i fi 1 I TURKIJE. In den avond van den 11 is Let stoomjacht van het duiteche gezantschap met dat van het engelsche gezantschap te Konstantinopel bij de haven van Bujukdere met elkaar in botsing gekomen, waarbij het duitsche jaoht zonk. Niemand bekwam daarbij eenig ongeval. RUMENIE. De Kamers zyn tegen den 20 tot eene buitengewone zitting bijeengeroepen en zullen denzelfden dag ontbonden worden. De nieuwe verkiezingen zijn voor de Kamer op den 12 en voor den Senaat op den 16 October bepaald. ttinmcnlaub. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Vrijheidsbeneming. Bepalingen betreffende Rijkswaterstaatswerken, li A V T machtiging van den minister Natohewitcb was Kisselos weer naar Bulgarije teruggekeerd. De regeering heeft hare memorie van antwoord inge zonden op het verslag der afdeelingen omtrent het wets ontwerp tot verzekering van de toepassing van de bij het wetboek van strafvordering en bij de wet van 15 Januari 1886 (Stbl. No. 7) toegelaten vrijheidsbeneming. Eene algemeene wet tot uitvoering van art, 158 der grondwet schijnt niet wel uitvoerbaar. Uitbreiding van het ontwerp met het oog op art. 789 wetboek van koophandel is onnoodig. De opneming van de wet van 15 Januari 1886 in den titel is thans geschied. De regeering ia bereid hare aandacht te wijden aan de herziening van de regeling der huiszoeking naar zaken, maar daaraan dit voorstel dienstbaar te maken zou de totstandkoming van deze dringend noodzakelijk geworden bepalingen slechts vertragen. Wel is voldaan aan den wensch om dit ontwerp dienst baar te maken aan de bescherming van ambtenaren zoodat bij het gewijzigd ontwerp een nieuw artikel is opgenomen bepalendedat de bij de wet toegelaten vrijheidsbeneming kan plaats hebben te allen tijde en waar de te vatten persoon zich ook bevindt. Krachtens art. 2 van de additioneels artikelen der grondwet blijven totdat zij door andere zijn ver vangen o. a. van kracht alle kon. besluiten waarin zijn opgenomen door straffen te handhaven bepalingen ter bescherming van 's rijks waterstaatswerken en tor verzekering van de veiligheid en de doelmatigheid van het gebruik dier werken, voor zoover zij op 30 Nov. 1887 als verbindend konden worden aangemerkt. Art. 56, 2e lid der grondwet laat echter niet toe, die bepalingen te wijzigen of nieuwe vast te stellen, zoolang niet door de wet uitdrukkelijk aan den Koning de bevoegdheid is toegekend tot het maken van zoodanige bepalingen. De regeering heeft thans een wetsontwerp ingediend om in die leemte te voorzien. Daarbij wordt de Ko ning bevoegd verklaard bij algemeeneD bestuursmaatregel de bepalingen vast te stellen, die noodzakelijk zijn om de rijkswatersUalswerken te beschermen en om het veilig en doelmatig gebruik daarvan te verzekeren. Alle daar mede ia strijd zynde handelingen of verzuimen zullen dus strafbaar zijn volgens art. 2 dier wet. De regeling der strafbepalingen is iu overeenstemming met de be ginselen van het strafwetboek. Bij kon. besluit van den 5 zijn Budler, consul van Duitschland te Canton en Freiherr von Seckendorff, vice-consul van Duitschland te Swatow, benoemd tot ridder in de orde van den Nederl. Leeuw. de tafel overzien; had zyzonder er zich om te bekom meren, dat de smaakvolle schikking werd gestoord, etuis en kunstwerken verschoven, alsof zij nog naar iets anders zocht. Toen had zij de opperhofmeesteres gewenkt. „Gij hebt alles keurig netjes uitgestald, lieve gravin; er is toch niets vergetenzie eens naals 't u belieft gij weet, dat de prins, in zulke dingen, vaak zeer verstrooid is. „Uwe Hoogheid maakt mij trotsch met baar lof. Neen, er is niets vergeten. Zeven stuks. Hier zijn zij 1" En de gravin wees bescheiden op de bedoelde voorwerpen. De prinses beek min of meer donker, toen zij op onverschilligen toon zeide„Veel te veel! Allemaal opschik mijne beste gravinNiet het uiterlijkhet innerlijk maakt den mensch." De dezen avond geopende vertrekken der prinses straalden wel is waar in schitterend lichttoch lag er een eigenaardig waas van koude en ongezelligheid over, ondanks al hunne pracht. Men voelde er zich niet recht op zijn gemak ten minste dat zeide Eerratoon zij aan den arm van Detlev naar het