No. 121
Negentigste Jaargang,
1888.
V R IJ D A G
5 OCTOBER.
PATENïTJENï.
Een kind uit het volk.
Prijs der gewone Advertentiën:
(Dfftciëel (Bebcelte.
De VOLJ.AARSPATENTEX le kwartaal 1888/8»,
aangevraagd in Jnni en Juli j 1„ t>ók van de bui
tengemeenten, Beverwijk, Bergen, Egmond-binnen,
Egmond aan Zee, Sckoorl, Koedijk. Ondorp, St. Pan-
cras, Noord- en Zuidscharwoude, Broek op Lan-
gedijk, Uitgeest, Heemskerk, Castricum, Heiloo,
Limmen, Akersloot, Spanbroek, Hensbroek, Hoog
woud, Obdam, Schermerhorn, Heer llugowaard,
Oterleek, Sijbeearspel, Ursem, Zuid- en Noord-
schermer kunnen in de eerstvolgende 14 dagen
tassciien 9 en 2 uren tot en met Zaterdag 13 October,
ter secretarie dezer gemeente worden afgehaald.
SSnittalAnb.
DUITSCHLAND. Aan de keizerin Augusta Vic
toria is de orde van den Zwarten Adeiaar verleend.
Prof. Geffken die bet dagboek van wijlen keizer
Irederik in de Deutsche Eundscbau openbaar maakte,
behoort tot de streng orthodoxe partij. Hij moet- van
zijne jeugd af in nauwe persoonlijke betrekking gestaan
hebben tot Keizer Fredeiik.
XVII.
FRANKRIJK. President Carnot heeft een be
sluit onderteekend betreffende het verblijf van vreem
delingen in Frankrijk luidende: Ieder vreemdeling, die
zich in Frankrijk wil vestigen moet binnen 14 dagen
na zijne aankomst zijn naam, nationaliteit, geboortedag
beroep en middel van bestaan opgeven en tevens de
noodige stukken overleggen ten bewijze van de juist-
heid zijner mededeelingon. Ingeval van verandering
van woonplaats is eene nieuwe aaDgifte noodig.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
JAN HUISMAN,
1. w. W o r m e r, wordt verzocht zich ter gemeente
secretarie aan te meiden.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen, naar aanleiding van art. 11 van het reglement be
treffende de Kamers van Koophandel en Eabrieken, vastgesteld
hij het koninklijk besluit van 9 November 1851 (Staatsblad
No. 142), gewijzigd bij dat van 11 Augustus 1859 (Staatsblad
No. 80) en 12 Juli 1873 (Staatsblad No. 108) ter kennis van
de belanghebbenden
dat op Donderdag 8 November 1888, des morgens van 10
tot 1 uur, ten raadhuize der gemeente de verkiezing zal plaats
hebben van drie leden voor de Kamer van Koophandel en
fabrieken alhier, in vervanging van de heeren A. J. T. CO-
NJlJN, J. C. WITTE en C. JANSSEN Cz„ die met het
Einde dezes jaars periodiek aftreden, zijnde de op 1 October vast
gestelde lijst van kiesgerechtigden van af den 5 October ter
gemeente-secretarie van 's morgens 9 tot 2 uren voor de belang
hebbenden ter lezing nedergelegd.
Bezwaren tegen die lijst kunnen gedurende 8 dagen na 5 Oc
tober bij het gemeentebestuur worden ingeleverd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, C. W. BRUINVIS, loco burgem.,
4 October 1888. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De Kölniecbe Zeitang schrijft omtrent dien professor,
dat men wel mag aannemen dat bij de staatkundige
strekking zijner handelwijze volkomen begrepen heeft.
Men heeft hier met een van die conservatieve dwars-
hoofden te doen die het aan het menschdom nooit
33)
„Je bent bleek en stil geworden", zeide mevrouw
von Bogdanoff op een goeden dag, een wolk van siga-
rettendamp uitblazende, tot hare nicht, „dat bevalt
mij niet. Laat eens inspannen en ga wat rijden het
is heerlijk weder vandaag."
