f
TATJANA
No. 3.
Een en Negentigste Jaargang.
1889.
°Eennïëüw jaar.
f
ASSCHEPOETSTER
ZONDAG
Prijs der gewone Advertentiën:
6 JANUARI.
EERSTE BLAD.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Wij stellen voor onze lezers verkrijgbaar een
beeienden roman in twee deelcn getiteld
door
Joseph Lnbomirski.
Verhaal uit de russlsche ambtenaars
wereld.
VOOR DE BEIDE DEELEN TE MEN:
n contant zestig cents.
Aaar buiten tegen inzending van een postwissel
vijfenzeventig" cents.
De oplage is beperkt. De ondergeteekenden
verbinden zich dus slechtste leveren tot zoover
de voorraad strekt. DE UITGEVERS.
dDfficiëcl (Btbecltt,
Hondenbelasting.
Inschrijving voor de Nationale Militie
op het Stadhuis op Dinsdag en Vrijdag,
*s avonds van 5 tot 7 uur, tot c20 Ja
nuari 1889.
REKENINGEN wegens in 1888 aan
de gemeente Alkmaar gedane leve
ringen worden ingewacht vóór 10 Ja
nuari 1889, wat betreit de gemeente
reiniging bij den directeur en wat betreft
de overige dienst ter gemeente-secretarie
ot bij den gemeente-architect.
AIKMAABSCIIE COIIMNT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,—
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEKM». COS-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren belanghebbendennaar aanleiding der op 20 Sep
tember 1882 vastgestelde verordening op de heffing eener be
lasting op de honden
dat ieder eigenaarbezitter of houder van een of meer aan
de belasting onderworpen honden verplicht is, daarvan jaarlijks
vóór 31 Januari ten kantore van den gemeente-ontvanger aan
gifte tc doen.
Die aangifte geschiedt door de inlevering van een behoorlijk
ingevuld en door den belastingschuldige onderteekend biljet
kosteloos ten kantore voornoemd verkrijgbaar.
De betaling der belasting geschiedt dadelijk bij de aangifte
tegen kwitantie en afgifte van een penningonverminderd het
recht, om, zoo de aangifte onjuist bevonden wordt, herziening
te doen plaats hebben.
Aangezien er maatregelen genomen zijn om den
penning beter aan den Halsband te bevestigenis
bet bezwaar tegen bet voortdurend dragen opge
heven, en zal alzoo daarop bet ganscbe jaar ten
strengste worden toegezien.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
4 Jan. 1889. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
DOOR
H. SCHOBERT.
19)
De huzaar was enel opgesprongen en klopte zich het
stof van zijn elegante kleeding hij had klaarblijkelijk
door den val geen letsel bekomen. Hij hield daarbij
zijn hoofd gebogenzoodat men niet kon zien hoe hij
op de tanden knarstenoch de doodelijke bleekheid
bemerktedie zijn gelaat bedekte. Hij gevoelde zieb
door den slechten afloop vernederd en meende ook
op het gelaat der overigen slechts medelijden te lezen,
't Was duidelijk, dat hem tegenwoordig alles tegen
liep en wrevel tegen zich zelf en de geheele wereld
vervulde zijn binnenste.
„Goddank dat het goed is afgeloopen zei de pre
sident op geruststellenden toonterwijl hij op zijn
zoon toetrad en met zijn zijden zakdoek zacht over
diens mouw streek, „daar zit nog wat stof, Gert
je hebt je toch niet bezeerd
„Volstrekt nietpapa", antwoordde bij verdrietig.
„Na zal mijnheer Giiuther zeker bet paard eens rijden;
wij kunnen zoo toch onmogelijk tevreden zijn."
„Dadelijk mijnbeer de president."
