No. 45. Negentigste Jaargang. 1888 Banken van leening. Almaliadi's nalatenschap. ZONDAG 8 APHIL. Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. FEUILLETON ALKIMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondsrdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. ia -y Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS- TEE ZOON. Ieder kent deze instellingen. In alle t rootere gemeenten zijn ze van overheidswege opgericht. Of zij in stand zullen blijven, is echter een andere vraag. Zijn ze noodig heeft men gevraagd zijn ze ook thans nog noodig nu de hulpbanken open staan om den behoeftige, die tijdelijk voor zijn nering of bedrijf eenig geld noodig heeft, van dienst te zijn Zeker, die voor zijn nering of bedrijf geld noodig heeft, zal zich tot de hulpbank wenden en in den regel ook met gunstig gevolg. Maar de hulpbauk eischt goede borgen; daarenboven wordt meestal door hen die van de bank van leening gebruik maken geen geld ge vraagd voor nering of bedrijf, maar om in dringende behoeften te voorzien om geld te krijgen voor de dagelijksche kleine uitgaven die voor het levenson derhoud noodig zijn. Die nu werkelijk in groote ver legenheid zit, zal er hoogst zelden in slagen een paar borgen te vindenmet wie de hulpbank genoegen neemt, en in den regel gaat men niet naar de hulpbauk als men dringende behoefte heeft aan een paar gulden voor voedsel, kleeding of brandstof. In die gevallen schiet er niets anders over dan zich zeiven te helpen door een klein stuk huisraad een kleedingstuk een horloge of wat men best kan missen in pand te geven, en daartoe kan men in de bank van leening te recht. Maar hierin schuilt juist het kwaad van de banken van leening, roept men ons toe, dat zij een zoo gemakkelijke gelegenheid aanbieden om geld te krijgen. Men moet niet gelooven dat het altijd juist uit dringende be hoefte is dat een pandje gemaakt wordtook voor onnoodige uitgaven voor opschik voor een versna pering voor een pleizierigen dag wordt de bank te baat genomen. De verleiding is velen te sterk en de gelegenheid maakt den dief. Zelfs als het alleen geschiedt voor noodzakelijke uitgaven, is het be stendig gebruik van de bank van leening een kwaad. In vele gezinnen moet elke zaterdag-avond een gedeelte van het pas ontvangen weekgeld naar de bank gebracht worden om de zondagsche kleeren te lossen, en eiken maaudag-morgeu heeft men het geld weer dringend noodig zoodat dezelfde kleeren opnieuw verpand moe ten worden. Zoo gaat het geregeld het geheele jaar door en wordt het beleenen een gewoonte die orde en zelf beheerschingonthouding en spaarzaamheid doodten een bron wordt vau verkwisting. En al moge dit zoo zijntoch is het geen reden om de banken van leening op te heffenverklaarde 66) „Tracht het verledene te vergeten jonker", sprak Neuhofl. „Zie vol hoop en met moed de toekomst te gemoet. Het geloof der muzelmannen aan de Kismet het onverbiddelijke, onafwendbare noodlot, stemt tot berustiugtracht u het geloof aan dit noodlot ei- en te maken. Het heeft niet anders mogen zijn Ook ik denk aldus, wanneer een boosaardig toeval van tijd tot tijd mijne plannen in duigen werpt en mijne iucht- kasteelen in rook vervliegen doet. Leeft de menscb voor het verledene P Neen, bij leeft voor de toekomst en deze toekomst zal u schadeloos stellen voor de tegen spoeden, die gij tot dusver leedt. Stel u dus die droeve gedachten uit het hoofd! Weet gij, jonker von Krachwitz, van wie/j ik u de groeten overbrengen moet Van Osman-.Pacha Krach witz keek den spreker, die opzettelijk eenen vroolijkeren toon had aangeslagenvragend aan. „Wie is Osman-Pacba Neuhoff lachte. „Niemand anders daD uw vrieDd Eip- perda de gevallen eerste minister van Spanjedie eene hoogst invloedrijke plaats bekleedt ann bet hof van Mequinezsedert de poorten van het Escuriaal voor hem gesloten zijn. Na zyne vlucht uit Segovia, hield hij eeuigeu tijd verblijf bij zijne familie in Nederland daarna trachtte hij boning George over te halen tot zijne wraakzuobtige plannen tegen Spanje en toen hij hierin niet naar wensch slaagde, vertrok hij en vestigde zich metterwoon te Mequinez. Daar bereidde men hem eene gunstige ontvangst, dank zij de aanbevelingen van eenige invloedrijke marokkanen, die hij in den Haag had leeren kennen. Gij weet, dat Eipperda altijd eene groote neiging voor de pbilosophie heeft aan den dag gelegd. onlangs de hoogleeraar Buys in het «Sociaal Week blad", en hij gaf gronden voor zijn meening die ernstige overweging verdienen. Immersal heft men de bauken van leening opde ordelooze de onna denkendede lichtzinnigede verkwister zal niet te vergeefs