No. 132.
Negentigste Jaargang.
1888
WOENSDAG
31 OCTOBER.
Een kind uit het volk.
Prijs der gewone Advertentiën:
@nit«aiaub.
FBUIL.LESTOKT.
ENGELAND. De heer Pritehard Morganbe-
hoorende tot de zich afgescheiden hebbende liberalen
is in een der kiesdistricten van Wales tot lid van bet
Lagerhuis gekozen: de heer Griffith, aanhanger van
Gladstone bleef in da minderheid.
FRANKRIJK. De duitscher Erits Kiliandie
te Nizza terechtstond, beschuldigd, dat hij als spion der
duitsche regeering schetsen gemaakt bad van de fran-
eche forten bij de italiaanscne grensde bewegingen
der Alpen-bataljons bespied had en een patroon van het
Lsbel-geweer aan de daitsche regeering had willen verkoo-
pen, is veroordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf en2500
Doete terwijl hem, na het verstrijken van zijn straftijd,
gedurende 10 jaren het verblijf in Frankrijk is ontzegd.
GRIEKENLAND. De Koning heeft deD 27 de
Kamer van afgevaardigden geopend met eene boodschap,
waarin hij wijst op den vooruitgang welke op velerlei
gebied heeft plaats gehad. Hij betuigt zijnen dank voor
de bewijzen van gehechtheid naar aanleiding van zijn
jubilé en kondigt de verloving aan van den kroonprins
met prinses Sophie. Hij wijst verder op de verbetering
van het kredietwaardoor het evenwicht op de be
grooting verkregen zal worden en op den vooruitgang
bij leger en vloot.
ALKMAAKSCHE
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
COURANT.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TER ZOON.
BELGIE. Bij de herstemming voor lid der Kamer
is den 29 te Brussel gekozen de heer Powis vao
Borscbe, clericaal, met 8047 stemmen; Graux, liberaal,
bekwam 7843 stemmen.
DUITSCHLAND. Graaf von Moltke heeft den 2G
zijn 88 verjaardag op zijn landgoed in Silezië gevierd,
In de Munchener Neue-te Aachrichten komt een
artikel voor over gebeurtenissen „in een aangrenzend
land", waarmede keuuelijk Wurtemberg bedoeld wordt,
die het blad liever verzwegen zou hebben ware het
niet van vele zijden aangezocht geworden ze openbaar
te maken in de vaderlandslievende hoop, dat eene ge-
wenschte verandering dsarvan het gevolg zou worden. De
65jarige Koning van dat rijk zouvermoedelijk onder
den invloed van zijn lichamelijk lijden, zich geheel en
al gesteld hebben onder de macht van drie „vreemdelin
gen" (naar men zegt amerikanen), die van hem zoo groote
geldsommen weten te verkrijgen dat hij daardoor in
schalden is geraakt. Zij verspelen dat geld te Monaco
of elders en leiden een uiterst weelderig leven terwijl
de hofhouding allerlei bezuinigingen moet ondergaan.
Hij schonk hnn o. a. een huis te Stuttgart, waar
hij bijna altijd vertoeft, wanneer hij zich in de hoofdstad
ophoudt (in den winter is hij in bet Zuiden). Van de
geheimenissen van dat huis weet men zeer veel te verhalen;
het blad vermeldt daarvan alleen, dat er spiritistische
zittingen gehouden worden, welse door de overspanning
der zenuwen voor de gezondheid van den Koning aller
schadelijkst moeten zijn. Daar worden zijne doorluchte
voorvaderen opgeroepenen men wijst de lieden met
de vingers nadie bij die vertooniDgen medewerken.
