Notaris BACKX,
Stads-Berichten.
Vervolg van het Raadsverslag van
den 19 December.
ftbotrtcnticn.
nitmii ti tondo Laadergen,
«orden gedaan en stalt er prijs op, de uitkomsten te
vernemen die verkregen tallen worden. Zakken worden
bijgeleverd zonder vergoeding aan ben die kosteloos
zaden ontvangen, tegen inkoopsprijs aan ben die het
aangevraagde betalen. De aflevering tal geschieden in
Febrnari 1889, te Hoorn, Alkmaar en Sohagen op later
te bepalen datums. De betaling moet tijdens de levering
plaats hebben. Alle landbouwers, zonder eenige uit
zondering, die benoorden het Noordzeekanaal hun be
drijf uitoefenen en ter vernieuwing van ban zaaizaad
deze gelegenheid wenschen aan te grijpen, kunnen
zich met hunne gefrankeerde aanvragen wenden tot
den secretaris-penningmeester der vereenigingden
heer W. Teengs, te Wieringerwaard, vóór of op 15
Januari 1889.
Op de door burgemeester en wethouders ingediende ontwerp
verordening op de heffing en invordering eener plaatselijke
directe belasting naar het inkomen, in haar geheel opgenomen
in de Alkmaarsche Courant van 9 December 1.1., waren door
de vaste commissie van financiën de volgende wijzigingen voor
gesteld.
In art. 1 opnemen achter ^belasting" de woorden tot een
bedrag van ten hoogste t 35000, daar Ged. Staten een maximum
bedrag van heffing in de verordening vermeld willen zien. Tot
heden was dat maximum steeds f 30000; dat cijfer wenschte da
commissie te verhoogen tot 1 35000, in verband met de moge
lijkheid, dat door veranderde omstandigheden binnen kort meer
moet worden geheven.
In verband met de aanvulling van art. 1 aan art. 2 een
tweede lid toevoegen
Dat bedrag wordt verhoogd met ten hoogste 3 pet.
voor te wachten nonvaleure en te verleenen afschrij
vingen en teruggaven.
Art. 3 te wijzigen als volgt
.Belastingschuldig is ieder, die een inkomen heeft van
f 500 of meer 's jaars, voor zoover hij binnen deze ge
meente zijn hoofdverbljjf beeft of minstens daarin drie
maanden verblijft.
Aan art. 4 ter wegneming van alle onzekerheid toe te voegen
een eerste en een tweede lid van den volgenden inhoud
Onder het inkomen wordt by hoofden van echtver-
eenigingen mede berekend bet inkomen der huwelijks
gemeenschap, alBmede het eigen inkomen der vrouw
indien zij binnen de gemeente haar hoofdverblijf houdt
of er verblijft en geene gerechtelijke scheiding van goe
deren heeft plaats gehad. Na gerechtelijke scheiding
van goederen wordt de vrouw afzonderlijk aangeslagen.
De vruchtgebruiker der goederen van minderjarigen
telt de opbrengsten daarvan bij zijne overige inkomsten
en wordt er voor aangeslagen.
In art. 6 de woorden in den derden regel:
uit roerende of onroerende goederen
ter wegneming van de gerezen kwestie, of schuldbrieven en
andere rente of dividend gevende papieren onder roerende goe
deren begrepen waren te veranderen in
uit roerende of onroerende goederen schuldbrieven
en andere rente of dividend gevende papieren.
Als geboden door de billijkheid onder letter g voor aftrek
toe te laten
g. de wettelijke kortingen op de bezoldigingen van
belastingschuldigeningehouden ter bekoming van
pensioen. Hieronder zijn niet begrepen betalin
gen voor levensverzekeringen en dergelijken.
De woorden in1°. eigen gebruik of genot van vruch
ten te veranderen in 1« de waarde van eigen gebruik of
genot van vruchten
3*. te lezen als volgt
de uitgaven, tot noodzakelijk onderhoud van gebouwde
eigendommen vereischt, worden gesteld op 20 pet. der
onzuivere opbrengst.
De commissie achtte 15 pet. te weinig.
In verband met de wijziging van art. 6 het eerste lid te
lezen als volgt:
Het inkomen nit schuldbrieven en andere rente of
dividend gevende papierenroerende of onroerende
g09deren wordt gesteld op het bedraggenoten over
het jaar, voorgaande ain bet dienstjaar waarvoor de
belasting strekt, met inachtneming van de op 1 Janu
ari van het dienstjaar bekende bijzondere omstandig
heden, welke tot vermeerdering of vermindering van die
inkomsten in het jaar der heffing aanleiding geven
enzoo in het voorafgaande jaar geen eigen belast
baar inkomen uit genoemde bronnen van inkomst getrok
ken is, op het bedrag, dat in het jaar der heffing ver
moedelijk zal worden genoten.
