Begrooting van Justitie.
Hoofdstuk III Buiten 1. zaken. Bij het onderzoek
dezer begrooting in de afdeelingen der Tweede Kamer, werd
in twee afdeelingenhet optreden betreurd van den minister,
niet bekend met de diplomatie of daarbij werkzaam geweest
hetgeen, volgens de meening van anderengoede leiding der
buitenlandsche betrekkingen niet uitsloot en waardoor iemand
met onze handelsbelangen bekend in 't Kabinet zitting had.
Het gebrek aan bezuiniging, die bij de verkiezingen door
alle partijen op den voorgrond was gesteld en vooral in deze
begrooting bleek, werd door eenige leden afgekeurd.
Omtrent tal van punten werden inlichtingen gevraagd.
Bij het verslag is eene Nota opgemaakt door het lid den
heer Vos de Wael in zake deMuntquaestie. Hij wenscht
aan 't slot daarvan, dat onze regeering aan de belanghebbende
regeeringeninzonderheid aan de engelsche, kennis geve van
de hier te lande bij de regeering en bij de bevolking bestaande
gunstige gezindheid voor het bimetallisme en hoofdzakelijk voor
eene groote bimetallieke unie, tot welks toetreding bij de bank-
wet de gelegenheid is opengehouden en verder, dat onze regee
ring zal doen blijken van hare ingenomenheid met de door de
metallieke mogendheden te zetten stappen op den weg naar eene
groote bimetallieke unie, waarvan de steller verwacht, herstel
van welvaart, rust en maatschappelijke orde.
Bij het afdeelingsonderzoek werd door sommige leden het
gevoelen voorgestaan, dat de begrooting van zuinigheid geene
blijken droegtegenover de opmerking van anderendie met
genoegen eene verlaging der begrooting, zij het dan ook slechts
met 1 1398, gezien hadden. Algemeen werden inlichtingen
gevraagd omtrent den stand van den arbeid der staatscommis-
siën, voor de herziening van verschillende wetboeken benoemd,
terwijl volgens ééne afdeeling geen aandrang tot het indienen
van bepaalde wetten gebezigd, maar de minister alleen uit-
genoodigd moest worden, te willen mededeelen het werkplan,
dat hij zich voorgesteld had te volgen. Waren enkele leden
niet ingenomen met afzonderlijke herziening onzer wetboeken,
de groote meerderheid was van oordeeldat sommige onder
werpen, zoo van burgerlijk recht als uit het wetboek van koop
handel, wel afzonderlijk konden worden geregeld. Men vroeg
naar de voornemens van dezen minister te dien aanzien.
Aangedrongen werd op de indiening van wetsontwerpen op
het faillissement en de surséance vau betaling, op de wensche-
lijkheid van vereenvoudiging van ons procesrechtterwijl uit
voerig besproken werd de vraag, of de bij verscheidene recht
banken gevolgde gewoonte, om bij rechtsgedingen tot echt
scheiding bij verstek de vordering toe te wijzen, zouder nader
bewijs te vorderen van de gestelde feitenal dan niet aanbe
veling verdiende.
Gevraagd werdof weldra wetsontwerpen te wachten waren
op de vennootschappen, het vrachtvervoer en de handelsregisters;
hoe het stond met de indiening der militaire wetboekenzoo
van strafrecht als van rechtspleging, en welke voornemens de
regeering had ten aanzien van de wetgeving op den arbeid in
verband met het niet ten einde gebrachte parlementaire onder
zoek, dat ééne afdeeling door een regeerings-ouderzoek wenschte
te doen vervangen Men verlangde te weten, in welk stadium
de voorbereiding eener nieuwe wet op het notarisambt verkeerl;
met de indiening dier wet moest niet langer dan hoog nood
zakelijk gedraald worden, in verband met het in den laatsten
tijd met sommige notarissen voorgevallene.
in ééne afdeeling werd gevraagdhoe de regeering dacht
over de door notarissen enz. in het leven geroepen beweging
tegen de zaakwaarneraerij en of" zij voornemens was eenigen
maatregel in die zaak te nemen. Verder werd gevraagdof
spoedig ingediend zou worden de wetregelende de gevolgen
der naturalisatie ten aanzien van de echtgenoote en minderjarige
kinderen van den genaturaliseerdein ééne afdeeling aange
drongen op de herziening der jachtwet en de aandacht der
regeering gevestigd op het gevaar, dat de maatschappij bedreigt,
dat een ieder wapenen dragen kan. Besproken werd het wen-
schelijke, om niet te spoedig een wetsvoorstel tot het tegengaan
van knoeierijen in den boterhandel in te dienen opdat zich eerst
eene jurisprudentie zou vormen omtrent den zinder bepalingen
van het strafwetboek betrekkelijk de vervalsching van levensmid
delen en uitvoerig stilgestaan bij het toezicht op de prostitutie.
