DRUKFOUTEN. fiittttenlftub. Bank werd aangegaan, te bepalen op 20 jaren; door de Tweede Kamer werd zonder ernstige bestrijding der Regeering dit tijdperk gesteld op 15 jaren. On getwijfeld een verbeteringmaar een andere bepaling, omtrent de verhouding tusschen de Bank en den Staat na dit tijdsverloop bleef ongelukkig onveran derd. Volgens de wet van 1863 vervalt het tegen woordig octrooi met 31 Maart 1889, zoodat Staat en Bank volkomen vrij worden en zijn beide ge neigd zich opnieuw te verbindende geheele zaak tijdig een voorwerp van bespreking en onderhandeling moet wordengelijk dan ook is geschied. Aldus moest ook weder over het geheele bankoctrooi openlijk tusschen de Regeering en de Kamers van gedachten worden gewisseld. Nu is het zeker waar, dat bank zaken vastheid noodig hebben en niet te dikwijls aan verandering en nieuwe regeling ouderworpen moeten worden maar wanneer dit b. v eenmaal om de vijftien jaren geschiedtkan het zeker geen kwaad. Het verleenen van bijzondere bevoegdheden door den Staat aan eenige bank is inderdaad grootendeels een zaak van vertrouwen men moet ondervinden, hoe de bank hare taak in het belang van handel en nijverheid vervultvan die ondervinding moet het al of niet verlengen van het octrooi afhangen, en het is goed dat ook de bank dit beseft. Thans echter is bepaald, dat na verloop van 15 jaren de bestaande regtiing telkens opnieuw voor tien jaren zal worden verlengd, tenzij door de Regeering of door de Nederlandsche Bank ten minste twee jaren vóór het einde van het loopende tijdperk door opzegging blijk is gegeven van ongeneigdheid tot die verlenging. Alzoo bestaat er geen zekerheiddat de geheele bankzaak na 15 jaren op- nieuw in openbare behandeling komteen Regeering, daartoe weinig geneigd, met den bestaanden toestand niet ontevreden en misschien met andere zaken van gewicht belastkan de opzegging nalaten. Daarfttn moet het onzes inziens worden betreurddat een voorstel om het octrooi eenvoudig voor 15 jaren te verleenen, zonder meer, bij de meerderheid geen ge nade heeft kunnen vinden. Over het algemeen geeft de behandeling der bank- wet in de Tweede Kamer, inzonderheid de beslissing over de amendementen ons den indruk dat de re- geeringspartij aan het Ministerie een volkomen goed keuring van zijn ontwerp heeft willen doen ten deel val len en daarom over enkele bezwaren is heengestapt, die indien zij tegenover een ander Ministerie geplaatst ware geweest, waarschijnlijk uit den weg zouden zijn geruimd. De houding, door de Standaard aanvankelijk tegen het ontwerp aangenomen, bevestigt dit vermoeden. Gelukkig is de Nederlandsche Bank geen onbekende en bestaat er alle grond om te verwachten dat zij gedurende het nieuwe tijdperk van 15 jaren hare taak op even loijale wijze zal vervullen als tot nog toe het geval was en niet vóór alles en tot eiken prijs jacht makende op winst, maar doordrongen van het gewicht harer roeping, inzonderheid de belangen van handel en nijverheid zal blijven behartigen, prijs stel lende op haar goeden naam en de eer van haar ver leden niet verzakende. In het laatste artikel over »Het Landbouw verslag" in ons nummer van Zondag 5 Augustus 11., komen twee drukfouten voor, die herstelling behoeven. Daarin wordt gezegddat onze boter in Indie wordt ver drongen door de Buitsche. In plaats van de Buitsche gelieve men te lezen de Beensche. Voorts staat er Zij had met hare scherpe oogen in de zes en dertig uren, die, na Ferra's aankomst verloopen waren, haar karakter reeds geheel doorzien en zij was nieuwsgierig hoe al de door haar ontdekte eigenaardigheden onder haar oogen en in de hoflucht zich zouden ten toon spreiden. Morgen moest Ferra de eerste proef doorstaan. Zij verheugde zich reeds by voorbaat op het zien van de gezichten van prins Dagobert en prinses Sibylle aan het gefluister en de verbazing der hovelingen terwijl zij dichte, blauwe tabakswolkjes naar het plafond blies, waaraan eene groote kristallen kroon hing, waar van echter niet meer dan twee pitten waren aange stoken. Intusschen trad Ferra weder binnen. Zy had het rijke avondtoilet met een