No. 106.
N
egentigste Jaargang.
1888.
V R IJ D A G
31 AUGUSTUS.
Een kind uit
Prijs der gewone Advertentiën:
©ffitfiëel (Bcbccltc,
Suüeul&uö
FEUIXjIjETON".
i&ittnenlauft.
Tweede Kamer,
^tocuibootveerdfeust Enkliuizeu—Stavoren.
ALKNAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Eer regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
r
li
De heer W. J. HOFDIJK is den 29, op
72jarigen leeftijdte Arnhem overleden. Wij
komen in een volgend nummer hierop teiug.
De BUBGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
maakt bekend dat wegens uitstedigheid van den ijker,
chef van dienst het IJKKANTQQR op den 3 en
5 September 1888 voor het publiek zal geslo
ten zyn.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd
30 Aug. 1888.A. MACLAINE PONT.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le helft der maand Augustus 1888
tBeumer, Amsterdam S. van der Bergr
Van W a r m e c h u i z e n
S. Swaan Barsingeriiorn.
Verzonden geweest naar Duitschland:
Th. Hafner, Blindendorf.
IMaar Frank r ij k
Van Hoogwoud:'! Dinkla, La Koebelle.
BELGIE. De lord-mafor vau Londen, de heer de
jiveijser, heeft eeD bezoek aan zijne geboorteplaats Ter-
monde gebracht, waar hij met groote geestdrift door de
inwoner» en taf vau personen uit den omtrek ontvangen
werd. Op een bij die gelegeaheid gegeven feestmaal
werd hem door den burgemeester medegedeeld dat de
Koning van Belgie hem het grootkruis der Leopolds
orde verleend had.
Eenige leden der Holland Society zijn den 27 en 28
te Antwerpen door de holiandsche club uitstekend ont
vangen.
DcJITSCHLAND. De Staatsecuract bevat de
briefwisseling, weike met de aftreding van maarschalk
von Moltke in verband staat. Op -3 dezer verzocht
deze om ontslag, daar hij wegens zijn hoogen ouderdom
nieL meer te paard boa stijgen. De Keizer antwoordde
den 9, dat het voor hem en het leger eene smartelijke
gedachte was, den man, door wiens beleid het duitsche
leger zulke schitterende overwinningen behaalde, niet
meer op zijn post te sien. Niettemin wilde bij hoe
ongaarne ookaan het verzoek van den maarschalk
geen weerstand bieden doch verzocht hem ter wille
van het vaderland en het leger, den post te aanvaarden
van voorzitter der commissie voor de landsverdediging,
sedert het overlijden van Keizer Erederik onbezet ge
bleven.
De gemeentebesturen zijn aangeschreven om al
hunne zcrgen te wijden aan het op den 2 in het geheele
rijk gevierde wordende Sedanfeest en daaraan een
ongehoorden luister bij te zetten.
De heer von Bennigsen is benoemd tot opperpresident
der provincie Hanover.
ENGELAND. De suikerbijeenkomst heeft den
'27 den tekst der overeenkomst voor goed vastgesteld.
FRANKRIJK. Boulanger's hoofdorgaan, de Presse,
is zeer ingenomen met het artikel der Nordd. Allg.
Zeitung over den generaalwant voortaan hebben zijne
tegenstanders thans geen recht meer voor de bewering,
dat Beulanger den oorlog beteekent.
ITALIË. De minister president Crispi is na zijne
aankomst te Milaan onmiddellijk naar Manza vertrokken,
om den Koning de uitkomsten zijner reis mede te deelen.
TURKIJE. In antwoord op het schrijven der Porte
heeft graaf Kalnoky verklaarddat Oostenrijk geen
rechtstreeksch belang bij Massowah heeft en in vriend
schappelijke verhouding tot Italië verkeert zoodat het
geene bedenking heeft tegen het stellen van oosten-
rijksche onderdanen onder de italiaansehe rechtsmacht.