kleine ontvang- salon schreed, waar de prinses zich bevond, om hare gasten te begroeten. Men gebruikte daar ook de thee. Eigenlijk zaten de dames alleen; de heeren stonden, met hunne kopjes in de banden er tusschen in; freule von Nobbe zat achter de theetafel met haren broeder te praten de schilder Laudin, dien de prinses genadig mede had uitgenoodigd, leunde in een verborgen hoekje en bekeek ongemerkt Eerra, die met Detlev en Eustachius vroolijk schertste, terwijl de prins met eenige diplomaten in een zijver trek verdwenen was. Ook de oogen der prinses rustten op de drie schoone menseken in bare nabijheid; eene eigenaardige uitdruk king vloog als eene schaduw over haar gelaat, zij zag, dat Eerra zich naar Detlev boogdat zij de hand op diens aim legde, blijkbaar, om hem een of ander te vragen. Daar schoot uit den schijnbaar eenvoudigen armband dien Eerra om den arm droeg, zulk een schit terenden glans, dat die zelfs de prinses bereikte, die, plotseling opmerkzaam wordend het kostbare sieraad nauwkeurig in het oog hield. Hoe langer zij dit deed, des te bleeker werd zij hare onderlip verdween voor het oogenblik tusschen hare tanden, zij schoof met eene heftige beweging haar kopje achteruit en trad op de groep toe. „Mag ik uw armband eens bewonderenvorstin P In den gemeenteraad van Schagen hebben den 12 de stemmen gestaakt over een voorstel van burg. en weth., om aan de Harmoniekapel eene subsidie tot het gewone bedrag van f 125 te verleenen. Zij had f 250 subsidie verzocht. Den 13 des morgens iag een van de twee zwanen, welke den vijver van den Heuvel te Botterdam versie ren, dood in de wetering tusschen den Heuvel en het land ten westen daarvan, dat van gemeentewege opge hoogd wordt. Het beest was dood geschoten, vermoedelijk door iemand die tijdens den mist des nachts bet beest hoopte meester te worden om het dons, maar door dien mi3t niet kon zien, waar het getroffen dier sterven ging. Den 14 is aan de Keins te Zijps het negenjarig zoontje van den heer C. G. door een met mest geladen wagen overreden en weinige oogenblikken later overleden. De wet, regelende de voogdij over prinses Wil- heimina der Nederlanden voor bet geval van minder jarigheid bij hare komst tot den troon, is gedagteekend 14 September en opgenomen ia de Staatscourant van den 18. Bij kon. besluit van den 14 is o. a. benoemd tot ontvanger der directe bela-tingen invoerrechten en accijnsen te Zierikzee c. a. de heer N. J. M. Schelf hout, ontvanger derzelfde middelen te Medemblik c. a. In den nacht van den 14 op den 15 heeft te Zaandam eene vechtpartij plaats gehad tusschen de bemanning van twee in de havon aldaar vertoevende zeeschepenwaarbij van messen en vuurwapenen ge bruik gemaakt werd zoodat bijna allen verwond ge raakten. Twee personen werden ernstig gewond, waar van één in bewusteloozen toestand verkeerde. Het gerechtshof te 's Gravenhage heeft den 15 het vonnis der arr. rechtbank aldaar, waarbij de klerken van het genealogisch heraldisch archief wegens diefstal van uit oude oouranten uitgeknipte advertentiën tot 4 en 6 maanden gevangenisstraf waren veroordeeld, ver nietigd, doch alleen voor zooveel de straf van den twee den beklaagde betreft. Hem is thans 8 maanden gevan- geuisstraf opgelegd. De Koning beeft den 15 een onderhoud gehad met de Commissarissen des Konings in Overijsel en Drente welk onderhoud in verband heefr gestaan met de oprichting der Nederl. Heide maatschappij. Den 15 des avonds kon te Meppel bot gas niet ontstoken worden dat gedurende eenigen tijd aanlei ding tot ongerief gaf: o. a. moest op het raadhuis een huwelijk bij kaarslicht voltrokken worden. De Arnhemsche courant deelt mede, dat den 15 te 's Gravenhage de ber-beri-commissie bijeen kwam. De samenkomst werd ook door den minister van kolo niën bijgewoond. Van de dertien leden verklaarden negen hun lidmaatschap neder te leggen wanneer de commissie bleef samengesteld uit de personendie er thans toe waren aangewezen. Wel trachtte de minister hen van dit gevoelen terug te brengen, maar hij slaagde daarin niet. Een der leden liet zich minder stellig in dien zin uit. De drie leden, die bereid waren aan hun mandaat te voldoen waren prof. Mae. Gillevryprof. Pekelharing en de heer de Bochemont. Ofschoon de aanleiding tot dit besluit wel zoo in bijzonderheden bekend zal wordenmeent dat blad geene vrijheid te hebben, die thans reeds mede te deelen. Aan de N. B. Ct. wordt medegedeelddat de ridders der Militaire Willem orde te 's Gravenhage woonachtig (en misschien ook die uit andore plaatsen), eene circu laire ontvingen waarin zy tegen den 17 des avonds bijeengeroepen werden in het lokaal „Düigentia" te 'a Gravenhage ter behandeling van eene eerezaak. Aanleiding hiertoe moet gezocht, worden in eene brochure van den gep. luit.