„Gaat gij mede Mietze Het was feitelijk waar,
Petra was zeer veranderd. De aanhoudende zij *t ook
half onbewuste lastdie baar ter neerdrukte, de dage-
lijkscheschier niet te ontwijken ontmoetingen met
Leroy hadden op humeurgemoed en uitzicht bij haar
even ongunstig gewerkt.
„Neen dank je Ik ben verkouden en dat is de
eemge toestand, waarin iemand ontegensprekelijk het
recht heeftuit zijn humeur te zijn. Maar laat ie
daarom niet terughonden, ga wat in het park rijden."
„Ik heb werkelijk genoeg van de menschen liever
ga ik wat in de omstreken toeren."
„Welnu, ga je gang. Eijd waar je wilt, en blijf uit,
zoolang je wilt, je behoef je om mij niet te geneeren."
Nauwelijks een uur later reed de sierlijke equipage
van mevrouw von Bogdanofl door het drukke park
waar rijtuigen en voetgangers in eindelooze rijen zich'
voortbewogen j zij ging vervolgens rechts af, waar het
stiller werd, en waar de jonge Russin gelegenheid had
den heerlijken voorjaarsdag geheel ongestoord te genieten.
Aan den blauwen hemel stonden eenige vroolüke
witte wolkjes, uit de knoppen der boomen drongen
overal teere vedervormige blaadjes, het gras bad afom
reeds eene fraaie groene kleur en van alle kanten
lieten zich de vogels hooren. Eerra liet steeds verder
vergeren kunnen, dat het zich eenvoudig zonder hunne
wijze geschriften redt en kalm in zijne ontwikkeling
voortgaattrots hunne Cassandrakreten. Deze man be
hoort sedert jaren tot het zeer gemengde troepje van
prins Bismarcks tegenstanders. Het kan het duitsehe
volk vrj onverschillig zijn welke redenen hem tot de
grove ongepastheid gebracht hebben die hem nu met
den strafrechter in aanraking brengtof persoonlijke
wrok en de herostratisehe drang naar staatkundige
brandstichting; of het streven, deze of gene piutij van
dienst te rijn.
De Kieler Zeitung beeft een aanvang gemaakt met het
openbaarmaken van het dagboek in 1866 door den
toenmaligen kroonprins, later keizer Erederik tijdens
den oorlog met Oostenrijk gehouden.
Keizer Wilhelm werd bij zijne aankomst te Munchen
op den 1des avonds te 9 uren ontvangen door den
prins-regènt, de beiersche prinsen, de ministers, de leden
van het gemeentebestuur en andere voorname personen.
De keizer en de prins-regent omarmden en kusten el
kaar herhaaldelijk. De opperburgemeester hield eene
aanspraak tot den keizer, die ra-R den prinB-regent, onder
het gejubel der talrijke menigte, naar het paleis vertrok.
Bij den galamaaliijd, den 2 aldaar gehouden, beant
woordde de keizer een dronk van den prius-regent on
geveer als volgt
Even als in 1870 het beiersche koningshuis en het
beiersche volk den stoot gaven tot de duitsehe een
heid, evenzoo was de prins-regent de eerste die, nadat
de keizer de regeering had aanvaard, hem de taak hielp
vergemakkelijken. In de moeielijke tijden, welke de vol
keren beleven is het natuurlijk een eerste vereischte
dat de versten elkander trouw ter zijde staan.
Hij betuigde ten slotte zijn dank voor de trouw vaa
deu prins-regent en het koninklijke huis aan het duitsehe
verbond, en voor de grootsehe en hartelijke ontvangst.
Des avonds te 10'/* uur vertrok de keizer. Het afscheid
was allerhartelijkst en aan het gejubel der talrijke me
nigte scheen geen eiude te komen.
