Tweede Kamer. VEREENIGDE STATEN. Den 3 isteNieuw- York door het ontploffen eener met mineraal clie ge ruide lamp brand ontstaan in een gebouw ran zes verdiepingen, waarin 150 meest arme poolsche joden bij kleermakers in dienst waren met eene steeg tot eenigen toegang. Twintig mannen, rrouwen en kinde ren kwamen in de vlammen om en velen werden ernstig gekwetst. Verscheidene personen ontkwamen over een uit een ander gebouw toegestoken ladderwelke als brug dienst deed. BitmculAtib. STATEN-GENERAAL. Een wetsontwerp is ingekomen tot bekrachtiging van den onderhandschen verkoop van grond en water te Sas van Gent aan de gemeente. Die gemeente wenschte eigenares te worden van eenige deelen der vervallen vestingwerken, om volkomen vrjj te zijn in den aanleg van wegen en straten op dat terrein en om bij den verkoop van gedeelten daarvan aan particulieren zoo danige voorwaarden te kunnen Btellen, als zij in het belang van den welstand de openbare gezondheid en veiligheid noodig zal oordeelen. Deze onderhandsche verkoop berust op hetzelfde beginsel als voorgezeten heeft bij verkoop van vestingwerken aan verscheidene andere gemeenten terwijl de bedongen koopprijs over eenstemt met de schatting van eenen door den staat geraadpleegden deskundige. GEMEENTERAAD VAN ZIJPE. Vergadering van den 7 Augustus 1888. Tegenwoordig alle leden. 1. Na opening, voorlezing en goedkeuring der notulen, verklaart de beer Schuijt nadrukkelijk, dat hij op de notulen geen aanmerking heeft, doch het hem leed doet, dat in een courantenverslag door een verslaggever uit eene andere gemeente, de raad is beleedigd en iets is vermeld dat niet waar is. Dit grieft bem en wil hij hier openlijk afkeuren en tevens de verklaring afleggen, dat indien dit niet anders wordt, hij bedankt als lid van den raad. 2. De voorzitter deelt mede, dat ten opzichte van het bouwen van nog een portaal aan de Scbagerbrug, het dagelijksch bestuur tot andere gedachten is gekomen en ook de districts-schoolopziener eene andere wijze van aanbouw heeft aanbevolen. Te zijner tijd zal daarover een voorstel aan den raad worden aangeboden. 3. Wordt gelezen een brief van den commissaris des Konings, meldende de herbenoeming en de beëediging van den heer G. C. Hulst, als burgemeester alhier. De heer Nobel zegt het eene aangename plicht te achten en dat hij ook ten volle overtuigd is het gevoelen uit te spreken van zijne medeledenden secretaris en het meerendeel der ingezetenen van Zijpe en Callants- oog, als hij den voorzitter hartelijk gelukwenscht met zijne herbenoeming. Hij spreekt den wensch uit, dat het vertrouwen van Z. M. den Koning hem zal aan moedigen, de belangen der gemeente Zijpe te blijven behartigen en het hem daartoe nooit aan moed en bracht zal ontbreken. De voorzitter dankt den heer Nobel voor zijne welwillende woorden. Het is heden juist dezelfde datum, waarop hij vóór 18 jaren de betrekking aanvaardde en bet is natuurlijk, dat ook hij gedurende die jaren zijn lief en zijn leed heeft gehad, doch hij kan er bijvoegen dat het onaangename door bet aangename is overtroffen. Hij heeft de betrekking op nieuw aan vaard in de hoop en het vertrouwen, dat hij ook in het vervolg op den steun van den raad zal kunnen rekenen haar uitgingvooral de wijze waarop zij zich gedroeg en sprak, gaven hem de ontwijfelbare overtuiging, dat hij met eene dame te doen had. Hoe die echter op dezen tijd hier kwam Het was bem een raadsel. Gearmd wandelden zij nu voort; nu en dan wierp zij onderzoekende blikken op hem hij beviel haar oogen- schijalijk wel. Bruin, met donkere, zwaarmoedige oogen, slank elegant en met een langen snorzoo had zij zich de mannen gedachtdie haar eens belang zouden inboezemen dientengevolge werd haar gelaat vriende lijker en vatte zji zijnen arm vaster. Hij bemerkte het en glimlachte. „Ik moet u nog bedanken", begon zij eindelijk zacht. „Zonder uwe tusschenkomsl had ik misschien nog heel wat onaangenaams ondervonden. Ik wist nietdat jongelieden zoo weinig ontzag voor eene dame aan den dag konden leggen 1" „O, mevrouw, wees niet onbillijk Op dit uur eene dame alleen op straat Hij voltooide zijne woorden