Een kind uit het volk.
No. 95.
Negentigste Jaargang. 1888.
Het landbouwverslag.
ZONDAG
5 AUGUSTUS.
EERSTE BLAD.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Deze Coarant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door
het geheele rijk f 1,—
De 3 nummers f 0,06.
Prijs der gewone Advertentiën:
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
Omtrent de kwaliteit en de prijzen van de boter
blijven ook over 1886 de berichten ongunstig luiden.
Uit Friesland lezen wij, dat de uitvoer naar Engeland
beneden het cijfer van het vorige jaar bleef, en dat
ons eigen land en Duitschland weer veel van de min
dere soorten trok. In het vorige verslag werd' er op
gewezen, hoezeer de Friesche boter op de Londensche
markt bij die van andere landen moet achterstaan; thans
wordt berichtdat ruim 2000 vaten Friesche boter
uit Londen teruggenomen moesten wordenals een
bewijs hoe weinig ons »gemaak" aan de tegenwoor
dige eischen der Engelsche koopers voldoet. Vooral
verdient de aandacht het volgendedat wij verder
onder Friesland lezen: »Meer dan ooit is er gedurende
1886 in Friesland gesproken en geschreven over de
middelen ter verbetering van dezen toestandgedaan
werd er echter te weinig, 't Pleit waarlijk niet voor
de energie onzer zuivelbereidersdie het dulden kun
nen, dat uit uitstekend melkvee, wellicht het beste ter
wereld, gevoed op het puikste weiland, voor een groot
deel boter wordt geproduceerd van den 4den of
5den rang.
.De zuivelschool, die men te Bolsward wil oprich
ten achten wij eene schrede in de goede richting
het door de Friesche Maatschappij van Landbouw in
gevoerde .trade-mark'' daarentegen minder doelmatig.
Het geschrijf over de wijze van verkoop hier te lande,
over het fust en de verpakking in ijs des zomers
schijnen ons bewijzen, dat men het kwaad zoekt, waar
het niet te vinden is, en de oogen sluit voor de on
kunde of achteloosheid, waarmede de zuivelbereiding
wordt uitgeoefend naar onze bescheiden meening
de eenige, althans de hoofdoorzaak, waardoor jaarlijks
tonnen gouds voor onze provincie verloren gaan."
Ook uit Meppel en uit Deventer wordt geschreven
dat alleen de beste soorten goede prijzen kunnen maken,
doch over de kwaliteit in het algemeen geklaagd. De
uitvoer naar Engeland, vroeger zeer belangrijkwas
ook dit jaar weer onbeduidend en naar de tropische
gewesten werd ook niet zooveel verzonden als in vorige
jaren. Men voegt er bij, dat de achteruitgang van
vele nijverheidsondernemingen in onze Oost-Indische
bezittingen daarop wel niet zonder invloed zal zijn
gebleven, en op zich zelf zal dat wel juist zijn; maar
de hoofdoorzaak van den achteruitgang is het zeker
FEUXULjETON.
VII.
De brief kwam vorst Konstantyn in handen, toen hij
van de wolvenjaeht terugkeerde; bij gunde zich slechts
juist zooveel tijd, om ferm te dineeren, zijn jaehtcostuum
met een gemakkelijke reiskleeding te verwisselen en
zich naar het eenige wersten verwijderde spoorweg
station te laten rjjdenom regelrecht naar Parijs te
reizen.
„Ik zal een einde aan de zaak maken", daoht hij
want hjj kende geen toegevendheidomdat hij zjjnen
zoon sinds zeven jaren niet meer had gezien en er geen
enkel punt van aanraking meer tusschen hen bestond,
„engAchilles zal zich schikken."
„Goede God, papa, hoe komt gij zoo uit de lucht
vallen, uit het hartje van Eusland hier in Parijs, zonder
my iets daarvan te schrijvenriep de jonge vorst zeer
verwonderd, toen de hooge, breedgeschouderde gestalte
van den gebieder van de uitgestrekte heerlijkheid der
Arbanoff's op eenen middag onverwacht voor hem stond,
de prachtige sabelpels tot aan den schouder terugge
worpen met den vnrigen blik scherp zijne naaste om
geving en de slappekrach tel 0010 gestalte van zjjnen
zoondie achterover in eenen stoel satopnemende.
„Wat voert u hierheen
„Zaken
„Zaken, papa?" vroeg hjj op langgerekten toon, want
dit woord scheen hem volstrekt niet te passen in de
atmosfeer van het paleis Arbanoff. „Maar hoe het ook
zjjhet doet mij genoegen u weder te zien." Van
genoegen las men echter niets op de matte gelaats
trekken. Achillee zag indat de aanwezigheid zjjnB
niet. Uit Amsterdam wordt [alleen gemelddat de
tropische landen onze markt hoe langer hoe minder
steunen en daarin wordt naar onze meening de ware
oorzaak blootgelegd. Onze markt wordt door Indie
hoe langer hoe minder gesteund; onze boter wordt er
verdrongen door de DuitscAe die beter tegen het
klimaat bestand is. In de betere bereiding moet het
middel gezocht worden om voor onze boter haar vroe-
geren goeden naam te herwinnen in de verpakking
ligt het kwaad niet, en als wij de Deensche verpak
king gingen navolgen, zouden wij ons eigenlijk schul
dig maken aan bedrog; maar waarom de invoering
van een eigen handelsmerk door de Friesche Maat
schappij van Landbouw minder doelmatig kan genoemd
wordenbegrijpen wij niet recht. Op zich zelf zou
het zeker niet helpen, maar in verband met een betere
bereiding zouden wij van dezen maatregel veel goeds
verwachten indien onder dit handelsmerk alleen de
beste soort werd verkocht en zoo doende een waar
borg werd gegeven tegen bedrog met mindere soorten.
