De school te D9 Koog Op Texel ii tijdelijk
gesloten wegens het heerschen van besmettelijke keel
ziekte in het gezin van het hoofd der school.
Te Oosterend op Texel zal een telefoonkan
toor gevestigd worden. Voor velen is dit een groot
gerief, daar in dit dorp, vooral des najaars, nog al vrij
wat bedrijvigheid heerscht met betrekking tot de vis-
acherij.
QUUtHki.
Te Arnhem is de mazelen-epidemie, welke op 23
^Februari heerschende werd verklaard eindelijk als ge
weken beschouwd. Van af het eerste geval van ma
zelen dat den 6 Februari aangegeven werd, tot heden
zijn als aangetast aangegeven 1740 gevallen in 1474
gezinnen terwijl 100 kinderen aan die ziekte over
leden zijn.
De raad der gemeente OtorlQOk heeft in zijne
laatste vergadering besloten alleen aan die kinderen
den toegang tot de openbare lagere school aan den
Stompetoren te verleenen, wier ouders wonen binnen
de burgerlijke- en niet, zooals tot hiertoe het geval was,
binnen de kerkelijke grens dier gemeente. Door dit
raadsbesluit wordt bet aantal kinderen aan bedoelde
school van 83 op p. m. 30 teruggebracht.
Bij de doopsgezinde gemeente te Rijp is beroe
pen de heer ds. W. J. Leendertz te Veen wouden.
De Prov. Staten van Groningen hebben besloten,
de tweede serie der 4 pet. provinciale leening, uitge-
geven 1 November 1881, per re3to groot f 689.000,
te converteeren in eene 3J pet. leening.
De heer H. M. Nepveu, kapitein der infanterie
bij het ned. indische legerthans ingedeeld bij het
leger hier te lande bij het eerste bataljon van het 8
regiment infanterie, te Doesburg in garnizoen is door
den nieuw benoemden gouverneur-generaal benoemd
tot zijnen adjudant.
Te Ambjj nabij Maastricht zijn zeven gevallen
van typhus voorgekomen.
Het kiescomité der volksparty in het hoofdkies
district Wolvega heeft den 3 den heer B. K. Okina te
Jutrijp, het geschorste raadslid van Wijmbritseradeel,
uitgenoodigd tot eene bijeenkomst te Wolvega, zoo
mogelijk op 14 of 15 Juli a.s., naar zijne keuze. In dat
schrijven bomt bet volgende voor
„Het comité toch dat uwe verkiez ng als volks
vertegenwoordiger deed slagen, gaat uit van het denk
beeld dat het moreelevenzeer als gij allereerst
tegenover de kiezers in dit district te dezer zake ver
antwoordelijk isen derhalve een alleszins volledig
onpartijdig onderzoek moet instellen.
„Bekent al dadelijk het comité op uwe instemming
hiermedetegelijk biedt het u de verzekeringdat bij
geen der leden vooroordeel bestaat. Omdat ook de Baad
van State u ia 't ongelijk steldeniet daarom is
iemand te spoediger overtuigdu schuld te moeten
aanrekenen. Indien blijken mocht dat er wel over
treding ware te constateeren met het oog op eene
geforceerde interpretatie van art. 24 der gemeentewet
(dat bijster rekbaar schijnt), maar dat desniettegen
staande uwe bouding moreel is te verdedigen welnu
dan sta reeds hier de verklaring dat bet comité der
volkspartijhoezeer zich onderwerpende aan de vigee-
rende wetten toch nog der moreele wet het hoogste
gezag toekent.
„Het comitégedachtig aan een zeer recent feit
in zijne onmiddellijke omgeving erkentdat iemand
de geschreven wet niet overtredendetoch in hooge
mate onzedelijk kan zijn, en geeft evenzeer toe, dat
wie tegen eene mogelijke interpretatie van eenig wets
artikel handeltniet daarom immoreel mag genoemd
worden.
„Onbillijke en oppervlakkige beoordeelingen op de
wijze van „de wetdoor bem zeiven bezworen en
toch geschonden a's door de dooddoeners daarheen
geworpen zijn het comité vreemd.