JÜmkele leden wenschten dit thans aan de gemeentebesturen
overgelaten toezicht, te regelen bij de wet. Anderen daarentegen
wilden bij de wet verboden zien het maken van verordeningen,
waarbij de keuring verplichtend werd gesteld.
Eindelijk kwamen nog een drietal punten ter sprake
a. Het reglement van orde en discipline voor de advocaten en
procureurs. Men wees op het wenschelijke, om de schorsing
van advocaten en procureurs voor langer dan een jaar te
kunnen uitspreken en om het tarief voor de advocaten en
procureurs te wijzigen.
b. Gerechtelijke statistiek. Niet zonder leedwezen was gezien,
dat de statistiek van het gevangeniswezen over 18S7 nog niet
het licht had gezien.
c. Het Algemeen Politieblad. Men vroegof dit blad niet
meer dan tot heden zou kunnen gebezigd worden om daarin
ook op te nemen aanschrijvingen, hetzij van de regeering,
hetzij van hooge rechterlijke ambtenaren uitgaandedieal
mogen zij dan ook aan een bijzonder persoon of college gericht
zijn, toch door haren inhoud de strekking hebben om in ruimer
kring bekend te worden en eene gelijkmatige toepassing van
's lands wetten in het geheele rijk te bevorderen.
Met het denkbeeld van den minister, om althans vooreerst
het aantal gerechtshoven niet te verminderen, kon men zich in
de afdeelingenwaar dit ter sprake kwam wel vereenigen.
Gaarne zou men van hem vernemen, hoe hij dacht over het al
of niet voortbestaan van het hoog militair gerechtshof.
Met verwijzing naar het daaromtrent bij gelegenheid der
behandeling van de begrooting van 1888 gezegde, wenschte
men te vernemenhoe de maatregel werkt vau het doen van
exploiten doör de rijks-veldwachters.
Vrij algemeen kon men zich vereenigen met de vermeerdering
van het getal rijks-veldwachters, Intusschen werd twijfel ge
opperd of de voorgestelde vermeerdering der sterkte wel vol
doende kon geacht worden. Tevens werd gevraagd, of in plaats
van vermeerdering der rijks-veldwacht niet meer in aanmerking
zou moeten komen de uitbreiding van het korps maréchaussees,
die zich spoedig verplaatsen en groot gezag inboezemen.
Eenige leden drongen er op aandat de regeering zou
zorgen voor eene behoorlijke Zondagsrust der rijks-veld wachters
en dat zij des Zondags bij het parket geen dienst te verrichten
hadden.
Na eenige opmerkingen omtrent het gevangeniswezen werd
met nadruk op nieuw gewezen op den geheel onvoldoenden
toestand der lokalen voor de kantongerechten te Amsterdam.
Daarin moest zonder uitstel verbetering gebracht worden en
men zou gaarne vernemen, of de minister daartoe het
voornemen had.
De gemeenteraad van Anna PaulOWna heeft
den 17 besloten de jaarwedde der onderwijzers te be
palen op 550 en die van het hoofd van school Nr. 3 op
f 900 en de gemeente-begrooting voor 1889 vastgesteld in
ontvangst en uitgaaf op 16.539.75. Voor de gewone
kosten van het lager onderwijs zal eene rijks subsidie
van f 1585 aangevraagd worden.
Den 18 werd door het gemeentebestuur van
s-Hertogenbosch aanbesteed het maken van 1° twee gas
houders. Laagste inschrijver de heer Aug. Klönne te
Dordrecht voor f 271002". eene stokerij met kolen
bergplaats. Laagste inschrijzer dezelfde voor f 24400.
Den 18 is te Aalsmeer eene school met den
bijbel geopend, waar 117 leerlingen ingeschreven zijn.
Den 18 is korps 10 van het Leger des Heils, dat
te Hattem zijn hoofdkwartier had, wegens verminderde
belangstelling ontbonden.
Te Arnhem wordt een straat-oorlog gevoerd tus-
schen de jongens van de katholieke en de gereformeerde
jongens en knapen van andere scholen. Den 18 heeft
een 13jarige jongen een veertienjarigen met een mes
over het gezicht gesneden.
