No. 98. Negentigste Jaargang. 1888. Een kind uit het volk. ZONDAG 12 AUGUSTUS. Prijs der gewone Advertentiën: EERSTE BLAD. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Het octrooi der Nederlandsche Bank verlengd. FBUILLETOIV. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door bet geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMv. COS. TEE ZOON. Ieder kent de Nederlandsche Bank en het ver trouwen dat zij binnen en buiten 's lands geniet. Vrij algemeen wordt daarenboven de uitnemende wijze erkendwaarop zij sinds de vernieuwing van haar octrooi zich gedurende 25 jaren van hare taak heeft gekweten en, zonder te uitsluitend op winst voor hare aandeelhouders bedacht te zijn, met lofwaardig beleid aan handel en nijverheid de diensten heeft bewezen waartoe zij geroepen is. Met 81 Maart 1889 zal het tijdperk eindigen waarvoor het octrooivroeger haar bij Koninklijk Besluit van 21 Augustus 1838 ver leend, laatstelijk door de wet van 22 December 1863 werd verlengd. De vraag deed zich daarom voor, of het raadzaam moest worden geachtdat de Staat opnieuw een verlenging toestond of naar een andere vennootschap behoorde om te ziendie haar kon vervangen of wel zelf de zaak moest ter hand nemen en een Rijksbank oprichten. Over die vraag heeft bij de Regeering evenmin groot verschil van gevoelen bestaan als in de Staten- Generaal. Zoowel het vorige als het tegenwoordige Ministerie gaf de voorkeur aan een verlenging van het bestaande bankoctrooi onder eenigszins gewijzigde bepalingen en in de Staten-Generaal was het aantal van hendie liever een Rijksbank hadden zien op richten of het daarmede althans wel hadden willen wagen onbeduidend. De goede naam, dien de Neder landsche Bank zich verworven had, maakte het overi gens geheel overbodigvoor het geval dat men van de oprichting van een Rijksbank afzag onderhande lingen aan te gaan met andere vennootschappen over de voorwaarden waarop aan haar de rechten en ver plichtingen der Nederlandsche Bank zouden worden overgedragen of welbij wijze van inschrijving, aan de meest biedende en te gelijk meest vertrouwbare maatschappij octrooi te verleenen. Tegen de oprichting eener Rijksbank kwam wel in de eerste plaats in aan merking het gevaar vaa politieke invloeden die aan het bankbedrijf ten eenen male vreemd behooren te blijven en zich toch zoowel bij de benoeming van bestuurders en commissarissen als bij de operatiëu der bank zouden kunnen doen gelden. Daarenboven was het gansch niet ondenkbaar, dat de Nederlandsche Bank, t ook al werd haar de bevoegdheid om bankbiljetten uit te geven en in omloop te brengen ontnomen 10) Mietze Bogdanoff, zooals zij familiaar genoemd werd, was een klein persoontje, met een geel Tartarengezicht en scherpe, zwarte oogen. Zij rookte den ganschen dag en zeide alles precies zooals het haar voor den mond kwam. Daarbij oefende zij eenen merkwaardigen invloed op hare omgeving uitdaar ieder warmer gevoel haar hart vreemd was zij voor niets en niemand eenige sympathie aan den dag legde en altijd even scherp vaak wreed haar oordeel uitsprak. Bij het leven van haren man, die aan verscheidene hoven als gezant was werkzaam geweest, had zij eene beduidende rol gespeeld, veel geintrigeerdmaar zich nooit gecompromitteerd. Nu leefde zij miu of meer teruggetrokken, aan het hof te D., maakte medewat haar bevielstond bij de hoogatgeplaatste personen zeer in aanzien, ofschoon zij ook tegenover deze menigmaal hare even scherpe als boosaardige opmerkingen niet achterwege hield. Konstantijn Arbanofl was haar neef geweest. Toen zij van zijn overijld huwel jk bet eerst had gehoord, had zij de schouders opgehaald en hem een gek genoemd toen zij echter Eerra zaglachend gezegd „ik be grijp alles Haar familietrots werd niet verder op de proef gesteld want de jonge vorstin gold overal voor eene nicht van Dimitrius Nasakoffdie haar in het klooster au sacré coeur had laten opvoeden van hare adoptie, haar verblijf in het paleis Arbanotf, van haar duister verleden had niemand een flauw vermoeden en Konstantijn Arbanofl behoefde Eerra daarover volstrekt niet bet stilzwijgen op te leggen het was toch voor haar reeds een donker punt, waarover zij nooit sprak. Teen vorst Arbanofl een jaar getrouwd was en toevallig hoorde, dat Bogdanoff voor eene staatkundige zending hare werkzaamheden als vrije bank zou voortzetten en met haar ondervinding, haar gevestigde inrichting, haar ervaren bestuur en verder personeel en haar ver worven vertrouwen voor de nieuwe Rijksbank een geduchte concurrent zou worden. Dit laatste bezwaar gold natuurlijk