iziri
NTo. 86.
Negentigste Jaargang.
1888.
De gevolgen van onberaden spoed.
ZONDAG
15 J 1 LI.
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
ül> EERSTE BLAD.
te
FEUILLETON.
i)
UklHAAIlSCHË COU1IANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS>
TEE ZOON.
De herziening der Grondwet, de uitbreiding van het
ledental der Tweede Kamerde aftreding van alle
leden om de vier jaren, die er het gevolg van waren,
maakten enkele wijzigingen van het reglement van
orde der Tweede Kamer noodzakelijk; die wijzigingen
waren echter van hoogst eenvoudigen aard en vloeiden
uit de herziening der Grondwet zelve zóó gebiedend
voort, dat daarover eigenlijk geen verschil van gevoelen
mogelijk was; dat de helft der leden nu 50 in plaats
n van 43 bedraagtdat er nu niet meer van een ver-
nieuwing van de Kamer voor de helft gesproken kan
worden, kan een kind begrijpen, en met de wijziging
van enkele cijfers en de weglating van een paar over-
bodige artikelen zou denoodzakelijke wijziging
van het reglement van orde, als gevolg van de Grond
wetsherzieningvoltooid zijn geweest. In 1848 was
en dat eenigszins anderstoen werden aan de Tweede
MSI Kamer bij de Grondwetsherziening nieuwe bevoegd
heden toegekend, als het recht van onderzoek (enquête)
te eu het recht van amendementwaaromtrent eenige
in- bepalingen in het reglement van orde niet gemist
eld konden worden. In 1848 heeft men dan ook het
benoemen eener commissie uit de Kamerleden noodig
geoordeeld om een nieuw reglement van orde te ont-
r werpen en toe te lichten en alzoo het gewichtig werk
an behoorlijk voor te bereiden.
enj Twee leden der Tweede Kamer, de heeren de
Savornin Lohman en Schaepman, vonden dezen omslag
ditmaal niet noodig en dienden samen een voorstel
tot wijziging van het reglement van orde in. Indien
zij zich nu bepaald hadden tot de wijzigingen
die uit de Grondwetsherziening voortvloeiden en dus
voor de hand lagen had men met deze daad vrede
1, kunnen hebben. Wel zouden zij ook dan zijn afge
weken van de historische lijn, wat op zich zelf zeker
eenige bevreemding moet wekken in staatslieden die
hoewel elk van zijn standpunt en op zijne manier,
zich nog al eens voordoen als voorstanders van his-
torische ontwikkeling, in tegenoverstelling van hetgeen
zij de revolutie gelieven te noemen doch zij hadden
kunnen zeggen dat het inderdaad de moeite niet waard
was, voor dergelijke voor de hand liggende noodzake
lijke wijzigingen van het reglement van orde een
commissie te benoemen en dat zij daarom door on
verwijld een voorstel tot wijziging in te dienen hun
medeleden dien overbodigen omslag hadden willen
besparen. Maar zij hebben iets geheel anders gedaan.
Het was nauwelijks te gelooven maar toch was het
waar: juffrouw Obarth zou eene groote partij geven
Er waren verscheidene dames in de leesbibliotheek van
juffrouw Blohm boeken komen haleneigenlijk alleen
om te weten te komenhoe de vork in den steel zat.
Thicka en Bolla waren natuurlijk uitmaar de
moeder wist genoeg te vertellen.
Er zou een souper zijn, met eene taart en aardbeziën
tot dessert.
Zou misschien de verloving bij die gelegenheid wor
den bekend gemaakt?
Dat wist moeder Blohm niet zeker, maar waarschijn*
lijk was het wel 1
Of er gedansd zou worden
Jaen Thinka en Bolla waren juist uitgegaan om
handschoenen te koopen. Zij zouden nieuwe witte
japonnen aantrekken met gestikt garneersel. Dat
stond allerliefstprecies of het kant was het was
hetzelfde patroon, dat de vrouw van den landraad den
afgeloopen winter gedragen had.
De dames gingen daarop verdernaar juffrouw
Obarth om wol te koopen maar Eerdinacda liet
zich niet zien. De deur naar de woonkamer was
dicht en de dochter van de kasteleines uit de buurt
bediende de klanten.
Het was avond. De winkel was gesloten, de gor
dijnen waren neergelaten en de planken met de pakken
wol, voor het raam, aan het oog onttrokken.
