FRANKRIJK. In eene den 20 te Parijs gehouden
vergadering van 2000 houders van Panama-obligatiën
waarin met ingenomenheid gewezen werd op de eensge
zindheid der obligatiehouders, om het groote werk te vol
tooien werd eene motie aangenomen waarbij de aan
wezigen verklaarden afstand te doen van de betaling
der coupons en der aflossing, tot dat het kanaal geopend
was. O. a. werd medegedeelddat frcs. 350.000 000
voldoende zouden zijn om het kanaal in Juli 1890 of
iets later in gebruik te kunnen stellen. In eene andere
vergadering werd besloten, de regeering uit te noodigen,
hare tnsschenkomst te verleenen.
LUXEMBURG. De Kamer heeft den 18 de
aanvraag van zes israëlieten om naturalisatie afgewezen.
ITALIË. De Kamer zette den 22 de beraadslaging
over de militaire kredieten voort. Ondanks het verzet
van verschillende sprekers werd met 231 tegen 45 stem
men eene motie aangenomen, waarbij de internationale
en militaire staatkunde der regeering volkomen werd
goedgekeurd. Tien leden waren buiten stemming ge
bleven. Vóór de stemming had minister Crispi nogmaals
verklaarddat de regeering den oorlog niet wilde
maar dat zij zich niet onvoorbereid mocht laten ver
rassen. Met een beroep op de nagedachtenis vau
mannen als Cavour en Garibaldi vroeg zy eene ver
klaring van volkomen vertrouwen, instemmende met de
voorgestelde motie.
SERVIE. De commissie voor de grondwet heeft
het nieuwe ontwerp in zijn gebee! aangenomen. Bij die
gelegenheid hield Koning Milan eene redevoering
waarin hij verklaardedat het zijn vaste voornemen
was, deze grondwet in te voeren en de partijleiders er
voor aansprakelijk stelde, zoo de Schupschina het ont
werp verwierp.
TURKUE. De bekrachtiging der overeenkomst
betreffende het Suez-Kanaal is zonder eenig bijzonder
voorval geschied.
fiittotnlitnb.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
toonen, reel bijgedragen tot het uitbreken deter onge
regeldheden. De Koningin had zich met den Keizer
van Duitschland vereenigd, om met de vloten een deel
der kust te blokkeeren en den weerspannigen den
handel in slaven en den invoer van wapenen te ver
hinderen. Noch van Ierland, noch van de binnenland-
ache aangelegenheden wordt gewag gemaakt. Alleen
wordt melding gemaakt van het aangenomen wetsont
werp betreffende het zelfstandig provinciaal bestuur.
Het linker centrum van den Senaat heeft den 22
op voorstel van zijnen voorzitter besloten de rede van
den neer Challemel-Lacoar in den vorm eener brochure
zooveel mogelijk in de departementen te verspreiden.
By de herstemming voor een lid der Kamer te Mó-
zières is den 23 gekozen de opportunist Linard met
36609 stemmen tegen 28794 stemmen op den kandidaat
der conservatieven d' Auffray, in het geheim gesteund
door de boulangisten.
Gladstone werd den 22 te Napels door den prefect
en den burgemeester ontvangen. De studenten brachten
hem eene ovatie en geleidden hem met fakkels naar
zijne woning.
De Paus ontving den 24 het college van kardinalen,
die hem hunne gelukwenschen by gelegenheid van het
kerstfeest kwamen aanbieden. Do Paus antwoordde o.a.,
dat de Voorzienigheid niat gewild had, dat de ernstige
toestand, waarin het Pausdom verkeert,^eene verbetering
onderging; integendeel hij was verergerd. Een stelsel
matige oorlog was aan het katholicisme verklaard
zooals bleek uit de verschillende voorstellen met be
trekking tot bestuur en wetgeving. Men bedient zich
van wapenen welke moeten kwetsen en wanneer die
wapenen niet kunnen volstaan, dan maakt men vijandige
wetten. Bat alles was bet werk van geestdrijvers, die
beweren dat de Paus de vijand van Italië is omdat
hij blijft aandringen op herstel van het gezag, waaraan
hij behoefte heeft in de uitoefening van zijn heilig
ambt. Hij verklaarde niet de vijand van Italië te zijn,
maar integendeel de zedelijke macht vaQ dien Staat te
willen versterken.