..Alleen eerlijkheid en goede trouw zullen gelden
als maatstaf.
„Ten slotte mogen we u niet verzwijgen dat
indien onverhoopt uwe gedragslijn den toets niet mocht
vertrouwde. Met het eene handje rustte het tegen een
stoelhet andere was uitgestoken om een steunpunt
te grijpen. Het leek mij, als kwam het kind naar mij
toe. Ik dacht aan den tijd, toen mijn jongens zoo klein
waren. Hoe trotscb plachten zij en ik te zijn op die
eerste wankele schreden en wat plaagde Anton mij
met mijn dwazen moedertrots, zooals hij het noemde
maar wie zat neergehurkt om de kinderen in zijn armen
op te vangen en wie haalde al de stoelen uit de hoeken,
opdat zij telkens een steuntje zouden hebben
Onder het schilderij stond een schrijftafeltje, waarop
twee photograpbiën. Een van den heer des huizes en
een van een kind daar tussohen stond een vaas met
een allerbeelderigste bouquet.
Mevrouw Behrends trad binnen. „Het spijt mij, dat
ik u even liet wachtenik werd opgehouden van
morgen door allerlei kleine plichten en ben dus later
dan gewoonlijk. Uw zoontje is weer beter, hoorde ik."
„Ja, hij is gelukkig spoediger hersteld dan wij dachten.
Ik som u wei bedanken voor
„O, mevrouw, spreek daar toch niet over, uw jongen
is zoo vroolijk en aardig. Ik had hem graag nog eens
gevraagd, maar wij gingen onverwacht uit de stad."
„Hij heeft hier zooveel pleizier gehad. Hij kwam
opgetogen en vol verhalen thuis."
„Zoo Daar ben ik blijde omBehrends bad
ook zoo'n schik in hem. Een volgenden keer moeten
zij eens samen komen, ik heb zoo gaarne kinderen om
mij heen."
„Karei had nu al mee willen komen, maar ik vreesde
dat het n niet schikken zou. U hebt geene kinderen,
geloof ik?"
Haar bleek gelaat werd nog bleeker; met bevende
lippen en oogen vol tranen zag zij naar het lachende
kinderbeeld met het uitgestoken handje, toen zeide zij
zachtjes en met trillende stem, ala sprak zij in zichzelf:
„Ik heb er één gehad, hij was zoo lief en wij waren zoo
ge ukkig, maar vervolgde zij langzaam, ter
wijl ze haar gelaat in hare handen verborg, „ik mocht
bem niet bonden."
kunnen doorstaanbet comité niet anders verwacht
dan dat uw mandaat ter beschikking der kiezers zal
worden gesteld.
In de den 9 aan de Schagerbrilg gehouden
vergadering van de afd. Zijpe der Holl. Maatschappij
van Landbouw waren 10 leden tegenwoordig. Na voor
lezing en goedkeuring der notulen wordt gelezen een
brief van bet hoofdbestuur, houdende mededeeling, dat
voor de te houden tentoonstelling aan de Schagerbrug
eene bijdrage uit de algemeene kas zal worden gegeven
van f 25 en daarenboven door den voorzitter, den beer
Visser van Hazerswoude uit eigen kas nog f 25. Met
zeer veel genoegen wordt dit door de vergadering ver
nomen en bij acclamatie besloten, den heer Visser van
Hazerswoude den dank der vergadering over te brengen.
De voorzitter deelt mede dat voor prijzen is uitge
loofd 1 92.50, zoodat thans nog te beschikken is over
f 32.50. Door de penningmeester wordt medegedeeld,
dat de vorige tentoonstelling eene onkosten-rekening
heeft veroorzaakt van 67, terwijl aan entree-gelden ont
vangen werd f 33. De heer Berkhouwer stelt zijn terrein
beschikbaar voor f 10 zoodat ten slotte bij dezelfde
onkosten reeds een klein te kort ontstaan zou. Toch
wordt op aandrang van eenige leden besloten, de ten
toonstelling nog met eene rubriek uit te breiden eu
wel met pluimvee. Met algemeene stemmen wordt
goedgevonden boven de in de vorige vergadering be
paalde prijzennog uit te loven voor de 6 mooiste
kippen met een haan, le prijs 2 2e prijs f 1; voor
de 6 mooiste eenden met een waard le prijs f 2,
2e prijs f 1 voor het mooiste span duiven le prijs
f 22e prijs 1. Tot leden der commissie voor de
tentoonstelling worden alsnu benoemd de heeren G.
