Mogen de werkzaamheden die ons wachten onder
Hoogeren zegen strekken tot bevordering van het
welbegrepen en allen evenzeer ter harte gaande belang
van ons Vaderland (Toejuichingen.)
De Voorzitter benoemde tot leden der commissie
voor de verzoekschriften de heeren Blijdestein, Melvill
van Lijnden, v. d. Goes, Henri Smits en Bultman; tot
leden der gemengde commissie voor de stenographic de
heeren Blussé, Meinesz en Pijnappel. Tot leden der
huishoudelijke commissie werden gekozen de heeren
Viruly en Huydecoper.
De rooster van aftreding werd aldus bij loting vast
gesteld. In 1890 zullen aftreden de heeren de Bruijn,
Hengst, W. A. A. J. Schimmelpenninck van der Oye,
v. Pallandt van Waardenburg, Vlielander Hein, van
Gennep, Vening Meinesz, Muller, van Akerlaken, Prins,
van Tienhoven, Melvill v. Lijnden, Eengers, Blijdensteijn,
Welt, de Vos van Steenwijk en Magnée; in 1893 de
heeren Smitz, Smits van Oyen, Tbooft, van Nagell van
Ampsenvan der Breggen, Viruly, Fransen van de
Putte, Donker, A. C. Wertheim, Kappeyne, Six, van
Nispen, van Swinderen, Stork, v. Eoyen, van Lier en
Eegout; in 1896 de heeren Verheyen, H. M. Smits, van
Zuylen, Coenen, Huydecoper, van der Goes, Blussé,
Pijnappel, Bultman, Insinger, Moolenburgh, v. Eysinga,
Breuning, van Naamen, Alberda en Pijls,
Eene commissie van 5 leden nl. de heeren Van
Eysingavan de Putte Smitz, van Naamen en van
Eoyen werd benoemd tot samenstelling van een ge
wijzigd reglement van orde.
Daarna ging de Kamer tot nadere bijeenroeping uiteen.
Tweede Kamer.
Zitting van 2 Mei te 2% uur.
De heer Mees brengt verslag uit omtrent de geloofs
brieven van de gekozenen in de districten Groningen tot
Alkmaarwat Groningen betreft alleen ten aanzien
van mr. van Houten. Tot toelating van al die heereu
nadat zij de gevorderde eeden of beloften zullen hebben
afgelegd wordt besloten.
De heer Schaepman doet hetzelfde omtrent de
gekozenen in de districten Amsterdam tot Veghel. Met
betrekking tot de bezwaarschriften in zake de Amster-
damsche verkiezing geeft de commissie in overweging,
één daarvan aan te nemen voor kennisgeving, als zijnde
geen verzoekschrift; ten aanzien van het tweede dat
tegen de geldigheid der stembriefjes is gericht, stelt zij
voor over te gaan tot de orde van den dag, op grond
dat voor de beweringen van adressanten geene bewijzen
zijn bijgebracht en omdat nimmer tegen eene dergelijke
regeling als bedoeld in het adres bezwaren zijn inge
bracht. Wel meende zij er op te moeten wijzen dat
eene regeling als te Amsterdam geschiedt feitelijk eene
informaliteit is waartegen in het vervolg moet wor
den gewaakt.
Tot de toelating dezer heeren wordt besloten. Allen
leggen nu de eeden of beloften (de heer D o m e 1 a
Nieuwenhuis, 18 liberalen en 8 anti-revolutio
nairen belofte) af. De heer mr. J. D. Yeegens
wordt hierop als grilfier op zijn verzoek op de meest
eervolle wijze ontslagen, onder dankbetuiging voor de
bewezen diensten (algemeen applaus); daarna worden
zijne geloofsbrieven onderzocht en tot zijne toelating
besloten.
Opmaken van een candidatenlijst voor het
voorzitterschap.
Tot eersten candidaat wordt bij eerste stemming ge
kozen jhr. mr G. J. Th. Beelaarts van Blokland met
47 van 89 stemmen.
