ten behoeve der teekenschool voor kunstambachten te
Amsterdam; op eene aanvrage om verhooginjt vau sub
sidie aan het museum en de daaraan verbondpgi school
voor kunstnijverheid te Haarlem tot het verleunen van
subsidie over 1888 ten behoeve der zeevaartkundige
school in het Zeemanshuis te Amsterdam; tot aaaleg van
een weg en eene paardenspoorbaan tusschen het station
Zandpoort en het gesticht Meerenberg. Verder ontverpen
van bijzondere reglementen van bestuur voorden Uitboorn-
schen polder en voor den banne en den polder Veen-
huizen en een brief van G-ed. Staten geleidende oen
adres, houdende aanvrage tot het verleenen van suasidie
voor den aanleg van een tramweg tusschen Amsterdam
en Edam.
Benoemd tot wethouder der gemeente SchOOrl
de beer H. Dalenberg Jz., in plaats van den itaer
C. Kruijer (overleden).
Op de tentoonstelling van Avicultura te 's Hage
is o. a. de heer J. A. Peeck te SchOOrl bekroond
met den 2 prijs voor Andalusische hoenders met den
3 voor Leghorns (wit) en met den 2 en 4 prijs voor
niet in het programma genoemde hoenders.
Naar wij vernemen, wordt het karweizaad in
de noordelijke bouwstreken onzer provincie ontzettend
geteisterd door de rups; op enkeie velden is meor dan een
derde van den oogst vernield. Indien niet spoedig over
vloedig regen komtzal het beschot van dit gewas zeer
gering zijn.
Tot onderwijzer aan de openbare school te Ursetn
is benoemd de heer K. Butter, tjdelijk onderwijzer te
Latjewinkel tot onderwijzeres in de nuttige hand
werkenmejuffrouw N. Veldboer.
Bij herstemming is tot hoofdingeland van den
polder Zijpe gekozen de heer J. Strooper met 23 van
de 45 uitgebrachte stemmen. Op den heer P. Waijboer
werden 22 stemmen uitgebracht.
Beroepen bij de ned. herv. gemeente te Opper-
dOOS ds. P. Moet t9 Siddeburen.
Tot hoofd der openbare school te Barsiüger-
horn is benoemd de heer W. Koops, eerste onder
wijzer aan eene openbare school 2 klasse te Amsterdam.
Aan de hoogeschool te Leiden is met gunstig ge
volg examen afgelegd als kandidaat in de letteren door
den heer R. Slot te Groenveld en als kandidaat in
de medicijnen door B. L. van Albada, te Valkoog,
beiden gemeente St. Maarten.
Te Oosterwolde met ruim 9000 inwoners wordt
voor dit jaar 29500 hoofdelijke omslag geheven, zoo
dat 8 pet. van het belastbaar inkomen, iets lager dan
in 1887, moet worden betaald. Ieder geniet vrijdom van
de eerste 200 van het inkomen en iemand, die 500
inkomen heeft, betaalt das 24.
De Hooge Raad heeft beslistdat het baldadig
gooien met sneeuwballen naar voorbijgangers, zonder
nat bewezen is dat personen geraakt zijn, straatschen
derij is, vallende onder artikel 424 wetb. v. strafrecht.
L)0 Koning-Groothertog heeft benoemd tot officier
in de orde van de Eikenkroon de heeren A. C. Groe-
neveldt Jzn., rentmeester van het kroondomein, in het
rentambt Oosterhout en J. J. de Jongb, hoofdcommies,
chef de bureau bij de administratie van het kroondomein.
De heer Joh. C. Zimmerman heeft aan de Prov.
Staten van Noordliolland kennis gegeven, dat bij wegens
gezondheidsredenen zijne betrekking als lid van Gede
puteerde Staten nederlegt.
