De heer Gieiehman deelde het ge roeien ran den heer Schimmelpenninck. Ook hij aehtte het een eieeh dat het maatschappelijk kapitaal onaantastbaar blijve. Wanneer de Bank in tijden ran crisis haar in effecten belegd kapitaal ten gelde moet maken rullen daaruit groote moeielijkheden ontstaan. Om gedeeltelijk aan die bezwaren te gemoet te komen, stelde by roor, om in plaats ran de helft ran het maatschappelijk kapi taal te leren'/5 gedeelte. De minister ran financiën rerklaarde tegen dit amendement minder bezwaar te hebben dan tegen het eerstedoch ook daardoor wordt nog een beduidend rerlies aan de Bank berokkend. Na eenige rerdere bespreking wordt 1° bet amendement B. J. Schimmelpenninck verworpen met 60 tegen 29 stemmen 2° het amendement Gieiehman aangenomen met 61 tegen 30 stemmen. De beslissing orer een voorstel van den heer Heems kerk tot het roegen ran een nieuw artikel tussotien de artikelen 7 en 8 werd tot den 25 aangehouden. Een amendement ran den heer Nieuwenhuis om te lerendat de directie der Bank zal bestaan uit een presidentdrie directeuren en een secretaris om de onkosten-rekening roo laag mogelijk te maken wat nu voor den Staat van belang is, werd na bestrijding door den heer van Houten verworpen met 86 tegen 4 stemmen ran de heeren Hallmans, Heldt, Nieuwenhuis en Kerdijk. Bij art. 8 wordt voorgesteld door 1°. den heer Nieu wenhuis: de geheele bankdirectie telkens voor 5 jaren te doen benoemen door den Koning 2°. den heer Bahlmann, de geheele bankdirectie te doen benoemen door den Koning voor 5 jaren en jaarlijks oen der directeuren te doen aftreden doch op nieuw benoembaar te verklaren. Het eerste werd verworpen met 82 tegen 8 en het tweede met 72 tegen 19 stemmen. Art. 8 wordt goedgekeurd. Na art. 8 stelt de heer Nieuwenhuis voor te bepalendat geen directeur of agentevenmin de regseringscommissaris, aandeelen in de Bank mag hebben; dit wordt verworpen met 81 tegen 2 stemmen. Een ander voorstel van dienzelfden heer, om te bepalen dat de namen der aandeelhouders met het aantal recht- gerende stemmenééne maand vóór de jaarvergadering in de Staatscourant bekend gemaakt moeten worden werd verworpen met 83 stemmen tegen 1. Den 25 werd het amendement Heemskerk,om in art. 6 der wet aan de regeering de gelegenheid te geren tol verhooging van het minimum der metaaldekking, ook buiten de voordracht der Bank-directiena bestrij ding door do heeren Mees en Farncombe Sanders ver worpen met 44 tegen 40 stemmen. De heer Mees hield rol de verklaringden 24 reeds afgelegd dat de toelichting van dit amendement den indruk moest vestigen, dat het amendement krenkend was roor de Bank. Op art. 9 bepalende dat de directie der Bank ge houden is den regeeringscommissaris telkens op zijne aanvrage al die inlichtingen te verstrekkenwelke hy tot behoorlijke uitoefening van zijn toezicht noo- dig achtstelde de heer Bahlmann als amen dement voordien commissaris het recht te geven alle vergaderingen van directie, commissarissen en aandeel houders bij te wonen en aldaar eene raadgevende stem uit te brengen. Verder te bepalen, dat de vaststelling van balans en winst- en verliesrekening zijne goedkeuring vereiBcht, met beroep van zijne uitspraak op den minister van financiën. De voorsteller betoogde de noodzakelijkheid om meer invloed toe te kennen aan den regeeringscom missaris. Hij liet echter het beroep op den minister van financiën weg. last bezorgthoudt op naar mijn smaak te zijn.' „Maar voordat je beslistmoet je toch weten hoe zij er uitziet." En voordat Achilles zich verder verzetten kon had hy aan de bel getrokken en Iwan weggezonden om Ferra te halen. „Ik moet bekennen, dat de stand van zaken mij alles behalve aangenaam is", zeide Achilles hij kneep echter zijn monocle vast en draaide zich zoo, dat bij de deur in het gezicht kreeg. Op denzelfden drempel, die Ferra acht jaren geleden had overschredenstond zij ook nuterwijl lwan zacht de deur achter haar sloot. Evenals toen vervulde een schemerend lichteenigszins verhoogd door den gloed van het haardvuur, het prachtige vertrek. Evenals toen zaten de beide heer6n op hare komst te wachten, Achilles ditmaal met nauwelijks verheelden wrevel Leroy met groote nieuwsgierigheid en evenals toen kwam zij langzaam op het