No. 61. Negentigste Jaargang. 1888 V R IJ D A G 18 MEI. Almaliadi's nalatenschap» Prijs der gewone Advertentiën: üDfficiëel (Scbeeltt. Inschrijving voor de Schutterij ten raadhuize der gemeente Alkmaar van 's middags 1'2 tot des namid '2 uren op Dinsdag 2'2'29 en 24 en 51 Mei 1888. Donderdag Butttnïaub. F EÜILLETOK. BinnenlAuÖ. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 1 franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM". COS- TEE ZOON. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2e helft der maand April 1888 K. Waal, Landsmeer; Karsen, Langedijk. Van Schoorldam: K. Dekker, Medemblik. Van Zuidscharwoude: J. F. Langlaan's Gravenhage. Briefkaarten; J. SmitAmsterdam. DUITSCHLAND. Volgens het balietin van den 15 des ochtends bleef de toestand des Keizers gedurende de laatste dagen gunstig. De eetlust en de krachten waren toegenomen. Ten gevolge eener lichte ontsteking werd bet slikken gedurende eenige dagen belemmerd maar bet begon reeds beter te worden. De koorts, die zich 's avonds nog steeds vertoonde, bleef zeer gering. ENGELAND. Lagerhuis. Den lé verklaarde de onder-minister Eergusson dat het unieverdrag tus- echen de Transvaal en de nieuwe republiek nog niet door de engelsche regeering bekrachtigd was. Naar aanleiding van de vergunning, door de transvaaische regeering aan een duitsch-nederlandsch syndicaat ver leend voor een spoorweg van de portugeesche grens naar Pretoria, deelde hij mede, dat een der voorwaar den den vrijen invoer van koopwaren bepaalde en dat de engelsche regeering onderzocht, of dergelijke vergunning bestaanbaar was met de aan Engeland bij verdrag ver zekerde rechten. De briefwisselinghierover met de Transvaal gevoerdkon eerst na aflocp der zaak aan het Parlement overgelegd worden. Den 15 werd door de regeering medegedeeld, dat de mogendheden tot den 5 Juli a.s. aan Engeland hunne inzichten betreffende het ontwerp-verdrag over de suiker- premiën zouden mededeelen. Hoogerhuis. Lord Hardinge vestigde den 11 de aandacht op een zeer onrustbarend artikel onlangs in de Daily Telegraph over 's lands weerbaarheid op genomen, waarin betoogd werd,op gezag van de hoogste militaire autoriteit, dat Engeland aan de genade van eiken eventueelen europeeschen vijand overgeleverd en het leger niet behoorlijk gewapend was. Het had bovendien veel te weinig manschappen en onmiddellijk moesten krachtige maatregelen tot verbetering genomen worden. Hij wenschtedat de regeering omtrent deze 81) VII. Evenals tegenwoordig bestond ook tijdens Corsika's eersten en laatsten koning de stad Alerta uit slechts enkele rijen huizen. De ongezonde, koortsaanbrengende dampen die uit de slijkbezinksels aan den mond der Tavignam opstijgen, maken een langdurig oponthoud in Alerta gevaarlijk en vandaar dat het aantal bewoners schaarsch is niettegenstaande het stadje heerlijk gele gen is aan den voet der bergen en tusschen twee zeearmen. Op den 11 November 1736 evenwel had zich eene verbazende menschenmassa aan de haven dezer stad verzameld. Zij waren er bij duizenden te tellen die mannen en vrouweD, die krachtige jongelingen en donker- oogige meisjes van Corsika allen in feestdos getooid. Voor weinige dagen had koning Theodoor eenen nieuwen landdag te Sartene uitgeschreven en aldaar de verkla ring afgelegd, dat hij bet eiland verlaten wilde, om in eigen persoon de hulp van het vaste land in te roepen. Hij had eene voorloopige regeering benoemd, in iedere provincie eenen plaatsvervanger aangesteld en een hoog dravend manifest uitgevaardigd waarin hij de belofte deed, binnen weinige maanden terug te keeren, om zijne verheven taak te voleindigen. Zoo ging dan koning Theodoor begeleid door zijne geheele hofhouding en door de vertegenwoordigers der nieuwe ridderorde „Van de bevrijding" en toegejuicht door zijn volk, dat hem met duizend zegenwensehen begroette, aan boord. De witte zeilen zwollen in het schitterend zonlicht en onder liefelijk geruisen en geklater groef de kiel zijnen zilveren voor in den blauwen vloed. Op het achterdek stond Theodoor geleund tegen de verschansing beweringen inlichtingen gaf. De hertog van Cambridge, opperbevelhebber van het leger, verklaarde daarop, dat hij, naar zijne meening de hoogste militaire autoriteit aan dat op onrust aangelegd artikel geheel vreemd was. De daarin gebruikte uitdrukking als zou Engeland in onmiddellijk gevaar verkeerenzou hij niet voor zijne rekening