Nieuwjaarswenschen.
TATJANA
i ie MiMi der MNgnÉUL
No. 157.
Negentigste Jaargang.
a 35 cents a contant,
f -
1888.
ZONDAG
30 DECEMBER.
VOOR RE BEIDE DEELEN TE ZAAIEN:
feuhjLETok,
ASSCHEPOETSTER
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Daar de Nieuwjaarsdag op dins
dag valt, zal op Oudejaarsavond
een nummer onzer courant worden
uitgegeven. Als gewoonlijk bestaat
gelegenheid, daarin NIEUWJAARS
WENSCHEN te plaatsen,
van 1—5 regels.
De UITGEVERS.
Wij stellen voor onze lezers verkrijgbaar een
boeienden roman in twee deelen getiteld
door
Joseph Lubomirski.
Verhaal nit de russische ambtenaars
wereld.
A contant zestig cents.
Naar buiten tegen inzending van een postwissel
vijfenzeventig cents.
De oplage is beperkt. De ondergeteekenden
verbinden zich dus slechts, te leveren tot zoover
de voorraad strekt. DE UITGEVERS.
Qbfficiïtl (SebeelU.
H. SCHOBERT.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,—
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat den 2 Januari 1889 een
aanvang gemaakt wordt met het sloopen der Hooge Steenenbrug,
in verband waarmede bet verkeer voor met trekdieren bespannen
rii- en voertuigen tot nadere aankondiging gesloten zal zijn langs
het Verdronkenoord zuidzijde, van de Huigbrouwersteeg tot de
Zoutsteegen langs bet Verdronkenoord noordzijde van de
Hekelstraat tot aan de St. Jacobstraat.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLA1NE PONT.
24 Dee 1888 Ue Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR te
ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, dat de Post
kantoren en de Hnlpkantoren der Posterijen, voortaan op
Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen voor
den dienst der Rijkspostspaarbankna IS ure
's middags, zullen gesloten z(|n.
De Directeur voornoemd
GOUWE.
DOOB
17)
Freule van Malknitz werd weder boos. „Gij hebt mooi
praten", zeide zij minachtend. „Het loont werkelijk veel
meer de moeite zich om een redeloos wezen te bekom
meren, dan om zijns gelijken. Ik ga mijn zwarte ben
en het paarlhoen een bezoek brengen; dat is vrjj wat
verstandiger", en met een vernietigenden blik op Güu-
tber, ging zij met groote schreden naar het voorplein.
Giinther bleef een ojgenblik diep in gedachten staan.
Willy's manier vaD doen gaf hem veel te denken. Was
bet dan zoo verschrikkeljjk, hem tot man te krijgen P
Neen, daarover was zij ook niet zoo boos, maar dat zij
door freule van Malknitz hem was aangeboden. Had
hij zelf geen oogen gehad om haar te zien en baar naar
waarde te schatten Nu vroeg bij zich zelf afol het
Willy gekrenkt zon hebben als zij geweten hadhoe
dicht bij er eenmaal aan toe was geweesthaar zijn
hart en zijn band aan te bieden en dat het de onde
freule en de ambtman zaliger waren geweestdie hem
toen daarvan hadden ternggehonden Wat een uitbar
sting van toorn bij het anders zoo stillebedaarde
meisje Het had hem verrast en tevens iets in hem
wakker geroepen, dat hem zelf vreemd was. Een zekere
nieuwsgierigheid ontwaakte in hem, wat deze natnur
nog verder voor ongedachte schatten bevatte die by
blijkbaar tot dusverre daarin niet gezocht had.
„Mijnheer Giinther
„Frenle
De smeekende toon en de zachte blikdie hem uit
de prachtige blauwe oogen van Blanche tegenetraalde
brachten hem dadelijk aan haar zijde.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de rechtheb
benden terug te bekomen een portemonnaie met eemg geld;
20 stuks nieuwjaarsbriefkaarten; een gouden medaljon met een
stuk ketting; een onderstukje van een gouden oorbelletje; een
poppenschoentjeeen zilveren oorbelletje; een hond; een zil
veren broche een mofje.
Sedert tal van jaren is de staatsbegroting bij den
aanvang van het jaar waarvoor zij dienen moet, slechts
door ééne Kamer van de Staten-Generaal bekrachtigd.