Achter de slotwoorden van het tweede lid bij kortoren dnur
op de vermoedelyse opbrengst te laten volgen „gedurende
het jaar der heffing."
In artikel 8 te lezen, in plaats van tot f 59y enz., to t be
neden t 600 enz. omdat iemanddie t 599,50 enz. inkomen
had, in geene klasse zou vallen.
Met de in artikel 18 door burgemeester en wethouders ge
brachte wijziging kon de commissie zich niet vereenigen.
Zij stelde voor dat artikel te lezen als in het ontwerp van 1883:
Bij bet opmaken der kohieren kunnen burgemeester
en wethouders zich doen voorlichten door de vaste
commissie van financiën jaarlijks door den gemeente
raad uit zjjn midden benoemd wordende.
Eene commissie van 5 leden zou in de toepassing dezer ver
ordening meer waarborgen opleveren voor eene goede en be
hoorlijke voorlichting dan eene van 3 leden. Bovendien
staat de commissie van financiën, doordat haar voorzitter thans
en meermalen tevens wethouder ismeer in betrekking met
burgemeester en wethoudersdat voor deze zaak zeer aanbe
velenswaardig is. Eindelijk bestaat bij eene vaste commissie
van 5 leden grooter zekerheiddat voortdurend naar dezelfde
grondslagen gehandeld zal wordendat voor de belasting
schuldigen verre te verkiezen is. Aan het slot der verordening
op de heffing en aan het slot der verordening op de invorde
ring wenschte zij een overgangsmaatregel op te nemenwelke
naar hare meening niet gemist mocht worden ter voorkoming
van moeielijkheden
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1889 of,
indien op dit tijdstip de goedkeuring des Konings niet mocht
zijn verkregenacht dagen nadat deze goedkeuring ter kennis
van burgemeester en wethouders is gebracht. Bij het in wer
king treden dezer verordening wordt de verordening tot heffing
eener plaatselijke directe belastingzooals zij door den raaa
is vastgesteld den 22 Nov. 1882 onder No. 24, buiten werking
gesteld blijvende die verordening evenwel toepasselijk op alles
wat betreft de heffing der plaatselijke directe belasting over de
dienstjaren, welke aan het jaar 1889 voorafgaan.
Bij de opening der beraadslaging over de algemeene
strekking der verordening verklaarde de Voorzitterdat
bnrgemeester en wethouders de door de commissie van finan
ciën voorgedragen voorstellen overnamen.
De heer Kraakman, herinnerende, dat het thans aan de orde
gestelde ontwerp een uitvloeisel is van het in de vorige ver
gadering genomen besluit, om het in 1882 in beginsel verworpen
ontwerp op nieuw te behandelen, zal dat ontwerp slechts op zich
zelf beschouwen, afgescheiden van de beginsel-kwestie. Te dien
aanzien verwijst hij naar het in de vorige zitting door hem
gesprokene. In die zitting zeide de voorzitter, dat het moeie-
lijk zou zjjn voor 1889 eene nieuwe verordening te krjjgen,
want dat burg. en weth. tijd noodig hadden voor een in te
stellen onderzoek en hoewel hij nu gaarne lof wil brengen
aan burg. eu weth. voor de spoedige indiening van een
ontwerpzoo rijst toch de vraag, is er voor de leden van
den raad de noodige tjjd gelaten voor het behoorlijk na
gaan der verordening, voor het bestudeeren dezer ingrijpende
zaak. Wanneer men nagaat, welk een veel omvattend werk
deze zaak iswanneer men bedenktdat in de 2e Kamer bij
de klassenbela8ting volgens het ontwerp van minister V issering,
waarop hij reeds gewezen heeft, over de vraag, hoe de rijks
wet regelende die materiezou moeten luiden 2 a 3 weken
lang beraadslagingen zijn gevoerd dan wil hij vragen, of de
leden hier behoorlijk tijd hebben gehad om dit ontwerp nu reeds
te behandelen. Al zal hij ten slotte ook de geheele verordening
verwerpen hij zou zichnu de meerderheid eenmaal in begin
sel de zaak beslist heeftniet onttrokken hebbenom deze
verordening zoo goed mogelijk te maken, maar de gelegenheid
heeft hem ontbrokenom die vele verbeteringenwelke hij in
het ontwerp noodig acht, behoorlijk te overwegen en in be
paalde voorstellen te formuleeren, niettegenstaande hij allen beschik
baren tijd aan deze zaak gewijd heeft. Hij zelf zal geen voorstel
tot uitstel doenwil men van de zijde der meerderheid of van
burg. en weth. eenig voorstel doenhetzij tot uitstel der be
handeling hetzij om de stukken te stellen in handen eener
bijzondere commissie, hij zal dit gaarne zien en ondersteunen.
