No. 41. Negentigste Jaargang 1888, V R IJ D A G 30 MAART. Alamhadi's nalatenschap, FEÜILLETO N. Prijs der gewone Advertentiën: (Officieel (Sebeelte. MATIOIALE MILITIE. Bnitenl&ub ALK1HAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Dond0rdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1,—. De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de militieraad in dit district, ten raadbuize der gemeente Alkmaar-, op Maandag, den 9 April e.k., des voormiddags te 10 uren, zijne 2e zitting zal houden tot het beoordeelen der plaatsvervangers en nummerverwisselaars, die door of namens de lotelingen dezer gemeente onder over legging der vereischte stukkenzullen worden aangeboden. Zoo de plaatsvervanger of nummerverwisselaar goedgekeurd wordtbehoort het bewijs zijner goedkeuring ten spoedigste ter secretarie dezer gemeente bezorgd te worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT, 27 Maart 1888. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de le helft der maand Maart 1888 A. G. Masee, E. P. Westerfeld Zn., mej. van 't Woud Amsterdam; B. Kerkvliet, Haarlem; A. Boekei, St. Maarten Van K o e d ij kMevr. Huneman, Helder. Van Oudkarspel; G. A. van Duiren, Haarlem. Verzonden geweest naar Amerika: P. Zuurbier, Roseland. Van Bergen P. Rus, Sundance. Naar Indie G. Stavenuiter, Padang. DU1TSCHLAND. Op bevel des Keizers zal de door hem voorgezeten ministerraad voortaan „Kroonraad" hee- ten. In den eersten Kroonraad, waarin de ministers den eed in zijne handen aflegden, waren kroonprins Wilhelm en zijn broeder prins Heinrich tegenwoordig. Prins Bismarck heeft bij die gelegenheid het programma zijner buitenlandsche staatkunde breedvoerig uiteengezet in eene rede door den Keizer en zijne twee zonen met levendige belangstelling aangehoord. De Keizer moet daarna zijne bijzondere instemming betuigd hebben met prins Bismarck's meeningen en voorstellen. De overstroomingen door het buiten zijne oevers treden der Elbe hebben aanzienlijke schade veroorzaakt, terwijl verscheidene menschen omgekomen moeten zijn. Bij het redden zijn o. a. twee man der te hulp gezonden pontonniers verdronken. Te Marienburg, waar het grootste gedeelte der stad onder water stond, stortten verscheidene huizen in. Te Elbing stond het wa ter hooger dan bij de overstroomingen van 1855 en 1876. De huizen in de voorsteden stonden tot de tweede verdieping onder water. Den 26 werden op de beurs te Berlijn valsche brief kaarten uitgedeeld, inhoudende dat prius Bismarck eene hevige beroerte gekregen had en in hoogst bedenkelijken toestand verkeerde. ENGELAND. Eenige r. k. geestelijken hebben aan het parlement verzocht een wetsontwerp aan te nemen, 62) VIII. Langs de haven van Genua heerschte een opgewekt leven en verdrong zich eene bonte volksmenigte die van uur tot uur aangroeide. Op de blauwe Golf, die aan deze toen nog altijd belangrijke handelsstad, haren naam dankte, schommelden oorlogsvaartuigen en koop vaardijschepen in vreedzame harmonie op de zacht gol vende wateren en van de tallooze masten woeien de vlaggen en wimpels van alle natiën. De baai was bedekt met menschen, die, tot groepjes samenscholende, op heftigen toon spraken en door driftige gebaren kracht zochten bij te zetten aan hunne woorden. Er vertornden zich donkere onweerswolken aan den politieken horizon, die dreigden zich te ontlasten over de republiek Genua. Uit Ajaccio en Cirte berichtte men dat op Corsika, dit kind der smarte van de republiek, een hevig oproer was uitgebroken. Met bijlen zeisen en snoeimessen gewapendrotte het volk samen schreeuwende om vrijheid. Don Paolo Francesco Mariani, Marcheso van Podovano, en bevelhebber van Cirte, had, volgens hel gerucht, reeds ondersteuning in troepen van den Hoogen Raad der republiek ontvangen algemeen was men van oordeel, dat er eenen bloedigen krijg zou uitbreken tegen het „ondankbare, oproerige, koppige" volk van Corsika. Dit nu waren de tijdingen en de vooruitzichten, die gebee) Genua ten prooi aan eene groote opgewondenheid hadden gemaakten die de uitsluitende onderwerpen schenen van de driftige gesprekken der havenbezoekers. Alleen de beide mannen, die zooeven met snelle schreden de markt overstaken en daarnade Strada Tavagna insloegen, hadden zonder twijfel andere zaken te bespreken ten waarbij vergund wordt het huwelijk van een man met do zuster zijner overleden vrouw. Den 27 is het Hoogerhuis tot den 13 April uiteen gegaan nadat de koninklijke bekrachtiging van het ontwerp tot conversie der staatsschuld medegedeeld was. Lagerhuis, Den 23 stelde de heer Bradlaugh voor, de zaak der voortdurende