De winkel zou als eetkamer worden gebruikt. Over
De ondergeteekenden" aldus lezen wij in hunne
Memorie van Toelichting «hebben gemeend de
wijzigingen verder te mogen uitbreiden dan door de
Grondwetsherziening geboden werd", en na deze vluch
tige opmerking bevelen zij een paar wijzigingen aan,
die een geheele verandering zouden moeten brengen
in de wijze van werken van de Kamereen geheel
ander stelsel in haar voorbereidenden arbeid. Zij achten
het nauwelijks noodig deze wijzigingen toe te lichten,
aan die taak wijden zij éene bladzijde druksdat er
echter behoefte aan eenige toelichting bestond, kan al
aanstonds worden opgemaakt uit het feitdat zij tot
beantwoording van het voorloopig verslag van het
onderzoek in de atdeelingen 22 bladzijden druks be
hoefden. Volgens dat voorloopig verslag werd dan
ook «vrij algemeen geklaagd over de kortheid en
onvolledigheid der toelichting."
De eerste gewichtige verandering die de beide hee
ren in de wijze van werken voorstellen, bestaat hierin,
dat zij voor sommige belangrijke wetsvoorstellen willen
breken met de commi3siën van rapporteurs, gelijk die
tot nog toe bestaan. Nu is over de tegenwoordige
wijze van werken dikwijls genoeg geklaagdom aan
elke poging tot verandering een goede ontvangst te
kunnen verzekerenmaar over de vraag wat daarvoor
in de plaats moet komen, loopen, de meeningen uiteen.
Algemeen wenscht men de commissiën van rapporteurs
meer invloed te verzekeren en haar te nopen ook
gedurende de behandeling in de openbare vergadering
en bij de stemmingen zooveel mogelijk juiste beslis
singen te beverderen en den goeden samenhang der
verschillende bepalingen van het wetsontwerp te ver
zekeren onder anderen door haar te verplichten over
elke voorgestelde wijziging haar gevoelen mede te
deelen. Het denkbeeld om voor belangrijke wetsvoor
stellen verandering te brengen in de benoeming der
commissie van rapporteurs schijnt, na de ondervinding
in dit opzicht reeds bij de behandeling van het wet
boek van strafrecht en enkele andere wetten opgedaan,
bij vele leden bijval te hebben verworven maar hoe
moet zij benoemd worden
De heeren Lohman en Schaepman willen voor die
gevallenin plaats van de gewone commissie van
rapporteurs, invoeren een commissie van voorbereiding
en daarnaast secretarissen van de afdeelingen die
eenvoudig aanteekeningen houden van hetgeen bij de
beraadslaging in de afdeelingen wordt te berde ge
bracht en die ter griffie nederleggen, waar ieder lid,
indien hij meent dat het door hem gesprokene niet
juist is weergegeven, zijne bedenkingen kan bijvoe
gen. Deze aanteekeningen zouden niet anders dan
krachtens een besluit der Kamer gedrukt en open
baar gemaakt worden. Geschiedt dit nietdan ver.
de toonbank was een schitterend wit tafellaken gespreid
en in plaats van de blank geschuurde koperen gewichten
en de glazen stolp met haren bonten inhoud prijkten er
twee kroonkandelaars en eene groote vaas met bloemen,
en daarom heen stonden schotels met koude spijzen
sierlijk met peterselie en druivenbladeren getooid. Het
rozenroode floers dat in gewone tijden de lichtkroon
beschermde, was weggenomen en in de woonkamer was
de dochter van de kasteleines, met een helder gewas-
schen wit schort voordruk bezigmet het aanste
ken van de lichten, terwijl hare moeder, kookvrouw
van beroep, buiten in de keuken ijverig in de
weer was.
I erdinanda onderzocht de tafel met onderzoekenden
blik hier en daar een schotel verplaatsende.
Zij hoorde lichte schreden en keerde zich om.
Ereydorn stond voor haar.
„Welkom 1"
„Ik kom misschien te vroegmaar ik hooptedat
ik u nog aan het een of ander helpen kon."
„Heel aardig van u maar ik geloof, dat ik met
alles klaar ben."
„Wat ziet het er hier mooi en feestelijk uit,
de gastvrouw niet het minst."
Zij zag er ook werkelijk zeer goed uit in haar licht—
grjjs zijden japon met de groote, donkerroode dahlia
in het zwarte haar en haar goedig, verstandig gelaat
straalde van geluk en tevredenheid.
„Wat een bloemen en wat een licht 1"
„Dat is alles ter uwer eere, mijnheer Ereydorn."
„U bent al te goed juffrouw 1 Maar ziet u, ik had
toch liever hier in alle kalmte alleen bij u zitten praten,
dan in gezelschap te zijn met al die vreemde menschen.
Ik heb u nog zooveel te zeggen en morgen moet ik
reeds weder weg."
Zij stond met haar ringen te spelen.
Hij greep hare beide handen.