Voor deze overhaaste behandeling bestaat te minder reden, om
dat uit de Alkmaarsche Courant van gisteren avond reeds ge
bleken is, dat de verordening een onderwerp van openbare
bespreking is geworden en waarom zal men voor die bespreking,
evenals met een vorig ontwerp geschied is, niet den tijd laten f
Zich stellende op het standpunt der meerderheid, daar hij in geen
geval zou willen handelen in strijd met het eenmaal in beginsel
genomen besluit, zou hij in geen geval dit ontwerp kunnen aan
nemenzelfs niet amendeeren om de verschillende bij hem be
staande bezwaren. Eerste bezwaar. Bij dit ontwerp wordt een
geheel nieuw stelsel in betrekking tot de korting voor kinde
deren boven een zeker aantal ingevoerd. Die kortingwelke
nooit eenig bezwaar ondervondzelfs niet in de laatste raads
vergadering laat men geheel vervallen. Men handelt des on
bewust in volslagen strijd met het vroeger bestaande. Tweede
bezwaar. Volgens art 8 wordt men in de klasse van 500
tot beneden 600 naar het middencijfer, dus 550, aangeslagen.
De voorzitter en andere leden wijzen er dadelijk op, dat men
naar het laagste cijfer, voor elke klasse aangegeven, zal worden
aangeslagen.
De heer Kraakman hervatdat zijn bezwaar evenzeer blijft
bestaan. Van de /"500 is dan 30 pet. verschuldigd in deze klasse
krijgt men dus eene korting van f 350in de volgende klasse
van f 600 tot 700 is men 30° 0 van t 600 verschuldigd:
alzoo t 180men krijgt dus eene korting van f 420. Alzoo
hij die het beter betalen kan krijgt meer kortingde hoo-
cere klassen worden lager in plaats van hooger aangeslagen.
(Verscheidene leden komen tegen deze uitlegging op.)
In de 13 en 14 klasse is men 90° 0 versehuldigdin de 15
klasse 100»'o: dit acht hij niet billijk tegenover de 7 en 8
klasse. Hij had ter vermijding van eene moeielijke becijfering
waarin men zich nu zal moeten begeven, de lagere klassen naar
bepaalde cijfers willen aanslaan bij voorbeeld zooals in eene
gemeente geschiedt, van 3, 6 enz. Wat 30 jaren wenschelijk
werd geacht, wordt plotseling zonder eenige reden veranderd
steeds gaf men eenige vermindering voor een groot aantal kin
deren en dit voorrecht vervaltevenals vervalt het verschil
tusschen gehuwden en ongehuwden, dat ook steeds bestaan heeft.
De aanslag geschiedt ambtshalve door burg. en weth. In
andere gemeentenwaar die aanslag ook door dat college ge
schiedt, heeft men de gelegenheid gelaten tot reclame bij zekere
commissieaan wieevenals aan burg. en weth., inlichtingen
kunnen worden gegeven. Aan die gelegenheid heeft men de
pas afgesneden. Heeft men in menig opzicht de verordening te
Utrecht gevolgdhet goede te dien aanzien aldaar gegeven
voorschrift heeft men niet gevolgd. Volgens art. 7 zal het
inkomen van den koopman den handelaar, gesteld worden op
het gemiddelde, dat over de 3 laatste aan het dienstjaar voor-
algaande jaren genoten is. Dit is ondoenlijk en in hooge mate
onbillijk. Het onredelijke dier bepaling springt dadelijk in het
ooguit het volgende voorbeeld. Een koopman heeft in het
eerste jaar f 4000 inkomen: in het tweede jaar f 3000; in het
derde 2000. Dan zal hij toch aangeslagen worden voor
f 3000, niettegenstaande hij achteruit gaat. Tot herstel van al
dergelijke gebreken heeft hij geen tijd gehadhem heeft
de gelegenheid ontbrokenom door wel overwogen amende
menten te trachten de verordening te verbeteren. Hij zal dan
ook geene ingrijpende amendementen voorstellen de verant
woordelijkheid niet op zich nemende voor de bepalingen dezer
ontwerp-verordening.
