z* Itegrootiiig van binnenl zaken. dat de uit het cultuurstelsel behaalde voordeden van roof a^" komstig waren maar zonder verloochening van zijn verleden kan hij gerust zeggen, dat aan dat bedrag wel eenig onrecht kleeft. Zijn zeggenvan waar hij die som halen moestbedoelde al leen dat hij wil trachten de welvaart van Ned. Indie zoodanig te bevorderendat de bevolking zal erkennen, dat de nederl. heerschappij haar tot welvaart beeft gestrekt. Die afgevaardigde zou hem wel willen toegevendat het noodig was, onze heer schappij daar ernstig te handhaven. Langs den weg van vrede en orde zullen de aan te wenden verbeteringen beter het doel treilendan langs den weg van macht en geweld. De heer Cremer mocht in de late indiening der begrooting niet eene poging zien om de Kamer te verrassende langere behandeling bij den Raad van State dan een der vorige gaf reden voor de ver onderstelling, dat er in die begrooting toch wel meer zat, dan de heer Cremer het deed voorkomen. (Gelach.) Met belang stelling had hij van den heer Schreinemacher gehoord dat hij niet voor ontsmetting van den bodem in Indie wasdat zou veel meer geld kosten dan de beteugeling van den sluikhandel in opium. Hij merkte den heer Ziaijer op, dat zijn in verband brengen van de laatste bactereologische onderzoekingen met zijn voornemen om de inëntings-toepassing niet te prikkelenaan leiding vond in het feitdat de toepassing der inënting reeds 100 jaren p.aats heeft, zonder dat daaromtrent bactereologisch onderzoek was ingesteld, De heer van der Kaay had hem ge- raden niet te volgen de manier van sprekendoor hem als lid der Kamer gebezigd die raad neemt hij gaarne aan, maar slechte gewoonten van gedurende negen jaren legt men niet in eens af (gelach). De heer Rutgers van Rozenburg zou, aan de ministerstafel komendemet dit bezwaar te kampen hebben. Den heer Geertsema wil hij gaarne toezeggen het door hem gevraagde. De algemeene beraadslaging werd gesloten. Uitgaven in Nederl. Indie. ünderafd. I. De minister verzekerde den heer Levyssohn Norman die de vermindering van de jaarwedde van den gouverneur-generaal al keurde, omdat deze niet anders dan slecht kan terugwerken op zijne schoone roeping, dat daartoe besloten was in overleg met het kabinet en den tegeuwoordigen titularis, die dit voornemen met welgevallen (gelach) bejegend had. De som was voldoende en dat er bezuinigingen op andere tractementen zouden plaats hebben, was onjuist; dit lag niet in de bedoeling der regeering. Bij afd. II (departement van justitie) verklaarde de minis ter zich bereid, de door den heer liartogh geraakte opmer kingen over de hoogst gebrekkige inrichting der proces-orde ten gevoige der bepalingen van het zoogenaamde inlandsche regle ment, ter kennisse van de indische regeering te zullen brengen. Bij afdeeling III drong de heer van Dedein aan op be strijding van het terrorisme der opiumpachters en keurde af des ministers voornemenom de clandestine kitten te doen verdwijnen, daar juist die kitten eene sterke macht in de handen der pachters waren ter bestrijding van den sluikhandel. Hij zou ze willen wettigen. De minister verdedigde zijn ge voelen. De onwettige kitten mocht de regeering niet laten bestaanal zou de sluikhandel daardoor misschien toenemen. Dergelijke poelen van dierlijkheid mochten niet gehandhaafd worden. Zij waren holen van ontucht. Hij hield voldat een blindelings uitgevoerd stelsel van beteugeling van den sluik handel ter zee eene geheele vloot noodig zou maken. Hij kon het doen van uitgaven daarvoor niet verantwoorden. Ten slotte verklaarde hij niet te begrijpenhoe het bloote feit van de weigering van een door den gouverneur-generaal gevraagd schip het vertrouwen van den heer van Dedem in hem kon verzwakken: dau moest het toch al niet sterk geweest zijn. Bij onder-afdeeling 24 betoogde de heer van Baar de wenschelijkheid van toleenheid tusschen Nederland en Indie de minister is ook voorstander daarvan en zal trachten het denkbeeld te verwezenlijken. Bij onder