BULGARIJE. Het adres van antwoord der Kamer
is slechts een weerklank op de troonrede. Het bul-
gaarsche volk aldus wordt daarin gezegd heeft
getoond de eigenschappen te bezitten vereiecht om
zelf zijne zaken te regelen. Het zal steeds den efiers
indachtig zijn, door den vorst gebracht, en bereid zijn
hem te verdedigen. Bulgarije zal steeds kunnen be
schikken over een goed geoefend legerdat zijn plicht
weet te vervullen.
SERVIE. Ia het voorstel tot grondwetsherziening
worden als voorwaarden voor verkiesbaarheid gesteld
ouderdom van 25 jaar en aanslag van 30 fr. in de di
recte belastingen. Voorts worden nieuwe maatregelen
voorgeschreven ten opzichte van de nationale militie,
en wordt bepaald, dat de mobilisatie van het leger slechts
met de toestemming der Skoepschtina kan geschieden.
De ministers zouden verantwoordelijk en geene leden
der Kamer mogen zijn.
$innenl&u&.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
UtUeariiSisaiie. -
vingers en werd aan de borst gekneusd. De hofdame
Marie Goliuetschew ontving een wond aan den voet,
en de minister van het koninklijk huis graaf Woronzow
Daskow de minister van oorlog Wannowski, en de
adjudanten Dagilowi'sch en Tscherewin werden ernstig
gekneusd. De inspecteur der spoorwegen Sternvall werd
zoo ernstig aan den voet gewond dat hij op een baar
naar den ziekenwagen moest worden gedragen. Van
de bedienden werden 21 personen gedood en 57 gekwetst.
Wat de oorzaak van het ongeluk betreft, wordt
medegedeelddat de Keizer op de plaats zelve een
officier der gendarmerie een stuk overhandigde van een
dwarsleggerdie geheel was vergaan opdat deze bij
het onderzoek als bewijs zou kuDnen dienen.
De Keizer heoft verklaarddat hij nooit vergeten
zou de ontvangsthem en zijn gezin den 31 door de
bevolking te Charkow bereid. Voor hun vertrek uit
die plaa'.s brachten zij nog een bezoek aan het hospitaal,
waar de gewonden verpleegd werden.
De directeur van den Caucasischen spoorwegdie
wegens het onheil bij Bjrki zou worden afgezet, heelt
zich van het leven beroofd.
VEREENIGDE STATEN. De engelsehe ge
zant te Washington, de heer Sackville, ontving voor
eenige weken een particulier schrijven van iemand in
Califotniëwaarbij hem gevraagd werd hoe de
sehrijver bij de aanstaande verkiezing van een nie wen
president moest handelen. De gezant liep in den hem
gespannen valstrik hij antwoordde per ommegaande in
bewoordingen, waarin duidelijk doorstraalde, dat de
engelBche behngen het meest gebaat zouden worden
door de herkiezing van den legenwoordigen president
Cleveland. Hoewel zijn antwoord aangegeven was als
„paiticulier en vertrouwelijk", werd het dadelijk in een
bmd openbaar gemaakt en door andero bladen over
genomen. De meeste bladen voegden diaraan opmer
kingen toewelke voor den gezant minder vleiend
waren. Men zag daarin eeno ongeroepen en on
gerechtvaardigde inmenging van een vreemden gezant
in de binnenlandsche staatkunde. Deze inmenging
werd te ernstiger opgenomen omdat president C!e-
ve! nd voorstander van vrijhandel is en zijne her
kiezing dus aan Engeland, eon der weinig! staten,
die alsnog het vrijhandelsbeginsel toepassenzeer
aangenaam zou zijn. Cleveland's tegenstanders schre
ven hem natuurlijk engelsehe neigingen toe en ver
klaarden, dat zijne herkiezing het meest in het belang
van Engeland zou zijn. De gezant merkte cp dat
zijn brief geen officieel stuk was, terwijl de ameri-
kaan^cbe minister van buiteal. zaken Baijard verklaarde,
dat op particuliere brieven, al waren zij van een gezant,
geen acht kon worden geslagen. Doch dit hielp niet.
De verontwaardiging bleet even grootten gevolge
Nobbe bleef staan trok verbaasd de wenkbrauwen
samen en baalde de schouders op.
