ALCMARIA 71CTRII.
Een kind uit het volk.
No. 122.
Negentigste Jaargang. 1888.
ZONDAG
7 OCTOBER.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 j franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Prijs der gewone Advertentiën:
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Alcmaria Victrix.
Zoo vaak de achtste Octoberdag nadertherinnert
Alkmaars burgerij zich den roemrijken naam harer
stede en de kloeke daden die haar dien schoonen
naam deden verwerven. Wij kennen allen de gewel
dige worsteling waaruit de beroemde Republiek der
Vereenigde Provinciën werd geboren.
Een regeering, die de vrijheid om in zake van
godsdienst en kerk naar eigen overtuiging en geweten
te handelen ten eeneu male miskende en tot onder
drukking van hetgeen haar mishaagde zich om geenerlei
oude vrijheid of den volke dierbare instelling be
kreunde een regeering blind voor den aard den
aanleg, de behoeften des volks, doof voor de vurigste
en billijkste wenschen, voor de ootmoedigste en meest
bescheiden smeekingenvoor den besten en wijsten
raad een regeeringdie zoozeer in botsing kwam
met de Nederlandsche geaardheid de Nederlandsche
zedengewoonten en begrippen dat zij ten slotte
geen anderen uitweg zag dan het land te doen be
sturen door vreemdelingen en daartoe geen ander middel
vond dan het te doen buigen voor vreemd geweld
een regeeringdie dat middel gebruikte met zeldzame
hardheid, met woeste wreedheid, zonder erbarming of ont
ferming, bracht eindelijk het volk tot een opstand en tot
een ernstig verzet, schijnbaar zoo wanhopig, dat het alleen
verklaarbaar is uit de hevigheid van het lijden dat er
aan voorafging. Van den Briel begon de opstand, en
stad bij stad wierp het juk af, om zich te scharen onder
de banier der oud-Nederlandsche vrijheid, door Oranje's
vaste hand en vroed beleid ontplooid en hoog ge
houden. Maar de onverbiddelijke en naar het scheen
onweerstaanbare uitvoerders van 's Konings bevelen
deden met hunne legerscharen een verschrik .elijken
triumftocht door het land en vernietigden het verzet
langs een spoor van bloed en rookdat ten slotte
ook tot Alkmaar werd voortgezet, maar daar eindigde
in een jammerlijken terugtocht door water en moeras.
Hier op dezen uithoekschier aau het eind des
lands, hield de genius der vrijheid stand om den
zegetocht te beginnendie weldra den opstand deed
veranderen in een geregelden, meer eu meer voorspoe-
digen langen langen oorlogwaaronder de jonge
republiek wies en immer wies in kracht en macht
in eer en aanzien, in roem' en welvaart, om ten slotte
den verslagen en vernederden tegenstander den vrede
af te dwingen en plaats te nemen ouder de Europeesche
mogendheden van den eersten rang. Van Alkmaar
de Victorie
O wij erkennen het en wij hebben het nooit ont
kend ook hier zijn afkeurenswaardige en schandelijke
feiten te vermelden; niet smetteloos bleef in den hevigen
strijd het schoone vaandel, dat voor aller vrijheid werd
ontplooid; velen die onder zijne banen den strijd
medestreden aanvoerders zelfs en dappere hoog te
waardeeren kampvechtersgaven toe aan wrok en
wraakzucht en booze hartstochten en niet van allen
waren de beweegredenen edel of onberispelijk. Menschen
hebben dezen strijd gestreden menschen met gebre
ken en zwakheden en dwalingen en verkeerde inzichten,
en aan hun werk kleven de fouten en de vlekken
van alle menschenwerk. De strijd was zoo vreeselijk,
de overmacht van den vijand zoo groothet gevaar
van te vallen in de handen van den onbarmhartigen
tegenstander zoo groot, dat aller eendrachtige, volijve
rige samenwerking onmisbaar moest geacht worden
en het ook hier waswie niet met mij isis tegen
mij. Ook hij die iets minder vastbesloteniets min
der onverzoenlijk iets minder hardnekkig en fel zich
toonde dan de warmste ijveraar voor de zaak der
vrijheid en voor den oorlog tot het uiterste die voor
haar werd gevoerdwerd weldra verdacht en gold
spoedig voor een verrader. De strijd werd gestreden
in de 16de en de 17de eeuw, en de zeden, de be
grippen en zienswijzen dier eeuwen waren de onze
niet. Maar welke vlekken deze bladzijden onzer ge
schiedenis ook mogen ontsierenschoone, overschoone
bladzijden blijven zij en het kloeke partij kiezen van
Alkmaarde dapperestandvastige verdediging der
stad door de zwakke bezetting en de onverschrokken
burgersdie volgens Foreest's getuigenis allen eens
klaps flinke soldaten waren geworden blinkt daarop
uit met helderen onbezoedelden glans.