afd 37 a bespreekt de heer Levyssohn Norman de heerendiensten. Aan die bespreking nemen verder deel de minister en de heer Veegens, die den heer Levyssohn Norman ten sterkste ondersteunde. Toen de minister ten slotte ver klaarde dat bij als Kamerlid het gevoelen van die heeren gedeeld had en met het lid Keuchenius eenstemmig was geblevendoch het tijdstip niet gunstig achtteom tot ver mindering over te gaanstelde de heer Levyssohn Norman de volgende motie voor „De Kamervan oordeeldat in afwachting van nadere maatregelen betreffende de heerendiensten der inlandsche bevol king op Java en Madura, tot vermindering van het hoofdgeld behoort te worden overgegaan en het excedent van het hoold- geld van heerendienstplichtigen over vroegere jaren behoort te worden aangewend tot aanvulling van hetgeen te kort mocht komengaat over tot de orde van den dag." Deze motie werd den 26 verworpen met 47 tegen 31 stem men nadat de voorsteller op de bedenkingen van de heeren van Dedein en van der Kaay het laatste gedeelte daar van ingetrokken had. De minister van koloniën had verklaarddat de regeering bij aanneming bezwaar zou maken tot de uitvoering mede te werken. De heer van der Borch werd als lid toegelaten. Nation al e Schuld. De minister van financien acht samenvatting van alle feiten en bijzonderheden omtrent de conversie in één stuk overbodig en doelloos. Hel door zijnen voorganger aan den Koning uit gebracht rapport over de bij de indiening en de uitvoering der conversiewet gerezen kwestiën kan zonder nadere vergunning van den Koning niet openbaar gemaakt worden. Daar het zich niet laat aanzien, dat de 3% pet. schuld in Januari 1889 beneden pari zal dalen, is voor 1889 besloten, al wat voor aflossing van niet bepaald aangewezen fondsen beschikbaar is, te gebrui ken tot aflossing per 1 Januari 1889 van obligation van het Amortisatie-Syndicaat. Middelenwet. Bij de herziening der wet op de personeele belastingwelke in bewerking is, zal op de wettelijke regeling der schattingen van de huurwaarden gelet worden. Vrijstelling van zegelrecht voor kwitantien tot f 50 acht de minister niet aanbevelenswaardig. In vergelijking met Belgie en Frankrijk schijnt hem de klacht over den zwaren en onbillijken druk der overgangsrechten over dreven. Hunne opbrengst kan vooreerst niet gemist worden en in ieder geval geeft hij de voorkeur aan vermindering der opcenten boven verlaging van dat recht. Bij voortgaanden vooruitgang van den toestand der geldmid delen wil hij binnen niet te langen tijd de afschaffing der ka- naalgelden op het Noordzeekanaal en de overige rijks kanalen in overweging nemen. Een plan tot oprichting van een nieuw algemeen handels entrepotdok te Amsterdam is in onderzoek en in afwachting van den uitslag daarvan acht hij het ongewenscht in het beheer van het entrepotdok wijziging te brengen. Zonder voorkennis der Staten-üeneraal zullen geene nieuwe pakhuizen gebouwd worden. De minister deelt in zijn antwoord o. a. mede: wijziging der prov. kiesdistricten en nadere regeling der verhouding tusschen rijks- en gemeente-geldmiddelen is noodzakelijkregeling be treflende de banken van leeuing wil hij voorloopig overlaten aan plaatselijke verordeningen; de grensregeling tusschen Amsterdam en Nieuwer-Amstel is in onderzoek; de burgemeesters zoo mogelijk kiezen uit de ingezetenen der gemeente herziening van het tarief voor reis- en verblijfkosten voor de leden der prov. staten is wenschelijk; oprichting van een vast bureau voor statistiek niet noodzakelijk; bij herziening der epidemiewet zal gelet worden op wijziging der bepaling betrekkelijk verplichte inënting, waartegen de rechtmatigheid der bezwaren erkend wordt; het verschaffen van ontsmettingsovens van rijkswege zal be vorderd worden; voor vermindering van het getal inspecteurs op krankzinnigen is geene aanleiding de bijdragen der leerlingen van 's rijks veeartsenijschool zullen waarschijnlijk bij wyze van proef verhoogd worden beperking van den termijn voor het dragen van