BULGARIJE. De heer Pallbaschef is benoemd
tot minister van financiën en de heer Tautscheff, voor
zitter der Sobranje, tot minister van justitie.
geworden een gloeiend rood bedekte gelaat en hals
terwijl baar oogen fonkelden. Haar hand rustte zwaar
op den schonder der oude freule en sohudde deze ten
gevolge barer ontroering heen en weder. Haar stem
klonk helder als metaaldoch ook even hard. „Tante,
begrijpt ge dan nietwat gy mij in dit oogenblik hebt
aangedaan Gevoelt gij niethoe ge mij krenkt en
beleedigt? Moet ik het u eerst zeggen, dat Willy van
den Broek zich niet evenals koopwaar laat aanbieden
Yindt ge dat ik zoo weinig waard bendat ik eerBt
u noodig hebom den man die mijn steun voor mijn
verder leven moet zijn de oogen voor mijn deugden
en gebreken of voor uw erfenis te openen P Hem
die dat tot maatstaf nam zon ik slechts kunnen ver
achten. Waarmede echter heb ik het verdiend dat gij
mij voor Giinther zoo vernedert?"
Zij beefde over al haar leden en hijgde naar adem.
freule van Malknitz opende haar kleine ronde oogen zoo
wijd mogelijk en sprak„Zijt ge krankzinnig gewor
denWilly? Giinther, begrijpt gij wat haar scheelt?"
„Zoudt ge dat werkelijk niet kunnen beseffen
tante?" Willy's hand was naar beneden gezonken; zij
drukte de tanden in haar onderlip en baar bruine
oogen vlamden bijna van vijandigen toorn. „En ik zeg
u datal had ik iemand grenzeloos lief en men bood
mij hem op zoodanige wijze aan ik liever vrijwillig in
den dood ging eer ik zijn hand aannam. Armoede en
geringheid kunnen niet zoo vernederend zijn als zulke
gedachten. Gij hebt het aan de lange vriendschap met
mijne grootouders te danken dat ik beproeven wilu
deze inbreuk op de achting, die ik mij zelf verschuldigd
ben te vergeven."
En zonder Giinther die er zwijgend bij stond en
ijverig den kopdie op een mooien schotel prijkte
scheen te bestudeerenmet een blik te verwaardigen
keerde zij zich om zonder een woord meer te zeggen
en verliet de kamer.
„Nn begrijp ik er niets meer van zeide Malwine van
EGYPTE. Osman Digna trok zijne strijdkrachten
te Handub samen en wacht daar den aanval der en-
gelschen af.
21 December.
Begrooting van marine.
Bij de algemeene beraadslaging betuigde de heer T r a v a g 1 i-
n ona den minister geluk te hebben gewenscht met zijn
herstel, zijn leedwezen, dat het eindcijfer weder ruim f 1.600.000
hooger was dan dat van 1888. Daar de marine noodig is
voor de eer van ons landvoor de bewaring onzer onzijdig
heid voor de handhaving van ons gezag in Indie en het vlag
vertoon onontbeerlijk is, rees de vraag, wat gedaan moest worden.
Hij achtte het een plicht van vaderlandsliefde om voor deze
begrooting te stemmen, ook omdat hij vertrouwen stelde in dezen
ministerwien hij alleen erstig aanbeval om de aanschaffingen
voor de marine in het binnenland te doen in het belang van
den scheepsbouw en de welvaart der werklieden.
De heer Viruly, die den minister ook geluk wenschte met
zijn herstelbetuigde zijne verwondering over de geheele be
grooting. Daar de regeling der levende strijdkrachten voor
marine van even groot belang is als voor oorloghad hij in
afwachting van die regeling eene soort van kredietwet verwacht.
De minister geeft zooveel toe aan de wenschen van hen die
het auxilair eskader versterken willen, van hen, die de kust
verdediging willen, van hen die meer torpedo's willen, van hen,
die de werven willen laten bestaan, die de inrichtingen van den
wal versterkt willen hebben, dat dit toegeven zijn vertrouwen ge
schokt heeft. Hij meent, dat de minister misbruik maakt van de wel
willendheid van zijnen ambtenoot van financiën. Toegevende, dat
het auxilair eskader versterking noodig heeft, is hij geneigd een
schip toe te staan, doch hij wijst met een beroep op de Zilve
ren Kruis en de van Galen op den korten duur van zulke
schepen in Indie, ofschoon hij de afkeuring van de Zilveren
Kruis ongerechtvaardigd acht. De toestand van dat schip
is nog zoo slecht niet. Hij vraagt naar de plannen met dat
schip. Doch hoe genegen ook een schip voor het auxilair es
kader toe te staandan is dit niet op grond van ons bestaan
als tweede koloniale mogendheid, welk srevoelen hij nader toe
licht. Wat de binnenlandsche verdediging betreft, mist hij
in den minister eene vaste geregelde overtuiging ook hier is
het »elk wat wils" toegepast. Hij wenschte uitgemaakt te zien
de rol, die onze marine te vervullen heeft. Zoodanig vast plan
is onmiskenbaar. Als hij dus een schip van 2 miljoen toestaat,
vraagt hij een vast plan van verdediging, door deskundigen
ontworpen. Op het in het leven roepen eener dergelijke staats
commissie dringt hij aan.