De oud-voorzitter Cremers kreeg 38, de heer Gleich-
man 2, de heer A. Schimmelpenninck van der Oye I stem.
Tot tweeden candidaat wordt gekozen de heer A. E.
Eeuther mei 47 van de 89 stemmen, tegen 40 op den
heer Cremers, 1 op den heer Gleichman en 1 op den
heer van der Schrieeb.
Tot derden candidaat wordt gekozen mr. E. J. J. B.
Cremers met 73 stemmen. De heer Gleichman had 6
stemmen blanco waren er 4.
De candidatenlijst zal den Koning worden aangeboden
door het bureel van stemopneming (de heeren Dijck-
meester, Vos de Wael, Brantsen en Goekoop) en de
heeren Veegens, Michiels, Boreel en Geertsema.
De heer van der Feltz verzoekt eerst den 7,
's namiddags 2 uurte vergaderen.
water wil ik niet stervengeef mij daarom dien fakkel
terug Zanarella 1 Daarenboven zijn er velen die op
mij wachten Apujamijne lieveling, en Aben Tarik
mijn vader, en nog honderd anderen. Apuja zal ik
kunnen zeggen, dat zij gewroken is en Aben Tarik,
dat ik zijnen wil nagekomen ben en tot aan bet laatste
oogenblik over Almahadi's schatten gewaakt heb. Geef
ioij den fakkel terug, Zanarella."
Als antwoord vatte de oude roover met reuzenkracht
Gonza'ea' handen en beproefde hem mede te sleuren.
Maar met eenen wilden schreeuw sprong deze terug
en nu ontstond er eene heftige wo eteling tusschen de
beide vrienden en wapenbroederseene worsteling op
leven en dood
De beide booten met de geredde schepelingen waren
de kust reeds op korten afstand genaderd toen hun
een geweldige knal in de ooren klonk. Hoog sloegen
de golven omhoog en op de plek, waar het wrak van de
Esperanza gedreven had, steeg nu een vlamoienzuii om
hoog die zich in eenen vonkenregen oploste welke
luid sissend in het water uitdoofde.
VI.
Ten noorden van Aleria, aan de oostkust van het
eiland Corsika, ligt Cervione, een doodsch vuil stadje,
op de berghelling. Een sterk kasteel verheft zich stout
boven de daken der lageverwaarloosde huizendie
het omringen; van zijne tinnen overziet men de zee
verscheidene mijlen ver.
In Cervione resideerde sedert den 15 Maart 1736
Corsika's nieuwe beheerscher, koning Theodoor I. In
het kloister van Alesani werd den baron von Neuhoiï,
vier weken na zijne aankomst te Aleria, door de ver
tegenwoordigers des volks het erfelijke koningschap op-
De voorzitter verklaartdat ditvoor zoover
van hem afhangtsal geschieden.
De zitting wordt daarop gesloten.
GEMEENTEEAAD VAN ZIJPE
1 Mei 1888.
Hoewel er weinig te behandelen was, bracht de bij
het reglement van orde vastgestelde vergaderingsdag
ons weder te zamen. Niet één ontbrak er op het appél.
Na lezing en goedkeuring der notulen werd gelezen
een brief van hoofdingelanden van den polder Zijpe
houdende verzoek om het bestaande verbod van met
hondenwagens te rijden, in het belang der ingelanden,
die het onderhoud der wegen bekosti
gen, wel te willen behouden en handuaven.
De voorstanders van de hondenwagens waren zeker
door dit gewichtig argument verpletterd. Althans allen
zwegen en de brief werd voor kennisgeving aangenomen.
Onze vroede mannen hadden zeker niet gedacht, dat
er nog zulke argumenten waren aan te voeren om de
hondenwagens te weren en nog minder, dat ze die wijs
heid zouden leeren van het polderbestuur. Er zijn er,
die beweren dat het een argument ia van de vorige
eeuw doch dat zyn zeker van die bedillers die op
alles wat hebben aan te merken en aan zulke lui heb
ik een hekel.