C. Hulst M. J. Koelman A. Bakker A. Schermer
en J. Blaauboer. Tot keurmeesters vau het veete
verdeelen in twee afdeelingen D. de Graaf, D. Jim-
mink C. Schrieken, C. Hoogschagen, J. Blaauboer en
P. Berkhouwer. Tot keurmeesters van het pluimvee de
heeren T. J. de Beus, M. Bossen en C. de Goede.
Verder wordt besloten 1°. dat bet vee te 8 uur
's morgens van den 20 Aug. op het terrein aanwezig
moet zijn; 2°. dat aangifte tot deelname moet geschie
den bij een der leden van de commissie vóór of op den
16 Aug. a.s. eu 3°. op voorstel van den heer Koelman,
den heer Visser van Hazerswoude uit te noodigeD tot
bijwoning van de tentoonstelling als eerelid der commissie.
Eene missive van het bestuur van bet Nederl. Bund-
vee-Stamboek om bijdragen tot dekking der kosten van
inzending van nederlandsch rundvee op de Parijsche
tentoonstelling werd voor kennisgeving aangenomen
waarna de vergadering werd gesloten.
De zangvereeniging „Amicitia" te Kolhorn
zal den 31 Augustus (Prinsessedag) het feest der school
kinderen opluisteren en 's avonds iu de kolfbaan eene
uitvoering geven. Behalve de sociëteitwelke het ini
tiatief nam en het bestuur van genoemde vereeniging,
vereenigden zich nog andere dorpelingen die zullen
trachten er geheel een volksfeestdag van te maken.
By kon. besluit van den 6 is benoemd tot
vice-president der arr. rechtbank te Botterdam de heer
mr. E. Bergsma rechter aldaar.
De persoondie in de vorige week te 's G raven-
hage diefstal pleegde bij een kapper, is den 7 des
avonds te Arnhem in hechtenis genomen.
Benoemd tot onderwijzeres te MidWOUd mej.
Brink te Hoorn.
Begunstigd door fraai weder had den 8 de ge
wone jaarlijksche harddraverij van paarden gespannen
voor tweewielige rijtuigen aan „de Hengstman" te
HeerhUgOWaardplaats, waaraan 7 paarden deel
namen. De prijs, groot f 100,werd gewonnen door
„de Kroonprins" van den heer A. C. de Wit te Zijpe,
terwijl de premie van f 25,door „Emma" van den
heer H. Dalenberg, te Alkmaar, werd behaald.
Het engelsche barkschip Balaclava, kapitein Palmer,
is op de vaart van Londen naar San-Francisco welke
reis gemiddeld vijf maanden duurt, niet minder dan
vierhonderd-zes-en-dertig dagen onderweg geweest. De
bark ging 30 Maart 1887 met een lading koopmans
goederen te Londen in zee.
Tot Kaap Hoorn ging alles goed maar nauwelijks
was men de gevreesde kaap voorbij, of de nood begon.
Den 29 Juli stak bij Point Pollar een storm op, waarin
het schip bijna was vergaan. De zeilen werden in flarden
gescheurd en spoedig dreef het schip met ontredderde
masten. Met het invallen van den nacht nam de storm
in hevigheid toe. Bliksemstralen doorkliefden den zwarten
hemel en de donder overstemde het huilen van den storm
wind en het razen der golven. Ieder oogonblik dreigde
het schip, dat door de woeste baren vreeselijk her. en
derwaarts geslingerd werd, onder het gewicht der hoo^e
masten om te slaan. Met veel moeite gelukte het ein
delijk, de masten te kappen. Toen de masten overboord
vielen sleurde een monsterachtige stortzee drie man
der equipage mede.