turksch negligé verwisseld en het rossige haar vloeide vrij over schouders en hals. Mietze Bogdanoff zag haar onderzoekend en met half gesloten oogen aan als een bezienswaardig kunstwerk. „Bravo zeide zij dan ook, „je ziet er voortreffelijk uitFerra. Na morgenavond zal menigeen mij om deze tête a têtes met je benijden." I'erra lachte, wierp zich in een stoel en drukte de wang tegen het blaauw zijden bekleedsel. „Ik mag anders sedert van avond wel een minder hoogen dunk van mij zelve hebben." „Hoezoo „Vertelde ik je niet van een avontuur? Ik heb daarbij al zeer weinig indruk gemaakt." Zij dronk haar kopje thee met kleine slokjes leeg en glimlachte weder. Het bewustzijn van den indruk van hare persoonlijkheid zat haar zoo in merg en bloed door de aanbidding van wijlen haren ouden gemaal, dat deze schijnbare nederlaag haar slechts amuseerde. Daarop begon zij te vertellen. „En hij keek niet eens meer naar mij om", herhaalde zy met nadrukschoof haar kopje op zijde en stak eveneens eene sigarette aan „ofschoon het toch altijd eene interessante positie was. Vindt je nietMietje „Dat is juist iets voor Rommingen lerra sprong op, de sigarette vloog op den gronden smeulde daar voort. dat in Friesland onder de landbouwers het aantal eigenaars in verhouding tot dat der huurders toeneemt. Het moet, helaas zijn, afneemt. Den 9^ zijn de leden van „the Holland Society of New-York", boliaadsche amerikanendie een be zoek kwamen brengen aan het land hunner voor vaderen, per stoomschip Amsterdam te Amsterdam aangekomen. Zij waren den 28 Juli op reis ge?aan en hadden een zeer voorspoedigen overtocht gehad. Alleen waren zij tengevolge van dikke mist den 8 eenige u>-en voor den wal stil moeten blijven liggen. Even voor Maassluis werden zij verwelkomd doorheen der directouren van de Ned. Amerik. stoomvaartmaat schappij die op hot stoombootje Spido met een paar vertegenwoordigers der amsterdamsche en rotterdamsshe pers en een klein muziekkorps, dat eerst een ameri- kaansch volkslied, daarna het „Wien Neerlandsch bloed" en „het Wilhelmus" speelde, de boot te gemoet was gegaan. Zoodra de boot te Rotterdam kort vóór vijven aan de aanlegplaats was aangekomengingen de 45 gasten in twaalf open rijtuigen naar het station van den Rijnspoorweg, van waar zij per eitra-trein naar Amsterdam vertrokken. Te 7 uren kwamen zij daar aan alwaar zij door een drietal leden der commissie ontvangen werden. Zy verblijven in Brack's Doelen en het Rondeel. Den 10 brachten zij een bezoek aan het stadhuis, waar zy ontvangen werden door den burgemeester en in de raadzaal bezichtigden eene keur van prenten en teeke- ningen, op Nieuw- en Oud-Amsterdam betrekkelijk en een en ander, dat uit het archief ten toon gesteld was. Vóór hun vertrek van boord hadden zij het volgende besluit genomen „In eene vergadering van de „Holland Society of New-York", gehouden aan boord van het stoomschip Amsterdam, etoomende dwars van Brighton, Engeland, 8 Aug. 1888, werd het volgende besluit, voorgesteld' door den eerwaarden J. Howard Suydam, doctor in de godgeleerdheid, eenparig aangenomen: „Besloten dat de „Holland Society" aanteekening houdt van hare daakbare waardeering der behandeling, genoten gedurende de tegenwoordige reis van de ver tegenwoordigers der Noord-Amerikaan3che Stoomvaart- Maatschappij en van Kapitein Bonjer en de offlcieren van de Amsterdam bijzonder voor het vrijhouden der kajuit tot onzen dienst voor de verscheidenheid en den overvloed van voortreffelijk toebereide spijzen voor de onverbeterlijke bediening voor de onveran derlijke beleefdheid, getoond door de officieren en min dere schepelingen voor het bestendig tegemoetkomen aan al onze behoeften en geriefelijkheden. „Voorspoed aan de Stoomvaart-Maatschappij „Vrede en veiligheid aan de officieren en de beman ning^ in het vervullen hunner gevaarvolle plichten „Lq allo zegeningen over hunne vrouwen en kinderen tehuis." In den avond van den 10 had, naar de N.Rott. Ct. meldt, eene receptie.plaats door het comité van ontvangst in het Amstel Hotel die kort duurde, aangezier er slechts door drie heeren het woord