Te Baardwijk is aan het r. k. armbestuur uit de
gemeentekas eene bijdrage van f 8000 verleend in de
kosten van het bouwen eener bewaarschool en een ver
pleeghuis voor oude mannen.
l)e Koninklijke Maatschappij „de Schelde'' keert
over 1887 geen dividend uit. Het winstsaldo van
13925,19% wordt gebruikt tot afschrijving en verminde
ring der in vroegere jaren geleden verliezen. Aan arbeids-
loonen werd uitbetaald f 264,122,31, dat is/95,191.27
meer dan in 1886. Als gevolg van de heerscbende
meledinging koa alleen werk aangenomen worden tegen
zeer lage prijzen; door die drukke werkzaamheden kon
den voortdurend 600 a 700 man aan het werk worden
gehouden. O- a. was het instellen eener nachtploeg
met afzonderlijk volk noodzakelijk geweest.
De jaarlyksche bijdrage voor de opleiding der
adspirant-administrateurs is verhoogd van ƒ200 tot 300.
Hunne uniform zal voortaan met gering verschil gelijk
zijn aan die der adelborsten van het kon. instituut der
marine.
Ter aanvulling der vacature bij de doopsgezinde
gemeente te Rijp, ontstaan door het vertrek van den
heer ds. W. J. van Douwen naar Bolsward is door
den herkeraad een alphabetisch drietal opgemaaktbe
staande uit de heeren ds. P. S. Bakels den Burg op
Texel, dr. J. G. Boekeuoogen Krommenie en ds, W.
I. Leendertz, Veenwouden.
Den 5 Juli e.k. herdenkt de heer J. A. van Ketel,
predikant bij de ned. herv. gemeente te GrOSttlUi-
zen en Avenhorn den dag waarop hij vóór 25
jaren de evangeliebediening aldaar aanvaardde.
De heer P. Domela Niauwenbuis heelt thans ge
antwoord op de bekende uitaoodiging van verveners in
Schoterland en zijn antwoord in Recht voor Allen open
baar gemaakt. Het luidt als volgt
Medeburgers 1
Moeielijk kon ik gelooven, dat de zoogenaamde „uit-
noodiging", die de ronde deed in de couranten, werkelijk
afkomstig was van de personen wier namen er onder
stonden, en ik hield haar voor eene grap der pers om
mij er in te laten loopen.
Nn ik echter eene schriftelijke en door 20 verveners
onderteekende herhaling van die uitnoodiging ontving,
moet ik aannemen dat het u en de anderen ernst is
met die uitnoodiging. Immers, hoe kon ik, die nataurlijk
onderstel dat gij in staat zyt om te lezen, vermoeden,
dat gij zulk eene vraag kondt doen? Gij toch vraagt
aan mij om u als vakmannen duidelijk te maken hoe
een vervener in dezen tijd met 60 man werkende
per dag ƒ98,40 kan verdienen. Ik verwijs u ter beant
woording dier vraag naar mijne gespecificeerde opgaven
in de Handelingen of liever naar de gerectificeerde in
no, 62 van het blad Recht voor Allen, dat is hier in
sluit. Ieder die lezeu kan vindt die opgave aldaar. Het
zou dus overbodig zijn om mondeling te komen herha
len, wat reeds schriftelijk door mij is medegedeeld.
Gij zijt echter volkomen ia uw recht om die opgaaf
onjuist te doen vinden maar dau staat het aau u om
zulks te bewijzen. Doet gi| dit, ik zal niet achterwege
blijven om my te verdedigen of zoo ge mij overtuigt
dit openiijk te erkennen. Nooit is er door my beweerd,
dat ik op de hoogte van uw vak zou zijn maar mijne
gegevens zijn afkomstig van personen, die zeiven steeds
in het vak waren, en gij zult toch zeker begrijpen, dat
ik niet lichtvaardig ben afgegaan op het zeggen van
dezen of genen neen, uit opgaven van verschillende
personen is door mij het gemiddelde genomen.
„Ik verklaar mij dan ook bereid mijne gegevens aan
een onderzoek te onderwerpen en dit kan, dunkt mij, het
beste op deze wijze: gij onderteekenaren, legt uwe boeken
over de laatste jaren over aan eene commissie van 5
personen waarvan er twee door uÜ9den en twee door
mij worden aangewezen, terwijl deze vier gezamenlijk
een vijfden zullen kiezen. Aan het oordeel dier com
missie, die verslag van hare bevinding zal doen, verklaar
ik mij te zullen onderwerpen.