Gedurende den nacht werd een aanzienlijk deel der
lading over boord geworpen. Stortzee op stortzee spoelde
over het dek nu en dan scheen het schip onder de
watermassa s begraven. Helaas sloeg ook meermalen
een man over boord. Eindelijk brak de dag aan en
kon men de verwoestingen overzienwelke de storm
op het schip had aangericht. Kapitein Palmer, die aan
het rechterbeen zwaar was verwond riep de equipage
op het achterdek bijeen, en tot zijne groote ontsteltenis
ontbraken dertien man. Zoo goed en zoo kwaad het
gingwerden noodmasten opgericht en de kapitein
besloot, naar Ancud koers te zetten.
Behalve de officieren, waren nog slechts drie matro
zen ter bediening van het schip voorbanden. Nadat te
Ancud het schip een voorloopige reparatie had onder
gaan zeilde de Balaclava naar Valparaisoom daar
geheel in orde te worden gebracht. Den 27 Maart
werd van de laatstgenoemde plaats uit de reis naar
San Francisco voortgezet. Ook op dit laatste gedeelte
der vaart had het schip met slecht weder en tegenwind
te kampen. In een zwaren storm verongelukten weder
twee matrozenwaarvan één tot de oorspronkelijke
bemanning behoorde. Toen de Balaclava eindelijk op
den 5 Juni de haven van San Franoisco binnenliep
haddenbehalve kapitein en officierenslechts twee
matrozen de geheele reis van Londen af medegemaakt.
Het wetsontwerp betreffende verzekering ten behoeve
van oude en verzwakte werklieden, zooals het door de
commissiën in den Bondsraad is aangenomen, is thans
in zijn geheel openbaar gemaakt. Wij laten hier eenige
der voornaamste hoofdtrekken volgen.
De wet is toepasselijk 1°. op werklieden gezellen
werkleerlingen en dienstboden, werkzaam voor loon of
tractement; 2°. bedrijfsbeambten, alsook handelsbedienden
en handelsleerlingen (mot inbegrip van apothekersbe
dienden en leerlingen); 39. scheepsbemanning op duitscbe
zee- en rivierschepen. Als werklieden in den zin dezer
wet worden niet beschouwd de losse werklieden, die nu
eens bij dezen dan eens bij genen werkgever enkele
persoonlijke dienstverrichtingen doen. Hierbij zijn nog
verschillende bepalingen gevoegdvolgens welke by
besluit van den Bondsraad de wet toepasselyk kan
worden gemaakt op personen, die anders niet voldoende
in de termen der wet zouden vallen.
De uitkeering wegens ouderdom begint zoodra de
verzekerde den leeftijd van 70 jaar heeft bereikten
zonder dat er eenig bewijs van verdere ongeschiktheid
voor zijne werkzaamheden wordt vereischt. De uitkeering
wegens invaliditeit wordt zonder inachtneming van leef
tijd toegekend aan ieder die niet meer in staat is om
met zijn gewone dienstwerk zijn brood te verdienen, of
met andere naar zijne krachten en bekwaamheid be
rekende werkzaamheden niet zooveel kan verdienen als
het minimum der uitkeering bedraagt.
Over het algemeen wordt berekend dat iemand 30
jaar moet hebben bijgedragen om recht te hebben op
uitkeering wegens ouderdom en 5 jaar om uitkeering
wegens invaliditeit te kunnen genieten. Hierop bestaan
echter weder verschillende nadere bepalingen; zoo bijv.
dat een verzekerde, die binnen de 5 jaar invalide wordt,
tot bij ingang van den wettigen termyn de helft der
uitkeering kan genietenvoorts dat iemand die niet
geregeld beeft kunnen bijdragen, het ontbrekende later
in termijnen kan bijpassen, enz., zullende auders de uit
keering naar evenredigheid daarvan worden verminderd.