De heer Kaan wenscht pogingen aan te wenden om
het oude huis te koopen staande naast de school te
Oudesluis. Hij zou dit dan wensohen te sloopen en het
terrein voor speelplaats voor de schoolkinderen willen
inrichten. Hieraan is te Oudesluis groote behoefte; de
kinderen moeten steeds op den openbaren weg spelen
en vooral de nabijheid der kluft van de sluis maakt dit
gevaarlijk.
De heeren waren het hierover vrij wel eens, doch de
kosten mochten niet te hoog loopeo. 't Z't er niet aan
tegenwoordig. Overeenkomstig den wensch van den heer
Kaan wordt beslotenden eigenaar te vragen of hij
het wil verkoopen en zoo ja tegen welken prijs.
De voorzitter deelt nu mede, dat is ingekomen een
brief van G. Kouwenberg, doch dat die niet in behan
deling kan worden genomen, als zijnde ongezegeid. De
brief bevat het verzoek hem eene woning te verschaffen,
of voor de huur daarvan borg te zijn waaraan de ge
meente volgens den voorzitter toch niets kan doen.
Later hoor ik dat de man een jonge gezonde ke
rel zijn woning zal worden uitgezet, omdat hij niet
betaalt.
Su, als het polderbestuur zijn tijd wat ten achteren
isdeze kerel zeker niet. Als hij wacht tot Domela
Nieuwenhuis de baas is komt hij misschien klaar.
De vergadering gaat nu over in geheime zitting ter
behandeling van een paar reclames tegen den aanslag
in den hoofdelijken omslag.
s«
Het grasgewas langs Eijnlands dijkgronden, zijnde
19 perceeien, groot ongeveer 58 bunders, werden den
25 verpacht voor f 7955 tegen f 6180 en 6692 in
1887 en 1886.
Bij de behandeling van het beroep, door E. K.
Okma, lid van den gemeenteraad van Wymbritseradeel,
tevens wethouder, ingesteld tegen het besluit van Ged.
Staten van Friesland van 26 Januari I.'., waarbij hij
vervallen was verklaard van zijn lidmaatschap van den
raad, voor den Eaad van State, afdeeling voor ge
schillen van bestuur, op den 25, is o. a. gebleken, dat
bij zelf ontkentdat voor den schoolbouw te Nijland
en te Goënga iets door de firma Okma en Wiarda,
kalkfabrikanten te Sneekgeleverd isdat hij niets
weet van het optreden van een knecht der firma als
tusschenpersoon bij het doen van leveringen en dat hij
gezwegen heeft op eene opmerking, dat eene nota wegens
levering voor de verstrating te Woudsend gekweten
was door Okma en Wiarda.
In het besluit van Ged. Staten is o. a. overwogen
dat tegenover de verklaringen der gehoorde personen
Okma de houding aanneemt öf van eene steile ontken
ning óf van eene algeheele onwetendheid; dat aan zijne
ontkenningen tegenover stellige verklaringen van ver
trouwbare personen geene de minste waarde mag worden
gehecht, nu hij in gebreke blijft eene schriftelijke ver
klaring van den burgemeester, die hem naar zijne
bewering volkomen zou vrijstellen en waarop hij een
gedragen en daar de Corsikanen te arm waren hunnen uit
verkorene eene kroon van fonkelend goud op het hoofd
te drukken, vlochten zij hem eene diadeem uit eiken
bladeren en kroonden hem daarmede tot hunnen koning.
Dit was geene komedie geene klacht het veelbe
proefde, ongelukkige, vertwijfelde volk verlangde met
zulk eenen verterenden hartstocht naar vrijheid, dat het
zonder terughouding of achterdocht dengene vertrouwen
schonk, die hnn slechts de hoop daarop schen
ken kon.