niet en baalde slechts veelzeggend de schouders op. „Mijn God, wat steekt daar nu in „Niet veelmaar het is slechts in strijd met het heerschend gebruik en wie dat doet, moet zich over de gevolgen niet verwonderen.'' „U oordeelt hard." „Dat nu juist niet, maar ik wil u gaarne bekennen, dat eene dame uit mijnen kring zich iets dergeljjks niet zou veroorloven." „Goddankover mij heeft niemand iets te zeggen Bovendien dacht ik, dat men in staat zou zijn, onder scheid te maken." „Zooals u gelegenheid hadtte bemerken." Hij glimlachte sarcastisch. „En u vroeg zij bitter en zegevierend tegelijk „hebt n ook misschien er aan getwijfeldwien gij voor u hadt?" „Ik niet geen oogenblik erkende hij. „Welnu dan?" „O, dat sluit niet uit, dat ik het geenszins verstandig vind 1 lk ben openhartig, mevrouw „Dan wil ik ook openhartig zijn", zeide zij, min of meer beschroomd„en u zeggenhoe de zaak zich heeft toegedragen. Ik kom uit den schouwburg en ben hier vreemd; niettemin heb ik mijn rijtuig naar huis gezonden, omdat ik behoefte had na al die hitte en dat schelle licht, aan koelte en duisternis. Reeds dadelijk heb ik den verkeerden weg ingeslagen, genoeg, ik ben verdwaald." en met het voornemen om te traohten zijne betrekking waar te nemen, zooals hij dit tot heden deed. 4. Worden aangeboden de rekeningen der gemeente, van het weeshuis en de algemeene armen administratie over 1887en als commissieleden om gemelde reke ningen te onderzoeken, met meerderheid van stemmen benoemd de heeren J. Zeeman K. Francis en J. van Beusekom. 5. Op een adres der drie veldwachtershoudende verzoek om een toelage van f 60, ten einde een nieuwe winterjas te kannen koopen wordt met 10 stemmen tegen 1 gunstig beschikt. De heer Nobel is er tegen omdat men zich door dit toe te staan op een gevaarljjk terrein gaat begeven. Als men het toestaat geeft men blijk, dat de jaarwedden te laag zijn gesteld en indien dit zoo is, dan behoort er een voorstel in te komen tot verhooging. De voorzittter zegtdat het hier niet de vraag is of de jaarwedden, maar wel of de gewone toelage voor bovenkleeding te laag is gesteld. Voor f 25 kunnen ze wel de gewone bovenkleeding doch geen winterjas koopen en daarom wordt er een extra toelage verzocht. De heer Nobe! blijft er tegenomdat eene gratificatie eene belooning moet zijn voor bijzondere diensten en daarvan is hier geen sprake. Er zijn wel meer menschen, die behoefte hebben aan een jas en hij vindt het niet goed er nu een aan de veldwachters te geven. 6. Op de voordracht ter benoeming van 2 zetters der directe belastingen, door den heer commissaris des konings, worden geplaatst de heeren A. Zijp aftredend lid, G. Koopstra, A. Schermer en P. Stam. De tegen woordige zetterde heer K. Koshad verzocht niet meer in aanmerking te komen. 7. Tot ambtenaar van den burgerlijken stand wordt met op ééi na algemeene stemmen herbenoemd de heer G. C. Hulst. 8. Wordt gelezen een adres van inwoners van het dorp Schagerbrughoudende verzoek om het tijdstip der kermis aldaar te veranderen en te bepalen op den eersten zondag na den 9 September om reden zij thans invalt op een zeer drukken tijd voor den landbouwenden stand. De heer Biersteker ondersteunt dit voorstel en zegt dat deze kermis ook daarom zoo slecht wordt be zocht omdat ze invalt onmiddelijk na de kermis te Schagen. Z. i. bestaat er tegen de inwilliging van het verzoek volstrekt geen bezwaar en moet men de inge zetenen zooveel mogelijk helpen waar het hunne brood winning geldt. In stemming gebracht, wordt het ver zoek met algemeene stemmen toegestaan en tevens be sloten dan ook op den maandag na den 10 September de gewone jaarlijksche paardenmarkt te houden. 