Wij die de gedenkdagen vieren van de daden van
ons voorgeslacht, behooren ons te verheffen boven alle
ruwe, geweldige, ergerlijke bijzonderheden, van een zoo
vreeselijken strijd in die eeuw onafscheidelijk. Wij heb
ben ons te bepalen bij de groote beginselen, die daarbij
betrokken waren, bij de gevolgen die daaruit voor ons
volk zijn voortgevloeid. Vreemd geweld werd gekeerd,
vreemde dwang, vreemde invloed werden over de grenzen
gezet, de hoogste rechten van den mensch werden erkend,
aan de overheid werd geen andere reden van bestaan,
en aan hare bemoeiingen geen ander doel toegekend
dau de bevordering van het heil des volks eik ander
recht, dat niet aan deze roeping werd ontleend,werd
haar ontzegdeen onafhankelijke, geheel zelfstandige
Nederlandsche Staat verrees, die aan het Nederlandsche
Volk, meester in eigen huisde gelegenheid gal om
zich te ontwikkelen naar eigen aanleg, eigen karakter
en eigen behoeften een ontwikkeling waarvan thans
alle Nederlanders de vruchten plukken en die ons
bij alle verschilinderdaad heeft gemaakt tot één
volkdat den gemeenschappelijken band der nationa
liteit gevoelt en zich werkelijk zonen acht van het
zelfde geliefde vaderland.
»Ten vierdag gerechtigd" was het kernachtig woord,
waarmede de eerste viering van den achtsten October
dag werd geopend. Hij die het uitsprak werd, zoolang
hij adem haalde, niet moede de zaak te verdedigen,
waarvoor Alkmaar in 1573 partij had gekozen, en op
menigen volgenden vierdag den roem te heziogen van
zijn geboortestad en de schoonheid te schilderen van
dat Kennemerlanddat hij lief had. Thans breekt
voor de eerste maal het licht van den achtsten Octo
ber aan, sinds voor altijd zijn mond is gesloten en
zijn hand verstijfdmaar kort voor zijn overlijden
vertrouwde Hofdijk aan een vriendenhand de regelen,
die wij hier opnemen als een uiting zijner trouwe
liefde ,voor zijn 'geboortestad en zijner onverzwakte
hulde aan het roemrijk feit dat wij op den achtsten
October gedenken
Mijn Vaderstad Mijn Vaderstad
Wel moogl Gij tier zijntier en prat
En trotsch op Uw historie:
In gouden lettren toont heur blad
»Van Alkmaar de viktorie
Het vrije Neerland lag geveld
En krommend onder t Spaansch geweld
Daar werd Uw eeuwge glorie
Elk burger onverschrokken held..,.
»Van Alkmaar de viktorie
Het Spaansche spook deinsde al met schand,
Verlamd van voetverlamd van hand
Bebloed uit iedre porie.