Alleen door aanvulling van haar gewone vergaderingen
met buitengewone en avond-bijeenkomsten gelakt het
aan de Tweede Kamer, de behandeling van de be
grooting voor Nederlandsch-Indie en de elf hoofd
stukken der staatsbegrooting met de wet tot aanwijzing
van de middelen tot goedmaking van de uitgaven vóór
den 1 Januari ten einde te brengen. De Eerste Kamer
kan slechts tijd vinden om de Indische begrooting en
een paar hoofdstukken der Staatsbegroting met de
wet tot aanwijzing van de middelen tot dekking van
de uitgaven te behandelen. Zoo is het ook ditmaal
gegaan. De beschikbare tijd was zelfs korter dan
gewoonlijk, omdat de Indische begroting niet op den
gewonen, door de wet aangewezen tijd was ingediend.
Belangrijke veranderingen hebben de begrootingen niet
ondergaan, en de beraadslaging daarover heeft ai zeer
weinig nieuws opgeleverdzoodat hetgeen vóór een
paar maanden over de handelingen en de voornemens
der Regeering kon worden gezegdin hoofdzaak on
veranderd zou kannen worden herhaald.
Wat het onderwijs betreft, zijn de plannen der
Regeering tot vermindering van het aantal normaal
lessen tot opleiding van onderwijzerstot opheffing
van ééne rijkskweekschool en tot intrekking van de
rijkstoelagen aan de kweekscholen tot opleiding van
onderwijzeressen te Haarlem en te Arnhem zoowel als
aan die tot opleiding van bewaarschoolhouderessen te
Leiden doorgezet. Gelukkig is de Minister terugge
komen op zijn voornemen om alle toelagen voor huis
vesting en verpleging der kweekelingen aan de Rijks
kweekscholen, de zoogenaamde beurzen, af te schaffen.
De studie „Willy" genaamd, werd tot gelegener tyd
uitgesteld. Deze zat in haar kamer, met het hoofd in
de handen en deed haar best om weer tot kalmte te
komen, 't Viel haar moeielyk; haar oude zelf bebeersching
bad haar geheel begeven. Alles in haar trilde en klopte.
Zon Giinther misschien denken, dat zij van dit beleedi-
gend aanbod kennis had gedragen? Zij werd weder
schaamroodterwijl heete tranen over hare wangen
vloeiden. Zij onderwierp haar vroeger gedrag aan de
scherpste kritiek, se onderzocht of zij hem ook getoond
mooht hebben, dat hij voor haar meer was dan een oud
vriend en goede baar. Neen zeide zij met een zucht
van verlichting en wat haar eerst half onbewust ge
hinderd had verschafte haar na rast en troost.
Isa en Hollfeld hadden hnn plaats nog altoos niet
verlaten; zij hadden zeker een zeer belangwekkend gesprek,
ofschoon het op zachten toon gevoerd werd. „Gelooft
gij ook aan de onde fabel, dat de vroomheid ons ver
biedt onze oogen goed open te hebben vroeg zij hem
plotseling snel en zag hem vlak in zijn gelaat.
„Dat nietmaar wel moet men in plaats daarvan
dubbel toegevend zijn voor de gebreken van hen die
ons het naaste zijn."
„Ik houd van waarheidIk zon altijd onverbiddelijk
waar willen zijn", zeide het jonge meisje met nadruk.
De candidaat lachte om haar ijver, want hare wangen
gloeiden, hare oogen schitterden en de leelyke trek om
haar mond was verdwenen. Het was de eerste maal
dat iemand, niettegenstaande Blanche's tegenwoordig
heid, zich uitsluitend met baar bezighield. Wat deed
dat haar goed. Haar altijd onderdrukt zelfbewustzijn
kwam lachend voor den dag en straalde haar nit de
oogente meer nu ze zagdat Blanche door de
tegenwoordigheid van Giinther ook geheel in beslag
genomen was.
„Wat wordt Isa vroolijk", dacht Gert verwonderd
terwijl hij haar in stilte waarnam, „de Warnitzer lucht
doet inderdaad reeds wonderen die candidaat schijnt
haar verbazend te boeien 1 Ik moet zeggen de man-
Voor elke kweekschool znllen althans in het volgende
jaar voor een tiental kweekelingen de gewone toelagen
beschikbaar worden gesteld. Zoo wordt het aantal
dezer beurzen wel aanmerkelijk verminderd en mis
schien zal men allengs tot de geheele afschaffing
overgaan, maar het gevaar van de afschaffing van alle
beurzen op eenmaal is ten minste afgewend. Evenzeer
doet het ons genoegen te kunneD meldendat de
Minister van Biunenlaudsche Zaken zich verzet heeft
tegen de pogingen van sommige gemeentebesturen om
langs een omweg te komen tot een vermindering van
de bezoldiging der onderwijzers, wanneer zij daarvoor
de vereischte goedkeuring van Gedeputeerde Staten niet
konden verkrijgen. Zij geven hun namelijk gezamenlijk
hun ontslag, en doen daarna oproepingen voor hetzelfde
getal onderwijzers met een lager tractement, Er is
geen enkele wetsbepaling die dit uitdrukkelijk ver
biedt; maar gelukkig is de tegenwoordige Minister
van Binnenlandsche zaken van oordeel, dat een raads
besluit, waarbij op deze wijze op deze tlinksche
wijzezou men kunnen zeggen het tractement
waarop een gemeente-ambtenaar is aangesteld wordt
verminderd, kan gezegd worden in strijd te zijn met
het algemeen belang en mitsdien door den Koning
kan worden vernietigd. Zelfs heeft deze Minister
medegedeeld dat in het ontwerp tot gedeeltelijke
herziening van de wet op het lager onderwijs bepa
lingen zullen voorkomen om dergelijke praktijken voor
het vervolg onmogelijk te maken.