gevraagd werd maar niettemin luisterijk was. De ruime eetzaal, die op den Amstel uitzicht geeft was kwistig met dundoek behangen, waarvan de amerikaansche en nederlandsche vlaggen de hoofdtoon vormden terwijl groen en bloe men overal waren aangebracht. Onder de muziek van een klein korps, acbter heesters verborgen, vulde zich de zaal tusscbeu half negen en negen uur met een uitgelezen schaar dames en heeren onder wie de bur gemeester Van Tienhoven de wethouders Driessen en Westenberg, alsmede de Amerikaansche gezant, de heer Roosevelt. De secretaris der commissie, de heer Cazand van Staphorstheette de aanwezigen uit naam der commissie welkom. Hjj zeide dat men het hier op hoo gen prijs stelt, dat the Holland Society telkens blijk „Wat! Ken je hem? En dat zeg je me nu eerst?" Nu Ja, nu je klaar bent „Lang, slank, elegant, bruinblond „Ja, ja 1 Overigens ban alleen iemand als Rommingen zoo netjes zijn in hetgeen hij doet." „Alleen iemand als Rommingen „Detlef graaf RommingeD, Erdenflueb, adjudant van prins Dagobert." „Ha Het was blijkbaar een uitroep van voldoening, die den rooden lippen ontsnapte; zij lag weder iu haren stoel en had eene nieuwe sigarette tusschen de tanden. „Kun je mij niet iets van hem vertellen, Mietze „Hij heeft volstrekt niet mijne bijzondere sympathie", bekende mevrouw van Bogdanoff. „Altijd terughoudend, altijd onberispelijkaltijd vormelijk zulke mannen zijn lastig en strenge rechters over alles, wat niet past in hun zedenwetboek. Zij beoordeelen ons geslacht slechts naar de dengden, die het bezit en nemen liever groote voeten, dan eene of andere kleine pikanterie mede op den koop toe. Rommingen herinnert mij altijd aan een heilige. Ik geloof, dat de eenige vrouw die hij ooit heeft liefgehadzijne grootmoeder was en naar dit toonbeeld zoekt hij iu het tegenwoordig geslacht zijn tweede ideaal." „Zoo'n knap man „Ja en aan het Hof zoo goed aangeschreven dat mijn goede vriend Neukirch er vaak jaloersch van is: Goeden nacht, Ferra Maria Bogdanoff stond op en ging naar hare ver trekken aan den linkerkantzij was uiterst nauwgezet in hare gewoonten. De jonge vorstin bleef nog wat zitten en keek strak in het uitdoovende vuur van den haard. Misschien droomde zij van het succes en de triomfen, die de naaste toekomst haar zou brengen. X. Het paleis van den regeerenden vorst bleef jaar in jaar uit somber en eenzaam. Hertog August Tbeodoor was altijd een kluizenaar geweest. De jaren en ver geeft van gehechtheid aan Nederland, en was bet hier de gewoonte eereburgers te kiezen, ongetwijfeld zouden de leden dezer olub daaronder behooren. In plaats bieden wij u gaarne de vriendschapshand en spreken daarbij den wenscb uitdat de bestaande vriendschap steeds heohter en sterker moge worden. Wij wenscben het verblijf alhier u zoo aangenaam mogelijk te maken, en hopen, dat gij bij uw vertrek de aangenaamste her inneringen aan Nederland ons aller bakermat moogt medenamen. De teer Geo. W. van Siclen dankte uit naam van de club het comité voor de gastvrijheid hun geschonken. Wel was de hollandsche gastvrijheid algemeen bekend, doch eene ontvangst als die der club bereid was, daarop bad men niet gerekend* Hij verzekerde dat alle Ame rikanen, hier aanwezig, waren gekomen uit pieteit voor et land waaruit zij afstammen. Wel kwamen zy uit een land van goud en zilvervan olie enz., doch niet om bandelsrelatiën van welken aard ook zeide hij komen wij over; het zijn de beginselen van vrijheid die daartoe aanleiding geven en aantrekkelijkheden aan bieden. Vrije godsdienst en vrijheid van onderwijs, dat daukte Amerika aan Nederland, Nederland is voor ons heii g0 grond, hier is ons huis, hier woonden onze voor- vaderen, en, met het oog op beider vlaggen, die zooveel overeenstemming van kleuren hebben, eindigde hij met den wenschdat die eenheid van klenr het symbool mocht zijn en blijven van de eendracht en liefde die er bestaat tusschen Nederland en de afstammelingen aan de overzijde van den Oceaan niet alleen, maar ook van beide staten onderffng. Professor Asser dankte den heer van Siclen voor zijne goede woorden. Hij deed