De middelen ter verzekering worden verstrekt: 1/3
door het rijk, 1/3 door de werkgevers en 1/3 door de
verzekerde werknemers. Als bijdrage van deze verze
kerden wordt voorloopig vastgesteld: per man 21 en
per vrouw 14 penningen 's weeks, gedurende 47 weken
'a jaars. Dit is slechts voorloopig zoo gesteldwant
vooreerst moet de bepaling in alle geval na 10 jaar
herzien en definitief vastgesteld worden, maar ten tweede
kunnen inmiddels de bydragen reeds naar den aard der
bedrijven of beroepen volgens eene trapsgewijze ver
deeling worden berekend en geheven. Dit zal namelijk
kunnen geschieden binnen den kring van ieder der
verzekeringsbureauxdie in het rijk zuilen worden
gevestigd.
Verder wordt er eene overgangsbepaling voorgesteld
ten beboeye van personen, die bij het in werking treden
dezer wet reeds boven de 40 jaar oud zijn en derhalve
vóór bun 70e jaar geen dertigjarigen wachttyd kunnen
volbrengen.
Evenals de bijdragen zijn ook de uitkeoringen aan
vrouwen berekend op 2/3 van die aan mannen.
De uitkeering wegens invaliditeit wordt berekend voor
mannelijke personen op 120 mark 's jaarsmet de
volgende verboogingen, aanvangende bij afloop van den
zoogenaamden wachttijd (bovengenoemde termijn van
5 jaar) vijftien jaar ieder jaar met 2 de volgende
twintig jaar ieder jaar met 3de daaraan volgende
jaren ieder met 4 mark, tot een maximum van 250 mark.
De uitkeering wegens ouderdom bedraagt voor man
nelijke personen 120 mark 's jaare. Zij vervalt zoodra
den verzekerde eene uitkeering wegens invaliditeit wordt
toegekend. (N. B Ct
Te Gilze deed zich het vreemde geval voor, dat iemand
bekeurd werd omdat hij zijne eigene planten plukte
van eenen grond dien hij gekocht en betaald had.
Deze bekeuring is het gevolg van de volgende zaak
over welke druk gesproken wordt.
Voor eenige jaren failleerde daar eeu looier die
tengevolge daarvan zijn huis moest ruimen en zien
verkoopen. Een heer uit Zierikzeemogelijk door
medelijden bewogen, kocht grond, bouwde daarop eene
tamelijk flinke woning en liet die door den gefailleerde
betrekken. Verleden jiar nu verkocht hij grond en
woning aan een braaf man, die ongelukkiglijk te goeder
trouw de koopsom voldeed en don bewoner van bet huis
tot Mei dezes jaars liet blijven. De koop is wettiï
gesloten bij notarieele akte. Met Mei nu weigerde de
huurder of bewoner eenvoudig te ruimen, op grond dat
hij, of liever een zijner broeders, de helft der som, aan
het bouwen der woning besteedzou hebben geleverd
en dus mede-eigenaar zou zijn. Aan de rechtbank is
daarvan bewijs in den vorm van quitanties en rekening
san on van den aannemer overgelegd naar men zei't.
Nu zal de rechtbank eerst moeten uitmakeD, of de
verkooper al dan niet ten volle eigenaar is en is dit
wel het gevaldan zal de bewoner pas er uit gezet
kunnen worden. Deze nu handelt alsof hij de eigenaar
is, en vandaar de bekeuring tegen den kooper. Zijn
eigen huis heeft hij verkochthij kan geen leerlooierij
bouwen, wat hij van plan was te doen bij de nieuwge-
kochte woning waar reeds eene kleine loods aan ver
bonden ishij heeft er aardappelen geplant en zal ze
mogelijk niet rooien. Allerlei onaangenaamheden en
kosten, en daarenboven eene bekeuring.
De Nene Preussische Zeitung geeft een aardig ver
haaltje. Zij verklaart welniet voor de waarheid er
van te kunnen instaan maar voegt toch ten slotte er
bij: „Overigens wordt ons verzekerd, dat het reeds vier
«eken geleden, nog vóór de troonbeklimming van onzen
tegeawoordigen Keizer Wilhelm heeft plaats gehad."
Het luidt aldus
Prins B'smarek was naar het paleis gekomen om
den toenmaligen Kroonprins (thans Keizer Wilhelm 11)
te spreken, die toen verschillende zaken namens zijnen