zachte tapijt eenige schreden nader en bleef daarop aarzelend met neergeslagen oogen staan. Zij droeg nog de eenvoudige grijze kleederen van de kloosterscholiersters met de breede, witte kraag er over heen, maar zij schaadden geenszins aan den indruk, die de buigzame, hoog en vol opgegroeide gestalte teweeg bracht. Het roodachtige haar lag, in kleine lokjes, als een gouden sluier op haar voorhoofd en eene heldere blos kleurde hare wangen. Zy was schoon geworden zóó schoon, als zij als kind reeds beloofd had. Achilles had zich op den elleboog opgericht en staarde haar eerst aan, zonder een woord te zeggen. Hy vond het niet de moeite waard geheel op te staan want Ferra was voor hem nog steeds het kleine bloemen meisje dat hij eens gered had uit de Bue Bochefort dat hem dank schuldig was en met wie hij kon doen wat hij wilde, al waten er ook reeds jaren verloopen. Voor het oogenblik was bet hem lastig, dat zy hem stoorde in zijne gewone kalmte en al deed hij het niet met opzet, hij liet dit haar toch gevoelen. „Kom wat dichter bij, Ferra", zeide hij eindelijk na eene zeer langevoor het jonge meisje onaangename pauze„en zeg mijwat je nu in de toekomst denkt aan te vangen. Je bent geheel onverwacht gekomen." Zij kwam een paar schreden nadereene diepe blos lag nu op hare wangen want de houding en de toon van den vorBt kwetsten haar vrouwelijk gevoel en hare ijdelheid. De heer Nienwenhnis stelde voor, te bepalen dat de iStaat den regeeringscommissaris bezoldige. Hij acht dit rechtvaardig in de economie der wet, die nu den Staat voordeelen toekent. Indien de minister zich verwaardigen wil hem te antwoorden, zal hem dit aan genaam zijn. s De minister van financiën ontraadde i>eide amendementen. Dat van den heer Bahlmann zou de commissaris maken tot mede-directeur. De directie vergaderingen worden bijna dagelijks gehouden en het is onnoodigdat de commissaris die alle bywone. Vol doende is het, dat hij alle inlichtingen kan bekomen welke h) verlangt. Van het andere amendement ziet hij het nut niet in. Waarokn nu in eens op den Staat kosten geladen die tot dnsverre de Bank droeg. De onafhankelijkheid van den commissaris wordt niet be paald door hen, die hem betalen, maar door hem, die hem benoemt, dat is de Koning. Het amendement Bahlmann werd verworpen met 61 tegen 23 stemmen; het amendement Nieuwenhuis mede met 67 tegen 20 st. Art. 9 werd daarna goedgekeurd. Op art. 10 betreffende de winstverdeeling, bepalende, dat van de w'nst eerst 5 pet. van het maatschappelijk kapitaal ten bate der Bank komt en dat van de verdere winstnadat 10 pet. in het reservefonds is gestort totdat dit 5 millioen heeft bereiktde Bank en de Staat ieder de helft bekomen, terwijl, wanneer het Bankaandeel tot 7 pet. van bet maatschappelijk kapitaal stijgt, de Bank 1/3 en de Staat 2/3 der winst verkrijgt, is voorgesteld 1'. een amendement Nieuwenhuisom eenvoudig te beptlen, dat de bruto-winst door Staat en Bank gelijkelijk ieder voor de helft worden verdeeld. Hy acht dit de beste winstverdeeling. Aan de „ge vestigde zaak" ei het „economisch kapitaal", dat de Bank zou inbrengen, hecht bij weinig. De Staat brengt in de vryheid om bankbiljetten uit te geven, die slechts voor 1/3 behoeven gedekt te worden en geeft der Bank het monopolie. Er bestaat dus geen reden om aan de Bank het leeuwendeel te geven. Bij een winst van 4 millioen zal zijn ameademeit den Staat 4 ton meer geven dan volgens het ontwerp. Bij verwerping v*n zijn amendement stelt hij voor als subsidair-amendemeaten den aandeelhouders niet 5, maar slechts 3} of 4 pet. van het kapitaal te verzekeren. 2°. een amendement van de heeren Kerdijk c. s. om te ver vroegen het tijdperk, waarop de Staat meer dan de helft der winst verkrijgt, n.l- zoodra het bankaandeel zes in plaats van zeven pet. van 't maatschappelijk kapitaal bedraagt, terwijl dan de Staat niet 2/3, maar drie vierden der winst zal genieten. De heer K e r d ij k zegt, dat het amendement ge grond is op de overtuiging van bet groot publiek belang, bij de winstverdeeling betrokken zonder onbillijkheid tegenover de aandeelhouders te plegen. Volgens het amendement zal bij een winstcijfer van 3 millioen 4 tonwaarvan 2 ton afgaat door de aanneming van het amendement Gieiehman, de