„Daarin bestaat verecbtl van gevoelen I" merkte hij
op, een takje afbrekende. „Het tegenwoordige sei-
soen beeft veel van e^n lont, die in een vat met
kruit gevlogen is."
„Het is ook de moeite waard 1" Leroy sag het blauwe
rookwolkje na en bouwde daarbij een koen luchtkasteel.
Eerra, verpletterd en geheel der wanhoop ten prooi op
Eélicitébij haar trooster ten slotte op een of
ander plekje der aarde haar man Hij had voor
treffelijk geopereerd, zijn naam was ia het geheel niet
genoemd geworden nu bon hij zich spoedig in zjjn
zegepraal verheugen. Wanneer nu de berichten uit de
villa-Bogdanoff maar niet zoo spaarsaam waren 1 Niet
eens Nobbe wist iets. Eén ding was alleen zeker
niemand zag de dames ergenshet heette dat zij
ziek wareD.
Zoozeer was hij in zijne gedachten verdieptdat hij
eerst weder op zijn gezelschap opmerkzaam werd, toen
Nobbe de hand aan zijne pet bracht.
„Wien groettet gij daar?" vroeg hij verwonderd,
want juist verdween het rijtuig, dat huu voorbij gereden
was, om een hoek.
„Mevrouw von Bogdanofl
„Was zij alleen?"
„Ja De kleinegele vrouw mag zelve geen onbe
rispelijk verleden hebben wie zal het zeggen maar
zeker zal zij nooit de dwaasheid hebben, zich ter wille
van anderen bloot te stellen", zeide Nobbe op zeer
bevredigden toon.
Op hetzelfde uur ongeveer zat Eerra in haar salon.
„Het is een gevangenisleven, waartoe je my doemt',
had zij klagend gezegd, toen Maria Paulowna haar ten
afscheid toeknikte. „Je zult zien, dat Achilles niets van
zich hooren laat het stoort hem in zijne rust. Op je
telegram heeft hy niet geantwoord, op je brief evenmin.
Wat verwacht je dan nog?"
„Hem zelfzeide zij laconisch.
„En hoelang hoopt ge daarop
„Mannen zijn altijd onberekenbaar, wanneer het er voor
Len op aankomt, uit huu gewone doen te geraken", zeide
zij schouderophalend reeds half de kamer uit. „Laat
de tijd je niet lang valleD, lieve!"
Eerra slaakte een zucht van ongeduld. Zij nam eene
waarvan ten slotte namens president Cleveland aan
den gezant te kennen schijnt te zijn gegeven, dat he-
Load zijner tegenwoordige betrekking niet langer ge-
wenscht was en een nadseligen invloed zou uitoefenen
op de betrekkingen der Vereenigde Staten met Enge
land.
Indische begrooting.
Bij het afdeelings-onderzoek vond het denkbeeld van enkele
leden om de beraadslagingen over deze begrooting tot Januari
uit te stellen weinig bijval; afdoening vóór het einde desjaars
achtte men zeer goed mogelijk. Over de trage inzending van
het koloniaal verslag werd geklaagd. Met teleurstelling hadden
vele leden van den inhoud der begrooting kennis genomen.
Van een man van zoo groote kennis en ondervinding in indi-
sche zaken, als deze minister van koloniën, meende men groote
verwachtingen te mogen koesteren. Verschillende leden van
de minderheid verklaarden alleszins gezind te z'ijn met dezen
minister saam te werken. Deze begrooting echter had evengoed
door een zijner voorgangers kunnen zijn saamgesteld geworden.
De toelichting verspreidde weinig licht; over verschillende be
langrijke punten werd het stilzwijgen bewaardzelfs scheen de
minister in enkele opzichten, o. a. wat de opiumpacht betreft,
van zijne vroegere meeningen te zyn teruggekomen, daar hij
in 1889 de driejaarlijksche opium-verpachtingen wil doen plaats
hebben. Andere leden bestreden dit betoog. Met het oog op
de wisseling van gouverneur-generaal was voorshands het brengen
van vele ingrijpende veranderingen in het bestuur onmogelijk.