En schaatrend klonk het door heel 't Land
»Van Alkmaar de viktorie
W. J. II.
FEÜIT „T .ETOINT.
Zij had de zekerheid, dat zij zich nu een doodelijken
vyand had gemaakt. Alle hartstocht was uit zijne trekken
verdwenen er sprak slechts vurige haat uit. Eenen
doodelijken vijanddie de smaad hem door haar aan
gedaan met bloed zou hebben uitgewisohtwanneer
zij een man eu geene vrouw was geweest. Maar zou
hij zich ook nu niet wreken Hij had haar in zijne macht,
haar goede naam haar geluk was in zijue handen en
hij wist genoegwelke wapenen hij daarmede bezat.
Zij steunde het hoofd weder legen den boom. De
zon was ondergegaan het werd reeds koel. De leeu
werik zong niet meer en vrede en vroolijkheid waren
voor haar verdwenen. Een gevoel van wanhoop
en verlatenheid overviel haaren zich er niet meer
tegen kunnende verzettensloeg zij de handen voor
het gelaat en weende zoo onafgebroken en hartver
scheurend alsof haar tranen alles moesten doen weg-
stroomen, wat haar drukte. Eerst na langen tijd stond
zij op, streek de haren van haar verhit voorhoofd weg,
ging naar haar rijtuig en gaf lastom naar D. terug
te keeren.
Kort voor de poort kwam Eommingen haar tegemoet;
zij herkende zijn slanken bruin reeds van verre en was
verheugd, dat bij haar zocht, maar in plaats van zooals
anders hem met hand en oogen toetewenken drukte
zij zich ditmaal angstig in den hoek van het rijtuig
alsof zij sliep. Het denkbeeld au met hem te moeten
spreken veroorzaakte baar bijna lichamelijk pijn. Hij
zag al zeer spoedig de orloffsche hengsten en kwam in
galop naar haar toerijden.
„Eerra mijn lieveling Zie ik je toch nog Wat
doet mij dat een genoegen 1"
Mat zag zij naar hem op.
„Ik verwachtte je vandaag niet meer, Detlev."
„Wij zijn vroeger teruggekomen dan ik verwachtte.
Verheugt het je niet een beetje? Je bant zoo stil."
Zij beet zich op de lippen.
„Zeker wel 1" zeide zij en zag over hem heen naar
boven het liefst had zij het uitgeschreeuwd.
„Wat ziet gij bleek!" riep hij verschrikt, waDt in
de avondschemering hadden hare trekken iets spook
achtigs. „Je moest niet zoo lang uitblijvenhet is
nog koel, Maria Paulowna moest dat niet toestaan.
OEerramijn lievelinghet is tijddat je eindelijk
de mijne wordt. Ik verlang vurig naar je bezit. Wan
neer zuilen wij trouwen
Zoo teeder als op dit oogenblik had hij zelden tot
haar gesproken zij waren trouwens ook zelden alleen,
en Detlev behoorde tot de mannenwier heiligste ge
voelens meer worden opgewekt door de hulpeloosheid
der vrouw dan door hare sterkte. Het slanke lichaam
van den bruin drong zich tegen het rijtuig aau en bij
boog zich voorover. Zij sidderde hevig.
„Spoedig!" fluisterde zij. „Wanneer je wilt, Detlev."
„Zie mij eens aan", smeekte hij„en geef er mij de
hand op."
Zij stak hem die toe en keek hem ook vluchtig aan,
maar er was iets ijskouds aan haar.
„Ik geloof werkelijk, dat je ziek bent", vroeg hij be
zorgd. „Zal ik liever maar niet verder met je meegaan
„Jalaat mij liever alleen Haar toon klonk ho
peloos treurig, haar oogen hadden zich weder met tra
nen gevuld, maar daar zij ter zijde keek, zag hij 'net niet.
„Je maakt mij angstig
ALKMAARSCHE COURANT
II II
AR ia -v
34)