Misschien hoopten vader en zoon dat het toeval
hun gunstig zon zijn en het onrustige dier ook den
tweeden berijder in het zand zou doen bijten in dat
geval werd hunne verwachting niet vervuld. Paard en
ruiter schenen als uit metaal gegoten. Günther's krach*
tige gestalte kwam te paard nog beter uitde hand
die de teugels hield bewoog zich niet en vlug en be
vallig gehoorzaamde het paard aan eiken drnk. De
zonnestralen drongen tussoben schuren en stallen door,
vulden het plein met verblindend licht en omgaven
De volgende personen worden in bun belang
aangemaand, zich zoo spoedig mogelijk ter secre
tarie dezer gemeente (afd. bevolking) aantemelden:
Haagsma, IJnze, 1-w. Sloten (Fr.)
Huisman, Benjamin, Haarlem,
HoogvorstJan, Scboorl.
Martens, Bernard Theodor, Kampen.
Stins, Elisabeth, Sehagen.
Sjoerds Guurtje Elisabeth, EgmondalZee.
Zandlever, Frederik Johannes, Koog a/d Zaan.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de rechtheb
benden terug te bekomen: een vermoedelijk zilveren naalden
koker; een gouden horlogeketting aan twee stukken; eene por-
temonnaie met eenige centen; een stuk van een horlogeketting;
een gouden vrouwenringetje met vier steentjes; twintig nieuw
jaarskaarten; eene portemonnaie met eenige eenten; een onderstuk
van een gouden oorbel.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le helft der maand December 1888.
F. Schuurman, E. Schmid, mevr. Laddee, Alg. Ned. Werk-
mansvereeniging, Amsterdam; A. Bakker, Broek op Langedijk;
C. Glim, J. Schut, Helder.
Van Bergen.
C. C. Mulder, Nieuwer-Amstel.
Brietkaarten:
P. Jonker?
Onze samenleving is er op ingericht, dat wij niet
gedachteloos van het eene jaar in het andere zouden
overgaanmaar een oogenblik zouden rusten en na
denken. Wij hebben enkele dagen vóór het einde des
jaars het Kerstfeest, dat daartoe uitmuntende gelegen
heid biedtwij hebben den oudejaarsavond en den
nieuwejaarsriagbestemd voor het samenzijn in den
kring van het gezin of de familie en het toespreken
of toezenden van een woord van hartelijkheid en be
langstelling aan vrienden en bekenden. Wij sluiten
onze boeken af en maken de balans op. Zoo zijn wij
ook gewoon te doen met hetgeen het oude jaar op
ruimer gebied heeft opgeleverd, met wat daar is voor
gevallen in ons vaderland en bij onze buren voor
zoover dit voor ons van belang kan zijn. En dat dit
met de gebeurtenissen buiten onze grenzen in ruimen
kring het geval kan wezenwie zal het loochenen
paard en ruiter met eeu schitterenden glans, die beiden
ten goede kwam.
„Hij zit te paard als een kunstrijder riep Blanche
vol bewondering eu verrukking straalde daarbij uit
haar oogen„drarbij hebt gij niet veel te vertellen,
Gert." Deze fronste zijne wenkbrauwen en draaide baar,
zonder te antwoordennijdig den rug toe. Blanche
lachte spottend.
„De beeren der schepping laten zich niet gaarne
vernederen", zei zeheua naziendezoo luidedat
Willy het hoorde, die zich inmiddels weer onbemerkt
by bet gezelschap had gevoegd. Ook Gert bad die
woorden opgevangenmet flikkerende oogen draaide
hij zich om. Daar ontmoette hij Willy's bliker lag
daarin eene vreemde uitdrukking.
„Ik ook niet", zeïde zij half luid hem toeknikkend.
Gehoor gevend aan een plotselinge opwellingstak
Gert zijn zuster de baud toezij legde de hare daarin.
Zonder een enkel woord meer te wisselen, was daardoor
een verbond geslotendat berustte op de stilzwijgende
waardeering vau denzelfden karaktertrek. Willy lachte
en ook op het gelaat van Gert was de vroolyke uit
drukking weer teruggekeerd.
