TATJANA
No. 138.
Negentigste Jaargang.
1888.
Een kind uit het volk.
WOENSDAG
VOOR M BEÏDE DEELEN TE ZAMEN*.
FEESTVIERING Ï1 NOVEMBER 1888.
14 NOVEMBER.
Prijs der gewone Advertentiën:
Wij stellen voor onze lezers verkrijgbaar een
boeienden roman in twee deelengetiteld
door
Joseph Lnbomirski.
Verbaal uit de russisehe ambtenaars
wereld.
In deze dagen van voortdurende spanningis
meer dan ooit, de aandacht gevestigd op het reus
achtige Czarenrijk dat in zoovele opzichten nog,
wat den staatkundigen en maatschappelijkeu toe
stand betreftmet eenen gehetmzinnigen sluier
is bedekt. Een roman dus, waarin met levendige
kleuren een beeld wordt gegeven van de maat
schappelijke verhoudingen aldaar, van den jammer
en de ellende, door zoovele, om de cene of andere
kleinigheid, op de meest willekeurige wijze, naar
Siberie verbannenrussische onderdanen geleden,
en waardoor men eenen blik slaat in den treurigen
zedelijken toestand van een groot deel der ambte
naren van dat rijk, zal zonder twijfel veler be
langstelling wekken. Wij vestigen daarom de
bizondere aandacht op dit boek, dat wij een fraai
gewaad hebben gegeven door het met een in zes
kleuren gedrukt omslag te voorzien.
a contant zestig- cents.
Naar buiten tegen inzending van een postwissel
vijfenzeventig cents.
De oplage is beperkt. De ondergeteekendeu
verbinden zich dus slechts, te leveren tot zoover
de voorraad strekt.
DE UITGEVERS,
©fficiësl (Bebeelte.
ISnittniAttb.
BELGIE. Den 9 is de electrische verlichting van
het Noorderstation te Brussel in tegenwoordigheid van
den Koning ingewijd.
DUITSCHLAND De commissie der vereeniging
van duitsebe spoorwegbesturen zal voortaan aan houders
van rondreisbiljetten volkomen vrijheid laten op alle
tusscheDstations uit te stappen, welke vrijheid tot heden
alleen geoorloofd was voor de op de coupons aan-
gegeveu plaatsen.
ENGELAND. Bij het feestmaal van den lord-
mayor in den Guildhall op den 9 beantwoordde de
minister van buitenlandsche zaken Salisbury een dronk op
het ministerie. Slechts ter loops maakte hij gewag van de
ftuijtt .t .Fimr>Tg
COURANT.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM«. COS-
TER ZOON.
ALKIAARSCHE
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
(Herplaatsing wegens misstelling.)
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan
hen ingediende verzoek, met de bijlagen, van A. J. SMEETS,
broodbakker, wonende alhierom vergunning tot het oprichten
van eene broodbakkerij in het perceel aan de Laatwijk
A, No. 143 en dat op Donderdag 22 November 1888,'s mid
dags te 12 uren, ten raadbuize gelegenheid wordt gegeven om
tegen het oprichten van die inrichting bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLA1NE PONT.
8 November 1888. De Secretaris,
NUHOUT van dek VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
noodigen de ingezetenen uitdoor het UitStökön
der vlaggen, op 17 November as., me Ie te werken,
om het feestelijk aanzien der gemeente te verhoogeo.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
13 November 1888. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
De gemeenteraad van Gent heeft den gemeente-ont
vanger den heer Guequierop zijn verzoek uit zijn
ambt ontslagen.
Het hundelsverdag met Zwitserland is den 11 te Ber
lijn onderteekend.
De regeering heeft bij den bondsraad een voorstel
ingediend tot regeling van den Zondagsarbeiden wel
by wijze van verordening, waartoe bij den Rijksdag mach-
tig'ig za' worden aangevraagd. De inhoud van dat
voorstel komt hierop neder
1°. Zooveel mogelijk beperking van arbeid op Zon
en feestdagen. Zooveel mogelijk vermijding van ander
dan huishoudelijk werk.
2°. Toelating van Zondagsarbeid voor zoover die vol
gens een aard van het bedrijf om teebnische redenen
onvermijdelijk isaiaook van herstellingswerkzonder
hetwelk de arbeid niet op den eerstvolgenden werkdag
zou kuDnen worden voortgezetvoorts van werkzaam
heden tot bet schoonhouden van machines en fabrieks-
lokalen; bij de middelen van vevoer toelating van Zon
dagsarbeid voor zoover als naar de eiscben van den
dienst op spoor- en waterwegen noodig is.
3°. Zondagswerk alleen ter vermeerdering van pro
ductie wordt verboden.
4°. Wanneer belanghebbenden aanvraag doen om
uitzondering op deze bepalingen blijft de beslissing
daaromtrent overgelaten aan de plaatselijke politie,
5°. Als arbeid op Zon- en feestdag wordt beschouwd
het werk vallende tusschen 's morgens 6 en 's avonds
6 uur.