muilkorven bij hondsdolheid kan niet toegezegd worden. Hij komt niet op tegen de stelling van den heer Vermeulen, in zijne nota ontwikkeld, dat drie rijks-universiteiten voor ons land te veel zijn Al staat herziening der wet op het hooger onderwijs niet op het regeerings-programmazoo meent hij toch te moeten waarschuwen tegen gering schatting van het voor recht, inrichtingen van het hooger onderwijs te bezitten, waar aan de wetenschap in hare verschillende onderdeelen wordt onderwezen en beoefend. Verwezenlijking der denkbeelden, in die nota ontwikkeld, zou het examenstelsel veeleer uitbreiden dan beperken. Met de hoofdtrekken eener nieuwe regeling van het middelbaar onderwijs kan hij zich vereenigen en wat het lager onderwijs betreft, verwijst hij naar de eerlang in te die nen herziening der wet. In zake het nieuw Academiegebouw te Utrecht is onlangs gevraagd, of de gemeenteraad zich met de bepalingen van de naar de wenschen der regeering gewijzigde ontwerp-overeenkomst heeft kunnen vereenigen. Een subsidie van t 7000 is toegekend ten behoeve der vakschool voor zui velbereiding te Bolsward. Het ligt niet in de bedoeling, zon der uitzondering te eischendat in gemeentendie voor zee vaartscholen subsidie vragenonderwijs in drie vreemde talen gegeven moet worden. De regeering meent, dat wettelijke voorziening tegen het in dienst nemen van ongediplomeerde gezagvoerders of stuurliedenzij het ook met een rnimen over gangstermijn, niet kan uitblijven. Hij volhardt bij zijne meening, dat de o nstandigheden eenige inkrimping van uitgaven voor rijks-kweekscholen en normaal lessen alleszins toelaten. Beperking van de eischen in art. 24 der onderwijswet en betere regeling van de rijks-bijdragen aan de gemeenten, zijn punten, die deel uitmaken van de gedeelte lijke herziening der schoolwet, welke ook voorziening zal in houden omtrent den leeftijd, welke de kinderen moeten bereikt hebben voor zij op de school toegelaten worden en van dien waarop zij haar moeten verlaten. De handelwijze van sommige gemeentebesturen, om te komen tot vermindering der onderwijs uitgaven, zonder te letten op de belangen der kinderen in de gemeente, die onderwijs behoeven, verdient in zijn oog afkeu- ring. Het voorstel tot afschaffing der beurzen voor nieuw toe te laten kweekelingcn beoogt geenzins den toevloed van onder wijzend personeel langzamerhand te verminderen of de kweek scholen aan te tasten en de normaallessen intact te laten, maar alleen de aanzienlijke kosten der opleiding aan de kweekscho len te verminderen en het gehalte der kweekelingen te ver beteren. Plotselinge afschaffing van alle beurzen wil hij niet. De opheffing van eene der kweekscholen vindt haar grond in het groot aantal onderwijzers, die nog geene plaatsing hebben bekomen en de veelvoudige gelegenheid, die overblijft tot op leiding. De post "toelagen" wordt verhoogd met f 6000 om aan elk der kweekscholen, die in stand blijven, 10 beurzen te geven. Bij opheffing van eenige normaallessen zal op de belangen van de kweekelingen en het onderwijs gelet worden. Den prijs der Handelingen van de Staten-Generaal acht hij zoo laagdat daarin geen bezwaar tegen den aankoop kan gelegen zijn.' Hij kon. besluit van den 15 is met wijziging van hat besluit van 21 Jan. 1848 de prijs van het Staatsblad en van het register daarop, met ingang van 1 Jan, 1889, vastgesteld als volgt: Voor een abonne ment f 3 per jaar voor het register daarenboven 0.50; voor afzonderlijke nommers, bevattende 4 blad zijden druks of minder 0.02% 8 bladzijden druks of meer dan 4 bladzijden 0.05; 12 bladzijden druks of meer dan 8 bladzijden f 0.07% 16 bladzijden druks of meer dan 12 bladzijden ƒ0.10; voor iedere 4 bladzij den druks of minder boven de 16 bladzijden 0.02% meer. Deze prijsbepaling is ook toepasselijk op de jaargangen over 1888 en vorige jaren hunne afzon derlijke nommers en hunne registers, die afgeleverd worden op of na gemelde dagteekening. De prov. staten van Groningen hebben den 20 besloten, aen voor de