De heer van Wassenaer betuigde zijne ingenomenheid
met verschillende door den minister genomen maatregelen tot
opbeuring der marine en vestigde de aandacht op de wensehe-
lijkheid tot vorming van een korps reserve-officieren en op de
gebreken bij het inschieten van torpedo's, een diensttak, welken
hij aan vaste ambtenaren onder een officier zou willen opdragen.
Hij juichte toe den maatregel van de verhooging der opleidings-
kosten aan het kon. instituut, welke strekken moet om de finan-
cieele positie der zeeofficieren te verbeteren.
De heer Land kwam op tegen het verwijt, dat de uitgaven
opgedreven werden. Dit is niet het geval. Het materieel is
in de laatste jaren verwaarloosd en het wordt tijd dit te her
stellen. De tegenwoordige regeering kon den bestaanden toe
stand niet handhaven. Daarin steunt hij de regeeriug. De
aangevraagde schepen zijn noodig, zuinig geraamd en ont
worpen volgens de nieuwste eischen. De minister meent,
dat hij voor het belemmeren eener landing 4 schepen van
3% miljoen noodig heeft; hij zou dit plan door eene staats
commissie willen laten beoordeelen, voordat men tot de aan
schaffing dier schepen overgaat. Hij juicht toe de plannen,
om schepen in het binnenland te bouwen; dan wordt het geld
in het land gehouden. Al is de nijverheid door het steunen op
staatshulp er niet op vooruit gegaan, zoo mag die hulp toch
niet plotseling onthouden worden. Torpedobooten kunnen beter
in het buitenland gemaskt worden.
De heer Gildemeester drong sterk aan op het afschaften
van het oorlam, vooral voor minderjarigen en op het volgen
van het in Engeland aangenomen gebruikom koffie te geven
aan Lien, die geen oorlam krijgen, of het equivalent van den
drank in geld uit te keeren.
De heer S e r e t, op den voorgrond stellende, dat het vast
staat, dat de marine verbetering behoeft, ontkende, dat deze
begrooting het motto 'élk wat wils" zou verdienen. De ra i-
n i s t e r weetwat hij wil en durft te vragen wat hij meent
noodig te hebben. Welke weg tot verbetering leidt, deze
vraag hangt geheel af van die, welke rol is onze marine toege
dacht? Hij gelooft niet, dat zij een zuiver defensief karak-
Malknitzterwijl zij sprakeloos op een stoel neerviel.
„Is dat niet ongehoord, Güuther Ik zorg voor haar en
denk er dag en nacht over, hoe ik haar beschermen kan
en dat is nu mijn dank. Zij was alleen zoo bcos
Giinther, wijl ik u voorstelde haar te huwen Yan nu
af wil ik echter zyn als die daar zjj sloeg weder
met haar hand op den ongelukkigen stoelalsof zijn
laatste uur gekomen was „hard en gevoelloos zooals
die daar Waarom blijft gij daar ook zoo onnoozel staan
kijken1', voer zij plotseling voort„waarom zegt gij
niets? De blonde baviaan daar binnen bevalt u zeker
beterhé Daar zettet gij een gezicht als gesmolten
suikerriet
„Freule van Malknitz", viel Giinther haar tamelijk
barsch in de rede, „bet was werkelijk beter, als gij wat
minder bedrijvig en haastig waart in uwe zorgen voor
het welzijn van anderen. Freule Willy en mij hebt gij
nu op zijn minst genomen in een zeer scheeve positie
gebracht. Waarom? Ik zie nog nergens de spoken, waar
tegen gij u meent te moeten wapenen."
Tegen verwachting hield de oude freule zich stil, ja,
zij wrong vol vertwijfeling haar handen.
„Mijn arm kind Acb mijn arm kiDd mompelde
zij weemoedig. „Mijn schold zal het niet zijn als zy
huis en hof verlaat. Wij zullen het beleven Giinther,
en dan zij slikte de rest inofschoon het haar
veel inspanning kostte. „Nu zal het 't beste zijn, dat
ik mijn rijtuig maar laat inspannen", ging zy op spot-
tenden toon voortwaartegen echter de weemoedige
trek op baar gelaat ruimschoots opwoog. Wat dunkt
aGiinther
„Neen neen Freule Willy zou dan nog maar meer
verdriet hebben. Wij hebben met geweten, beste vriendin,
wat een fiere hoogst gevoelige ziel zij bezittrekken
wij er leering uit. In den gewonen dagelijkschen omgang
schat men de menschen zoo licht te laag."