willen nemen. Zijn gevoelen omtrent s lands weerbaarheid had hij voor de koninklijke commissie ver klaard en zou hij thans niet herhalen. Daarna waar schuwde de minister van buitenlandsche zaken tegen schrik en onrust wekkende uitingen en verzekerde, dat de regeer ng de zaak van 's lands weerbaarheid natuur lijk hoogst ernstig ter harte nam maar dat zij zich er van onthouden moest en zou, om zich ten aanhoore van de geheele wereld uit te laten over de sterkte of de zwakheid van en de voorzorgen voor het engelsche leger. Herinnerende, dat lord Woiseley, als adjudant- generaal in dienst van den Staat eenen zeer hoogen militairen rang bekleedendevoor eenige weken zich aan een feestmaal over Engeland's weerbaarheid mede zeer ongunstig uitgelaten had, zonder dat daarvoor eenige bijzondere aanleiding bestond, verklaarde hij het onverantwoordelijk te achten dat zoo iemand zulk eene rede hield buiten het Parlement, op eene plaats waar niemand hem kon tegenspreken. Lord Woiseley heeft in deze afkeuring zijner toespraak aanleiding ge vonden om zich in eeue volgende zitting te verdedigen, het aan den minister overlatendeof hij zijne betrek king van adjudant-generaal zon blijven bekleeden. Daar zijne betrekking geene staatkundige was, geloofde hij niet verplicht te zijn, zelf zijn ontslag te vragen. De minister Salisbury verklaarde daarop terstond dat bij zijn aftreden eene groote ramp voor het legerbestuur zou achten. Overigens was de toestand der vloot niet zoo slecht als lord Woiseley het had doen voorkomen. Op het punt van openbaarheid der overleggingen over de weerbaarheid bleef hij volhouden dat het niet aan ging Engelands sterkte en zwakheid aan de geheele wereld bekend te maken. Dat de regeeriDg 's lande verdediging ernstig ter harte namachtte hij reeds voldoende gebleken. FEANKEIJK. Volgens de republikeinsche bladen die Bonlanger bestrijden was zijn intocht te Eijsel alles behalve vrolyk. Zoudra hij zich vertoondebegon een verschrikkelijk leven waarbij bet gefluit (men zegt dat er 2C000 fluitjes verkocht wareD) de overhand behield. Uit de ramen en van de daken werden allerlei spotprenten in zijn rijtuig geworpen terwijl ten slctte zakjes met meel eii vuile eieren tegen Boulanger en zijn gevolg werden geworpen. Voor zijn hotel bleet eene talrijke menigte een half uur lang fluiten. Volgens een blad zou hij zelfs door een achterdeur uit het hotel naar het feest lokaal gegaan zijn. Boulanger heeft te Duinkerken nog in herinnering gebrachthoe hij als minister de belangen der visscher.j had weten te bevorderendoor de stokvisch onder hes voedsel voor het leger op te nemen en zijn ontslag uit en naast hem Krachwitzbeiden staarden weemoedig naar het in de nevelen wegzinkende eiland. Neuhofi zonderde zich spoedig met graaf Costa, zijnen grootkanselier, en de olficieren die hij medegenomen had, in zijne kajuit af tot eene beraadslaging; Krachwitz daarentegen dien de frissche morgenlucht verkwikte ble f op bet dek, tot na verloop van een uur een scheepsordonnans op hem toetrad en hem meldde dat de koning hem een oogenblik wenschte te spreken. Krachwitz vond Neuhoff alleen in zijne kajuit en gezeten aan eene grootemet papieren en plannen overdekte tafel. „Vergeef mij dat ik u een oogenblik stoor", sprak hij op ietwat verlegen toon en keek Krachwitz van ter zijde aan. „Daar vond ik zooeven in eenen ouden koffer, dien ik in langen tijd niet geopend heb en die eigenlijk bij vergissing op het schip gebracht isde wonderlijke gedenkschriften terug, die de zonderlinge kluizenaar uit de koningskapel te Mesnil, lord Cowes, heeft nagelaten. Eenige van deze beschreven strooken linnen moeten ver loren gegaan zijn, evenals die, welke Dubois in handen kwamen; wellicht dat het overschot nochthans uwe belang stelling wekt, omdat daarin zeer dikwijls den naam van uwen oom Sedkerka genoemd wordt." Krachwitz nam de strooken linnen aan, die de koning hem overhandigde; eene zonderlinge huivering greep hem aan bij de aanraking van deze laatste levenstee kenen, welke de man, die als pater Benediktus gestorven was, aan de wereld bad nagelaten. Het verbaal van Gon zales, den ongelukkigen zoon van Aben Tarik, over den aanval en de plundering van Puerto en de treurige rolwelke lord Grandismore daarin gespeeld had, stond weder helder voor zijnen geesthij zag weer in zijne verbeelding den pelgrim van Sint-Anna bloedend voor zich liggen even duidelijk als