9. Bij de gewone rondvraag zegt de heer Biersteker, dat het dagelijksch bestuur met den districts-school opziener is vergaderd geweest en deze heeft medege deeld dat op andere plaatsen bij het le gedeelte van een vergelijkend examen den sollicitanten niet anders wordt aangeboden dan brood en koffie en bij het 2e gedeelte gewoonlijk een diner. Hij stelt voor om ook hier op dezelfde wijze te handelen. De voorzitter zegt, dat dit reeds in de vergadering van burgemeester en wethouders is bepaald, doch de heer Biersteker wenscht daartoe machtiging van den raad omdat in de vorige vergadering anders is besloten. Bij acclamatie wordt besloten de regeling te dezer zake over te laten aan hef dagelijksch bestuur. Daarna wordt de vergadering gesloten. Uit het thans verschenen verslag van de zitting der Eerste Kamer op den 4 blijkt, dat de 496 sedert 1884 aangekochte paarden geleverd zijn uit Noord- en Zuidholland 37, Zeeland 2, Noordbrabant 119, Gelder land 85, Utrecht 3, Overijsei 24, Groningen 199 en Fries- „Hoe onvoorzichtig U moet doodmoede zijn mevrouw „Volstrekt nietIk ben aan wandelen gewoon. Wanneer het u hetzelfde is, dan loopen wij." „Waarheen mag ik u brengen?" Zij noemde den naam van den deftigsten wijk der stad waar uitsluitend de hoogste adel woonde en zag, dat haar geleider haar daarop verrast aanzag. „Dan zijn wij weldra, waar u zijn moet", zeide hij opvallend terughoudend. „Wilt u mij een genoegen doen?" vroeg zij, plotse ling staan blijvend. „Wilt u het avontuur van dezen nacht vergeten Niet dat ik er mij over schaam", ging zij haastig voort, „ik ben mijne eigen meesteres, maar ik beb bemerkthoe u die onschuldige, kleine buiten sporigheid beoordeelt en zou niet willendat anderen evenzoo deden." „Van myn stilzwijgen kunt u verzekerd zijn 1" „Niet alleen dat. Ik wil ook niet dat gij weet waar ik woon bij den Prinsenweg scheiden zich onze wegen vandaar uit ken ik den weg wel." „Zooals u verkiest." „U zult dus geenerlei poging doen." „Wanneer het u geruststeltmevrouw ik heb nooit gehouden van zoogenaamde galante avonturen." „Oh zeide zij en iets als teleurstelling lag er in hare stem„dat verandert de zaak. Dus wij zullen elkander niet weerzien en niet herkennen Zij reikte hem de hand daar hij was blijven staan, nadat zij zich met een vluchtigen blik overtuigd had dat zij op bekend terrein was. „Slechts het laatste kan ik beloven „Daarmede ben ik tevreden. Goeden nacht en har telijk dank voor uwen ridderdienst." Hij bracht de hem toegestoken hand aan zijne lippenriep een voorbij rijdende vigelante aan en sprong er in. „Inderdaad dacht zij getroffen„hij ziet ook niet eenB naar mij om." En in stilte verwonderde zij zich daarover. Het huis waar zij aan de bel trok maakte reeds van buiten eenen voornamen indruk, die nog verhoogd werd, toen de vleugeldeuren openvlogen en de dame in de helder verlichte vestibule trad die met bloemen en beeld n rijk versierd was. „Mevrouw heeft gelast, Uwe Hoogheid te zeggen, dat zij in de blauwe salon op u wacht," zeide een ge land 27 stuks. De minister van oorlog merkte daarbij op, dat in enkele streken ingevoerde paarden aangeboden en gekocht en dus onder die getallen begrepen waren. Dit was op zich zelf niet zulk een groot bezwaar, maar het maakte het beeld eenigszins onzuiver. Den 4 is te Domburg het bouwen van een nieuw badpaviljoen aanbesteed. Laagste inschrijver was de heer J. J. Hoornstra te Bergen op Zoom voor f 38900. Den 4 werd te Amersfoort gehouden de derde jaar- lijkscfce algemeene vergadering van den Nederlandschen schutterij kaderbond. Het geldelijk overzicht over 1887/8 vermeldde in ontvangst f 2207.31 en in uitgaaf/2176.14|. Haarlem werd aangewezen als plaats voor de volgende algemeene vergadering. Den 5 ving de schietwedstrijd aan. Het kader van de dienstdoende schutterij te Pur- merend heeft bij den korpswedstrijd den eersten prijs behaald. Den 5 is tijdens den noordwestelijken storm en het onweer het rijnschip van schipper H. van Duijnen, geladen met houtbestemd naar Duitschland gesleept wordende door eene sleepboot, op de Waal tusschen Dodewaard en Deerd door den hevigen golfslag vol water geloopen en gezonken. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. De minister van oorlog heeft op het verzoek van deu heer K. Andriesse Iz., redacteur van het Centraal Blad voor israëlieten in Nederland, wonende te Amster dam om een onderzoek iu te stellen naar een door den dirigeerenden officier van gezondheid 3e kl. J. K. Stakman Ëossechef van het militair hospitaal te Haarlem genomen maatregel, krenkend voor belijders van den israëlitischen godsdienst, die hunne in het hospitaal verpleegd wordende betrekkingen wensohten te bezoekengeantwoorddat die zaak onderzocht was en dientengevolge door hem bevelen uitgevaardigd waren, waardoor aaD zijne rechtmatige bezwaren te gemoet werd gekomen. De dirigeerende officieren van gezond heid 3e kl. D. H. van Vierssen chef van het militair hospitaal te Leeuwarden en Stakman Bosse voor noemd te Haarlem zijn den 5 onderling van garnizoen verwisseld. Den 6 werd de 37 algemeene vergadering van de Yereeniging tot bevordering van fabrieks- en handwerks- nijverheid in Nederland te 's Gravenhage geopend door den voorzitter van het hoofdbestuur dr. J. Th. Mouton met eene rede waarvoor hij als onderwerp genomen had Herbert Spencer's „the man versus the State" (de mensch tegenover den Staat). Negen departementen waren vertegenwoordigd. Prof. Beaujon van Amsterdam, een der bestuursleden vau don Nederl. Werkgeversbond, gaf uitvoerige inlichtingen omtrent het ontstaan en de werking van dien bond. Op voorstel van den voorzitter werd den heer Beaujon dank gezegd voor zijne mede- deelingen; verder dank gebracht aan den burgemeester arn Amsterdam van wien het eerst het denkbeeld tot oprichting van dien bond uitging, en aau allen die be langeloos die pogingen steunden, en besloten de statuten van dien bond op te nemen in het jaarverslag der VereenigiDg en jaarlijks aan den bond gelegenheid te gevende namen van leden en begunstigers in dat verslag op te nemen. De Vereeniging besloot eindelijk zich als begunstigster van den bond te laten inschrijven. Met 34 tegen 10 stemmen werd besloten aan de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen de medewerking der afdeelingen toe te zeggen bij het door haar in te stellen onderzoek naar de werking van begrafenisfondsen. Bj de bespreking hierover werd medegedeelddat de Maatschappij voor Geneeskunde zich ook bij dit onder zoek wilde aansluiten. Met algemeene stemmen werd besloten, bij de regeering aan te dringen op wettelyke regeling van het leerlingstelsel en omals een bewijs galonneerde bediendemet eene diepe duiging tot de binnentredende. De jonge vorstin Arbanoff knikte, wierp haar mantel af en ijlde vlug naar het kleine blauwe salon, waar een oudere bloedverwant van haar, mevrouw von Bognadoff, op haar zat te wachten terwijl zij den tijd verdreef met het eten van koekjes. „Zijt ge ongerust over mij geweest, Mietze?'' vroeg Ferra, bereid om onrecht te erkennen. „Geen oogenblik! Waarom? Omdat je het in je hoofd kreegtom te willen gaan wandelen in plaats van te rijden Iedere vrouw heeft grillen en je bent oud genoegom te wetenin hoever je daaraan kunt toegeven „Nu ja", zeide Ferra lachend en zij wierp haren witten kanten doek dien zij in der haast nog in de hand bad gehouden, met eene nonchalante beweging op een nabijzijnden stoel, „dat was heel verstandig van je, lieve Mietze, maar ik ban het nog van Konstantijn gewoon, weet gij, dat hij ongerust over mij was, zoodra ik over mijn tijd uitbleef." Maria Paulownazooals zij heettetrok met eene tamelijk veelzeggende beweging de schouders op, schoof den trommel met koekjes op zijde haaldein plaats daarvanhet van gedreven koper vervaardigdrook- servies naar zich toe en begon met vlugge vingers eeue sigarette te draaien. „Wil je nog thee, Ferra?" „Ja wel. Buiten was het koel." „Je ziet er uit als eene roos 1" „Ik heb een avontuur gehad. Een werkelijk avontuur, Mietze." „Halt! Voordat je vertelt, maak 't je eerst wat gemakkelijk. Laat Jaqueline met de thee komen en verkleed je evendan praat het prettiger. Het zal dadelijk twaalf uur slaan, tot één uur hebben wij den tijd, eerder kan ik toch niet slapen." Ferra knikte. Een scherpe druk op de belhet kamermeisje verscheen, ontving de bevelen der dames, nam met eene lichte beweging den doek van den grond, die intusschen van den Bloei was gegleden en volgde hare meesteres naar den rechtervleugel van het huis die uitsluitend tot gebruik van vorstin Arbanoff was ingerichtterwijl mevrouw von Bogdanoff links woonde en slechts het blauwe salon neutraal gebied was. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 2