{Wordt vervolgd.)
ter moet. hebbeamaar hare houding moet evenals die vaa
de landmacht passief actief zijn. Hij ziet met genoegen dat
de minister deze opvatting deelt. Ónze marine moet gedeel
telijk geschikt zyn anderen te benadeelenzulk een optreden
dwingt den vijand tot groote krachtsinspanning. Hij bestrijdt
bet instellen eener staats-commissie als de heer Viruly bedoelde;
hoogst waarschijnlijk zou zij een niteenloopend advies geven en
dan zon zij niets baten. Doch al was zij eenstemmigde re
geering was aan haar advies niet gebonden en draagt toch de
eindverantwoordelijkheid. Hij zal voor deze begrooting stemmen,
ofschoon by zich niet verbindt in te stemmen met alles wat de
verdediging van den Helder aangaat.
De heer Heldt juichte zeer toe het plan, om de schepen
in Holland aan te bouwen en ondersteunde krachtig het denk
beeld om een der schepen op de Rijkswerf te doen maken. De
werven moeten in staat gehouden worden, om ook nienw werk
te maken. Zoolang de marine een werkend aandeel in de ver
dediging heeft moet er ééne goede Rijkswerf zijn, met goed
personeel, om in tijd van nood niet van particulieren af hankelijk
te zijn. De kosten zullen niet veel verschillen
De heer Viruly: 24 percent.
De h eer Heldt: dat is niet bewezen Hij dankt den mi
nister voor bet kon. besluit tot regeling van de belangen der
losse werklieden op de werven en waarschuwt tegen den wensch
van den heer van Wassenaer, om de opleidingskosten van de offi
cieren der marine te verhoogen, waarin z. i. het beginsel ligt,
om den officiersstand voor eene bepaalde klasse open testellen
Wil de schatkist nut trekken van die kosten dan moet een
regeling naar gelang van de draagkracht der ouders ingevoerd
wordenzoodat ook kostelooze plaatsing openstaat en elke
scheepsjongen admiraal kan worden.
De minister betuigde zijn dank voor de ondervonden
ontvangst. De besprekingen getuigden van eene gunstige mee
ning jegens zijn persoon. Wat de heer Viruly zeide, was hoofd
zakelijk beantwoord door de heeren Seret en Land, wier gevoelen
hij dielt. Wat het Zilveren Kruis betreft, met het oog op het
aangekondigde amendement zal hij met zijn antwoord wachten.
Dat hij aan alle zaken uitbreiding heeft gegevenis minder
juist; in elk geval moest hij zijn plicht doen om het materieel
uit te breiden; anders had hij de portefeuille niet mogen aan
nemen. De instelling eener staats-commissie tot onderzoek van
den toestand der marine is onnoodig. Zyne taak is het, voor
stellen te doen. Macbtvertoon is noodig tot oefening van het
personeel, dat steeds een goed figuur maakt. Het, nieuwe pant
serschip is bij uitstek bestemd voor het auxiliair eskader. De
zware bewapening en de groote snelheid maken een diepgang
van 60 palm noodig. In het Oostgat van Soerabaja kan zoo
danig schip best varen.
Wat de binnenlandsche verdediging betreft, voor de verde
diging der Goereesche zeegaten is een ramschip noodig.
Ten aanzien der opleiding van adelborsten wi! hij een mid
denweg bewandelen. Het is niet zijn voornemen de opleidings
kosten verder op te drijven. Ook is het niet zijn voornemen de
uon-activiteits-traetementen te verhoogen. Wel degelijk denkt
hij ernstig over het tegengaan van drankgebruik aan boord
hij zal de zaak nader onderzoeken en behartigen. Het is nu
reeds facultatief gesteld, doch zonder veel vrucht.
Hoogst welkom was hem de aanbeveling tot aanbouw bij
particulieren. Men volgt daarin het voorbeeld van het buiten
land. Het denkbeeld om een schip op een Rijkswerf aan te
bouwen zal hij overwegen.
De minister van oorlog kon ook niet beamen het
denkbeeld van benoeming eener staatscommissie voor de sa
menwerking van zee- en landmacht. Reeds nu bestaat die
samenwerking bij elke zaak van belang. Juist de benoeming van
zoodanige commissie zou denkbeelden doen wortel schieten, die
hij niet goedkeurt.