uit komen datal is de politieke toestand tusschen beide staten ook verschillend, hier een monarchale regeerings- vorm, daar eene republiek, wij toch tot denzelfden stam behooren die de banier der vrijheid steeds hoog beeft gehouden. Als een bewijs van oude vriendschap tus schen Ataerika en Nederland herinnerde hij aan het teit uit den onafhankelijkheidsoorlog met Engeland, dat de burgemeester van Amsterdam toen ter tijd reeds een handelsverdrag met de Amerikanen wilde sluiten. Hij dankte den heer Roosevelt voor zijne tegenwoordigheid en sprak de hoop uitdab het gelukken mocht goede tractaten tusschen beide staten te sluiten. Hier komen wij om een verdrag van vriendschap te sluiten, en wij hebben daartoe het recht, aldus eindigde de professor, omdat wij beiden leven voor onze tradition wij voor de onzegij voor die van het land van Washington Lincoln FrankünEdison. Die vriendschapsband zal zeker een zegen zijn voor beide volken. 1'anfares volgden op deze hartelijke woorden. Men bleef daarna onder bet genot van verfrisschende dran ken die zeer welkom waren bij de tropische warmte nog eenigen tijd bijeenwaarna een bezoek werd ge bracht aan het café Krasnapolsky. Het programma der leden van de Holland Society door den heer Geo. W. van Siclen samengesteld luidt als volgt Zaterdag 11 Augustus, 10 uur. Bezoek aan het genootschap Natura Artis Magiatra 3 uur bezoek aan de Lniversiteitsbibliotheek. Zondag 12 Augustus wordt op Engelschedoch niet minder op oud-vaderlandsche wijze, alléén aan de kerk gewijd. Maandag 13 Augustus: Bezoek aan de stad Leiden, waar de Holland Society ontvangen wordt door „de 3 October-Veieeniging." Dinsdag 14 Aug. Stoomboottocbt naar Marken of Hoorn. Woensdag 15 Aug. Bezoek aan 'a Gravenhage en Delft; ontvangst door het plaatselijk comité, en dejeuner bij den heer mr. Levysohn Norman, bezoek aan het Huis ten Bosch Mauritshuis enz. Diner in het Kur- haue te Scbeveningen. Terug naar Amsterdam. Donderdag 15 Aug.: Bezoek aan Rotterdam. Water tochtje Daar Dordrecht en Briellediner in den Dierentuin te Rotterdam. scheidene familiegebeurtenissen die hem diep hadden geschokt, hadden die neiging steeds meer bij hem ver sterkt. Hij hield de regeeringszaken met groote nauw gezetheid by, werd door zijn volk ten hoogste vereerd, maar niemand kreeg hem te zienalleen een zeld zame keer zijn neefniettegenstaande dezedaar August Tbeodoor ongetrouwd waszijn vermoedelijke opvolger was. In zijne ledige uren hield hij zich met sterrenkunde bezigen bij alle feestelijkheden aan het hof zond hij eenen plaatsvervanger in den per soon van zijnen ouden hofmaarschalk. De eenige die zich door hem niet de deur liet wijzen was prinses Sibyllewanneer zij zich gerechtigd achtte om zich over haren echtgenoot te beklagen, wat ronduit gezegd maar al te veel voorkwam en waarmede de re- geerende vorst niet dan zeer ongaarne werd lastig ge vallen. En al moest by meestal prins Dagobert ongelijk geven voor de prinses had bij evenwel niet de minste sympathie. Nu en dan maakte hy wel eens eene kleine zinspe ling daarop tegenover zijn neef, wanneer hij hem op niet al te straffen toon poogde de les te lezen maar de priDS lachte dan gewoonlijk en zeide, terwijl hij de schouders ophaalde: „Wat er aan te doen oom Zij had geld en geld is bij ons altijd heel schaarsch geweest. Ik draag mijn juk in lijdzaamheiddat ik het wel eens tracht te verlichten wie zal mij dat kwalijk nemen Niemand nam het hem dan ook kwalijk, integendeel, prins Dagobert werd veel meer bemind en geëerd, dan hij eigenlijk verdiende. August Theodoor bewoonde bet kolossale, maar een voudige sloteen eeuwenoud gebouw uit verweerde steen, met ontelbare rechtlijnige vensters, zonder balcons en torens. De jongere leden van het geslacht daaren tegen woonden in het nieuwe slotdatin roodachtige zandsteen opgetrokken met zijn rijk beeldhouwwerk zijne ijzeren wapensverguld hekwerk er zoo elegant en weelderig uitzagals de menigte die met ver baasde en eerbiedige blikken dagelijks er naar stond te kjjken het maar wenschen kon. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 2