De Voorzitter, bevestigende, dat burg. en wetb. de door de
commissie van financiën aangegeven veranderingen reeds over
nemen, omdat zij ze als verbeteringen beschouwen, wil gevraagd
hebben, of de schaal volgens art. 8, welke door den heer Kraak
man geheel verkeerd beschouwd wordt, niet voor tal van per
sonen zeer goed is
wanneer de heffing
2 pet. mocht be-
bedragen.
Ie klasse t 500 tot beneden t 600 betaalt t 3,—
600 700 te 3.60
700 r 800 5,60
800 900 6.40
i 900 wet 1000 9
r 1000 1100 10,
1100 r 1200 13,20
r 1200 1300 t 0 14,40
0 1300 000 1400 0 0 18,20 enz.
Volgens de gemeentewet moeten bezwaarschriften tegen aan
slagen in de pl. directe belasting ingediend worden bij den
gemeenteraad, die ze daarna behandelt en zijn belanghebbenden
met zijne beslissing niet tevredendan kunnen zij in hooger
beroep komen bij Ged. Staten. De belastingschuldigen hebben
dus voldoenden waarborg voor het onderzoek hunner bezwaren.
En dat dit in de praktijk ook het geval is, daartoe verwijst hij
naar het in de vorige vergadering door den heer Kraakman
zeiven aangehaalde voorbeeld van den heer Riischeblattdie,
bij den raad in het ongelijk gesteld, in hooger beroep bij Ged.
Staten vermindering van zijnen aanslag verkreeg.
Dat het voor de kooplieden ondoenlijk zou zijn om inlich
tingen te geven, betwist hij. Volgens de patentwet kunnen koop
lieden ook bezwaren inbrengen tegen te hoogen aanslag in de
patentbelasting en, des noods, hunne boeken overleggen. Welnu,
meermalen hebben kooplieden alhier dit bij het college van
zetters gedaan en waarom zouden zij dit dan ook voor deze
belasting niet kunnen doen Die overlegging geschiedt onder
geheimhouding en vandaar dat natuurlijk alle bezwaarschriften
tegen den aanslag in deze belasting in eene vergadering met
gesloten deurenonder oplegging van geheimhouding, behan
deld zullen moeten worden.
Burgemeester en wethouders hebben na de beslissing, in de
laatste raadsvergadering genomen, zich onmiddellijk onledig
gehouden met het ontwerpen der door den raad verlangde ver
ordening, welke in hoofdzaak is die van 1882. Zij wenschen,
nu de raad eenmaal de bestaande verordening heeft afgekeurd',
geen uitstel voor de behandeling en kunnen dus eeu daartoe'
strekkend voorstel niet doen.
De heer Vonk ziet ook geen reden voor uitstel, doch deelt
mede, dat hij een drietal wijzigingen zal voorstellen, welke bij
de betrokken artikelen overwogen kunnen worden. Door een
dezer wijzigingen wordt aan een hoofdbezwaar van den heer
Kraakman reeds te gemoet gekomen.
De Secretaris leest daarop die wijzigingen voor, waarna tot
de artikelsgewijze behandeling wordt overgegaan.
De artikelen 1 en 2 worden onveranderd aangenomen.
Bjj art. 3 wordt op voorstel van den heer Vonk met alge
meene stemmen aangenomen de bijvoeging van een tweede lid,
luidende:
Buiten gemeenschap van goederen gehuwde vrouwen,
voor zoover zij het vrije genot harer inkomsten hebben
bedongen, zijn persoonlijk belastingsohn'dig.
Iu verband met die bijvoeging vervallen uit artikel 4
de woorden
alsmede het eigen inkomen der vrouw indien zij
binnen de gemeente haar hoofdverblijf houdt of er ver
blijft en geene gerechtelijke scheiding van goederen
heeft plaats gehad.
Aldus gewijzigd wordt art. 4 goedgekeurd.
Art. 5 werd goedgekeurd.
Art. 6 werd goedgekeurd, na eene bespreking over de door
den heer Kraakman gedane vraag, of in punt 4 in de rechte
lijn niet tot de zijlijn moest worden uitgebreid, te voorkoming
dat van een in de zijlijn gedane gift tweemaal belasting zou
worden betaald. De bepaling werd onveranderd behouden, omdat
zij ontworpen was met het oog op de wettelijke verplich
tingen tot uitkeeringen. Giften in de zijlijn waren volkomen
vrijwillig.
Punt 5 werd onveranderd behouden, na bespreking van de
vraag van den heer Kraakman, of het billijk was, het volle
bedrag van het krachtens die omschrijving genotene als inkomst
te beschouwen.