naar andere gelegenheden zoeken om zijn doel te bereiken Particulieren zullen hem helpen, die niet zijn gehouden aan de strenge reglementen en niet onder worpen aan het nauwlettend toezicht van de banken van leeningdoor de gemeentebesturen opgericht en beheerd. Voor de gemeenten is deze zaak een lastpost in het algemeen belang waarmee geen winst te be halen is, maar die haar zelfs aan verlies bloot stelt daar de mogelijkheid van misbruikeu ook door het scherpste toezicht niet geheel is weg te nemen; doch de particulier zal den arme in nood niet leenen uit zuivere menschenliefde en geen bank van leening of zoogenaamd «huis van koop met recht van weder - inkoop" oprichten uit liefde tot den naaste. Hij zal het natuurlijk doen om er geld mee te verdienen, en wie waarborgt den onkundigen en zorgeloozen be- leener en onkundig en zorgeloos zijn verreweg de meesten die van deze gelegenheid gebruik maken wie waarborgt hem tegen bedrog en oplichterij, tegen te hooge rente of administratieloon Wie zal hem zijn schade vergoeden, als de pandhuishouder met de noorder zon vertrektfailliet raakt of op de eene of andere wijze zijn verplichtingen niet nakomt? Daarenbovenhet zijn niet alleen lichtzinnigen ordeloozen en verkwistersdie van de banken van leening gebruik maken. Zij zijn «Jók een toevlncht voor den arme; óók een uiterste redmiddel in nijpenden nood, om voor het oogeublik volslagen ellende af te weren. Eindelijk heeft de bank van leeniug dit voordeeldat de beieener eigenaar blijft van hetgeen hij beleent. Bestond de bank niet, hij zou iu den nood iets van zijn inboedelzijn kleederen of zijn sieraden moeten verkoopen en genoegen moeten nemen met den prijs dien hij er op dat oogeublik voor zou kunnen krijgen. Wil hij later iets dergelijks terugkoopenhij zal er veel meer voor moeten beta len dan hij nu heeft ontvangen. In de bank van leening kan hij langen tijd zijn goed terugkrijgen voor hetzelfde bedragdat hij er op geleend heeft. En de arme kan moeielijk scheiden van zijn eigendom. Hij is dikwijls maar al te spoedig gereed het in pand te geven maar hij geeft daarom de hoop niet op het in betere dagen terug te erlangen. En dat die hoop niet ïjdel is mogen wij op gezag van den heer Buys aannemen, die zelf sedert 14 of 15 jaren lid is van de commissie van toezicht op de bank van leening te Leiden. Hij verzekert ons «dat de overgroote meer- derüeid der panden werkelijk weder wordt gelost." Daar de keizer van Marokko deze voorliefde deelt, is het niet te bevreemden, dat beide heerec zeer spoedig dikke vrienden werden. Eipperda was slim genoeg om in te zien, dat bet voor eenen christen altijd een weinig be denkelijk b'yft, deguusteling vun eenen mohamedaanschen vorst te zijn en daarom besloot bij tot den Islam over te gaan. Zijne echtgenoote was aanvankelijk weinig ingenomen met deze verandering van godsdienst, doch om diplomatieke redeQen eindigde zij evenwel met toe te geven, vooral nadat Eipperda baar beloofd bad met den tulband niet ook de gebruiken der mohamedanen over te nemen. Onmiddellijk na zijnen overgang tot het mobamedamsme werd Eipperda tot Pacha bevorderd bij hervormde in die Detrekkiug bet marokkaansche leger en wist deD ouden keizer te overreden, eenige regimenten en een paar sterk bewapende schepen ter zijner beschik king te s'.ellen waarmee bij weldra den oorlog opende met zijn ondankbaar tweede vaderland. Osmau-Pacba'e kleine vloot doet strooptochten langs de epaansche kus ten, valt bave plaatsen en vestingen aan, bestookt vijan delijke schepen die hem iu den weg komen, iu bet kort, bij doet de spaaujaardeu op eene gevoelige wijze afbreuk. Tut afwisseling boudt bij zich nu en dan eemgen tijd op zijn prachtig landhuis opbuiten Mequinez muren, waarin zijn zwartharig vrouwtje, als de beminnelijkste aller hnisvrouwen, den scbepter voert. Daar verdiept hij zich met zijnen grijzen keizer lijken vriend in bespiegelingen over de nietigheid van het leven. Gy ziet dus dat de gevallen minister den titel van hortog en grande hebben de spaujaarden bem ontnomen dat de beer van Eipperda ook in zijne verbanning een leven vol aangename afwisseling leidt." Neuhoff zweeg eeu oogenblik de tijd verliep bij moest tot ziju doel komen en overlegde, hoe hij op de beste manier den jonker kon inwijden in de plannen, die hij koesterde en tot wier bereiking hij diens hulp noodig bad. Krachwitz leunde met het hoofd op de hand; half droomend luisterde hij naar de woorden van Om deze redenen blijft de heer Buys vast over tuigd dat wij de bauken van leening niet kunnen en niet mogen prijsgeven, maar hij is evenzeer overtuigd dat de toestand