Bovendien bleekdat de minister niet, zooals zijn voorganger,
de inkomsten wilde opdrijven en de uitgaven beperken, tlij
toch wenschte den toestand der inlandsehe bevolking te ver
beteren en stelde dan ook vcorde landrente te verlagen en
den inkoopsprijs der koffie te verhoogen. Ook was door het
verleenen van hoogere subsid:ën aan het bijzonder onderwijs
betere zorg voor het vervufen van godsdienstplichten door
militairen en door het verleenen van steun aan de zending re
kening gehouden met het karaiter van Nederland als christelyke
natie. Vele leden waren intuischen van meeningdat de mi
nister eene nadere uiteenzetting van zijn programma moest geven,
en verschillende leden wensohtsn ook de beginselen te kennen,
naar welke de regeering met den nieuwen landvoogd zich in
het algemeen voorstelde het beheer over Indië te voeren
Ook eenige regeeringsdaden kwamen ter sprake. Verschillende
leden achtten de benoemingen van de heeren Sol en de
Savornin Lobman niet in overeenstemming met 's lands be
lang. In verband met de antecedenten van den heer Lohman,
scheen ten dezen op de belangen van Suriname niet voldoende
de aandacht te zijn gevallenandere leden schreven dien heer
de vereischte eigenschappen toe on met waardigheid en beleid
de hem opgedragen betrekking te bekleeden.
Het schrijven van den minister aan verschillende Zendings-
vereeuigingen wekte ongerustleii ten opzichte van z'ijne houding
in de godsdienstige aangelegenheden van Indië. Die brief deed
eene afwijking van de tot dusver gevolgde staatkunde van
onthouding vreezendaar hg rechtstreeks legen den Moham-
medaanschen godsdienst gericht was. Ook de aanschrijving aan
het indisch bestuur, dat de leerlingen, die tot den christelijken
godsdienst behooren, een uur later op de gouvernementsscholen
mogen komenis geschikt om wrevel te wekken. Anderen
meendendat de brief niets meer is dan eene opwekking tot
het zendingswerk en het aanbeveling verdient den inlanders te
doen blijkendat ook de nederlanders hunnen godsdienst heb
ben. Bevordering van den christelijken godsdienst is de eerste
plicht eener christelijke natie.
Inlichtingen werden gevraagd over 's ministers denkbeelden
omtrent eene betere behandeling der begrooting en de maat
regelen waardoor decentralisatie in het bestuur ware tot stand
te brengen.
Eén lid wenschta de vaststelling der begrooting op te dragen
aan een Kolonialen Raad, op voordracht van de Tweede Kamer
door den Koning te benoemen.
Men wees op de minder juiste raming der begrootingstekorten
en vond het vreemd, dat de minister niet voorstelde in de
vroeger door hem voorgestane richting, om de overschotten van
den indischen dienst allereerst aan te wenden tot allossing van
schuld, voort te gaan.
Van zijn geldelijk beleid hadden verschillende leden een on-
gunstigen indruk gekregen. Thans scheen eene geheel tegen-
rooa uit de bloemenmand en draaide die spelend tus
sehen de vingers. Door bet groene, in elkander ge
slingerde loof van den klimop en de met gouddraad
doorwerkte zonneblinden heen trof het zonlicht baar
blond hoofd en viel in breede streepen over hare go-
beele gestalte. Zij ging achterover leunen en sloot de
oogen, hare gedachten waren bij Detlev. Maar voordat
zij geheel inslieptrad een bediende binnen met een
visitekaartje op een zilveren blad. Hij bood het haar
zwijgend en met eene diepe buiging aan nieuwsgierig
wierp zij een blik er op j niettegenstaande het verbod
van mevrouw von Bogdanofl om iemand te ontvangen,
wilde zij toch zienwie nu nog z'jne schreden naar
de villa richtte. De be-oeken waren sobaarsch ge
worden.
„Achillea Arbanofi", las zij, onder een vorstelijke kroon.
Een kreet ontsnapte haar, zij sprong op. Daar stond
hij reeds op den drempel, het slanke lichaam eenigszins
voorovergebogen maar niet meer zoo lusteloos als
vroegerde diepliggende oogen nog steeds mat en
flauw het smalle aristocratische gelaat bleek maar
zonder een spoor van uitputting er in.
„Ik mag wel nader komen niet waar vroeg zijne
zachtevermoeide stem terwijl hij op haar toetrad.
„Het telegram van mevrouw von Bogdanofl trof mij
niet thuis, ik was te Madrid. Toen ik het daar ontving,
ben ik dag en nacht doorgereisd. Ik hoop, dat ik cog
niet te laat kom
Hij ging met de nonchalance gratiedie hem
altijd eigen was geweestop een stoel zitten en zag
onafgewend in Ferra's schoon hoog blosend gelaat.