„Mij dunkt dat dit de eenige en beste waarborg is
om achter de werkelijke waarheid te komen.
In afwachting van uw antwoord op dit voorstel noem
ik mij" enz.
Den 25 hebben de verveners besloten het voorstel
van den heer Domela Nieuwenhuia aan te nemen.
- De den 25 td HOOTD. gehouden ela sicale verga
dering werd bijgewoond door 30 pr. dikanten en 34 ou
derlingen. Tot lid van het prov. kerkbestuur werd
herkozen de heer A. Maagh Kniphuizen te Abbekerk
en tot diens secundus de heer P. van Krieken
daags plaats. Dat Ada winnen moest, dat was buiten
twijfelen zij verheugde zich reeds op het verbaasde
gezicht van Hendrik, wanneer zij hem de bankbiljetten
zou ter hand stellen. Wat voor nood was er dus?
In des te gedrukter stemming was Hendrik. Wat
zou er gebeuren, wanneer het laatste gedeelte van zijn
erfdeel wp.3 verbruikt F Zijne vrouw had geen vermogen.
Haar vader was een jaar geleden gestorven, zonder iets
na to laten. Ada's moeder leefde in een plattelands-
Btadje, waar zij zich had teruggetrokken, van haar we
duwepensioen, dat juist voor haar voldoende was.
Ontstemd ging de jonge man aan zijn lessenaar zitten.
Binnen weinige weken zou de jaarlyksche verificatie
plaats hebben. Hendrik had ook een kleine kas van een
paar duizend galden onder zijn beheer. Hij vergeleek
den inhoud met zijne staten en bevond dat de ver-
eischbe zeventien honderd guldon prompt aanwezig waren.
Ook zijn ander werk was in orde. Hij kon óver zich
zelf tevreden zijn. Niettemin was zijn humeur niet van
het beste. Zijne geldelijke verlegenheidzijne droevige
vooruitzichten voor de toekomst bij Ada's neiging tot
verkwisting wierpen donkere schaduwen op de vreugde,
die zijne betrekking hem gaf.
II.
Terwijl Hendrik op zijn bureau aan bet werk was
reed mevrouw Ada in de stad bjj de leveranciers rond,
om de bestellingen te doen voor haar groote partij, Zj
nam tegelijkertijd een kok aau daar hare keukentneid
niet zoo bedreven was in de hoogere kookkunst./ En
freule von Herzfeld had niet alleen eene scherpe,,maar
ook eene zeer fijne tong
Dé jonge vrouw deed daarop nog eenige kleine
inkoopen bjj eone modiste, legde nog een paar bezoeken
at en kwam tegen den middag in de beste stemming
thuis. Zij had wel is waar haar laatste geld uitgegeven,
maar dat ging nu eenmaal niet anders. Zij had- nieuwe
handschoenen noodig, eenen nieuwen hoed, kantjes en
dergelijke dingen meer.
Hendrik moest haar straks het geld geven voor de be
stellingen, die zij had gedaan. Den leveranciers had zij
gezegd, dat zij de kwitantie moesten medebrengen.
Toen Hendrik 's middags thuis kwam ontving hem
zijne jonge vrouw zoo lief, als hij het maar wenschen
kon,
„Onze party zal prachtig van stapel loopen, beste
man zeide zij, toen het middageten was afgeloopen en
hij na eene sigaar te hebben aangestoken met Ada
een kop koffie zat te drinken„freule Herzfeld zal
bersten van ergenis, want alles zal piekfijn zjjn. Maar
ik beb geld noodig. Wij moeten den wijnhandelaar
den banketbakker, den winkelier in comestibles terstond
betalen. Je moet mij tweehonderd gulden geven."
Hendrik vroeg of de brievenbesteller er reeds ge
weest was.
„Misschien terwijl ik uit was", antwoordde Ada, „ik
zal het de meid eens vragen." En zij ging naar de
keuken.