Op voorstel van den heer Ke rk w y k werd de beraadsla
ging gesloten.
Bij de bespreking van art. 13 nieuwe schepen werd door
den heer van der Loeff aan den minister gevraagd, of de
mandie de plannen van den Nautilus maaktedezelfde is
die de thans aanhangige plannen gemaakt heeft, Deze vraag
gaf tot eene gedachtenwisseling aanleiding, waarbij de minister"
die aanvankelijk geene voldoende opheldering gaf, ten slotte
de gestelde vraag bevestigend beantwoordde. Eene vraag
van den heer Levyssohn Norman, of de Buijskes ook door
denzelfden man ontworpen was, werd mede bevestigend beant
woord. De heer Land merkte op, dat het plan niet van één
man maar van den geheelen tecknischen staf der marine was,
en dat het zeer goed zou zijn, de particuliere bouwmeesters
van het vaartuig verantwoordelijk te stellen voor de daaraan
gestelde eischen. Deze uitdrukking gaf den heer Lohman aan
leiding tot de opmerking, dat de minister en niemand anders
voor de uitvoering de verantwoordelijkheid draagt, doch dat
de Kamer zieh niet met de uitvoering mocht inlaten. De heer
van der Loeff wenschte de zaak bij suppletoire begrooting in
Februari te behandelen om de belangrijke som, die hierbij
betrokken is. De post werd echter, zooals reeds gemeld is,
goedgekeurd met 55 tegen 34 stemmen.
Bij art. 45 loodswezen braeht de heer Domela Nieuwen-
huis het ontslag van den loods van Hoepen te Vlissingen ter
sprake, omdat hij socialist wasde man had niets anders gedaan
dan socialistische geschriften aan eenige lieden ten geschenke
gegeven De inspecteur had gezegd, dat een socialist geene
Rijksbetrekking moest bekleeden, en schorste hem op grond van
aan wal gaan, dat verboden is, doch dat allen doen. De
overtreding was er wel, maar is een gebruik geworden, waaraan
niemand aanstoot neemt. Hij was ontslagen op grond zijner
staatkundige meening. Het geldt hier de vrijheid van meening;
men waarborge die.
De heer Schimmelpenninck van der Oye, voor
zitter der commissie van rapporteurs, verklaart, dat er voor
den minister weinig reden is om te antwoorden, daar de vraag
niet in het voorloopig verslag voorkomt.
De minister deelt mede, dat de loods niet is ontslagen
wegens socialistische beginselen; wel heeft de burgemeester
van Capelle zich beklaagd over het verspreiden van socialistische
geschriften door dien man in zijne gemeente. Die loods had
het sehip voor de tweede maal verlaten, zonder het bevel over
te geven aan den oudsten matroos. De inspecteur had hem ge
schorst en hij had hem ontslagenbij den loodsdienst moest
streng gehandeld worden.
De heer Domela Nieuwenhuis hield zijne meening vol.
De begrooting werd aangenomen met 68 tegen 16 stemmen
van de heerenSchepel, Lieftinck, Kerdijk, Zaaijer, Viruly, E.
Cremers, Van der Loeff, Veegens, Heldt, De Meyier, Mieuwen-
huis, Borgesius, Van Delden, Van Houten, Zijlker en Geert-
sema.
Den 22na goedkeuring van hoofdstuk XI (onvoorziene
uitgaven), was aan de orde de wet op de middelen.
Daarop waren voorgesteld de volgende motiën van orde
1*. die van den heer Domela Nieuwenhuis, luidende: 'De Kamer,
overwegende dat de indirecte belastingen te zwaar drukken op
dat deel der burgerij, dat het minst in staat is dien druk
te dragen;
^overwegendedat meer dan een derde der Rijks-inkomsten
door indirecte heffingen inkomt
'gelet op de algemeen heerschende en meermalen geopen
baarde begeerte naar verbetering hierin;
«besluit Z E. den Minister van Financiën uit te noodigen,
onmiddellijk de noodige maatregelen te beramen, die eene alge-
heele herziening onzer belastingwetgeving voorbereiden, en wel
in dien zin, dat de heffingen op de allereerste behoeften des
levens worden vervangen door de zoodanige, die met de draag
kracht der natie in overeenstemming zijn." De cursijf gestelde
woorden werden later vervangen doorafgeschaft en rekening
worde gehouden met de draagkracht der natie.
2°. Van de heeren Schepel, de Ruiter Zijlker, Lieftinck,