Den 3, des morgens te 9 uur, liep de trein van den
keizer het etation te Weenen binnen, waar te half
negen keiier Erans Jozef, gekleed in pruisische uni
form vergezeld van de aartshertogen en hooge staats
ambtenaren reeds verschenen was. Een muziekkorps
epeeide bij de aankomst het duitsehe volkslied. De
keizers omhelsden elkander, waarna keizer Wilhelm de
aartshertogen begroette. De burgemeester van Weenen
betuigde den keizer de vreugde der bevolking over
zijne komst. Nadat beide keizers de eerewacht in oogen-
schcuw baddeD genomen stelde keizer Erans Jozef de
loden van zijn gevolg voor. Bij het wegrijden naar den
Hofburg werden de keizers door de bevolking levendig
toegejuicht. In den Hofburg werden zij ontvangen door
de keizerin de kroonprinses en de overige aartsher
toginnen. Aile leden van het gemeenschappelijke minis
terie werden den keizer voorgesteld.
ENGELAND. Do onder-minister van buitenl.
zaken, de heer Fergusson, heeft den 28 te Manchester
en verder rijden. Met gesloten oogen lag zij in het
rijtuig en bemerkte niet, dat langzamerhand ook de
laatste uitloopors van de hoofdstad verdwenen en ont
spruitende korenvelden den weg aan weerszijden be
grensden.
Ferra opende de oogen en zag om zich heen. Het
was slechts een klein armoedig dorpdat daar voor
haar lag. Niettemin liet zij voor het eerste huis stil
houden dat zich door eene kolossale overschuimende
kan op een houten uitüangbord als e;n herberg deed
kenneD, stapte uit en trad den tuin binnen.
Er stonden slochts eenige houten banken en ruw
getimmerde tafelskersen- en notenboomeu vormden
er zomers een beschuttend dakde grond was bedekt
met geel kiezel, maar ondanks het weinig uitnoodigend
uiterlijk ging Ferra er zitten en liet zij zich een
glas melk brengen. De warmte had haar dorstig ge
maakt, de kalmte rondom haar deed haar goed en was
haar geheel nieuw. Bijen en zwaluwen suisden
rondom en nieuwsgierige hoenders woelden in het zand.
De equipage stond achter een hooge haag van
hagedoornsFerra had hoed en parasol op d°e tafel
voor zich neergelegdde lange handschoenen uitge
trokken en steunde het hoofd tegen den ruwen bast van
den boom achter zich. Zoo rustig, als op dit oogenblik,
was het haar in langen tijd niet te moede geweest. Zij
sloot de oogen, voelde den warmen zonneschijn op hals
en slapen en liet haren gedachten den vrijen loop.
Plotseling schrikte zij op zacht kraakte het biezei
in hare nabijheid en het onbestemde gevoeldat zij
bespied werd, deed haar de oogen openen. Tegenover
haar stond Leroy. Hij had een sierlijke rijzweep met
gouden knop in de hand, die in een fijnen handschoen
was gestoken, droeg een grijzen, nauwsluitenden rijbroek,
een licht, zwart fluweelen jasje, alles was onberispelijk,
toch had Ferra een gevoel, alsof er voor haar over
den weg een afschuwwekkend wezen kroop.
„bij hier, vorstin en zoo alleen zeide bij zonder
bijzondere verbazing, „toen ik het rijtuig zag stilhouden,
o. a. gezegd dat er iu de laatste jaren geen tijdstip
is geweestdat Engeland op zoo volkomen goeden
voet met alle mogendheden stond, als het tegenwoordige.
Met hoop en vertrouwen kon hij, oordeelende naar de
teekenen des tijds, verklaren dat in de laatste 3 jaar
de buitenlandsebe betrekkingen nog niet zoo vreedzaam
geweest waren als thans en dat er nu minder dan op
eenig oogenblik van die drie jaar vrees bestond voor
een verbreken van den europeesehen vrede of elders
en dat er dus ook geene vrees behoefde gekoesterd te
worden voor storing in dan vreedzamen vooruitgang
van handel en nijverheid.