De brievenbesteller was er niet geweest.
„Kunt ge je geen voorschot op je salaris laten geven?"
„Neen dat gaat niet", antwoordde Hartmann „het
is vandaag eerst de vijftiende der maand en de betaal
meester heeft strengen lastom op zjjn vroegst d«ie
dagen vóór den eersten te betalen."
„Maar, mijn God, Hendrik, ik moet toch geld hebben,
wanneer de menschen komen klaagde Ada.
„De brief kan ieder oogenblik komen. Schmöller
schreef mjjdat het geld den dertienden Eebruari zou
betaald worden en hij het dan dadelijk zenden zou."
Daarmede stelde Hendrik zijne jonge vrouw gerust,
Ada begon toen te babbelen over baar nieuwe inrich
ting, hoe de gasten daarover in verbazing zouden zijn,
en toen Hartmann opstond om naar zjjn bureau te
gaan, was zij uitstekend in haar humeur en gaf zij hem
eenige hartelijke kussen op zijne wandeling mede. Maar
de namiddag ging voorbij zonder dat er een aange-
teekende brief kwam. Wel had de wjjnhandelaar den
bestelden wijn laten brengen. Mevrouw Ada bad echter
den knecht, die de kwitantie medebracht, met een
ruime fooi weggezonden en gernstgesteld met de ver
zekering dat haar man niet thuis wasdat hij echter
te Westwoud. Tot praeses van het class, bestunr werd
gekozen de iheer L. W. Grient Drenx te Spanbroek
en tot ztju sec. de heer P. A. Swart te Wognnm tot
sec. van den assessor de heer J. A. van Ketel te Grost-
bnizen tot lid van het class, bestuur de heer D. Post
te Hoorn en tot zjjn sec. de heer Rienstra te Me-
demblik. De heer D. van Aalst te Hoorn, werd her
kozen tot scriba, terwijl de beer Woortman te Berkhout
tot zijn secundus werd benoemd. De heer A. ten Have
te Midwond werd gekozen tot sec. quaestor, en tot
primas de heer D. van Aalst te Hoorn de heer C.
Boldingh Gzn. te Hoorn werd benoemd tot class, ou
derling, en tot zijn sec. de heer dr. T. Spaander te
Abbekerk.
Het prospectus der premieleening van de Noord-
holiandsche Yereeniging „Het Witte Kruis" is verschenen.
„Het Witte Kruis", dat zijn hoofdzetel alsook een
departement te Amsterdam en zeventien departementen
in de provincie heeft, zal by het slagen der leening, in
slaat worden gesteld om voortaan ter bevordering der
volksgezondheid, naar de eischen der wetenschap, haar
schoone taak onbekrompen en krachtig te vervolgen en
uer bevoegde overheid haren bijstand te verleenen om
epidemische ziekten door gepaste voorbehoedmiddelen
zoo mogelijk te voorkomen de uitbreiding daarvan te
bestrijden en de gelederen van haar corps geoefende
verplegers en verpleegsters op de meest doeltreffende
wijze belangrijk te versterken.
Doordien „Het Witte Kruis" de beschikking verkrijgt
over een zeer aanzienlijk stichtingsfonds, is zjj niet meer
afhankelijk van wisselvallige inkomsten, waarmee zij tot
dusverre zich heeft moeten behelpen en kan zjj, indien
zij steeds onder het beheer bljjft van even kundige en
verlichte bestuurders als zij thans beziteen machtige
vereeuigiug worden, en onberekenbaar groote diensten
betoonen tot welzijn des volks.
Het tegenwoordig hoofdbestuur is samengesteld ais
volgt: jar inr. J. W. H. Schorercomm ssaris des
Konings in de provincie Noordholland, eere-voorzitter,
dr. P. J. Barnouw, voorzitter, dr. C. P. J. Blooker,
secretaris, ds. M A. Perk, penningmeester, dr. P. An-
kersmit, magazijnmeester, dr. G. A. N. Allebé, eerelid
van het hoofdbestuur, dr. J. Teixeira de Mattos, advi-
seerend lid en eerelid, dr. Stephao, te Koog a/d Zaan
P. J. van Eldik Tbieme, burgemeester van Overveeu;
mr. M. Donkerte Zaandijk H. P. Donatb, arts te
Wormerveer; J. Boerlage, te Zandvoort.