Is Friesland vooral het land van de boter, Holland,
inzonderheid Noord-Holland, is het land van de kaas.
Maakt Friesland bij al zijn boter magere kaasin
Zuid-Holland bedraagt de hoeveelheid vette of zoete-
melksche kaas bijna het vierdubbele van die der magere
of Leidsche, en onder Noord-Holland vinden wij in
't geheel geen magere kaas vermeld. Euim 11 millioen
kilo zoetemelkscbe kaas werd er in 1886 ter markt
gebracht, waaronder de Alkmaarsche en de Hoornsche
markt de kroon spanden de eerste met ruim 5 en
de tweede met bijna 4 millioen kilo. Xaasfabrieken
werden hoe langer hoe meer opgerichtde handel
was aanmerkelijk beter dan in 1885de prijzen in
den nazomer zeer goeden de aanvoer buitengewoon
groot. Voor de mededinging der in Frankrijk opge
richte fabrieken van Edammer kaas was men met het
oog op de prijzen niet geheel zonder zorg. Ongeluk
kig liet over het algemeen de kwaliteit van de kaas
te wenschen over; veel blauw of zwart en ook kanker
kwam voor, en tot nog toe is men er niet in geslaagd
dit kwaaddat in de beste zuivel soms voorkomt
en waarvan de oorzaak onbekend is, te voorkomen.
Bij voortduring worden groote boerderijen in kleinere
gesplitst en wel in die mate, dat er volgens den ver
slaggever gevaar ontstaat voor een te groot aantal
kleinefinancieel te afhankelijke landbouwers, tevens
grondeigenaars, die niet tegen den minsten tegenspoed
bestand zijn en hun met schulden bezwaarden grond
weldra moeten zien overgaan in het bezit van den
hypotheekhouderdie meestal geen landbouwer is.
Vooral in Noord-Brabant en Limburg is dit het geval.
In 1886 nam het aantal eigenaars in het geheele land
toe met 1683 en het aantal huurders met 1907.
vaders hem geheel uit zjjn gewone doen sou brengen
zonder meer; liefde hadden de beide zoo uiteenloopende
karakters nooit voor elkander gevoeld. Met iets als
afgunst keek de zoon naar de flinke houding zjjns
vaders, wiens eenige concessie, die hjj geneigd scheen,
aan den ouderdom te doen, in grjjs hoofd- en baardhaar
bestond.
„Arme jongen", zeide de vorstmet eene opwelling
van medelijden„wat hebben zy van je gemaakt Je
moest weer terug naar de russische steppenje zoudt
daar herleven onder den invloed van de reinere luoht."
Achilles huiverde. „Om Gods wil, papa, waar denkt
u aan? Ik heb waarde genoten en verlang niet naar
een tweede bedrjjf van mjjn leven. "Wij leven tegen
woordig wat sneller, maar ik beklaag mjj er niet over."
Toen de dampende Samowar op tafel stondwant
vorst Konstantyn hield er vanzjjn nationale drank
ook op nationale wijze bereid te zien en Leroy het
kleine gezelschap had aangevuldzeide de gast
„Jammerdat er geen vrouwenhanden zjjnom ons
de thee te schenken, dat is het eenige, wat ik ongaarne
mis. Hebt ge niemand Achilles, die die taak op aich
kan nemen?"
„Ferrazeide Achilles aarzelend. Hjj vreesde nieuws
gierige vragen zjjns vader maar besloot eindeljjk toch,
Iwan naar beneden te zenden.
„Moet ik gaanClarisse vroeg Ferra geheel
buiten zioh zelve. „Gij weethoe verschrikkeljjk ik er
tegen op zie."
„Zoolang gjj hier zjjt, natuurlijk. Stel je overigens
gerust, de vorst ia een oud heer en ik heb vandaag
voor je naar Bretagne geschreven."
„Toch zal hij even goed iets slechts van mjj denken
als de anderenhield het meisje vol.
„O dat is de vraag nogmeende Clarisse troostend
en streelde haar goedig de weerspannige lokken, „wees
verstandig, Ferra."
Verstandig 1 Verstandig I Hoe vaak hoorde zjj dat
woord en wonderljjk genoeg steeds in verschillende be-
Vooral in Friesland is de verhouding tusschen eige
naars en huurders zeer ongunstig en neemt het aantal
van de eerste in vergelijking van de laatste steeds toe.