niet mag blijven zooals hij thans is. Dat er grond bestaat voor die overtuiging, kan, dunkt onsmoeielijk ontkend worden. Op dit oogenblik bestaat er voor niemand eenige verplichting om in dit opzicht iets te doen, en daartegenover voor iedereen volkomen vrijheid om een bank van leening of een huis van koop met recht van wederinkocp op te rich ten zooals hij zelf zal goedvinden. Reglementen of toezicht bestaan niet. In 1886 zijn de banken van leening geregeld bij een Koninklijk Besluitdoch reeds sinds langen tijd werd de geldigheid van dat besluit betwist en een wet noodig geoordeeld om het te vervangen. Intusschen kwam in het Wetboek van Strafrecht een artikel voorwaarin met bedreiging van gevangenisstraf en geldboete werd verboden het oprichten en houden van „leenhaizen op pand of zeker heid" zonder wettige vergunning en in geval van vergunning, zonder behoorlijke boekhouding overeen komstig de reglementen. Menig pandjeshuishouder is op grond van deze bepaling veroordeeld, maar hij die een zoogenaamd huis van koop met recht van weder- inkoop oprichtte en daarbij den raad had ingeroepen van iemand die wistin welken vorm en op welke wijze dit moest geschieden om niet onder het bereik der strafwet te vallen kwam vrij. Allengs was men zoo slim geworden, dat de juiste vorm was gevonden en had men van de strafwet niets meer te vreezen. Bij de invoering van het nieuwe Wetboek van Straf recht is dan ook deze bepaling van het oude wetboek afgeschaft en door geen andere bepaling vervangen. Wil men de zaak behoorlijk regelen dan is er een bijzondere wet noodigdie niet alleen het leenen op pand maar tevens dit koopen met recht van weder- inkoop omvat. Het verschil tusschen een beleenbank en een huis van koop met recht van wederinkoop bestaat inderdaad alleen in den vorm en niet in het wezen der zaak. De houder van zulk eeu huis leent geen geld en neemt geen pandmaar koopt wat anders in pand gegeven zou worden, en de veraooper heeft het recht om het binnen zekeren tijd weer terug te koopen natuurlijk voor iets meer dan waarvoor hij het verkocht had. Wat hij aan de bank van leening zou hebben moeten betalen voor rente en administratieloon, moet hij hier vol doen als hooger bedrag van den koopprijs bij het terugkoopen. Alles komt precies op hetzelfde neer, behalve dat de man die van zulk een verkoophuis gebruik maakt, zijn goed kwijt is, als de termijn is verloopen, terwijl bij de bank van leening het pand, dat binnen den bepaalden termijn niet is gelost, wel Neuhofl, die allerlei herinneringen uit lang vervlogen jaren bij hem opwekten. „Door Eipperda zult gij weten, hoe weinig rust mij het noodlot gelaten heeft, sinds gy mij uit het oog verloren hebt", hervatte Neuhoff. In Spanje sctionk de fortuin haren liefsten glimlach aan ieder behalve aan mij en in Frankrijk wachtte mij wanneer ik er terugkeeren wilde, een „lettre de cachet er restte my dus niels dan deze katholieke lauden den rug toe te keeren en mijn heil in Duitschland te zoeken. Ik trad in onderhandeling met het Hof te Weeueu, vond daar eeDe welwillende out.angst en werd met allerlei diplomatieke zendingen belastdie mijn gunstig gesternte mij meestal tot een goed einde hielp brengen. Zoo deed ik ook te Flo rence en te Livorno dienst als keizerlijk afgevaardigde en knoopte in deze beide stedeneveuals later te Genua, de eerste betrekkingen aan met de hoofden van Corsicaansche oproerlingen. Ik had altijd eene warme belangstelling gekoesterd voor dit schoone, ongelukkige eiland. Menigvuldige reizen door dit land en een vertrouwelijke omgang met dit ruwe, prikkelbare en harts tochtelijke, doch rechtschapen en eerlijke volk hadden mij de overtuiging geschonken, dat geen offer te zwaar moebt zijn om het schoone eiland te verlossen van Genua's drukkende opperheerschappij. Eeeds in October 1729 sloegen de vlammen van het oproer op Corsica naar alle zijden uit. Op het vrye veld, onder de muren van Orezza zwoer het geheele volk, den Hemel en hunne voorvaderen tot getuigen nemende, den heiligen eed, al zijne krachten te zullen wijden aan de afwerp ing van Ge nua's loodzwaar juk. In Pogyco, Alecia en Bastia overviel men de genueesche beambten en stootte ze neder het eerste bloed had gevloeid 1 Op de tijding van dezen moord verspreidde zich een panische schrik door Genua de laffe Liguriers sidderden voor den ontwaakten volksgeest der onderdrukten. De Dey wendde zich tot den keizer in Weenen en deze zond hem achtduizend soldaten onder bevel van generaal Wachtendonk ter hnlp. Deze troepen landden in Augnstns van het vorige

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 1