pensioenen te regelen en de geheele pensioenlyst te herzien. Minister Smith verklaarde zich niet tegen die motie wanneer de heer Bradlaugh baar aldus wilde wijzigen dat de zaak der erfelijke pensioenen geregeld moest worden met beta melijke inachtneming van verkregen rechten. De heer Bradlaugh stemde daarin toe. De heer Gladstone gaf zijne ingenomenheid met deze verklaring der regeering te kennen en betoogde verder, dat met afschaffing van misbruiken het stelsel van het verleenen van pensioenen aan verdienstelijke staatsambtenaren behouden moest blijven. Den 27 deelde minister Eergnsson mede, dat aan de mogendheden een voorstel was gedaan om de wetten betreffende het opleggen van zegel- en patentbelasting te doen regelen door de egyptische regeering, in overleg met de commissie voor de staatsschuld. Zulke wetsont werpen waren reeds zorgvuldig voorbereid en door Engeland goedgekeurd, welk land thans ook poogde de toestemming der andere mogendheden te verkrijgen. FRANKRIJK. Generaal Boulangerdie in den krijgsraad den 26 gehoord werd over twee tegen hem ingebrachte beschuldigingendat hij Clermont Ferrand tegen het bevel van den minister van oorlog veriaten en een brief over dienstzaken in een openbaar gemaakt stuk besproken had, erkende, dat zijne eerste bestraffing (30 dageD arresthem indertijd door minister Ferron opgelegd) volkomen verdiend was, maar nu wilde men hem op nieuw treffen wegens oorzaken van staatkundigen aard. Hiertegen kwam Boulanger op in naam der wet en verzocht zijne rechters, met wie hij bereid was tegen de duitsehers ten strijde te trekken, hem niet den naam van soldaat te ontnemen, daar deze zijn eenig geluk en zijne eenige eerzucht uitmaakte. Na zijh verhoor, dat ongeveer tien minuten duurde, bleef de krijgsraad nog 2 uren bijeen waarna de voorzitter generaal Février den minister van oorlog verslag uitbracht. Den 27 werd generaal Boulanger op voorstel van den minister van oorlog en na overleg met den ministerraad door presi- sident Carnot op bet eensluidend en met algemeene stemmen genomen advies van den krijgsraad op pensioen gesteld. Generaal Boulanger heelt zich in het departement Aisne teruggetrokken ten behoeve van den heer Doumer. Hij zal zich nu kandidaat stellen in hef departement du Nord bij de Kamerverkiezing op den 25 April a.s. Van de door de Kamer verkozen leden der commissie voor het wetsvoorstel betreffende de premieleening ten behoove van het Panamakanaal zijn 7 voor- en 4 tegen standers van het verleenen der vereischte machtiging. minste zij sloegen niet eens acht op den gebaarden stuurman, die voor een nieuwsgierig gehoor over de rebellie in Ajaecio opsneed, waarvan hij de eerste uitingen beweerde te hebben bijgewoond. „Zooals ik zeidemijn waarde kapitein", sprak de jongste der beide heeren, een elegant cavalier met eene in het oog loopend schoone gestalte in den loop zijner lange rede, „ik zal, in mijne nieuwe betrekking van spaansch gezant bij de republiek Genuazeer dikwijls gelegenheid vinden n van dienst te zijn, Ik maak er natuurlijk staat op dat gij ook mijn voordeel in het oog zult houden. Het kan u toch werkelijk niet moeielijk vallen, het onbeduidende verzoek, dat ik u deed, in te willigen." De ander streek zich met de rffode, vereelte hand over zijnen rossigen stoppeligen baard. „Moeielijk vallen Pots bakboord, ik heb in mijn leven moeielijker karweitjes opgeknapt", antwoordde bij met ruwe stem." „Wanneer het moest, zou ik den keizer van Marokko voor u schaken, al zat hij te midden zijner haremdames. Neen don Paehecoaan moed ont breekt het mij niet de kwestie is maar dat uwe be looning niet groot genoeg is. Vergeet nietdat de galg mij wacht wanneer de onderneming mislukt. Ik heb zware verliezen geleden don Paeheco sedert die vervloekte fransehen door hun kolflemonopolie de handelsbetrekkingen tusschen Martinique en Bourbon hebben verbroken en ik kan u verzekeren „Uwe verzekeringen zijn overbodig", viel don José den kapitein in de rede. „Gij zijt een hebzuchtige woe keraar, Wicbmanshausen, en daar gij toch onverbeterlijk schijnt, wil ik u mijne verwijten en berispingen besparen en mijn aanbod met een derde verhoogen. Is u dat voldoende „Eigenlijk nietik had op meer gerekend. Toch wil ik toeslaan in de hoop op de latere goed bezoldigde diensten, die gij mij u nog zult laten bewijzen. Waar is de knaap te vindon en boe ziet hij er uit Het zou toch onaangenaam wezeD, wanneer ik een verkeerde inrekende Senaat. Den 24 kwam de vraag aan de orde, wanneer de begrooting behandeld zou kunnen worden, waarover een zeer doorwrocht en uitvoerig verslag was