Staat verkrijgen f 1.550.000 tegenover f 1.334.000 volgens het ontwerp. De Bank zou krijgen na aftrek der onkosten 1\ pet. van het maatschappelijk kapitaal of 58/,» pet. van den inbreng. In het ongunstigste geval, door de regeering zelf niet aangenomen, zou de bank nog krijgen 64/10 pet. van het kapitaal of 5.14 pet. van den inbreng. De heer Butgers van Rozenburg, die zich mee de winstverdeeling zou nebben kannen vereenigen, ware de duur van het Bansoctrooi verkort, houdt vol, dat eene voorgift van 5 pc;, aan de aandeelhouders niet te pas komt. Dat de winst te klein zal zijn, daarvoor behoeft men niet te vreesenwant nu reeds staan de aandeelen 205 pet. volgens de prijslijst voor de succes sie en nog hooger volgens den beurskoers. Alleen het uitzicht op de verlenging van het octrooi deed de aan- „Dat wist ik", zeide zj met opgeheven hoofd en hare oogen fonkelden. „He; spijt mijmaar ik kan het niet veranderen. U hadt eerder aan mij mosten denken." „Dat is ten slotte dm ook volkomen onverschillig", merkte Achilles op«erwonderd over Ferra's veront waardiging. „Gij kun. zoo lang bij Clarisse blijven totdat ik iets geschikis voor u gevonden heb onder baar vleugels zyt gij goed bezorgd. En er is voor eene vrouw nog zooveel te leeren in de huishouding of der gelijke ik weet tat niet zoo precies dat in het klooster u niet geleerd kon worden. Clarisse zal daar voor we! zorgen." „Ik zal probeeren mij naar mijne beste krachten nuttig te maken. Dat ik aan u alles te danken heb weet ik, en „Om Godswil, spaar mij dat, mijn kind. Ik ben een ziek man en al hetgeen ik gedaan heb, deed ik meestal alleen tot mijn eigen genoegen, op dank maak ik geen aanspraak." „U zult u die toch moeten laten welgevallenmijn heer", en onder den sluier van de roodgouden haren zagen hare bliksemende oogen hem half smeekend, half vorschend aan en de roode mond trok zich bijna trotech op„Ik heb niemand op de wereldwien ik danken kan als u alleen. Dat recht laat ik mij zoo maar niet ontnemen." Zij glimlachte bij de laatste woorden en haar gelaat kreeg daarbij eene betooverende uitdrukking. Achilles wisohte zich, met een zijden zakdoek zenuwaohtig het voorhoofd. „Maar gij zult nu vermoeid zjjn", zeide bij eindelijk. „Na die korte reis?" „Ja ja", beweerde hy £nel en hij bracht zijn zakdoek weder naar het voorhoof^ „Gij zyt vermoeid, Clarisse zal wel voor alles zorgen." Ferra maakte eene stomme buiging. Als de vorst het nu bepaald verlangde, waarom zou zij dan niet ver moeid zjjn 1 Zij was zelf «blijdede drukkende atmos feer van het vertrek te jannen verlaten en een einde te zien gemaakt aan haar gesprek met den man van wien hare kinderlijke verbeelding tot nu toe een half god had gemaakt. Toen Iwan haar naar Clarisse volgde, was zij eene illusie in baar jong leven armer geworden. Verootmoe digd en ontgoocheld dacht zjj aan haar eerste optreden in het paleis Arbanoff terig. Hij, wien zij in jeugdige deelen 65 pot. stijgen. Verder bestrijdt by bet gevoelen van den heer van Houten aangaande de inbrengst van de zijde der aandeelhouders. De heer van Houten weerlegt den vorigen spreker, acht de door de regeering voorgestelde winstverdeeling billijk en gelooft niet, dat de stand der Bank-aandeelen voortspruit nit het voor uitzicht van de verlenging van het octrooi. Door de aanneming van het amendement Kerdijk cal niet de bank schade lijden, maar zullen de Staatsfondsen dalen. De heer Gieiehman bestrijdt de becjjferingen van den heer Kerdijkterwijl de heer Goeman Bor- g e s i n s het amendement verdedigt. Nadat de m i n i s- ter van financiën alle amendementen bestreden had:, trekt de heer Nieuwenhuis zijn subsidiair amendement van 3% pet. in. Zijn eerste amendement werd verworpen met 84 tegen 2 stemmen en dat van de heeren Kerdijk c.s. met 56 tegen 31 atemmen. Het amendement Nieuwenhuis, om aan de aandeelhouders 4 pet. der winst toe te kennen als voorgiftwerd verworpen met 68 tegen 18 stemmen. Art. 10 werd daarna goedgekeurd. Een voorstel van den heer Nienwenhnis om een nieuw artikel in te voegen, om het recht te geven tot overneming van de Bank bij het einde van het octrooi waarmede de heer van Houten zich zou kunnen vereenigen, wanneer de Bank er in toestemde, werd na bestrijding door den minister