nieuwe veemarkt te Groningen benoodigden provincialen grond aan de gemeente te vertoopen tegen 4 per centiare en niet over te gaan tot de afschaffing der provinciale tollen. Aan de Vereeniging tot bevordering der paardenfokkerij werd voor 5 jaren een jaarlijkscb subsidie van f 2000 toe gekend. Bij kon. besluit van den 20 is benoemd tot hoofd- icgelaud-piaatsvervanger voor West-Friesland van wege het ambacht de Vier Noorderkoggen, de heer A. Zijp Az tot dijkgraaf van het ambacht van West-Friesiand genaamd de Vier Noorderkoggen, de heer O. Donker; tot heemraden van genoemd ambacht, van we^e de Wognumerkogge, de heer F. F. van den Steen en van wege de Middelkogge, de heer J. Witin het bestuur van West-Friesland, van wege het ambacht de Vier Noorderkoggen, tot hoofdingeland de heer P. de Boer en tot hoofdingeland plaatsvervanger de heer H. J. K. van den Steen tot heemraad van den polder Waard Nieuwland op Wieringen de heer N. Hellingman tot dijkgraaf van den polder Oostzaan de heer D. Keyzer Jacobszoon tot heemraad van den polder Katwoude de heer B. Lammes en van den polder Eyerland de heer A. Koning Jsn. -— De botter van de gebroeders de Waard op Marken ia tijdens den storm van den 20 omgeslagen; beiden zijn verdronken. Den 21 zijn te Wormerveer de heeren A. Laan en J. A. Dekker herkozen als leden der zaanlandsche kamer van koophandel en fabrieken. Van de 47 kiezers brachten slechts 7 hunne stem uit. Den 22 is te Wormer tot gemeente-geneesheer benoemd de heer W. da Booy, arts te Heerde. De gemeenteraad van Zaandam heeft den 22 eene commissie van drie leden benoemd tot bet ont werpen eener hervorming van den tak van dienst „Armwezen", nadat het armbestuur vooraf te kennen had gegeven dat het die benoeming beschouwen zou als eene poging van den raad om in den bestaanden toestand van het armwezen verbetering te brengen. Bij kon. besluit van den 22 is goedgevonden en verstaandat onder de benaming van spoorwegpost kantoor No. 4, op een nader te bepalen tijdstip een vierde spoorweg-postkantoor zal worden in werking gebracht, waarvan de directeur te Arnhem zal geves tigd zijn. Den 23 is te Terschelling het bericht ont vangen dat twee daar thuis behoorende zeelieden omgekomen zijn door het kenteren van een nederl. schoener bij Cuxhaven. Tasschen Urk en Schokland is den 23 een ge zonken vaartuig in de Zuiderzee ontdekt. Waarschijnlijk is dat vaartuig bij den jongsten storm verongelukt en de bemanning omgekomen. Van eene den 23 te Vlaardingen binnengeloopen bomschuit is de scheveningsche matroos Joh. Tuijt30 jaren oud onder de engelscbe kust door een golfslag over boord geslagen en verdronken. Hij iaat eene vronw en 3 kinderen na. heer P. Lorette te Utrecht vierde den 23 zijn 103 verjaardag. Den 24 des namiddags te 4 uur is schipper Jacob de Jager op de bomschuit Koningin Emma, te Scneveningen thuis behoorende, ten westen van Sohe- veningen over boord geslagen en verdronken. De zoo genaamde schijnbak waaraan hij zich vast hield, was door eene grondzee stuk geslagen. Pogingen om hem te redden mislukten. Hij laat vier kinderen na. Den 26 des avonds zijn voor het station te Half weg twee wagens van een goederentrein ontspoord waardoor eenig oponthoud ontstond. Den 26, des morgens half acht, is de door den heer dr. 8. Stratingh Tresling bewoonde villa aan den Melkweg te Hilversum grootendeeis afgebrand. Een deel van den inboedel kon gered worden. Aan het schriftelijk gedeelte van het vergelijkend examen voor hoofd der openbare school No. 1 op het Koegras te Helder namen den 24 vier en twintig van de 28 sollicitanten deel. De radicale kiesvereeniging Amsterdam heeft den 24 bij de bespreking der vraag, of zij bij de herstemming voor een lid der prov. staten op den 27 te Amsterdam den kandidaat der r, k. minderheid zou steunen, met 35 tegen 21 stemmenterwijl 5 bestuursleden zich van stemming onthielden, de volgende door den heer Gerritsenlid van den gemeenteraad voorgestelde motie aangenomen „De kiesvereeniging „Amsterdam", overwegende, dat