toenmaals op de hofjacht van den prins-regelt in het woud van Mesnil. Om de manuscripten van pater Benediktus op zyn I gemak te kunnen doorlezen verdiepte Krachwitz er zich eerst in toen hij 's avonds alleen in zijne kajuit den dienst vergeleken met de belachelijke straf, toegepast op den verrader Chatelain, die het Label-geweer ver kocht wetende, dat het naar Duitschland en Italië zou gaan. Hij vroee of dit niet eene monsterachtige handelwijze was. Een mandie hem daar een brood naar het hoofd wierpwerd door het volk mishandeld en een ander, die hem aan het station uitflootwerd van zijue kleederen beroofdzoodat hij naakt tot den stationschef de toevlucht moest nemen om kleareo te krijgen. Kamer. Den 15 kwam zij weder bijeen. In deze zitting werd het wetsontwerp betreflende het recht op alcohol en maïs in zijn geheel met 282 tegen 242 stem men verworpen. De heer Eelix Pyat diende een voor stel in strekkende tot onteigening ten algemeenen nutte van alle fabrieken, welke door de patroons ge sloten waren. Hij vroeg dadelijke behandeling, doch deze werd geweigerd. OOSTENEIJK-HONGAEIJE. Te Weenen is den 13 een standbeeld onthuld voor Keizerin Maria Theresia. ITALIË. De beterschap in den toestand van den Keizer van Brazilië houdt aan. Minister Crispi heeft den 15 in eene lauge redevoe ring de staatkunde der regeering op het gebied der geldmiddelen goedgekeurd, waarna met 210 tegen 29 stemmen eene motie van orde aangenomen werd tot goedkeuring dier staatkunde. SPANJE. De Koningin-regentes is met den jeugdi gen Koning en den minister-president naar Saragossa vertrokken waar zij met buitengewone geestdrift ont vangen is. ZWEDEN. De Eerste Kamer heeft met 41 tegen 40 stemmen den invoer van kunstboter in het rijk verboden, doch zich met 40 tegen 35 stemmen verklaard tegen het verbieden der margarine-bereiding in het land zelf. BKAZ1LIE. De Senaat heeft de onvoorwaardelijke en onverwijlde afschaffing der slavernij ook goedgekeurd. STATEN-GENEEAAL. Tweede Kamer. Zitting van den 16 Mei. Ingekomen zijn vier ontwerpen tot bekrachtiging van pro vinciale hellingen in Friesland. Interpellatie-lieldt over de aanstelling van vroegere vaste tot tijdelijke werklieden aan 's rijks Marinewerf te Amsterdam. De heer H e 1 d t wijst er opdat op 31 Maart dertig vaste werklieden aan 's rijks marinewerf te Amsterdam enzoo hij goed is ingelicht, ook te liellevoetsluis en te Willemsoord, bij het lamplicht zat. De strooken linnen, waarop lord Cowes zijne herinneringen bij brokstukken had neder- geschreven geleken op den linnen lap, dien minister Dubois in het gewichtige jaar 1719 voor de oogen van den jonker aan het haardvuur had prijsgegeven. De letterteehens waren vrij moeielijk te ontcijferen en Krach witz moest zijne oogen inspannen, om den zin te vatten van dit zonderlinge half in het engelsch, half in bet fransch gestelde, doch ook met spaansche uitdrukkingen doorspekte, manuscript. De afzonderlijke strooken waren van nummers voorzien van een tot negen ontbraken zij evenwel, zoodat de jonker eerst met den tienden lap zijne moeielijke lectuur beginnen kon. Deze ving al dus aau was het toen Mac Gregor mij de tijding brachtdat koning Willem mij wegens hoogverraad en majesteitschennis bij parlementsakte ter dood veroor deeld en mijne goederen verbeurd verklaard bad. De trotsche Mac-Campan Cowes, lord van Grandismore, was nu niets meer dan een bedelaar. Eene grenzelooze woede tegen den tyrannieken Oranjevorst bezielde mij en deze toorn wies bijna tot waanzinnige razernij aan toen ik op zekeren dag mijne vrouw en met haar mijne dochter Guendolin iu Dublin ontmoetteuit onze wo ning verdreven en bedelaars zooals ik. Mijne trouwe echtgenoote die mij liefderijk ter zijde had gestaan zoowel in nood en hartzeer als in voorspoed werd ten gevolge dezer wreede lotsverandering op het ziekbed geworpen, dat ook haar doodsbed werd. Twee maanden later, op den 13 Juli van het jaar '91, kwam het tot eenen laatsten beslissenden slag bij Aghrim. Onder aan voering van bunnen verdreven koning Jakobus, hadden de aanhangers der Stuarts zich nog eenmaal in dichte massa's onder den witten vaan geschaard overwinnen of sterven was de leus. Aan de spits van mijne ge trouwen trok ik in den slag en welluidender dan de fanfares klonk mij het gezang myner dapperen in de ooren. Het was de laatste maal, dat mij het clanslied van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 1