48)
Achilles Arbanoff had een rijtuig genomen en was
dadelijk naar het prinselijk slot gereden. Geen spoor
van opgewondenheid lag in de matte oogen de on
zekere trekkenhij gaf den indrukaisof hy eene
gewone wandeling had gedaan. Met dit tooneel in het
park telde hij de som zijns levens op en was tevreden
met hetgeen hem ten deel was gevallen. Hij had Anatole
Leroy moeten verachten, nadat hem eindelijk de oogen
waren geopend voor de schandelijke manierwaarop
deze hem zedelijk had vernietigd, niet openlijk en eerlijk
uit haat of afgunst, maar in stilte werkendeene licht
schuwe arbeiddie echter meestal den gewenschten
uitslag heeft. Deze verachting had hij hem heden koel
en onverechillig in het gelaat geslingerd. Nu mocht
er gebeurenwat wilde.
In het slot vroeg hij naar den dienstdoenden adjudant
van Zijne Hoogheid prins Dagobert, en men bracht hem
dadelijk naar het kleine vierhoekige kamertje, dat tot
het binnenplein toegang gaf en waar de heeren nu en
dan dringende dienstzaken afdeden of hunne vrije uren
plachten door te brengen.
Eustachius von Deuren zat aan een hoek van de
schrijftafeldie zoo goed als geheel ledig was er
was op het oogenblik niets te doen hij verveelde zich
behoorlijk. Hij rookte, sedert hij adjudant was, de
dubbele hoeveelheid sigaren en sigarettes, gaapte eens
zoo veel als vroeger en slaakte herhaaldelijk een diepen
zucht. „Zijne kluizenaarscel'' noemde hy dit kleine ver
trek waarin by het patroon van het vloerkleed reeds
van buiten kende en uit welks vensters volstrekt niets
te zien was. Hoeveel schooner was toch het vrije leven
geweest, dat hij tot nu toe had geleid! Wel bekende
hij zijn verlaDgen daarnaar slechts aan zich zelf, in diep
geheim misschien nog aan Detlevtegenover de bui
tenwereld zette hij eene hooge borstliet zich benijden
en zou toch zoo gaarne anders gewild hebben.
Het bezoek van vorst Arbanoff, en Detlev's toespelingen
brachten hem op dien vervelenden namiddag eenige
afwisseling bij ging den bezoeker tot aan de deur
tegemoet.
„Mag ik u verzoeken plaats te nemen, Uwe Door
luchtigheid Het is wel wat donker en klein
hier."
„De zaakdie mij hierheen voertzal spoedig afge
daan zijn Achilles ging zitten en verklaarde den jon
gen officier het doel zijner reis en van zijn verblijf alhier.
Met schitterende oogen luisterde Eustacbuis. Grootere
voldoening kou Detlev niet krijgenHij verheugde
er zich overais gold het hem zelf, en vol ijver voor
en ingenomen met de zaak als hij was zeide hij
„Wanneer Uwe Doorluchtigheid een oogenblik wil
wachten. Zoodra de prins hoort, waarvoor u komt, zal
hij zonder twijfel dadelijk bereid zijn, U te ontvangen.
Onder ons gezegd prins Dagobert is geheel buiten
zich zeiven geweest over het schandaalbij achtte de
vorstin hoog."
Achilles knikte. „Als ik misschien binnen een uur
eene audiëntie kon hebbendan zou mij dat zeer aan
genaam zijn Mijn tijd is zeer beperkt."
Sporen kletterend en zeer haastig stormde Eustachius
weg. Na zeer korten tijd kwam hij reeds terug met
het bescheid, dat Zijne Hoogheid bereid was, den vorst
binnen een uur te ontvangen.
„Ik onthield mij van iedere bijzondere toespeling",
zeide de jonge officier lachend „maar niettemin trok
men verbaasde gezichten. Zijne Excellentie Neukircb,
zelfs Zijne Hoogheid konden hunne nieuwsgierigheid
moeielijk verbergen. Binnen een uur, Uwe Doorluch
tigheid, zal ik dus de eer hebben."
Achilles stond op en liep op de deur toe op het
oogenblik, dat Eusfachias die voor hem wilde opendoen,
bleef bij staan.
zaak van den gezant te Nieuw-York, den heer Sackville,
Na Engelands stelling in Afghanistan en den laatsten
veldtocht aldaar uitvoerig te hebben toegelichtging
hij tot het egyptische vraagstuk over. De gebeurte
nissen te Soeakim toonden aandat Engeland's ver
plichtingen jegens Egypte nog niet vervuld waren. De
tijd zou komendat Egypte op eigen krachten zou
kunnen steunen, maar zoolang het fanatisme en de han
del in negers zijne grenzen bedreigden was het duidelijk,
dat Engeland aldaar nog een plicht had te vervullen.