Den 19 is te Zaandam een jongen te water
geraakt en verdronken; zijne moeder trachtte tweemaal
te vergeefs hem te redden.
Den 19 is te Neerbosch bij Nijmegen de 15jarige
zoon van den landbouwer P. Hermsen op het landgoed
Duckenburg aangehouden verdacht van den brand te
hebben gestieht in de boerderij en woning zijns vaders.
Den 19 des avonds is te Botterdam eene briquet-
tenfabriak aan de Fabriekstraat in het Zwaanhals af
gebrand.
De Hooge Raad heeft den 19 het beroep in
cassatie verworpen van de doleereoden te Nederhorst
den Berg, die niet ontvankelijk verklaard waren in hunne
vordering tot herstel in het bezit van het kerkgebouw
aldaar. In cassatie beweerden zij, dat zij niet gehouden
waren hunne hoedanigheid van kerkvoogden te bewijzen
(gelijk van hen gevorderd werd), daar het hier de actie
tot herstel in het bezit bij gewelddadige ontzetting
betrofen in dit geval de aanleggers slechts de daad
der gewelddadige ontzetting behoefden te bewijzen. Yan
de andere zijde werd opgemerkt, dat ieder wiens hoe-
danigheid betwist wordt die moet bewijzen terwijl
inderdaad eene andere actie was ingesteld dan de eischers
beweerden, n.l. die van art. 618 B, W. De Hooge
Raad heeft zich dus met het stelsel der verweerders
vereenigd.
Den 19 is te 's-Hertogenbosch aanbesteed het
onderhond der provinciale wegen van 1 Januari 1889
tot 1 Januari 1892 geraamd op f 541.173. Het ge
zamenlijk bedrag der laagste inschrijvers was f 51201
beneden de raming.
Eervol ontslag werd verleend, tegen 1 Nov. e.k.,
aan den heer L. J. de Vries, onderwijzer aan de rijks
normaallessen te Texel, wegens vertrek naar 't Zand
in de Zijpe en aan den heer J. Boonacker hoofd der
sehool in Zuid-Eierland, tegen 1 Januari e.k., behoudens
aanspraak op pensioen.
In eene den 20 gehouden bijeenkomst van de
leden van de afdeeling Texel van het nederlandsch
onderwijzersgenootschap werden tot leden van het
hoofdbestuur van dat genootschap met meerderheid van
stemmen gekozen de heeren G. Klappenburg en A. Hein-
sius, hoofden van scholen te Amsterdam.
De veehouders op het eiland Texöl hebben
tegenwoordig alle reden tot tevredenheid. Het voort
durend gunstige weder is oorzaak dat de weilanden
nog steeds behoorlijk van gras zijn voorzien, zoodat het
vee langer dan vorige jaren in de weide kan blijven
wat veel hooi doet besparen. Bovendien zijn de prijzen
van het vee tamelijk hoog. De aardappeloogst is bijna
afgeloopen. In de koogere en drogere streken vooral
langs den duinkant zijn de uitkomsten bepaald gunstig
te noemen niet alleen wat de hoeveelheidmaar ook
wat de hoedanigheid betreft. In de lagere streken is
dit minder het geval. In de polders heeft de over
vloedige regen vooral op de latere soorten een nadee-
ligen invloed uitgeoefend. De prijzen der aardappelen
zijn dientengevolge aanmerkelijk hooger dan in vorige
jaren. Met de jacht gaat het over het geheel niet
voordeelig. Er wordt weinig wild aangetroffeneenden
en hazen komen weinig onder schot. Ook in de een
denkooien wordt weinig gevangen. De hazen worden
thans afgeleverd tegen f 1.50 a f 1.75 per stuk; wilde
eenden voor 60 a 80 cents. Sedert het begin dezer
maand is het vangen en strikken van lijsters begonnen.
Deze vogels worden in groo'e menigte in de kreupel-
boschjes aangetroffen en sterk vervolgdmisschien wel
te sterk, daar de lijster een onnoemelijk aantal insecten
verslindt en daarom onder de nuttige vogels moet
gerangschikt worden. De uitkomsten van de vangst zijn
in de laatste dagen vrij wat gunstiger dan aanvankelijk!
de prijs bedraagt thans 8 a 9 cents per stnk. De
voortdurend heerschende koude noordelijke wind is voor
de palingvisscberij hoogst nadeelig; niet alleen aan de
kust maar ook op de binnenwateren zijn de resultaten
ongunstig. Met het oesterkorren op Texelstroom is nog
een matig daggeld te verdienen, ofschoon weer en wind
het werk soms sterk belemmeren.