„Mejuffrouw Eerdinandaik heb iets op het hart
wat ik u gaarne zou willen toevertrouwen."
neemt ook de Regeering er niets van en strekken
de aanteekeningen alleen tot inlichting van de leden
en van de commissie van voorbereiding. Met deze
afzonderlijke secretarissen zijn vele leden blijkens het
voorloopig verslag niet ingenomen. Zij zouden inder
daad een moeilijke en ondankbare taak hebben; alle
opmerkingen en besprekingen zouden zij moeten ver
melden, en hun verslag, behoorlijk uitgewerkt, binnen
drie dagen ter griffie moeten brengen terwijl verder
de overweging van een en ander, het geheele onderzoek
van het wetsontwerp en het overleg met den Minister
aan de commissie van voorbereiding zou worden op
gedragen. Dat er inderdaad weinig lust bij de leden
zou bestaan om dit klerkenwerk te verrichten, is niet
onverklaarbaar. De leden der commissie van voorbe
reiding zouden worden gekozen door den Voorzitter,
dochdeze zou verplicht zijn hen te benoemen
die door ten minste twintig leden schriftelijk werden
aanbevolen. Zoo zouden de politieke partijen haar
invloed kunnen doen gelden. Maar is dit nu werkelijk
de beste manier om de meest geschikte personen in
de commissie te brengen Zou dan niet inderdaad
boven deze pogingen om ten behoeve van A of B een
combinatie van twintig personen te vinden voor een
aanbeveling bij den Voorzitter, de voorkeur gegeven
moeten worden aan het eenvoudiger middel om de
leden op de gewone wijze door de afdeelingen te doen
benoemen, maar met de thans niet bestaande vrijheid
om ook personen te kiezen buiten de afdeeling, wan
neer, vermits het lot over de verdeeling der leden in
afdeelingen beslistde meest geschikte binnen de af
deeling niet te vinden zijn Hoe men echter
daar over denkehet is duidelijk dat dit punt niet
behoort tot die eenvoudige zakendie vatbaar zijn
om opgenomen te worden in een voorstel tot herziening,
dat, als van dringenden en eenvoudigen aard, onverwijld
behandeld en tot een beslissing gebracht kan worden.
Meer tegenstand nog heeft het voorstel der heeren
Lohman en Schaepman ontmoet om al de wetsont
werpen voor de verschillende hoofdstukken der Staats-
begrooting te stellen in handen van ééne commissie
van twintig leden. Wat daarover in het voorloopig
verslag wordt gezegd, komt ons volkomen juist voor.
Wij lezen daar: «De commissie zou worden een macht
in den Staat. Men wees op de ongunstige ondervin
ding in verschillende andere landenbepaaldelijk in
Frankrijk en Amerikaten opzichte van dergelijke
commissiën opgedaan. In Frankrijk is de begrotings
commissie inderdaad een voorparlementdat feitelijk
de teugels van het bewind in handen heeften met
wier steun de Regeering staat of valt. Hoeveel macht
zij bezit, blijkt reeds uit het feit, dat hare beslissingen
door Reuther-telegrammen worden verspreid. De invloed
Van uit de kamer hoorde men luid lachen en giggelen
Haastig trok Eerdinanda hare handen uit de zijne.
„StDaar komt iemand 1 Laat ons naar de gas
ten gaan."
Zij traden de kamer binnen en sloten de deur achter
zich dicht.
Thinka en Bolla kwamen hun jubelend tegemoet.
Zij hadden hare nieuwe witte japonnen aan met het
gestikte garneersel en de zelfgemaakte rozen.
Achter de dochters kwam de dikke moeder Blohm
aanschommelen.
„Is het hier niet verrukkelijk mama 1"
„Heerlijk steunde de moeder terwijl zij zich in
eenen leuningstoel liet vallen. „Precies als bij een
paar jonggehuwden."
Thinka en Bolla giggelden,
I erdinanda keerde zich om en ordende de muziek
op de piano.
„Mogen wy niet eens in de eetkamer kijken Mama,
de tafel moet u zien
Moeder Blohm stond niet zonder eenige inspanning op.
„Ja het is heerlijkEn wanneer nu het warme
eten komtDe kookvrouw vertelde, dat er kip kwam
in olevent" en „varkenskarbonade met zuurkool.'"'
Bolla boog zich naar Eerdinanda over en fluisterde
haar in het oor
„Ach Eerdinandaik ben zoo gelukkig 1"
„Wat is er met je gebeurd
„Ik heb mij door hem laten kappen."
„Door Larsen
„Ja en hij trok mij daarbij zoo schelmsch aan het
haar 1 Ik voel het nog."
„Maar, Bolla, je zult toch geen mésaillanoe begaan
„Nog niet maar ik geloof tochdat ,het er van
komen zal."
Ferdinanda sloot snel de deur naar de „eetkamer",
want er. kwamen nieuwe gasten. Het werd werkelijk
eene groote partij.
Het eerst kwamen de onderwijzer Nommesen met