Het huis te Cervione, waarin koning Theodoor woonde,
was een onvriendelijk, somber gebouw; toch was het
den nieuwen bewoner gelukt het zoo bewoonbaar moge
lijk zij het ook niet „koninklijk", in te richten. Van
het dak ontplooide de nationale vlag der Corsikanen
hare banen, de groengele vaan met de vrome spreuk
In te Domine speravi en boven de deurposten waren in
stukadoorwerk Neuhofl's geslachtswapen of de gekroonde
initialen T. E. „Tbeodorus Bex" aangebracht.
Eenige kunstenaars uit Pisa en Livorno hadden de ver
trekken van het paleis op waardige wijze versierd en
in de groote zaal van het huis bevond zich niets minder
dan eene soort van troon, waarop de koning plaats nam,
wanneer hij met zijne uit nieuwbenoemde graven, baron
nen en markiezen samengesteld ministerie over het
wel en wee van den staat beraadslaagde.
In deze troonzaal ontving koning Theodoor op eenen der
laatste dagen in Augustus van bet jaar '36, eenen vreem
deling. Dit was hij ten minste voor den markies Xaverius
Matragrootmarschalk van het paleis, die hem aange
meld had als jonker von Kraehwitz, belast met eene
geheime zending uit Duitschland.
Theodoor zat in eenen vergulden leunstoel met het
hoofd in de handsaamgetrokken wenkbrauwen en
bleek gelaat en voor hem stond met niet minder
beroep doet, over te leggen, terwijl bovendien volgens
verklaring van den burgemeester zulk eene schriftelijke
verklaring nooit is afgegeven. Naar hnn oordeel moet
Okma, de wethouder, het lid der firma, geweten hebben,
dat er en op welke wijze leveringen uit de magazijnen
zijner firma plaats hadden, vallende onder het bereik van
de art. 24 en 26 der gemeentewet.
In het adres, waarbij Okma in beroep is gekomen,
traeht hij op verschillende gronden zijne onschuld te
staven. Hij wraakt het getuigenis van zijn medevennoot,
omdat hij sedert geruimen tijd met hem in eene min
goede verstandhouding leeft. Eindelijk beroept hij zich
nog op eene verklaring van een aannemervolgens
welke hij zelf aan hem heeft te kennen gegeven
in dezen geene leveringen te mogen doendaar
zulks bij de wet verboden wasdat hij zich toen van
de materialen bij een ander heeft voorzien, zonder van
de firma Okma Wiarda voor een cent gekocht, nooh
hen als commissionairs gebruikt of begunstigd te heb
ben. De heer mr, Th. Heemskerk te Amsterdam trad als
zijn gemachtigde op, die zijne schuld onbewezen achtte.
Domela Nieuwenhuis was in de zitting van den
1 niet tegenwoordig.
By de op den 1 plaats gehad hebbende premie-
nummertrekking der op den 3 April uitgelote 24 seriën der
geldleening ten laste van het Paleis voor Volksvlijt
groot f 1.000.000, van 1867, zijn gevallen de hooge
prijzen op No. 24 van serie 2395 f 5000; Ns. 3 en 4
van serie 1603 ieder f 1000; op Ns. 7 en 23 van serie
2661, No. 5 van serie 2003 en No, 12 van serie 1407
ieder f 250.
In de Gasselternijveensehe-mond heeft de kleer
maker Schreuder op den gebruiker van een zijner huizen,
Dopke, die dat perceel met den 1 niet wilde verlaten,
hoewel het aan een ander verhuurd was, bij een daaruit
ontstanen twist uit een geladen pistool een schot
gelostwaardoor deze ernstig in den schouder ver
wond werd. Hij werd aangehouden en naar Assen
overgebracht, terwijl voor den gewonde weinig hoop op
levensbehoud bestaat.