In elk geval is de invloed van den omgang met deze
twee vreemdelingen (de derde schijnt hun wegbereider
geweest te zijn maar vergenoegt zich met ridderorden
en betrekkelijk beEcbeiden gesehenken) zoo nadeelig
dat een beroemde arts van 's lauds Universiteit, die
geraadpleegd werd de onmiddellijke verwijdering van
die twee gelukzoekers nit de nabijheid van den Koning
verlangde. Zij verklaarden te willen heengaan lieten
zich met eene belangrijke som gelds afkoopen en ver
dwenen ook werkelijk maar keerden dadelijk terug
zoodra de arts het ziekbed verlaten had. Sedert dat
voorval, dat voor omstreeks één jaar geleden plaats had
hebben de twee vreemdelingen het goedhartige vertrou
wen van den zieke meer en meer weten in te palmen.
Te Stuttgart is dat nummer in beslag genomen.
De Keizer ontving den 27 des middags op bet
koninklijk slot te Berlijn de commissie van het stedelijk
DesLuur, met den burgemeester, den heer von Eorcken-
beck aan het hoofd, die hem een adres van gelukwensching
met zijne behouden thuiskomst van zijne buitenlandsche
reis overhandigde en verlof verzocht, ter gedachtenis aan
die reis op het slotplein eene fontein te mogen plaatsen,
naar een ontwerp van den beeldhouwer Begae.
De Keizer betuigde zijne blijdschap over de deelne-
42)
Toen Detlev von Eommingen het paleis verliet en
de koele avondlucht hem tegenstroomde, haalde hij diep
adem, alsof hij daarmede alles wat hem bezwaarde, van
zich wilde afzetten. Het hielp hem echter niet. De
afmattende drukking dien hj op hoofd en hart ge
voelde was niet zoo gemakkelijk te verwijderenzij
belette alle kalm nadenken. Als een troep kabouter
mannetjes, vol leedvermaak giggelend, drongen zich die
duizenden herinneringen aan hem op; toen hij zich over
Eerra's gedrag had verwonderd, zich zelfs geërgerd had
en zich had moeten afvragen, of het mogelijk was, dat
eene dame zoo kon handelen 1 Hem bekroop weder
dat alleronaangenaamste gevoel, dat hem tusschenbeide
had aangegrepen, wanneer hij zich had voorgesteld, dat
bij ooit iets dergelijks in zijne vrouw zon kunnen te
laken hebben, en zonderling genoeg hij twijfelde
eigenlijk geen oogenblik aan de waarheid van hetgeen
de prinses hem had verteld.
Had hij dus Eerra niet lief in die mateals hij tot
nn toe gemeend had? Hij zuchtte bij die gedachte.
Tegen zijn wil herhaalde bij by zich zelf telkens de
stelling, waarvan hij destijds de waarheid met alle hem
ten dienste staande middelen had bestreden vriendschap
moet op achting zijn gegrond, liefde niet. Achting kan
geen,liefde kweeken; ODtbreekt de achting, daaraan stoort
zich echter de liefde nietHij meende zeker van
zich zelf te zijn wanneer hij beweerde dat er voor
hem slechts liefde zonder achting bestond. En nu
In al zijne lieftalligheid en betooverende schoonheid
stond Eerra's beeld voor hem. Zijn hart begon luide
te kloppen. Zijn pols sloeg heftig Moest hij van
haar afzien? Was hij daartoe instaat? De koelbloedige
miDg, waarmede de hoofdstad hem op zijne reis gevolgd
bad. De vriendelijke ontvangst, die hij overal gevonden
had, beschouwde hij niet als aan hem persoonlijk, maar
aan het rijk en zijn hoofd bewezen. Voor de ver
rassing hem bereid door het besluit om eene ton-
tein vóór het slot te plaatsendankte hij te meer
omdat zij door hem ontvangen werd op den dag
der inwijding van het kerkgebouw, waarin zijn vader
zoo groot belang stelde hij hoopte dat spoedig nog
meer fraaie kerken te Berlijn verrijzen zouden. Wat
zijne reis betrof, hij verwachtte daarvan de beste ge
volgen voor het rijk. Hij drukte echter zijn leedwezen
en ontstemming uit over het twistgeschrijf, hetwelk
gedurende den tijdwaarin hij naar zijn vermogen
voor de belangen des rijks werkzaam was, in de
bladen te Berlijn gevoerd was geworden over de
zaken zijner eigen familieop eene wijze die zelfs
de eenvoudigste particulier zich niet kon laten welge
vallen. Hij vroeg aan de commissie te doen wat zij
vermochtom zulke onbehoorlijkheden tegen te gaan.