Alle hooldstukken'der staatsbegrooting zijn zonder
stemming aangenomen behalve die van Financiën en
van Koloniën. Tegen dat van Financiën stemden 12,
tegen dat van Koloniën 18 leden. Dat dit gebeurde,
zal zeker niemand bevreemden; waarschijnlijk zullen
er zijn die verwacht hadden, dat het aantal liberalen,
die hunne stem tegen deze Hoofdstukken uitbrachten,
grooter zou wezen. Wat den Minister vau Finan
ciën betreft, schijnt inderdaad van hem al bijzonder
weinig verwacht te kunnen worden en juist is op
geen ander gebied de wensch naar verandering en
verbetering algemeener. De Regeering zelve verklaarde
in de openingsrede: »een nadere regeling van de ver
houding tusschen Rijks- en gemeentefinanciën is een
dringende eisch des tijds'en in zijn schriftelijk ant
woord op het verslag van het voorloopig onderzoek
der Staatsbegrooting noemde de Minister van Finan
ciën de verbetering van het gemeentebelastingstelsel
het eerste wat op belastinggebied thans te doen valt.
lntusschen moet volgens denzelfden Minister deze
eerste maatregel wachten op twee andere maatregelen,
die daaraan zijns inziens noodzakelijk zonden moeten
voorafgaan. Daar de financieele toestand der gemeenten
voor een aanmerkelijk deel afhangt van de uitgaven
nenwereld is hier beter vertegenwoordigd dan het
scboone geslacht."
Hij geeuwde achter zijn hand, want hij, ongelukkige, had
«op dezen heerlijken warmen zomermiddag niemand, wie
hij verliefde grillen in het hoofd kon brengen; hij had
dan zijne beminnelijkheid aan freule von Malknitz moe
ten verspillen.
„Daarvoor beware my de hemel", dacht hij huiverend
en slenterde naar Blancheaan wier tète a tete hij
daarmede een einde maakte, ofschoon by overtuigd was,
dat zij er hem niet dankbaar voor zon zijn.
„Weet ge wat ik daeht en ook reeds aan Willy ge
zegd heb'', zeide hij, zich ongegeneerd in het gesprek
mengend en, onbewust, een ietwat trotschen toon aan
nemende zooals die den dnitschen officieren veelal
eigen is. „'t Is jammer dat gij geen uniform draagt
Uw uiterlijk leent er zich uitstekend toe, ik hebeteeds
een gevoel als moest ik „kameraad" tegen u zeggen.
„Nn, geneer n niet."
„Nu ja dat is gemakkelijk gezegd", sprak Gert
op beslisten toon terwijl hij met de vingers langs zijn
blonden knevel streek. „Gij zult mij toob moeten toe
stemmen dat wij tot een zeer bevoorrechte klasse
behooren. Reeds door onze positie zijn we ^dubbel in
staat het leven zooveel mogelijk te genieten.'
Leo Giinther lachte even de toonwaarop
Gert sprak ontnam al het scherpe aan de uitda
gingdie misschien in zijne woorden lag en hij was
mensohenkenner genoeg, om hem geheel te doorgronden.
„Ik geef n dat gaarne toe, ofschoon" hier begon
Leo eenigzins sarcastisch te lachen „ook de waarde
van uw leven met al zijn lusten n geheel alleen ten
goede komt."
„Helaas, ja", zuchtte Gert, „dat is de eenige echa-
duw/.ijde, dat men over het algemeen niet kan uitmunten
of iets schitterends tot stand kan brengen. Bevordering
is onze chineesohe muur
„Nu Gert", viel Blanche hem ongeduldig in derede,
„als de hemel dezen chineesche muur niet ten over-