Uit het den 2 uitgebrachte verslag 07er den
toestand der HaarlemZandvoort spoorwegmaatschappij
bleek, dat van het aanlegkapitnal, groot f 600.000, tot
en met 31 December 1887 593.028.34J besteed was,
en dat op de exploitatie een batig slot van 4161.11
verkregen was, dat op vernieuwingsfonds rekening werd
overgebracht. De oorzaak dezer onbevredigende uitkomst
ligt vooral in de uitgifte, gedurende het geheele zomer
seizoen, van bjzondere retourbiljetten tegen zoodanige
prijzen datom gelijke opbrengst als in 1886 van het
reizigersverkeer te verkrijgengedurende dien tijd in
1887 een aantal van 97800 reizigers meer had moeten
worden vervoerd. Dat meerdere vervoer bedroeg echter
ruim 51000 reizigers en in het geheel werden 269 845
personen en 4 569.505 pond goederen vervoerd. Het
bestuur vereenigde zich met den wensch van eenige
aandeelhouders, dat deze lijn door de Hollandsche
Spoorwegmaatschappij geëxploiteerd worde en dat daar
over onderhandelingen gevoerd worden.
Den 2 is te 's Gravenhage overleden de heer
G. H. Uhlenbeek, oud-minister van koloniën, lid van
den raad van toezicht op de spoorwegdiensten.
De Noord-Zuidhollandsche en Zeeuwsche Zee- en
Braadverzekeringmaatscbappij te Amsterdam keert over
1887 7 pet. dividend uit.
By het herstellen van den grooten stoomketel in
de fabriek van zinkwerken van de firma Braat te Delft,
dat niet in de machinekamer kon geschieden is door
het onverwacht overhellen van den ketel die in de
daarnaast gelegen fabriek in een strop hing, een arbei
der, Jo:ef van Ve9n, tusnehen den ketel en het vliegwiel
bekneld geraakt en weinige oogenblikken later zear
verminkt overleden.
De heer D. Breebaart Kz. te Winkel is met
algemeene stemmen herbenoemd tot hoofd-ingeland van
den polder Waard-Nieuwiand op Wieringen terwijl
met algemeene stemmen besloten werd in dien polder
een voldoend stoomgemaal te stichten.
De regaering heeft ean wetsontwerp ingediend
tot verlenging van den diensttijd der landmiliciens
lichting 1883 en der zeemilie enslichting 1884 met
één jaar, volkomen geljkludetid aan het in de vorige
zitting ona gedaan gebleven ontwerp.
ernst op het gelaat, maar krachtig en met opgerichten
hoofde als altijd de j onker.
„Ik leef onder een kwaad gesternte er hangt mij
in Corsika een treurig lot boven 't hoofd", sprak Theo
door met eene klanklooze sidderende stem, „maar wat
helpt het klagen Geen mensch kan de dooden levend
maken en den bekwaamsten duiker ter wereld zal het
niet gelukken, de schatten des Moorenkonings aan den
bodem der zee te ontrukken. En niets, zegt gij, Kraeh
witz, niets is gered
„Niets", antwoordde de ander „dan de drie ringen
van Boabdil, die ik in mijnen zak bij mij droeg, en de
negentien matrozen der bemanningdie, van bunnen
aanvoerder beroofdzich ouder mijne hoede gesteld
hebben en beneden in den slottuin wachten op uwe
bevelen, of gij sire" dit woord scheen Kraehwitz
vrij moeilijk af te gaan „of gij geneigd zoudt zyn
hen in uwen dienst te nemen. Foor hunne dapperheid
sta ik in."
Theodoor maakte eene afwerende handbeweging,
„Uw woord is mij genoeg, Kraehwitz Arrighi de
bevelhebber mijner troepen zal hen inlijven. En gijzelf,
mijn vriend, wat hebt gij besloten
„Ik ben mijn gegeven woord nagekomenzoo goed
als ik dit vermocht. De Hemel heeft niet gewild, dat
Almahadi's schatten, waarom reeds zooveel bloed gevloeid
is, tot geluk der menschheid zouden worden besteed
hij deed ze verzinken in den wijden schoot der zee. Om
mijne belofte te vervullen heb ik vrouw en kind ver
laten, heb ik doodsgevaren getart en voor mijne oogen
twee vrienden zien omkomen. Ik geloof rnimschoots
aan mijnen plicht te hebben voldaan en ga thans de
reis naar hais aanvaarden."
Wordt vervolgd.