evenzeer tegen het verleenen van het octrooi aan een andere vennootschap. Toen nu het denkbeeld van de verlenging van het bestaande of wel het verleenen van een nieuw octrooi voor eenige jaren aan de vennootschap »de Nederlandsche Bank'' zoo beslist op den voorgrond trad bleef er eigenlijk niets anders over dan de regeling der voorwaarden waarop deze vennootschap hare werkzaamheden op den bestaanden voet gedurende een bepaalden tijd zou mogen voortzetten en wel inzonderheid de bepaling van het aandeel dat den Staat behoorde toe te komen in de door de bank te behalen winsten van de hoe grootheid van het kapitaal en van den tijd waarvoor het octrooi zou worden verlengd. De winsten door de Nederlandsche Bankgedu rende het met 31 Maart 1889 eindigende tijdperk gemaaktzijn zoo belangrijk geweestdat het al gemeen billijk werd geoordeeld voor het vervolg daarvan een redelijk aandeel aan den Staat toe te kennen. Over de hoegrootheid van dat aandeel liepen echter de meeuingen uiteen. Het was dan ook niet zoo gemakkelijk dit vast te stellen. Het groote voor deel dat de Staat aan de Bank verleentbestaat in de bevoegdheid tot het uitgeven en in omloop bren gen van bankbiljetten, die als wettig betaalmiddel in 's Rijks kassen worden aangenomen en slechts gedeel telijk door munt of muntmateriaal zijn gedekt. Onge twijfeld is een deel van de door de bank behaalde winsten aan dit privilege te danken maar voor een ander deel zijn die winsten verkregen door goed en voorzichtig beheerdaarenboven rust op de Bank naast enkele andere verplichtingen van minder ge wicht ook dezedat zij kosteloos moet medewerken tot de uitgifte en intrekking van muntbiljetten tot een bedrag van ten hoogste 15 millioen gulden. Ein delijk moet niet uit het oog worden verlorendat het niet het doel van den Staat moet zijn, door het verleenen van bijzondere rechten aan eenige bank zich een bron van inkomsten te openen. Het doel der geheele instelling is geen auder dan aan handel en industrie zoo mogelijk onder alle omstandigheden op niet te bezwarende voorwaarden het kapitaal te verschaffen, waaraan zij behoelte hebben; daarom mag ook winstbejag niet het hoofddoel zijn harer operatiën. Niet als er het meest verdiend kan worden maar iuzonderheid in moeielijke tijden, bij schaarschte van geld moet zij met hare hulp gereed staan. Wil nu de Staat met het verleenen van bijzondere bevoegdheden zich aanbot Petersburgsche Hof bevond, besloot hij, zijne jonge onervaren vrouw aan de handen der in de wereld geroutineerde dame toe te vertrouwen en haar aan het Hof voor te stellen. Maria Paulowna beloofde hem met genoegen hare hulp, want zij had er altijd van gehouden, met schoone protégées te schitterenofschoon zij er voor zich zelf nooit aan had getwijfeld, of dit was niet anders dan een voldoen aan een eigenaardige karakter trek. Kleingeestige afgunst kende zij niet. Op den avond van het hoffeest, waarop Perra voor de eerste meal aan de hoogstgeplaatste personen zou worden voorgesteldtoen zij reeds in groot toilet geheel en al in steenvosbont gehuld naast haren echtgenootin het rijtuig zatgingen de paarden op hol, stortte bet rijtuig om en kreeg Konstantijn Arbanofl zulk eene zware verwonding, dat hij, na een jaar aan het ziekbed te zija gekluisterd, eindelijk bezweek. Men bracht den zwaargewonde wiens jonge vrouw als door een wonder aan het gevaar ontsnapt was, in het paleis Bogdanoff, en nooit had Maria Paulowna den indruk vergeten dien haar hooge slanke gestalte in een toilet van met zilver gestikt lichtblauw atlas en het bleeke gelaat op haar had gemaakt. Konstantijn Arbanoff en Peter Paul Bogdanoff stierven in hetzelfde jaar. Zijne weduwe, die hem niet buiten gewoon sterk betreurde, hield zich eenen zomer in de liefelijk gelegen hoofdstad D. op waar zij reeds van vroeger nadere betrekkingen met het hof bezatzij wilde aanvankelijk ieder oogenblik heengaanomdat vele omstandigheden haar te kleinsteedsch schenen, ten slotte bleef zij daar toch hangen. Zij bezat eene groote villa voor zich alleen in het aanzienlijkste deel der staddie zij echter maar voor de helft bewoonde en toen zij nu langzamerhand wat meer op haar gemak gesteld begon te worden en eenigzins jichtig geworden was, viel het haar in een slapeloozen nacht in, dat het zeker aangenamer zou zijn, wanneer zij een jonge vrouw om zich heen had, van gelijken stand, die haar belang stelling inboezemdezij het dan ook dat die belang- aan eenige bank te veel verdienendan zou hij die bank in een niet gewenschte richting kunnen drijven en haar te uitsluitend naar winstbejag doen