Hij wilde gaarne als een berljoer onder de berlij-
ners wonen. Na dit antwoord ging de Keizer heen
zonder zelfs den burgemeester de hand te reiken of
zich, gelijk gebruikelijk is, de leden der commissie te
laten voorstellen.
Keizer Wilhelm is den 29 per extfa-trein naar Ham
burg vertrokken.
De heer Webster verdediger van de Times in het
geding tegen Pacnell, heelt 27 uren noodig gehad voor
zijne aanklacht in het geheel, waarvan de slotsom was,
dat de hoofdleiders der nationalistische beweging, eenige
ïersche leden van het Lagerhuis volkomen op de
hoogte geweest zijn van alle praktijken en handelingen
van het landverbond.
De gemeenteraad van Parijs heeft besloten aan de
mairies der twintig arrondissementen de gelegenheid
open te stellen voor alle burgers die burgerlijk willen
begraven worden om hunne wilsbeschikkingen te dien
aanzien in een bijzonder register te doen opnemen.
De termijn voor inschrijving van vreemdelingen is
verlengd tot 1 Januari 1889.
Te Parijs werd Cen 27 des avonds een feestmaal ge
houden door voorstanders van generaal Boulanger
opwelling van zooeven was verdwenen hij was geheel
en al de speelbal zijner strijdende hartstochten.
Eechts af liep de straat, die naar den prinsenweg
leidde, waar de villa-BogdaDoff stond. Naar haar was
de eenige wensch die hem onweerstaanbaar aandreef,
tegelijk met het bewustzijn dat het dan met zijn zelf
standig oordeel gedaan wasdat hij dan voor altijd
gevangen was.
Neen
Hij woelde half onbewust met de hand tusschen zijn
uniform, alsof bij zich op die wijze moest terughouden,
hij snakte naar lucht, als een drenkeling, die zich niet
langer boven water kan honden toen draaide hij
zich om en ging op zijne woning toe. Langzaam
vermoeid als viel iedere schrede hem zwaarhet
voorhoofd met zweet, de lippen min of meer met bloed
bedekt. Hij wilde overleggen overleggen met zulk
een hoofd met zulk een verscheurd hartDie
voortdurende strijd tusschen twee machtenbeide even
sterk evenheilig en gerechtigd. Aan den eenen kant
eer naam positieAan den anderen zijne
liefde Zijne eerste en eenige liefde
Hij liep de trap voor zijne woning op, aarzelend
schier tegen zijn zin. Voordat hij nog aan de bel trok,
werd de deur haastig opengetrokkenDeuren stond
voor hem.
„Goddank, .dat je eindelijk komt, Detlev zeide hij
op een toon van verlichting. „Ik wacht al lang op je."
De adjudant gaf geen antwoordwerktuigelijk trad
hij de huiskamer binnen en sloot de portière achter zicb.
„Laat mij alleen als 't je belieftwas alles wat
hij zeide.
Deuren had hem onrustig gadegeslagen Detlev's
bleekheid, zijne gansche houding deden hem ontstellen.
„Detlev" begon hij aarzelend.
Eommingen had zieh in een stoel laten vallen, nam
de blauwe kwast, die uit deu gebeeldhouwden leeuwen
muil hingio de hand en sloeg daarmede zacht op
de zitting.
waaraan door 800 personen werd deelgenomen. De
generaal hield eene rede, waarin hij dezelfde denkbeel
den als voor de eomnissie der grondwetsherziening
ontwikkelde. Bij het uiteengaan der gasten hoorde
men eenige kreten en gefluit en werden onderscheidene
personen in hechtenis genomen.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. Op de oosten-
rijksche begrooting voor 1880 is het evenwicht tusschen
ontvangs'en en uitgaven hersteld, een feit, dat sedert
13 jaren niet was voorgekomen.