ingediend, daar nieuwe kredietwetten vastgesteld moesten worden, wanneer zij niet vóór 1 April afgedaan werd. De meerderheid wilde reeds den 25 vergaderende rechterzijde den 26. Jaar in, jaar nit had men moeten afkeuren den ondragelijken toestand, waarin de Senaat gebracht was door het veel te laat afhandelen der begroo ting in de Kamer, doch thans was het erger dan ooit en daarom was het meer dan tijd ernstige zaken ernstig te behandelen, overeenkomstig de waardigheid van het college en de ware belangen van den Staat. Met 143 tegen 110 stemmen werd besloten den 25 de behan deling te doen aanvangen. Dien dag werd de beraad slaging geopend door het koningsgezinde lid Chesnelong, die opmerkte dat in negen jaren tijds de staatsschuld met 4000 millioen francs was vermeerderd en men thans gebukt ging onder een geregeld wederkeerend tekort. Het was dan ook niet te verwonderendat de Kamer zoo bijzonder lang werk had gehad met de begrooting. De door haar aangenomen begrooting was 'n hoofdzaak die van den vorigen minister-president Rouvier. De daarin aangebrachte bezuinigingen zouden wel door aanvullings-kredieten worden te niet gedaan. Hij kenrde het af, dat gewone uitgaven op de begrooting der buitengewone waren gebraehf, in het bijzonder wat den bouw der schoolpaleizen betrof. In werkelijkheid, rekende hij uitsloot deze begrooting met een tekort van 543 millioen. Met nadruk gispte hij dan ook het beleid der geldmiddelen van de republikeinen, uitdruk kelijk er op wijzende, dat zijne geestverwanten en hijzelf voor de gevaren, die men aldus het land deed loopeD, volstrekt niet aansprakelijk waren. De minister-president Tirardtevens minister van financiën, bestreed hem. Hij was zeer voor bezuiniging, maar voor leger en vloot moesten de noodige sommen onbekrompen worden toegestaan. De grieven tegen het beleid der republiek in zake de geldmiddelen noemde hij ongegrond en den toestand niet zoo slechtals deze beweerde. Nadat nog een paar leden het woord hadden gevoerd, werd de beraadslaging tot den 26 verdaagd toen zij afliep, zonder iets bijzonders op te leveren. De begroo ting van financiën van de posterijen en telegrafen en justitie werden onveranderd goedgekeurd. ITALIË. De heer Magliani, minister van financiën, heelt zijn verzoek om ontslag, nadat de Senaat ver worpen bad het door de Kamer reeds goedgekeurde wetsontwerp betreffende de hervorming der belasting op gebouweD, terng genomen De minister-president Crispi overtuigde hem, dat hij geen geldige reden tot aftreden had, omdat een onder deel van zijn programma verworpen was. RUMENIE. De afgevaardigden der oppositie hebben den 27 eenige hunner partügenooten in de vergaderzaal „Ik zal u den jongen heer zelf gaan aanwijzen. Maar mijn waarde Wichmanshausen wanneer ik mij niet vergis, was de jonker von Krachwitz ook tegenwoordig bij de onvergetelijke vechtpartij in het ea'ó „de Lelie" te Parijs waar ik de eer had uwe hooggeschatte kennis te maken." De oude zeerob stiet eeneu ruwen vloek uit. „Krach witz? Dat spiibeenige misgewas? Die bleeke landrot? Ha, doD José nu ga ik er met dubbel zooveel pret op los. Er liggen verscheidene jaartjes tusschen dit oogonblik en die kloppartij bij mijnen armen broeder die de duivel nu ook al gebaald heeft; maar de heeren Krachwitz en Neuhoff. die beide adehjke hanzen, die met hunne slakkenstekers mijn eerlijke karkas wilden opensnijden en wien mijn broeder Karei Frans de op. heffing van zyn patent te wijten had, deze beiden ver geet ik mijn leven lang niet. Ha hadat zal mij een pret zijn om dat jonkertje eens bij den neus te hebben. Het is u toch hetzelfde, waar ik hem heen breng, niet waar, don José?" „Volmaakt hetzelfde wanneer hij maar uit Genua is. De bitmuil zit mij in bet vaarwater in eene lief deshistorie." „Ik versta mij op (dergehjke karweitjes, edele don. Mijn plan is gevormd. Hot joukertje zal er berouw van hebben, dat hij mij eens op zulk eeae onzachte manier heeft willen praaien." Don José fronste de wenkbrauwen en zag den zeeman van ter zijde aan. „Geen bloed, oude brombeer, laten wij elkander niet verkeerd verstaan." „Papperlepaper is geen haar op mijn hoofd dat daaraan denkt. Ik zal m'jn geweten niet onnoodig be zwaren. Maar de knaap zal zijne straf niet ontgaan; bij zal weten wat het zegt, in kapitein Wichmanshau- sen's knuisten te vervallen." „Mooi, kapitein Ik merk, dat je een verstandig man zijt. Met jou kan men vooruit komen. Luister nu eens goed toe. Ik zal Krachwitz van avond tusschen acht en negen in de herberg „de Palm van Sidon" weten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 1