streven. Dit gevaar is bij de nieuwe regeling allerminst uit het oog verloren. De Staat heeft zich voor het vervolg een aandeel in de winsten voorbehouden, maar zeker een niet te ruim aandeel. Bedragen de winsten uiet meer dan 5 percent van het maatschappelijk kapitaal dan blijven zij geheel ten voordeele van de Bank bedragen zij meer, dan gaat van dat meerdere eerst 10 percent in het reservefonds, totdat dit 15 percent van het maatschappelijk kapitaal bedraagten verkrijgen overige de Staat en de Bank elk de helft, totdat het aandeel van de Bank in de winsten, behalve van het de vereischte aanvulling van het reservefonds, 7 percent van het maatschappelijk kapitaal bereikt Van hetgeen dan de 7 percent zou te boven gaan ontvangt de Bank 1J3 en de Staat 2/3. Een amendement om reeds wanneer het aandeel der Bank 6 percent zou bedragen, aan den Staat een grooter deel in het meer dere toe te kennen en wel niet 2/3, maar 3/4, terwijl 1/i aan de Bank zou blijven werd verworpen. Het aandeel van den Staat in de winsten der Bank ver valt geheelwanneer ook aan een andere bank mocht worden vergund bankbiljetten uit te geven eu in omloop te brengen of wanneer de Staat voor meer dan 15 millioen aan muntbiljetten mocht uitgeven. Het maatschappelijk kapitaal van de Bank bedraagt thans 16 millioen gulden Volgens de nieuwe rege ling zal het 20 millioen bedragen. Voor die ver- grooting werden weinig overtuigende redenen aange voerd zij is niet in het financieel belang van den Staat, en een voorstel om het maatschappelijk kapitaal op het tegenwoordig bedrag te behouden werd met een meerderheid van slechts ééue stem verworpen. Toen aldus de vergrooting van het kapitaal vaststond, deed zich de vraag voorwie over de nieuwe aan deden tot een gezamenlijk bedrag van vier millioen gulden zou kunnen beschikken. De Regeering stelde voor die aandeelen ter beschikking te stellen van de tegenwoordige aandeelhouders der Bank, in verhouding tot hunne aandeden, voor hun nominaal bedrag, tegen een uitkeering van */4 daarvan, alzoo van één millioen aan den Staat. Ook tegen deze bepaling bestond bij velen bezwaarmaar een voorstel om de vergrooting van het maatschappelijk kapitaal eenvoudig uit 's lands kas te doen geschieden en de nieuwe aandeelen dan ook aan den Staat te gevendie ze naar gelang van omstandigheden bij gunstige gelegenheid zou kunnen verkoopen vond al wederom geen genade bij de meerderheid. De Regeering had voorgesteld het tijdperkwaar voor de nieuwe overeenkomst met de Nederlandsche stelling veeleer van eenen negatieven aard waswat betrof gemoedsaandoeningen en gevoelsuitingen, die zij haar leven lang niet anders had gebruiktdan om er proeven mede te doen, en, evenals iemand die zich met de vivisectie bezig houdtaan hare oorzaken en wer kingen het hart op te halenzonder ooit haar tol daaraan te betalen. Het resultaat van dien slapeloozen nacht was eene uitnoodiging aan Eerra Arbanoff. „Je bent weduwe', schreef zij haar, „jong, schoon en rijk. Het zou onzin zijn je man langer dan drie jaren op je buiten „Eólécité" te betreuren het leven heelt rechten op je, gij hebt rechten op het leven. Met het oog op je jeugd kunt gij je echter nergens zonder gezelschapsdame vertoonen zonder je verdacht te maken. Kom bij mij. Het hof te D. is wel geen volmaakt Eldorado, maar toch aangenamer dan de rus- sische steppen. Je kunt blijven, zoolang je wilt. Laat je juffrouw van gezelschap heengaan, bestel toiletten bij Wörth; de heitt van mijne villa staat tot je beschikking. Breng je kamermeisje mede. Wij zullen elkander niet geneeren eikander volkomen vrijheid laten geen ge dwongenheid, maar ook geen overdreven gevoelsuitingen. Wij zijn beiden alleen en kunnen als goede vriendinnen met elkander samenwonendat is voor ons beiden aangenamer. Heb je er lust in, meld mij dan den dag van je aankomst per telegram." Maria Paulowna twijfelde er geen oogenblik aanof Eerra zou de haar gezonden uitnoodiging aannemen en zij vergiste zich daarin niet. Sinds drie dagen bevond zich de jonge vorstin te D., in de villa en onder de vleugelen van mevrouw van Bogdanoff. Zij was met hare twee eu twintig jaren wat rjper en vollerbijna nog schooner gewordenen haar oudere bloedverwant kon een uitroep van voldoening niet weerhouden, toen zij haar terugzag. Zj had de overtuiging dat Eerra's verschijning een storm zou doen losbreken, al was het dan ook maar een storm in een glas water, toch was het prettig, om er naar te kijken en Maria Paulowna verlangde vurig naar eenige ontspanning.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 1