Hij hoopte, dat de dag nabij mocht zijn, waarop Enge
land's verantwoordelijkheid ophield.
Betreffende de buitenlandsche staatkunde zeide hij te
gelooven, dat alle regeeringen oprecht den vrede wensch-
tenen te hopen dat zij in deze gevoelens zenden
volharden. De eenige zorg wasdat eene uitbarsting
van het volksgevoel de regeeringen zou kunnen mede-
sleepen. Voorts leverden de jaarlijks in omvang toe
nemende krijgstoerustingen reden tot bezorgdheid op.
Toch behoefde daardoor het vertrouwen op het behoud
ian den vrede niet te verminderen. Ook ten aanzien
van die toerustingen moest voldaan worden aan den
wensch der bevolkingen datwerd al de vrede boven
alles gesteldde noodige voorbereiding niet mocht
ontbreken.
Hij verzekerde dat in Engeland noch de regeering,
noch eenig deel van het volk den oorlog wenschte.
Allen wenschten in vrede te arbeiden.
Vanwege de politie i3 eene bekendmaking uitgevaar
digd, waarin aan eiken medeplichtige, die geen werkzaam
aandeel aan den laatsten moord heeft genomen en
inlichtingen over den moordenaar verschaft, vrijstelling
van elke straf beloofd wordt. Een drietal in hechtenis
genomen personen zijn spoedig weder op vrije voeten
gesteld. De heer Warren het hoofd der politie te
Londenheeft zijn ontslag gevraagdomdat hij niet
wilde berusten in de berisping, hem door den minister
van binuenlaudsche zaken toegediend wegens zijn artikel
over de politie in Murray's Magazine.
Lagerhuis. Minister Eerguason herhaalde dan 9
zijne vroegere verklaring dat er in de verdragen
tusschen Groot-Brittannie en Nederland geen enkele
bepaling bestond, welke da engelsche onderdanen in de
nederlandsche koloniën van den militiedienst vrijstelde,
lenzy men dus kon aantoonen dat andere vreemde
lingen werden vrijgesteld, bestond er geene reden om
tegen dergelijken dienst vertoogen in te dienen.
Den 10 heeft hij, eene vraag van den heer Talbot be
antwoordende, verklaard, dat de eskaders, die naar
da Oostkust van Afrika vertrekken, voornemens waren
ieder op zichzelf' te handelen.
FRANKRIJK. Te Parijs hebben z:ch reeds 130000
vreemdelingen laten inschrijven.
Kamer. Den 10 is de begrooting van justitie aan
genomen eu daarna een aanvang gemaakt met de behan
deling der begrooting van oorlog. Op de van sommige
„Mijnheer von Deuren", zeide hij kalm, „ik heb nog
eene zaak af te doendie mij zelf betreft. Mag ik
daarbij op u rekenen
Met een vluchtigen blik op het voorname aristocra
tische gelaat van zijn bezoeker was Eustachius dadelijk
bereid."
„Wel zeker, Uwe Doorluchtigheid ik ben geheel
tot uwe beschikking."
„Het betreft een duel. Wilt gij mijn secondant zijn
Hij trad verrast eene schrede achteruit.
„Hier te D. vroeg hij twijfelend.
„Jaik wil u echter in geen enkel opzicht in het
onzekere laten. Het is mijne bedoeling en mijn recht,
om dien ellendigen lasteraar te tuchtigen die tegen
beter weten in de gade mijns vaders in verdenking
heeft gebracht
„Weet gij wie het is?" vroeg de adjudant ademloos.
„Vicomte Leroy Maar mijne rekening met hem is
nog langer, daarom behoud ik mij ook de afdoening
voor. Wilt gij dus
„Met het grootste genoegen."
„Het zou u echter, met het oog op uwe positie, in
ongelegenheid kunnen brengen."
„Bah 1" Deuren wierp het hoofd in den nek, „eerst
mijne overtuigingmijn gevoel en dan kleingeestige
bedenkingen I Ik ben geheel tot uw dienstDoor
luchtigheid
Toen hij daar zoo stond, jong, frisch, vol geestdrift
en eerlijk, met iederen droppel bloeds voor zijne meening
instaande, zag vorst Arbanoff hem lang aan en zuchtte
toen. Dst was al de betoovering der jeugddie
daar op het prettige, open gelaat lag, dier jeugd, die
nog aan trouw en edelmoedigheid en rechtvaardigheid
gelooft, die nog naar idealen streeft en illusies betreurt.
Was hij ooit zoo jong geweest? Gevolg gevende
aan een hem zeiven onverklaarbare ingeving stak hij
den jongen officier plotseling de hand toe, en drukte
hij vast en hartelijk de zijne.
„De voorwaarden voor de uitdaging zullen zonder
twijfel zwaar zijn. Neem alles maar aan. Voortzetting