Prins Bismarck antwoordde, dat Duitschland de vraag
van Italië s recht ter zijde liet doch de handelingen
dier mogendheid niet wilde belemmeren.
Zoowel graaf Kalnoky als prins Bismarck wezen op
de goede verstandhouding tusechen Duitschland, Oosten
rijk en Italiëen gaven aan de Porte den raad niet
verder aan te dringen.
Da 'neer Goblet heeft te kennen gegeven, dat
Frankrijk zich volkomen bij het schrijven der Porte
aansloot.
Engeland Rusland en Italië hebben nog niet ge
antwoord.
ZUID-AFRIKA. De opstand in Zoeloeland is
geëindigd. De enge'sche troepen ontruimen hunr.e
posten maar te Ceza blijft voorloopig een detachement
infanterie gevestigd.
STATEN-G-ENERAAL.
Bij het afdeehngsonderzoek van het wetsontwerp tot be
krachtiging eener overeenkomst met de Holiandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij betreffende den stoombootveerdienst Enk-
nuizen—stavoren werd van verschillende zijden gewezen op de
traagheid, waarmede deze zaak door de regeering behandeld
was die dit wetsvoorstel eerst had ingediend op het oogenblik,
dat de Jvamer uiteen zou gaan.
In eenige afdeelingen kon men zich in hoofdzaak wel ver
eenigen met de overeenkomst. Zij biedt het voordeel aan, dat
reeds eene derde boot voor goed in dienst zal komen, dat anders
eerst in 1891 zou geschieden.
Eene derde boot was volstrekt noodig. Tegen de verlengin"
der overeenkomst bestond buitendien te minder bezwaar, omdat
bij eene openbare aanbesteding geene gunstiger voorwaarden
bedongen zouden kunnen worden en de Holl. IJz. Spoorwegm.,
J daarvan overtuigd, ook nu voor eene som
van 50000 in de kosten blijft bijdragen.
In andere afdeelingen was men, voor zoover men zich over
de zaak uitliet, minder gunstig gestemd voor het voorgedra
gen ontwerp.
Indien t waar mocht blijken, dat de regeering van haar recht,
uit de overeenkomst voortvloeiende om telkens eene geschikte
reserveboot te kunnen vorderen, en dus ook de Prins van Oranje
daarvoor te mogen afkeuren, afstand had gedaan, werd er teen
opgekomen, dat de regeering dit recht uit de handen had be
geven.
Volledig wenschte men opgehelderd te zien, wat met de
aanneming dezer boot tot reserveboot geschied is.
Over de geschiktheid dier boot werd minder gunstig gedacht.
Daarom werd de wenscli geuit, dat de regeering voortaan
openbaar bekend zou makenwanneer de reserveboot in den
dienst voorziet, opdat men niet meer als eene verrassing de
reserveboot te Enkhuizen of te Stavoren vindt, doch ieder
reizigervóór hij de reis aanvangtkan beslissen of hij van
die boot wil gebruik makendan wel een veiliger wee nemen.
Verder waren er leden, die zich met het voorstel niet konden
vereenigen, omdat zij het onnoodig achtten, dat ten behoeve
van den tegenwoordigen aannemer werd afgeweken van den regel
van openbare aanbestedingalsmede omdat de aannemer van
het stoom bootveer reeds in verschillende opzichten was bevoor
recht, doordien de hand was gelicht met de bepalingen der
overeenkomst.
In meer dan eene afdeeling was men van oordeel, dat het
toezicht op het veer moest geschieden door den raad van toe
zicht op de spoorwegen.
Wat de goederen betreft, had men geene zekerheid, dat zij
den dag der aankomst nog verder vervoerd werdenwaarin
nu voor dit vervoer gebruik gemaakt moet worden van andere
minder snel varende gelegenheden, groot nadeel voor den groen-
tenbandel met de provincie Groningen gezien werd
Hiertegen werd in het midden gebracht, dat de ondernemer
van het veer in deze niet te kort was gekomen.