Sedert een paar weken worden van Texel ook zee
krabben naar België verzondenvoornamelijk naar
Brussel en Antwerpen. Mosselen verzendt men tegen
woordig naar Engeland in 't bijzonder naar Huil en
Londen. De emigratiewoede op Texel schijnt merkelijk
bekoeld. Den 20 zijn niettemin weder eenige personen
van hier vertrokken om zich met het stoomschip
„Zaandam" naar Amerika te begeven.
Den 20 heeft voor de arr. rechtbank te Haarlem
terecht gestaan S., schoenmaker te Zaandam, be
schuldigd van diefstal van eene portemonnaie welke
op de tafel voor een geopend raam in eene woning te
Zaandam had gelegen en van het stelen van geld in
een koffiehuis. Uit een onderzoek, door een deskundige
ingesteld naar zijnen geestestoestand, was gebleken, dat
hij niet aansprakelijk kon worden geacht. De officier
van justitie deelde in de toelichting tot zijnen eiseh
mede, dat hij aanvankelijk geene vervolging ingesteld
had, vertrouwendedat de familie de noodige stappen
zou doen om hem in een krankzinnigengesticht te laten
opnemen. Nu dit niet geschied was, achtte hij het in het
belang der openbare orde, zijne opsluiting te verkrijgen.
De te zijnen laste gelegde feiten waren wettig en overtui
gend bewezen, maar, aannemende zijne ontoerekenbaar
heid, vroeg hij ontslag van rechtsvervolging, met bevel om
hem op te sluiten in een krankzinnigengesticht voor een
proeftijd van niet langer dan één jaar. De verdediger
van den beklaagde vereenigde zich geheel daarmede.
In den nacht van den 20 op den 21 is te A m-
sterdam plotseling overleden de heer Julius Pazzari,
directeur-ingenieur der Imperial Continental Gas-Asso
ciation aldaar.
Den 21 des avonds is een boerenknecht, tegen de
waarschuwing zijner medereizigers in, van de in gang
zijnde Gooische stoomtram gesprongen, onder den tram
geraakt en stervend opgenomen.
In het officieel gedeelte van de Staatscourant van
den 21—22 leest men het volgende
„Naar aanleiding van loopende, dikwijls onjuiste be"
richten omtrent den gezondheidstoestand van Z. M.
den Koning zullen naar omstandigheden, van tijd tot
tijd berichten dienaangaande in de Staatscourant worden
gegeven.
„Volgens verklaring van Hoogstdeszelfs geneesheeren
is Z, M. thans hersteld van de catharrale ziekte, waar
door Z. M. in Augustus j.l. werd aangetast, zonder dat
deze nadeelige gevolgen heeft nagelaten ten aanzien
van de chronische kwaal, waaraan Z. M. lijdende is. Z.
M. neemt thans in lichaams- en werkkrachten toe, doch
de groote gevoeligheid en de moeilijkheid van bewe
ging vorderen zeer groote voorzichtigheid met betrekking
tot het genieten van de buitenlucht."
De heer Bahlmann, die met de heeren Eabius en
Huber tegen de voorbereidingscommissie stemdedoor
de heeren Lohman en Schaepman bij hun voorstel tot
herziening van het reglement van orde voor de 2e Kamer
voorgedragenheeft in de Maasbode rekenschap van
die handelwijze gegeven. Aan dat stuk worden de vol
gende bijzonderheden ontleend. Naar zijne meening
zou aan de anti-revolutionairen daardoor een onbeta
melijk overwicht zijn gegeven. De heer Eabius heeft
terecht opgemerkt, dat in de voorstellen dier heeren
het beginsel stak der proportioneele vertegenwoordiging,
en dan drong de vraag zich onmiddellijk op mag men
dit beginsel enten op den stam eener Tweede Kamer
welke in de verste verte niet gekozen is volgens dat
beginsel f Het is een feitmoeielijk voor tegenspraak
vatbaardat de party der anti-revólutionairendank
zij den steun der katholieken bij de stembus, veel sterker
in de Tweede Kamer vertegenwoordigd is dan in even
redigheid mag geacht worden met hare getalsterkte in
den lande. Terwijl de katholieke partij 26 vertegen-
woordigers teltbeschikt de anti-revo'utionaire party
over 28 leden. Wilden de heeren Lohman o. s. con
sequent zijn met hun beginsel van proportioneele ver
tegenwoordiging dan moesten zij in de eerste plaats
zorg dragen dat de katholieke partij over ten minste
36 zetels beschikte. Bij de samenstelling van het nieuwe
ministerie was het beginsel der proportioneele vertegen
woordiging ook niet gehuldigd en de president der
Tweede Kamer behoorde mede tot de anti-revolutioaaire
partij.