„Wat zjjt gij veranderd", zeide hij eindelijk. „En wat
gelijkt gij nu op het portretdat mij mijn levenlang
zoo heeft bekoord. Gij zijt nog schooner geworden
Eerra wie had dat alles kannen denken."
„En aan u heb ik het te danken!" riep zij op haar
warmeten toon terwijl zij zijne hand vatte.
„Aan mij Nu ja, ik was het werktuig, waarvan het
lot zich bediende. Uit den brief van mevrouw von
Bogdanofl vernam ik overigens, dat gij er over denkt,
om te hertrouwen, schoone stiefmoeder!"
Hij hield hare hand vast en streek langzaam over
hare fijne vingers.
„Ja 1" zeide zij, eenigzins sneller ademhalende „dat
wil zeggen, wanneer alles wordt opgehelderd. Detlev
overgestelde richting aangenomen te worden van die van zijnen
voorgangerwien men fiscaliteit verweet. Toch eischte de
toestand der indische geldmiddelen bijzondere voorzichtigheid.
Zoolang de indische inkomsten zoo wisselvallig zijn, moest men
zich door een groot saldo op den vorigeu dienst niet laten
verleiden tot het doen van minder noodige uitgaven. Terwijl
do raming'van het tekort stijgt, verlaagt de minister de landrente,
verhoogt den inkoopsprijs der koffiebreidt bestaande organi-
satiën uit en stelt den aanleg van een nieuwen spoorweg voor.
Alles te zamen deed aan luchthartigheid denken. Andere leden
wezen er op, dat het tekort op de gewone uitgaven het natuur
lijk gevolg is van de reactie tegen de fiscaliteit van zijnen voor
ganger en van de ongunstige tijdsomstandigheden in Indie.
Met aandrang werd gevraagdof spoedig een ontwerp tot
regeling van de geldelijke verhouding van Nederland tot indie
te verwachten was.
Vele leden betuigden hunne tevredenheid over de voortvarend
heid en het beleid, door het civiel en militair gezag op Java
aan den dag gelegd bij gelegenheid van de onlusten en be
roeringen in Bantam en elders, die blijkbaar de plaatselijke uiting
zijn van eene algemeene en diepgevoelde ontevredenheid ten
gevolge van slechte oogsten, zwaren belastingdruk gebrekkige
kennis der ambtenaren van den toestand der inlandsehe bevolking
en de lichtvaardigheid, waarmede de indische regeering in Indie
de haar gedane waarschuwingen in den wind sloeg. De
hadji's schijnen de hoofdaanleggers van de onlusten. Kan
men hun invloed niet verminderen door hun het dragen eener
bijzondere kleeding te verbieden Velen achtten den tosstand
op Java nog zeer gespannen, vooral in Soerakarta vreesde men
nieuwe beroeringen. Uit een militair oogpunt ware aansluiting
van Magalan aan den spoorweg zeer gewenscht.
Vele leden stemden in met 's ministers verklaring dat van
eene terugtrekking uit Atjeh onzerzijds geen sprake kan zijn
en waarschuwden tegen verandering van staatkunde. Men
wonschte wel 's ministers nadere inzichten te leeren kennen,
hetzij in het openbaar, hetzij in comité-generaal.
Met genoegen was kennis genomen van de gunstige berichten
omtrent de berri-berri. Van de uitkomsten van het onderzoek
van den officier van gezondheid Bieber werd weinig verwacht.
Men vroeg, of eene eindregeling der grenzen op Borneo met
de engelsehe regeering nu spoedig tot stand zou komen. Van
verschillende zijden werd geklaagd over de tegenwoordige op
leiding der ambtenaren van binnenl. bestuur. De intrekking
van het uitzettingsbesluit der heeren Sol en de Sturler werd
door de meeste leden goedgekeurd, al betreurden enkelen het,
dat de maatregel niet was uitgesteld tot het optreden vau den
nieuwen landvoogd. Vrij algemeen sprak men echter zijne be
vreemding uit over de benoeming van den heer Sol tot lid
van de indische rekenkamer.
Onder de verschillende zaken welke ter sprake werden ge
bracht, behoort o a. de vermindering van het traktement van
den gouverneur-generaal, welke weinig bijval vond. Men ver
zocht inlichting, of hem een hooger pensioen gewaarborgd is.