"sinister van waterstaat heeft bij besluit van
den 20 aan de beeren N. Bedeker Bisdom c s. eene
voorloopige vergunning verleend voor de indijking en
droogmaking van het YVieringermeer, op den grondslag
van het door hen overgelegd voorloopig ontwerp. De
eind-vergunning voor de indijking en droogmaking zal
worden verleend indien vóór of op I Januari 1890
uoor beu a. zijn ingezonden
1 een volledig uitgewerkt ontwerp, in verband met
de hun medegedeelde opmerkingen
2°. de door Ged. Staten van Noordbolland goedge
keurde overeenkomsten met de ter zake van afwaterings-
ot andere belangen bij de onderneming betrokken
gemeente- en waterschapsbesturen
bet bewijs, dat de voor de uitvoering van hefc
werk noodige gelden verzekerd zijn.
3. gestort is een waarborgkapitaal, ten bedrage van 3
pet. der geraamde kosten ten bedrage van 250,000.
Den 27 en 28 zijn te Amsterdam 4 van dé
zes-ien voor de hoofdakte geëxamiueerden geslaagd
waaronder P. van Son te Zaandam.
- DfQ 28 hf8.ft de te Amsterdam vergaderde
W erkhedenvereemging Patrimonium in beginsel met 91
tegen 8 stemmen besloten, een eigen weekblad uit te
gevenonder den naam van Patrimonium christelijk-
fsociaal weekblad voor Nederlandin plaats van het vroeger
verschenen orgaan der Vereeniging en van de Werk-
18)
s>Gij weet l we Hoogheid, de heeren zoeken, na
iedere feestelijkheid altijd hunne club op, daar hoorde
Erdmann gisteren avond den schilder Laudin spreken
.-an eene bijna ongelootelijk treffende gelijkenis van
vorstin Arbanoff met eene dame uit Parijs van minstens
twijfelachtige reputatie. Laudin kon er maar niet over
nifc, zoozeer had dit wonderbaarlijk spel van het toeval
hem getroffen.
„Onmogelijk, lieve Nobbe
„Onmogelijk om in deze zaak eenig verhand te vinden
of ook maar te vermoeden, dat meende Erdmann ook,"
ging de hofdame voort, „en hij verbood den schilder ér
verder over te spreken. Het zou toch in ieder geval
sommigen kunnen doen twijfeleneen gerucht vindt
zoo licht ingang. Nu mevrouw von Bogdanoff hare
nicht aan het hof heeft voorgesteld en Zijne Hoogheid
de vorstin met zooveel onderscheiding behandeld heeft,
zouden de gevolgen van zulke praatjes verre ven aan
genaam zijn."
„Hm merkte de prinses peinzend op terwijl zij
strakmet groote oogen naar den Christuskop keek
een prachtig schilderstuk, dat in eene fraaie lijst boven
hare schrijftafel bing. „Er gebeuren wonderlijke dingen
Buitenlanders 1 Russen! Gij begrijpt mij we),Amanda."
„Uwe Hoogheid zal toch aan die praatjes geen geloof
slaan vroeg freule von Nobbe uiterst verschrikt!
„Dat wil ik nu juist niet zeggen. Maar wij zullen
zonder opzien te verwekkenhaar stamboom haar
vroeger leven trachten uit te vorschen ik ontken het
nietAmandaik houd mijne kringen gaarne vrij van
twijfelachtige elementen, dat is mijne plicht, te meer
daar de prins helaas in menig opzicht weinig vaste
beginselen bezit. Overigens heeft vorstin Arbanoff
hoogsc vrije manieren dat pleit niet voor haar. üw
broeder ben ik voor dien wenk iutusschen van harte
dankbaar; «eg hem, dat ik voor iedere verdere in-
liciting dienaangaande bem ten zeerste erkentelijk zal
zyn. wij moeten strijden mei dezelfde wapenen, waar-
mede men ons tegemoet treedt. OWaar waar
is geluk en vrede te vrinden
Zuchtend drukte da prinses het hoofd weder in de
kussens en sloot afgemat de oogen. Eraule von Nobbe
trok zacht de gordijnen dichtdie het vertrek in een
groen schemerlicht halden, en verliet even zacht de kamer.