Wie van plan is, een uitstapje te maken raadplege
het bij den uitgever M. M. Couvee, te 's Hage, ver
schenen boekjewaarin een groot aantal binnen- en
buitenlandsche rondreizen zijn opgenomen terwijl de
prijzen er bij opgegeven worden. Het werkje, dat voor
25 cents verkrygbaar is, zal den gebruiker veel hoofd
brekens on becijfering besparen. Men heeft eene ruime
keuze en de bewerking door een spoorweg-ambtenaar
geeft een waarborg dat de samenstelling met nauw
keurigheid is geschied.
De heer W. Steffens, alhier wettig woonplaats
hebbendeis door den minister van koloniën gesteld
ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van Ned.-
Indie, om te worden benoemd tot 3 stuurman bjj de
gouvernements marine daar te lande.
In de algemeene classicale vergadering, den 27
alhier gehouden zijn benoemd tot scriba het classicaal
bestuur ds. G. E. Bron te Helder; tot secundus ds.
L. van 't Sant aldaar; tot classicalen quaestor ds. G.
E. Bron; tot secundus ds. L. van 't Sant; tot gewone
leden van het classicaal bestuur de heeren R. Yisscber
te Wieringerwaard en E. Voerman te Schermerhorn; tot
secundi de heeren J. J. Bakker te Wieringewaard en
Jb. Blom in de Sohermeer; tot secundus van den praeses
Pb. H. Edling te Limmen.
Bij het hevige onweder, dat den 27 boven deze
gemeente woedde, sloeg de bliksem in de watermolen
achter de papierfabriek. Naar de bewoners mededeelen,
morgen maar vóór den middag moest terugkomen
wanneer hjj zijn geld zou kunnen krijgen.
Toen Hendrik 's avonds thuis kwam ontving Ada
hem met rood geweende oogen. Hij wierp de schuld
op zijn laat thuis komen.
„Ben je boos, lieve kind, dat ik je met de thee heb
laten wachten F Je moet het mij niet kwalijk nemen.
Ik ontmoette een ouden vriend dien ik in lang niet
had gezienmaar gij bent hem docter Kadnerden
natuurkundige."
„Een onuitstaanbaar man", merkte Ada op terwijl
zij haar neusje optrok, „bij zegt maar alles, wat hem
voor den mond komt en stoort zich in geen enkel
opzicht aan hetgeen de menschen van hem zeggen.
Bovendien is hij altijd even ruw Het is een onver-
dragelijke man."
„Je gaat wel wat ver, Ada, Kadner is een goede
kerelmaar het is geen alledaagsche natuur. Hij is
onaf hanbelijb en boven vooroordeelen verheven.''
„•Ja", antwoordde Ada op spottenden toon„zoo
verheven, dat hij, bij zijn eerste bezoek bij ods, zijnen
grooten hond meêbracht, die onze kleeden zoo vuii
maakte. Maar wat gaat mij die planten- en steenen-
verzamelaar ook aan Ik vind hem nu eenmaal een ver
velend menscb en ben wat blijdedat hij ons niet
verder met zijne bezoeken heeft lastig gevallen. Maar
ik ben niet verdrietig omdat je wat later zjjt thuis
gekomen", zeide Adamet de zakdoek hare betraande
oogen afvegende.
„Waarom heb je dan gebuild, mijn kind F" vorschte
Hendrik.
„Omdat, omdat", begon zjj opnieuw te snikken, „wij
zoo arm zijn."
„Zoo arm F" vroeg Hendrik verbaasd naast Ada
plaats nemende en zijnen arm om hare schouders leggende,
„wat moet dat beteekenen F Het is waar, ik heb
schulden. Maar wanneer wij ons wat bezuinigen, dan
zullen die spoedig uit de wereld zijn."
Wordt vervolgd