Bij art. 7 stelde de heer Kraakman voor, met het oog op
de moeielykhedenwelke bij eventueel in te dienen bezwaar
schriften zouden worden ondervonden, te bepalen, dat het in
komen uit beroep, bedrijf, handel en nijverheid enz. genoten,
berekend zal worden over het voorafgaande jaar, in plaats van
over de 3 laatste aan het dienstjaar voorafgaande jaren.
De heer Goede betwistte de juistheid daarvan; een koopman
zal en kan veel liever over 3 jaren inlichtingen geven dan over
één jaar, dat of heel gunstig of heel ongunstig kan zijn.
De heer Kraakman achtte dit argument juist voor groote,
niet voor kleine handelaars, waarop hij het oog had. De arti
kelen 8 tot en met 14 werden onveranderd aangenomen.
Bij art. 15 besprak de heer Kraakman de vraag, of de vorm
van het beschrijvingsbiljet niet vastgesteld moest worden een
naar zijn inzien zeer belangrijk punt. De heeren Vonk en de Voor
zitter waren van gevoelendat dit de uitvoering der verorde
ning betrof. Art. 15 werd daarna, evenals de artikelen 16 en
17 goedgekeurd.
Bij art. 18 stelde de heer Kraakman voor, het woord kun
nen in moeten te veranderen. De heeren Vonk, Prejjer
en de Voorzitter bestreden deze wijziging. Volgens art. 264 der
gemeentewet maken Burg. en Weth. de kohieren op en mocht
dat college in die tsak niet door een dergelijk voorschrift ge
bonden worden. Naar aanleiding van de tegen zijn voorstel
ingebrachte bedenkingen wijzigde de heer Kraakman die het
college van Burg. en Weth volstrekt niet wilde belemmeren
in zijne wettelijke taak, zijn voorstel aldus:
Burgemeester eu Wethouders stellen bet door
hen voorloopig ontworpen kohier in handen van
de \aste commissie van fiuanciën, die aan hen baar
advies overlegt.
Zijne meening bleek uit die bewoordingen zeer duidelijk.
De Voorzitter bleef in die lezing strijd met art. 264 der
gemeentewet zien. Burg. en weth. maken de kohieren opdie
door den raad voorgesteld worden. Door eene bepaling als de
voorgestelde zouden zij in het opmaken wel degelijk belemmerd
worden; het zou onuitvoerbaar zijn. Mocht de raad dat voor
stel aannemen, dan zou hij het besluit, als strijdig met de wet,
niet ten uitvoer brengen overeenkomstig art. 70 der gemeentewet.
De heer Kraakmanden strijd met de wet niet inziendever
klaarde zijn voorstel dan dadelijk in te trekken, daar hij niet
de verantwoordelijkheid op zich wilde nemen voor de vertraging,
welke daaruit zou ontstaan. Art. 18 werd vervolgens onver
anderd goedgekeurd.
Op voorstel van den heer Vonk werd daarna een nieuw ar
tikel 19 opgenomen
De Baad draagt aan de by artikel 18 genoemde
commissie vau financiën op alle by hem ingekomen
bezwaarschriften te onderzoeken en daarover aan hem
advies uit te brengen. Die commissie is bevoegd over
elk bezwaarschrift alle inlichtingm, welke haar noodig
schijnen, zoowel bij burg. en weth. als bij Je batrosken
belastingschuldigen in te winnen.
De overige artikelen werden, behoudens wijziging van het
volgnummer, onveranderd aangenomen. De verordening op de
heffing werd op verzoek van den heer Kraakman in stemming
gebracht en aangenomen met 9 tegen 5 stemmen. De veror
dening op de invordering bleef onveranderd.
zal in het openbaar verkoopen op VfifdngCU,
88 necemher 1888, bij opbod, afslag en com
binatie en 4 nfanuai'i 188®, bij eïndtoewijzing,
telkens des morgens 10 uurin het logement van den
heer BOON, te Wieringerwaard:
De kapitale Boerenplaats ge
legen te Wieringerwaard, aan de
Waligs- en Zijperwegen, bestaande
•uit nieuw gebouwde hechte Hnis-
manswoning, genaamd 'JTM2 WEK met
annexe Schaar, waarin ruime Stalling en Hooiberging,
Tuin, Erf, Arbeiderswoningen en
kadaster sectie C, Nos. 36, 37, 38, 43, 44, 45, sectie
D, Nos. 13, 14, 21, 29, 44, 45, 46, 47 en sectie E,
No. 13. 82, 83, 84, 85, 87, 89, 90, 91, 108, 292,
339, 340 en 371, samen groo 39 hectaren 82 aren
20 centiaren.
De landerijen dadelijk en geboawen met bijbehoo-
ren 1 Mei 1889 te aanvaarden.
Uitvoerig bij biljetten