Tot groote ergernis van prinses Sibylle bleef de
sneeuw voor zoover die voor hot verkeer niet moest
worden opgeruimd, liggen in schitterende pracht, het
was bovendien heerlijk, niet al te scherp koud, vriezend
weder, prins Dagobert, die als volmaakt man van vormen,
al was het ook niet van harte, in het eerste uitstel had
toegestemd, liet nu in de grootste haast de eerste toe
bereidselen maken en op den bepaalden dag naderden
uit alle hoeken der stad de sierlijke sleden naar het
slotplein, waar op verlangen van den prins de deelnemers
bijeenkwamen.
De heeren, in hunne pelzen gehuld, de dames even
zeer in zwaar donker, wintertoilet boden een schilder-
achtigen aanblik. Menig gezichtje keek vrijmoedig lachend,
onder den Rembrandt-hoed naar haar begeleider op
dien het lot haar had toebedeeldmenigeen wendde
zich met een stillen zucht af, wanneer de naam op de
loten, die in eene groote antieke vaas lagen, waaruit
door ieder deelnemer een moest worden getrokken
niet geheel met hare geheime wenschen strookte.
De prins had het zoo geschikt; de uitvoering daarvan
verschafte hem veel genoegen hij schertsteplaagde
troostte, condoleerde, naar het gelaat van de betreffende
persoon uitdrukte en keek tevens voortdurend uit naar
de fraaie slede, die mevrouw von Bogdanoff toebehoorde.
Eindelijk klonk het getrappel der Orloffsche heng
sten voor het hek van het plein. Prins Dagobert hoorde
de bel.en rinkelen hij zag de vuurroode vederbossen
wuiven en ijlde den binnentredenden tegemoet. Ferra
droeg een costuum van rusaisch groen fluweel met
steenvossenbont omboord, de nauwsluitende mantel
bootste vrij getrouw de Kazawaika na den nationalen
dracht van het geboorteland van haren echtgenoot.
Onder de sierlijke baret vloeide het prachtige haar
golvend uit en een oogenblik drukte zij baar mof tegen
haar blozend gezichtje. Een bleeke zonnestraal ver
hoogde de schoonheid der verschijning. Geen won-
der dat de prins onder den indruk daarvan geraakte,
toen by tegenover haar stond. Eerra las bewondering
in zijn buk en welke vrouw zou zich in zulk een ocgen-
l'k niet met trots haar macht bewust worden
„Eindelijk, damesriep de prins luid gij ffl0ogt
het mij met wijten, vorstin, dat voor u de kansen nog
maar zoo geriDg zijn."
Hij bood baar den arm en, haar naar de vaas gelei
dend ging hij op half luiden toon voort
„Waarom kan ik niet meê bekooren onder de ge
lukkigen, die ten minste naar uwe gunst kannen dingen,
ot in ieder geval de kans hebben eenige onvergetelijke'
uren in nw gezelschap door te brengen. Waarlijk, hij,
wien vandaag het geluk ten deel valtblijft levenslam'
rnijn schuldenaar." J
Eerra lachte.
„Maar wanneer hij mij nu niet bevalt, Uwe Hoogheid
ik even lang uwe schuldeischeres."
„Dat zou mij zeker aangenamer zijn, ik zou niet
weten wien ik het geluk gunnen zou."
Zij stak de hand in de vaas en vouwde het stukje
papier open het werd bijna doodstil in de zaal alles
drong nieuwsgierig nader.
„Detlev graaf Rommingen-Erdenflueh las zij met
haar vreemden geaccentueerden tongval. Hare schitte.
rende oogen zochten hem overal in de groote zaal, ieder
zag het haar aan dat zij met den uitslag tevreden was.