Van verschillende zijden werd de wenschelijkheid betoogd,
om de buitenlandsche verloven voor korter tijd dan voor 2
jaren te verleenen.
De lagere raming van de opbrengst der landrente was met
ingenomenheid gezien In de voorgestelde verhooging met t 1
van den inkoopsprijs der koffie zagen verschillende leden slechts
eene soort van demonstratie, die niet voldoende gewettigd was
anderen keurden het af, dat de minister met dit voorstel ge
komen was, nadat het door hem ten vorigen jare voorgestelde
amendement van dezelfde strekking met groote meerderheid
was verworpen. Vrij algemeen erkende men, dat de tegen
woordige betaling niet voldoet aan den eisch van art. 56 regee-
rings-reglementverschillende leden meendendat dit te Pa-
soeroeanTagal en Proboliago wel het geval was. Anderen
meenden, dat men met de ongelijkheid der toestanden rekening
moest houden. De verhooging scheen aan vele leden slecht
gekozen als middel om aan de noodlijdende bevolking eene
tegemoetkoming te verleenen. Ook werd de verhooging be
streden omdat uit de benoeming eener staats-commissie blijkt,
dat de middelen om verbetering te brengen in de koffiecultuur
nog gevonden moeten worden. De benoeming dier staats-com
missie werd verder van verschillende zijden afgekeurd. De tijd
van onderzoek was voorbij en die vaa handelen aangebroken.
De regeering heeft een wetsontwerp ingediend tot regeling
der gevolgen van de naturalisatie ten aanzien van de vrouw en de
minderjarige kinderen van den genaturaliseerde. De vrouw moet
volgens dat voorstel binnen een jaar na de aanneming der natu
ralisatie van haren man en de wettige of gewettigde minderjarige
kinderen binnen het jaar na hunne meerderjarigheid schriftelijk
most weten, dat op mijn verleden geen smet kleeft, hij
tenminsie moot het weten."
„Bab la dat noodig, wanneer men u bezit
„Ik wil het", riep zij met vuur. „Er mag geen
schaduw rusten op mjn verleden hij most volkomen
gelukkig worden."
„Gij hebt bem dus zeer lief?"
„Ik kan u niet zeggen hoezeer ik hem liefheb
gij zult mij toch niet begrijpen, vorst." Haar roodblond
hoofd boog zich naar hem toe hare oogen straalden
zij lachte helder. „Het komt misschien, omdat ik in d9
rue fiochefort geboren ben en nooit zal leerenom
zoo koelbloedig te worden als de heel voorname wereld."
„Jammer zeide hij peinzend en liet in het midden,
wat hij daarmede wilde zeggen.
„Nu, Eerra", zeide Achilles, „gij kunt niet meer
verlangen, dan ik je geven kan namelijk waarheid.
Maar zeg mij eens, wie kan het er op aangelegd hebben,
om je kwaad te berokkenen, en om welke redenen?"
„Leroy 1" zeide zij met eene beweging van veront
waardiging.
„Is Leroy hier?" Wat een zonderling spel van het
toeval Achilles' stem klonk plotseling schorzijne
bruine half gesloten oogen hadden eene uitdrukking
alsof men er een kaars achter had ontstoken, zoo door
zichtig helder en schitterend waren zij. „Heeft hij je
in eenig opzicht beleedigd
Zj zag besluiteloos op.
„In mij kunt ge toch zeker wel vertrouwen stellen",
ging hij met een lichten glimlach voort. „Heb ik je
niet altijd als eene dochter behandeld
Hy hield nog steeds hare hand vast en keek aan
dachtig naar de fijne blauwe aderen, die er over been
liepenEerra bloosde wedertoen wierp zijmet eene
heftige beweging het hoofd achterover en vertelde hare
ontmoeting met Leroy. Achilles viel baar met geen
woord met geen beweging in de rede. Ook toen zij
zweeg, zeide b j aanvankelijk niets, Eindeljk
„Het is goed, dat gij onder krachtige bescherming
komt Eerra. Gij zoudt anders steeds de geheele
wereld tegen je hebben de vrouwen maar ook
de mannen."
Zij schudde lachend het hoofd alsof zij aan zjjne
woorden twyfelde. Op hetzelfde oogenblik rukte mevrouw
von Bogdanofl de deur open. Wordt vervolgd.