Nog steeds is de bedrijver der moorden te Londen
niet gevonden. Daar een der laatste moorden op het
gebied der City gepleegd is, heeft de lord-mayor 6000
belooning uitge'oofd voor bem, die den moordenaar kan
aanwijzen. De minister van binnenlandsche zaken de
heer Matthews tegen wien groote verontwaardiging
beerscht, heeft daaraan f 3600 en de gewezen sheriff
Kirby f 1200 toegevoegd.
In de memorie van toelichting tot dat besluit wordt
het volgende gezegd
Blijkens de statistiek wordt het reeds aanzienlijk
getal vreemdelingen, die zich naar Frankrijk begeven,
steeds grooter. Deze omstandigheid heeft de aandacht
der regeering getrokken, en op het voorbeeld van andere
landen is zij van meening dat het noodig is de over
heid in de gelegenheid te stellen de voorwaarden te
bepalen waarop het verblijf van vreemdelingen moet
worden geregeld. De wet is van toepassing zoowel op
de vreemdelingen, die reeds in Frankrijk zijn gevestigd,
als op hen die er zich willen nederzetten. Tegen de
verklaring welke bij het wetsontwerp van de vreem
delingen gevorderd wordt, kan geen gegrond bezwaar
worden geopperd. De nieuwe regeling is alleen van
toepassing op hen, die zich voorgoed in Frankrijk ves
tigen, en niet op doortrekkende vreemdelingen.
Generaal Boulanger is te Parijs terug gekomen en
zal spoedig een bezoek brengen aan de departementen
der Beneden-Charente eu Dordogne. Te Périgueux zal
hij aan een groot feestmaal nine plannen uiteen zetteD.
De minister van marine heeft opnieuw aan de be-
grootingscommissie te kennen gegeven dat hij zich de
geschrapte uitgaven niet kan laten aanleunen indien
hij zijn plicht tegenover Frankrijk en de zeemacht wil
vervullen. De minister van oorlog heeft genoegen ge
nomen met eene door die commissie voorgestelde ver
mindering tot een bedrag van f 3.000.000.
dacht ik aan een uitstapje der dames. Het weder is
heerlijk." Hij legde de rijzweep op tafelnaast haar
parasol en nam den hoed af. „Ik heb het warm gekregen.
Gij vergunt mij immers, vorstin Het was nauwelijks
eene vraag, hij scheen het hoogst natuurlijk te vinden,
dat hem de gevraagde plaats niet geweigerd werd.
„Ik zal naar huis moeten." Ferra greep naar baar
parasolwaarvan de knop met zijne bonte steenen en
zijn goud in de zon schitterde, Leroy keek er naar.
„Een klein kunstwerk", zeide hij prijzend, „inderdaad,
vorstin u heeft het leven tamelijk wel alles gegeven
wat u kondet verlangen! Moet gij werkelijk naar huis
Het praat hier zoo gezellig, en het toeval beeft ons
nu toch eenmaal te zamen gebracht."
Zij koesterde bij zich zelf eenigen twijfel omtrent dit
toevalmaar hield het voor geraden om daarvan met
geen woord melding te maken. Leroy's houding was
zoo ongedwongen mogelijk zoo was het het bestzij
volgde zijn voorbeeld.
„Op een kwartier komt het niet aan", zeide zij on
verschillig en onrustig draaide zij den knop van haar
parasol heen en weêr.
„Ik ben u zeer dankbaar voor deze bekentenis. Gij
verwacht dus uwen verloofde nietP"
„Stellig niet eerder dan van avond." Zij had hare
vroegere houding weder aangenomeo, hij wierp van ter
zijde blikken op haar die zij slechts gevoelde en die
haar niettemin het bloed naar de wangen joegen. Zij
fronste het voorhoofd en wendde zich haastig naar
hem toe.
„Vicomte hadt gij mij wellicht het een of ander te
zeggen vroeg zij hoogmoedig.
„Ja, dat heb ik zeker. Ik dank den hemel voor
dit toeval."
„Welnu dan ik wacht."
Hij g imlachte. Er lag iets duivelachtigs in de ma
nier, waarop hij de dunne lippen vertrok. Hij kwam
dichter bij haar zitten.
„Ferra", zeide hijniet zaoht en dringend of zelfs