-kolonel Verstege van het O.-I leger, waarin de gep, luit.-kolenaal J. I. de Bocho- Het schijnt mij een even kostbaar als eenig sieraad." Eerra stond op en trachtte het slot los te maken dat gelukte haar echter niet. Met eene snelle bewe ging sloeg zij de kostbare kanten van hare mouw naar achterenwant bij de prinses was steeds het wacht woord gesloten kleederen en stak zij haren arm naar haren verloofde uit. „Maak eens open Detlev Op hetzelfde oogenblik, dat deze den echoonen arm in zijne handen hieldtrad prins Dagobert op den drempel van het zijvertrek en wenkte zijnen adjudant, maar het slot had reeds aan den krachtigen druk zijner vingers toegegeven, hij legde den armband in Ferra's hand, voordat hij heenging. „Hier, Uwe Hoogheid 1" Prinses Sibylle had eene blos gekregen, misschien had de onbewuste vertrouwelijkheid, die in Eerra's houding tegenover haren verloofde lag, haar pijnlijk getroffen. Zij nam den armband aan en bekeek dien nauwkeurig. Er zat een prachtig bewerkt efinxhoofd op, waarvan de hoofdbedekking uit kleine schitterende brillianten bestond. „Even kostbaar als schoon", zeide de prinses het sieraad in hare hand wegende, „gij moet daarvoor een verbazende prijs hebben betaald, vorstin." By de laatste woorden zag zij op Eerra recht in het gelaat waarop eene lichte blos van ve-legenbeid te voorschijn kwam. „Ik weet het niet, Uwe Hoogheid", zeide zij aarzelend. „Wanneer het een geschenk geweest is", gir.g de prinses voort, „dan behoorden zeker de miljoenen van een vorst Arbanofl en zyne rechten als echtgenoot daartoe," „Ik heb niet geweten, dat het een bijzonder kostbaar geschenk zou kunnen zijn, ik bezit zooveel van dergelijke dingen, Uwe Hoogheid." „Dat neemt niet weg, dat het eene voor u van meer waarde kan zijn dan het andere, al was het alleen maar om den gever", zeide de prinses weder boosaardig. „Voor zooveel glans niet eens eene herinnering meer Vraag graaf Bommingen maar eens naar de waarde van dien armband en hoe hij er over denkt." Nog een blik een glimlach als van een Medusa en de prinses keerde haar tamelijk snel den rug toe. Eustachius had andere dames aangesproken. Detlev was nog niet terug, zoo stond zij een oogenblik geheel mont (schrijver van de brochure De generaal Jan van Swieten), die tot secretaris van de beri-beri-commissie benoemd ia, op verregaande wijze wordt beleedigd, zoo danig dat men eene uitdaging van de zijde van den heer de B. onvermydellijk achtte. De brochure van den heer Verstege schijnt in duplo gezonden te zijn aan den voorzitter der beri-beri-commissie, met verzoek een exemplaar aan de Bochemont te overhandigen waarna men 36 uren gewacht beeft op hetgeen van de zijde van dezen laatste zon gebeuren. Wij ver nemen, dat de overste Verstege dan ook inmiddels zijne getuigen had aangewezen, en wel den generaal Die- penheim en den gepensioneerden majoor De Wijs, com mandant der brandweer te 's Gravenhage. Daar er nu geene uitdaging volgde, is door deze beide heeren de bedoelde circulaire aan de ridders der Militaire Wil lemsorde verzonden, naar men meent met het doel om te trachten te verkrijgen, dat de luitenant-kolonel De Bochemont als ridder der Militaire Willemsorde worde geschrapt. Den 16 des avonds is te Stratum bij Eindhoven wederom eene croote boerenplaats afgebrand. De trein, die den 16 te Almeloo des avonds te 10.49 moest aankomen, kwam ongeveer een half uur te laat aan door het overrijden van een paard. Bij kan. besluit van den 16 zijn beDoemd tot burge meester der _gemeeDte Koog aan de Zaan de heer F. Tn. Boeters van Lennep te Haarlem; der