\V ilde de heer Lohman voor zijne partij het onderste
uit de kan hebben dit was hem niet euvel te duiden,
maar als katholiek afgevaardigde was hij niet verplicht
tot een dergelijk staatsbedrijf zijne hand te leenen.
Hoezeer ook geneigd, aan het geloovige gedeelte zijner
protestanteche medechristenen dien invloed toe te kennen
op het bestier van 's lands zaken, welke hun rechtmatig
toekomt, versterking van de domineerende stelling der an
ti-revolutionaire partij in de Tweede Kamer ten koste
van de katholieke achtte hij onder de tegenwoordige
omstandigheden noch noodzakelijknoch wenschelijk.
Dairom stemde hij tegen. Op de tegenwerpingdat
de voorstellen het onderschrift van den heer Schaepman
droegen en dus geacht konden worden ook van katho
lieke zijde afkomstig te zijnantwoordt hij, dat het van
genoegzame bekendheid is, dat die voorstellen wel de
onderteekening droegen van den heer Schaepman, maar
dat als de eigenlijke auctor intellectualis moest beschouwd
worden de heer Lohman.
Ten tweede is het mede genoegzaam bekenddat
juist de meêgaandheid van dr. Schaepman met de eischen
der anti-revolutionaire partij voor hem zeer dikwijls is
geweest eene oorzaak van verwonderingniet van be
wondering. Wanneer hij zijne ondervinding als president
van de katholieke kiesvereeniging te Rotterdam en van
den Z.- en N.-Hollandschen Bond raadpleegt ten op
zichte van anti-revolutionaire eischen en zich herinnert
het gebeurde bij de laatste verkiezingen te Rotterdam,
Schiedam, Delft, Katwijk en vroeger bij die te Leiden,
dan scheen hem het voorstel Lohman, met de toelich
ting er by, van proportioneele vertegenwoordiging te zijn
een comble van anti-revolutionaire inhaligheid.
In de te Utrecht gehouden vergadering van de
„Unie' -vereeniging tot bevordering en instandhouding
van scholen met den bijbel zijn met groote meerderheid
van stemmen gekozen tot bestuursleden de heeren jhr. dr.
de Geer van Yelp en Elshout van Lollumbeiden
nummer een geplaatst op de door het bestuur ingediende
voordracht. Yoor de derde plaats was voorgedragen
onder No. 1 de heer mr. Huber, het Kamerlid, en de
heer Oppedjjk onder No. 2. Met 52 stemmen werd
gekozen de heer Oppedijkde heer Huber bekwam
18 stemmen.
Te Hilversum is een 14jarige jongen, die om een
kwartje gewed had vier kop appelen achter elkaar te
zullen opeten onder het eten door eene hevige be
nauwdheid overvallen en gestorven.
De in 1874 ten onrechte als eenige wettige zoon
vrijgestelde persoon, van wien dezer dagen bleek, dat
hij nog een halven broeder hadis thans wegens
lichaamsgebreken van den militairen dienst vrijgesteld.
Het beschot achter de banken aan de rechterzijde
in de vergaderzaal der Tweede Kamer wordt meer naar
achteren gebracht, om daardoor ruimte te verkrijgen tot
het plaatsen van eene rij van vier banken en aldus het
getal zitplaatsen met acht te vermeerderen. De tijdelijk
aangebrachte klepbankjes kunnen hierdoor aan weers
zijden van de Kamer vervallen.
In de algemeene vergadering van de Broederschap
van candidaat-notarissen, onlangs te Nijmegen gehouden,
is een voorstel van de afd. Gelderland, dat het hoofd
bestuur zich zou wenden tot den minister van justitie,
met het verzoek eene wijziging in de wet op het nota
risambt voor te dragen, ten doel hebbende maatregelen
te nemen, waardoor de toeneming van het aantal can
didaat-notarissen beperkt worde na inleiding door den
heer E. G. van Sendencanddaat-notaris te Dieren,
aangenomen met 23 tegen 13 stemmen.