verworpen met 85 stemmen tegen 1. Art. 11 werd goedgekeurd. Op art. 14 bepalende dat de aandeelhouders nieuwe aandeelen krijgen ia een amendement door den heer Nieuwenhuis voorgesteld om die aandeelen te doen inbrengen door den Staat en te doen blijven onver vreemdbaar bezit van den Staat. Hy splitst dit amen dement in tweeënmaar daar het amendement om de aandeelen het onvervreemdbaar bezit van den Staat te doen blijven niet wordt ondersteund, blijft alleen over om de aandeelen te doen inbrengen door den Staat. De heer Haffmans stelt als amendement voor om bef maatschappelijk kapitaal der Bank te brengen op het bedrag, bepaald bij art. 2 der wet, en om het reservefonds te brengen op 1/4 van het bedrag, hetwelk dan zal geschieden door den staat. Deze ontvangt 4000 aandeelen ten verkoope terwijl de winst in de schat kist wordt gestort. Hij doet uitkomen, dat hij, de his torische lijn volgende, hetzelfde voorstelt wat in 1863 is gebeurd. Voor overdreven edelmoedigheid tegenover de aandeelhouders, reeds met zoovele weldaden overla den is geen plaats meer. Laten wij niet volgen een eigenaardige liefhebberij, die den duivel wordt toege schreven. Hij noemt bet eene bassdsse om van de aan deelhouders een gedeelte aan te nemen. Dat heeft iets van hetgeen de franschen zeggen se laisser graisser les pattes. De Voorzitter verzoekt hem zich te matigen. De heer Haffmans zegt het opzettelijk in 't fransen te hebben gezegd. De Voorzitter kan hem op die wijze niet laten voortgaan. De heer Haffmans verdedigt nader zijn amendt. Hij beklaagt den steller van de memorie van toelichting, die het millioen heeft moeten verdedigen. De heer van Houten maakt eenige opmerkingen omtrent den vorm der amendementen maar staat in beginsel aan de zijde van den heer Haffmans. De wijze van bestemming der aandeelen behoeft niet in de wet te worden bepaald. De heer Haffmans laat daarna vervallen de slot bepaling van zijn amendement. De heer Nieuwenhuis trekt het zijne in. De minister gelooft, dat de aandeelhouders met dit amendement geen vrede zullen hebben. Het brengt aanhankelijkheid haar van dankbaarheid overvloeiend hart aan de voeten had willen leggen, had haar duide lijk genoeg doen blijkendat zijne grootmoedigheid jegens haar niet anders was geweest dan een luim, vluch tig uitgevoerd, toen vergeten en nu een laBt voor hem. Toen Iwan bij Clarisse kwam zeide hij „De vorst heeft bevolen, dat de jonge juffrouw geheel onder uwe leiding zal staan juffrouw. De kamer ge lijkvloers naast de uwe moet te harer beschikking worden gesteld en verder zooveel u noodig acht." „Dus niet de roode F" vroeg de huishoudster en keek den kamerdienaar vorschend in het gelaat. „Weet gij het zeker „Neenniet de roode gij kunt er zeker van zijn", gaf hij met een blik van verstandhouding ten antwoord, die Clarisse aanleiding gaf, bevredigd met het hoofd te knikken. Met een reusachtigen bos sleutels ging zy weldra aan het werk, maar toen zij de kamer verliet, wierp zy voor de eerste maal eenen vriendelijken blik op het jonge meisje dat aan het venster was gaan zitten en naar buiten keek. Toen zij terugkwam, zat Ferra nog op dezelfde plaats, met den arm onder het hoofd. Cla risse wier oude oogen nog scherp genoeg waren zag op het gedeelte van de fluweelzachte wang, die naar haar was toegekeerdheldere tranen loopen en snel besloten trad zij nader, streek met de hand zacht over het dichte haar en zeide „Het begin is altijd moeielijk, juffrouw, dat verandert echter spoedig, daarom behoeft ge niet te weenen. Daar ik nu voor n zorgen zal, moeten wij het elkander maar recht gezellig maken met wat goeden wil gaat alles." Ferra zag op. Het magere gelaat van de oude juf frouw, dat haar eerst zoo koel was toegeschenen, droeg nn den zwakken weerglans van een zachtere aandoening, dat was voor Ferra reeds voldoendeom haar weder opgewekt te maken. Voordat Clarisse er erg in had hadden de zachte meisjesarmen haar omvathet jonge gezichtje glimlachteterwijl er nog tranen als dauw droppels in de groefjeB hingen en geheel getroost zeide zij „Aob ja laat ons vroolijk zijn ik houd zooveel van lachen en vreesde al, dat dit in het paleis Arbanoff in het geheel niet te pas kwam." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 2