Ook voor Noord-Holland zouden de cijfers een on
gunstiger wordenden toestand aantoouenindien niet
was gebleken, dat in vroegere jaren vele opgaven uit
deze provincie minder juist waren. Gelukkig behoe
ven wij ons dus door de ongunstiger cijfers nog niet
te laten verschrikken. Met den verslaggever achten
wij een boerenstand met eigen grond een zegen voor
den staat, en zijn wij overtuigd dat in den regel door
den boerdie zijn eigen grond gebruikt en bewerkt,
ook de bodem het best wordt verzorgd en bij gevolg
zijn vruchtbaarheid het meest wordt verhoogd. Nog
altijd zijn de huren althans in de akkerbouwende
strekente hoog waardoor landbezit ook voor den
eigenaar die zelf geen landbouwer is, een te gezochte
geldbelegging blijft. Bestaat er nu gegrond vermoeden
dat de nog altijd kwijnende landbouw zich binnen
eenige jaren herstellen zal en velen zijn van die
meening dan zal de grond ook nog meer voor
geldbelegging worden aangekocht en het aantal boeren
met eigen grond in vergelijking met dat der huurders
nog meer verminderen. Ook de steller van het land
bouwverslag is van dat gevoelenen daarom roept
hij den gezeten landbouwers toezich toch zooveel
mogelijk in te spannen om voor zich en hunne kin
deren hun land in eigendom te behouden.
»De tijden van overvloedige weelde" schrijft
hij »zjjn vervlogen en misschien zullen de toe
komstige landbouwers nimmer weer die schatten ver
dienen die voor een paar tiental jaren gewonnen
werden; maar zeker is, dat het landbouwbedrijf weder
zal herleven, zoo spoedig de veel te hoog opgedreven
prijzen van den bodem in evenredigheid zijn met zijne
zuivere opbrengsten en dit kan onmogelijk nog lan
gen tijd op zich laten wachten.
#Waar de kapitalisten vermoeden vrij spoedig weder
behoorlijke rente van hun geld te kunnen maken en
hun kapitaal althans in landbezit veilig achten, daar
dient de welgezeten landbouwer zijn ruimeren blik in
zijn eigen vak te toonen en voor zijn kinderen intijds
te zorgen, dat hun eene eigene boerderij verzekerd is."
allerlei.
Uit Nagy-Köros komt het bericht van het overlijden
eener gewichtige persoonlijkheid. Aldaar is Peter Fekete,
dien men het Körüser wonder noemdedezer dagen
in den jeugdigen leeftijd van dertig jaren gestorven.
Peter Fekete ving reeds in zijn vijftiende levensjaar
aan beroemd te worden. Hij was destijds zeven
voet hoog en zoo kolossaal dik dat hij drie stoelen
noodig had om op te zitten. Zijn vader is vleescb.
teekenisal naar dat men haar raad gaf. Het loonde
de moeite niet meerer over na te denken, wat eigen
lijk het verstandigste was en berustend volgde zy Iwan
naar boven. De oogen van den ouden vorst rustten
met welgevallen op de scboone verschijning van het
jonge meisjedat hij met een enkelen blik geheel
opnam en wier verwarring, zich ook door een blos
verradendede bekoorlijkheid nog verhoogde, die zy in
zijne oogen reeds bezat. Hjj kon zioh nu zeer goed be
grijpen hoe Achilles tot het bewuste besluit gekomen
wasal was bij ook nog in geenen deele gezindhem
dat gereedelyk te laten uitvoeren.
De arme Ferra had een pynljjk uur achter de fonke
lende Samowar te doorleven. De twee paar oogendie
haar onafgebroken opnamen, maakten haar beschroomd
en onhandig, zelfs vond zij schier geen antwoord, wanneer
de oude heer bij herhaling haar vriendelijk toesprak.
Zy dankte Godtoen men haar eindelyk liet gaan
ofschoon Aohilles dit oogenblik zoo lang mogelyk trachtte
te verschuivendaar hy tegen eene opheldering opzag.
Tegen verwachting vroeg vorst Konstantyn echter niets.
Hy scheen de aanwezigheid van een schoon jong meisje
in het paleis ArbanofF volstrekt niet opvallend te vinden
en met een zucht van verlichting trok Achillea zioh
voor een oogenblik terug. Nauwelyks was hy de kamer
uitof vorst Arbanofl gaf Leroy een wenk, om dichter
by te komen en zeide hyop gedempten toon
„Gy zyt zeker de vrienddie my het bericht zond
van Achilles' huwelyksplannenniet waar
De gezantscbapsraad draalde een oogenblik.
„Jaantwoordde hy eindelyk besloten zioh onder
alle omstandigheden den schyn van eerlijkheid te geven.
„Het meisje is schoon
„Zeer schoon Uwe Hoogheid 1"
„Ook deugdzaam
„Zy kwamtwee maanden geledenuit het klooster
au sacré eoeur. Onbeschreven bladen noemt men deze
kinderen wel eens."
„Maar dom
ALKMAARSCHE COURANT.
(8 L O T.)