de^ gemeente Amsterdam in de prov. staten van Noord- holland reeds vertegenwoordigd is door 33 leden; over wegende dat van de staatkundige minderheden uit makende minstens '/i der bevolking van Amsterdam geen enkele vertegenwoordiger in dit regeeringscollege zitting heeft; van oordeel, dat het van onverdraagzaamheid getuigtdat de liberale partij hier ter stede ook den 34 zetel door huren kandidaat wil doen bezetten be sluitden kandidaat der minderheid, den heer Bonnike, bij do verkiezing van den 27 Nov. a.s. krachtig te steunen." De heer dr. G. J. Legebeke, hoogleeraar aan de polytechnische school te Delft, tot nu toe wiskundig adviseur der eerste Nederl. Verzekeringmaatsebappy op het leven tegen invaliditeit en ongelukken is den 24 benoemd tot directeur dier maatschappij, in plaats van den heer B. Janse Johz., wien op verzoek eervol ontslag werd verleend. In afdeeling I (levensverzekering) was de vooruitgang zeer groot; thans was ingeschreven voor f 1.010.000 tegen 740.783 in 1887. Den 24, des avonds 7 uur, is te Utrecht brand ontstaan in het magazijn, de Vergeet-mij-niet, op 't mooiste gedee-te der Oudegracbt, schuin over het magazijn van Sinkel. In een oogenblik stond het geheele bovengedeelte van het groote en hooge huiswaarin de heer Bosselaar boven en achter eene meubelfabriek en beneden eene tapijtzaak uitoefende, in eene vuurzee. Door de hevige rukwinden werd de brand zeer aange wakkerd zoodat te balf negen bet magazijn geheel vernietigd en verdwenen was. Een groot deel der stad en vooral de Dom waa zeer mooi verlicht. Den 24 is in de jaagvaart aan de Hulk, nabij ScharW0U.de het lijk opgehaald van een onbekend manspersoon. Den 24 is te Hoorn een vrachtrijder van den wagen gevallen en weinige oogenblikken daarnaoverleden. De heer H. Timmer te Meppel was den 24 voor 54666 laagste inschrijver bij de aanbesteding van het bonwen eener roomboterfabriek te Nijega; de gunning werd 14 dagen in beraad gehouden. Den 24 des ochtends zijn 5 bij elkander staande keeten te Diemen verbrand, waardoor 80 man van hun goed beroofd werden en zonder woning waren. Den 24des morgens vroeg is nabij Breda eene boerderij met woonhuis en schuur afgebrandwaarbij twee koeien en een geit omgekomen zijn. Den 28 is de inschrijving opengesteld op 3503 schuldbekentenissen, ieder groot f 1000, a 98 pet., van de 4 pet. geldleening, groot f 4,500,003 aflosbaar in 40 jaren ten laste van de Deli Spoorwegmaatschappij te Amsterdam met recht van voorkeur voor houders van schuldbekentenissen der 5 pet. geldleening en voor aandeelhouders der maatschappij. Op het eiland Texel zijn de omstandigheden voor de vele veehouders in den laatsten tijd bepaald gunstig. Het is opmerkelijk, welk eene frissche groene kleur de weiden nog bezitten. De schapen vinden nog steeds het noodige voedselterwijl het rundvee bij voortduring in de weide vertoeft. Ofschoon de week markten die over 't geheel beter bezocht werden dan in het vorige jaar, thans geëindigd zijn, worden toch in den commissiehandel behoorlijke prijzen voor het vee besteed. Het stormachtige weder der laatste dagen was oorzaak, dat het zeewatervooral aan de oostkust van Texel eene buitengewone hoogte bereikte terwijl een hevige golfslag de kusten teisterde. De dijken en waterkee- ringen hebben niettemin weinig schade geleden. De visscherevloot wiet telkens vóór den opkomenden Btorm de haven te Oudeschild te bereiken. De vangst had echter weinig te beduiden en slechts bij tusschen- poozen konden de visscbers bon bedrijf uitoefenen. De garnalen- en schelvischvangst leveren tegenwoordig de meeste winsten op. De palingvisschenj is na den vorst oumiddelijk en voor goed geëindigd. Te Den Hoorn was de uitkomst beslist gunstig te noemen; tc Oudeschild, Oosterend en elders lange de kust wareu de uiikometen minder be vredigend. De hooge en vaste prijzen der paling maakten echter, dat men soms nog eene tamelijk goede rekening

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1888 | | pagina 2