gemeente vVestzaan de heer W. E. W. Steenberg te Amster dam en der gemeente Vlissingen de heer H. P. J. Tutein Noltheüius te Zwolle. De minister van justitie beeft den 17 het rijks opvoedingsgesticht De Kruisberg bij Deutichem bezocht. Bij kon. besluivan dt-n 18 is voor het tijdvak van 1 September 1888 tot en met 31 Augustus 1889 tot ondersteuning in hunne studiën, van rijkswege eene beurs van f 800 toegekend aan J. B. Peyrot, student in do rechtsgeleerdheid J. D. Doorman student in de geneeskunde, en A. Drost student in de letteren en wijsbegeerte, allen te Leiden T. Verwey, student in de geneeskunde en J. W. Brinkgreve, student in de letteren en wijsbegeerte, beiden te Utrecht; C. H. Wind, student in de wis- en natuurkunde, te Groningen. De ministers van oorlog en van marine hebben het eere-lidmaatschap aanvaard van den Nederl. Scbut- terij-kaderboEd. De pogingen tot voorbereiding eener Zuid-Afri- kaansehe landbouw- en emigratiemaatschappij worden ijverig voortgezet. Men verwacht echter nog uit Trans vaal nauwkeurige inlichtingen die eerst over eecigen tijd kunnen worden tegemoet gezien. Het lid der Tweede Kamer, de heer van Nunen, is zoo ernstig ziek, dat het noodig werd geoordeeld hem van de laatste H.H. Bacramtnten te voorzien. Benoemd tot onderwijzer te Heemstede de heer B. J, Wielinga te Zeist, vroeger te Broek op Langendijk, Beroepen bij de luth. gemeente te Sappemeer ds. P. G. Dreesman te Monnikendam. Burg. en wetb. van Amsterdam hebben op verzoek van commissarissen aan den raad voorgesteld de steenen vloer in het middengedeelte der Beurs te vervangen door eene houtbedekbing op gelijke hoogte van den vloer der gaanderijen, waarvan de uitgaaf op f 1970 geraamd is. Beroepen bij de herv, gemeente op het eiland Markon ds. H. J. Bisperink te Moercapelle. Botterdam en Dordrecht zijn telefonisch verbon den de prijs voor ieder gesprek van ten hoogste 5 minuten is vijftig centen bij niet beantwoording der oproeping is de helft verschuldigdhet abonnement per jaar bedraagt f 50. alleen in de zaal. Een hulpeloos gevoel van angst, een vermoeden van naderend onheil greep haar plotseling aan. Nog steeds hield zij den armband in de hand hij brandde haar als vuur. In het eene oogenblik begreep zij de prinses nietin het volgend weder had zij een gevoelalsof zij den tooi ver van zich werpen en aan Detlev's zijde vluchten moest. „Uwe Doorluchtigheid zoo alleen P En zoo verdrietig vroeg Nobbe's onaangename neusstem en zijne lange gestalte plaatste zich naast Eerra. „Niemand schijnt in de rechte stemming te zijn. Ook de prinses niet. Ver gunt u, Doorluchtigheid r Hij bood haar den arm. Eerra, die geen flauw ver moeden haddat zij tot voor korte oogenblikken on afgebroken door hem bespied was, nam dien aan. „Ik wilde gaarne myne nicht opzoeken", zeide zij op gedrukten toon in den instinctmaligen drang naar be scherming. „Uwe Doorluchtigheid wil dus naar de derde kamer rechts. Maar mag ik u eerst op den verloren armband opmerkzaam maken Nog steeds hield zij dezen in de hand besluiteloos wat zij er mee zou doen. Toevallig ontmoetten haar de oogen van prinses Sibylle er lag daarin zooveel dreigende uitdaging, zoovee! verachtelijke haat, dat Ferra's gevoel daartegen in opstand en ca een kort oogenblik in honenden trots tot uitdrukking kwam. Een glimlach vertoonde zich om hare roode lippen terwijl zij den blik beantwoorddemet hoog opgehe ven hoofd maakte zij den armband opnieuw vast. Moesten zy op voet van oorlog staan welnu! Ferra was bereid den handschoen op te nemen. Het gevoel van tegenzin, dat zij reeds van het begin af jegens de prinses had gekoesterd kreeg op eens nieuw voedsel en toegevende aan den indruk van het oogenblik zooals zij helaas altijd deedzeide zij tot haren sarcas tisch glimlachenden cavalier „Ik wensebtedat de avond om was; het bevalt mij hier niet." Zy rukte met eene toornige beweging haar sleep los, die met zijne kostbare kant in den een of anderen hoek was vastgeraakt en weldra zat zij naast mevrouw von Bogdanoff', die in deze min of meer afgelegen kamer ook een soort van receptie hieldwaaraan nu ook Nobbe deelnam. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 2