SPANJE. In den ministerraad van den 27 werd
door de heeren Vega de Armijo en Moret medegedeeld,
dat zij stellige berichten hadden ontvangen omtrent het
hervatten der revolutionaire beweging bij het leger in
verschillende provinciën.
De regeering maakt zich zeer ongerust over de ver
standhouding tusschen de federalen en progressisten
onder de leiding van Fy i Margali en Ruiz Zorrilla.
Geen enkel voorstel met betrekking tot de conversie
der Cubaansche schuld is aannemelijk voorgekomen.
De beslissing is dus uitgesteld.
BULGARIJE. Yorst Ferdinand opende den 27
de Sobranje met eene troonrede waarin hij de hoop
uitsprak dat de Kamer bewijzen zou geven van toe
wijding en liefde voor het vaderland en de kroon. Met
voldoening verklaarde hij, dat, dank zij den algemeenen
vrede rust en orde in het vorstendom heersebten. De
rechtvaardige zaak van Bulgarije werd bij den dag op
hechtere grondslagen gevestigd.
SERVIE. Koningin Nathalie is dadelijk opgeko
men tegen de wijze waarop haar gemaal de echtschei-
ding heeft doen uitspreken. Zij verklaart het besluit
als nietig te beschouwen op grond dat een huwelijk
volgens de voorschriften der orthodoxe kerk gesloten
niet alleen door den aartsbisschop kan worden ontbonden.
De aanhangers des Konings beschouwen de echtscheiding
als volkomen wettig: volgens hen is de Koning het
hoofd der kerk en de eenige die in kerkelijke zaken
tegen hem zou kunnen optreden is de aartsbisschop,
de primaat der zelfstandige Servische kerk. Na de
mededeeling van het besluit tot echtscheiding ontvingen
de geestelijken in het geheele land den last, haar in de
kerken af te kondigen terwijl de prefecten en burge
meesters bevel ontvingen, de portretten der Koningin
uit alle openbare gebouwen te verwijderen.
De ministers hebben hun verzoek om ontslag inge
trokken; de heer Mitovitch blijfc minister van financiën.
„Ik heb nog wat te doen", zeide hij op denzelfden
matten toon als zoo straks.
Eustachius trad vlak voor hem en legde hem de
hand op zijn schouder.
„Detlev, ik heb je wat te zeggen."
„Niet noodig ik weet het al
Ofschoon de jonge officier er op voorbereid was, kon
hij toch eene beweging van schrik niet onderdrukken.
„Wie heeft je dat gezegd
„Dat doet er Diet toe Ik weet alles." De kwast
ging onophoudelijk op en neder, het was de eeDige be-
weg,ngi die van den strak voor zich uitziende man scheen
uit te gaan.
„Eu en
„Vraag mij niets", viel Detlev hem heftig in de rede;
er lag een toon van smart in die weinige woorden
die Deuren zoodanig aangreep dat hij zich haastig
afwendde.
„Ik moet je iets vragen in haren naam", zeide
hij eindelijk zacht en met een stem, die men hoorde
beven. „Detlev Om der barmhartigheids wil wees
niet overhaastOordeel niet voordat gij zelf hebt
onderzocht de wereld is geen rechtvaardige
rechter
Detlev wendde zich langzaam tot zijnen vriend, die
zeer opgewonden sprak en zag hem met zijne donkere
oogen tot op den grond zijner ziel, terwijl hij langzaam
vroeg „Gelooft gij zelf, waarmede gij mij tracht te
troosten
Eustachius s'oeg beschaamd de oogen neder. Neen
hij geloofde het niet I Nog meer hy had zelfs
hare eigen bekentenis Gedruktgemarteld met de
angst voor zijn vriend in blik en stem begon hij nu
schuw „Beloof mijDetlev dat gij niet ondoordacht
zult handelen de tijd wischt veel uit ik smeek
er je om O, mijn God riep hij, in wanhoop
met den voet stampende. „Wat ben ik toch een domme
ezel dat ik niet eens kan zeggen wat mij op het
hart ligt.''