreft, van de regeering maatregelen zouden
eischen, waartoe hij niet kan medewerken. En als hij
daarvan overtuigd iswaarom zou hij dan nog de
proef willen nemen
Wij moeten er ons dus op voorbereiden dat het
ministerie de portefeuilles ter beschikking des Konings
zal stellen en Zijne Majesteit zal adviseeren mannen
tot zijne raadslieden te kiezendie kunnen geacht
worden het vertrouwen te bezitten van de 55 Kamer
leden die thans tegenover de 45 liberalen staan. En
wat zullen wij dan zien gebeuren Wij weten het
niet eu wij hebben geen lust ons in allerlei mogelijk
heden eu waarschijnlijkheden te verdiepen. De liberalen
behooren af te wachten, en mogen zich gelukkig achten
dat het niet op hun weg ligt, hier raad te geven of een
uitweg te openen om de vele moeilijkheden te ontgaan.
Leden euleiders der antirevolutionaire of katholiekepartij,
onder deze omstandigheden geroepen tot de samen
stelling van een ministerie, zullen zich echter aan die
taak niet kunnen en niet mogen onttrekken. De heer
Heemskerk h eft eenmaal gezegd in elk geval moet
er een regeering zijn Het is zeker wel de laatste
grond om zijn eigen tegenwoordigheid aan de groene
tafel te verdedigen. Het is een grond dien niemaud
zal gebruiken, als er nog een andere te vinden is
maar op zich zelf is het een waarheid er moet in
elk geval eene regeering zijn en de politieke leiders
der natie behooren haar op 's Konings roepstem samen
te stellen. Maar op wie anders kan de taak dan
rusten dan cp de nauw verbonden anti-liberale partijen,
die wederkeerig elkanders candidaten hebben gesteund
en helpen kiezen
De heer T. van Santenpastoor bij de gemeente
der oud-bisschoppelijke clerezij te Dordrecht, heeft in
het aldaar bij gelegenheid der verkiezingen uitgegeven
blad Burgerplicht een stuk geplaatst, waarbij hij mede
deelde, dat het onwaar was, dat hij op den kansel
gesproken had ten gunste van den anti-revolutionairen
kandidaat van der Boreh van Verwolde; dat hij wèl
een woord gesproken had over den plicht van iederen
burger van welke party ook dat hij niet gaarne den
kansel zon ontheiligen door politieke drijverij
dat hij zich, als verkondiger van het Evangelie van het
Godsrijk niet geroepen achtte zich te mengen in het
regeeren van het rijk dezer wereld;
dat hij de leden zijner gemeente als zelfstandig
moest ik, gebonden, hulpeloos en onmachtig om een lid
te verroeren toezien hoeonder leiding van Cowes
de bandelooze troep Aben Tarik, mijnen armen vader op
afschuwelijke manier begon te martelen, ten einde hem
de bekentenis van de bergplaats der schatten af te
persen. Maar Aben Tarik bleef standvastig en stom
onder de ondragelijkste pijnen. Zijn oog rustte ern
stig en beschuldigend op het verwrongen gelaat van
den schot.
Ik schreeuwde en wrong mij in mijne boeien men
lette niet op mij. Eindelijk, toen de nood het hoogst
gestegen was, kwam er hulp. In het voorhuis hoorde ik
de heldere bevelende stem van den vrijheer von Selbitz
en een oogenblik later sprong hij, in volle wepenrus-
ting en gevolgd door eene kleine afdeeling stadssoldaten,
het vertrek binnen. Een oogenblik staarde hij, als door
den bliksem getroffen op het afschuwelijk tafreeldat
dit aanbood, op bet ontrleeschte, halfnaakte lichaam
van mijnen ongelnkkigen vader, die bewusteloos op den
vloer lagdaarna echter viel zijn blik op lord Cowes;
eene Biddering doortrilde hem en in wilde woede stormde
hij met het bloote zwaard op den verraderlijken schot
los. „Vrouwenschennereerlooze", riep hij, „waar hebt
gij myue vrouw heen gevoerd Ellendige, de straf heeft
je reeds getroflen. Terwijl gij weerloozen pijnigt, laf
gebroed, is je kind, je dochter in de macht der plun
deraars gevallen. Gij hebt aan mijn hart de zonneschijn
ontrooft, daarvoor rooide de vergelding u het geluk
van uw leven 1"
Het bloed week den schot uit het gelaat. „Guiendo
lin riep hij met vreeselijke stem. Daarop sloeg hij
den op hem gemunten zwaardslag vau Selbitz at en
stormde als een razende het huis uit.
Selbitz had de waarheid gesproken. De roofgierige
bende, die de lord op Puerto's rustige bewoners bad
losgelaten, om zich ongehinderd van Almahadi's schatten
te kunnen meester maken, was ook in het huis gedroDgen,
dat Guiendolin bewoonde. De schildwacht voor het huis
werd nedergeschoten en onder de moorddadige handen der