Leo Güuther had dit kleine intermezzo gezien. „Wat
zouden die twee hebben", dacht bij, min of meer mis
noegd, terwijl hij zich verder met den president onder
hield. Het ontging hem nietdat Wiliy geen blik
voor hem over hadjazijne nabijheid vermeed en een
gevoel van trots en toorn beide, maakte zich van hem
meester. Hij wilde haar dwingen met hem te spreken
en op hem te letten als zij het niet vrijwillig deed.
Waarom nam zij het gebeurde zoo boog op! Wa
ren zy dan geen oude vriendenoud genoeg ten
minstedat hunne langdurige buurschap wel eens een
stootje kon verdragen en dat te meernu geen van
beiden er schuld aan had en het met de beste bedoe
ling geschied was. Hy liep op Gert toe die nog steeds
naast Willy stond. „Mijnheer van den Broek", zei hij
vriendelijk en stak hem de hand toe„ik hoop niet
als hij het uitgebreid en levendig verkeer tusschen devol-
ken opmerkt en den invloed gadeslaat die door de maat
regelen van den eenen staat wordt uitgeoefend op den
handel, den landbouw, de nijverheid, op de welvaart
alzoo van den anderen staatals hij let op den
nauwen band die de rust en den vrede van het eene
volk met die van het andere verbindt
Gaan wij nu de maatschappelijke en staatkundige
toestanden in mimen en enger kring na, dan kan de
slotsom niet anders zijn dan bij het begin van het
vorige jaar dat er namelijk weinig is veranderd of
verbeterd. Vragen wij ons echter af, of misschien de
toestand ook is verergerddan meeneu wij dat het
antwoord gelukkig ontkennend kan zijn. Integendeel
gelooven wij op eenige verbeteringop eenige ver
mindering van gevaar en dien ten gevolge op meer
gerustheid en vertrouwen te kunnen wijzendie aau
de algemeene welvaart ten goede komen. Toch had
in Duitschland den machtigen staatwaarvan voor
een zeer groot deel het behoud van den Europeesohen
vrede afhangt, een gebeurtenis plaats die reeds lang,
maar altijd met zekere ongerustheid werd verbeid; de
eerste Keizer van het nieuwe Duitsche Rijk, de oudste
vorst van Europa stierf op den leeftijd van 91 jaren.
Op hem vooral was het vertrouwen op het behoud
des vredes gevestigd; op hem, maar evenzeer op zijn
opvolger Keizer Frederikdoch toen de oude Keizer
Wilhelm stierf, was men tevens vrij algemeen over
tuigd dat de dagen zijns zoons geteld waren en drie
maanden later stond reeds de derde Duitsche Keizer
aau de lijkbaar zijns vaders. Dezede thans bijna
dertigjarige vorst, is jong, en beweerde men, oorlog
zuchtig; alleen het leger heeft hem tot nog toe belang
ingeboezemd, aan de kunst van oorlogvoeren heeft hij
zich toegewijd en tijdens de laatste groote oorlogen
nog te jong om zijn aandeel te kunnen hebben in
den roem die zijn vader en grootvader te beurt viel,
haakt hij naar het oogenblik waarop hy zich een
waardigen telg van dit heldengeslacht zal kunnen
toonen en de onsterfelijkheid verwerven, die de krijgs-
laurieren den zeeghaftigen oorlogsman verzekeren.
Welnu de jeugdige Keizer zit sedert ruim een half
jaar op den troon, en zijn eerste werk is het bezoek
geweest aan den Keizer van Rusland, den Koning van
Denemarken en zijn beide bondgenooteu den Keizer
van Oostenrijk Hongarije en den Koning van Italië,
ten einde de goede verstandhouding met de beide
eerste en de nauwere betrekking met de beide laatste
monarchen te bevestigen. Inderdaad schijnt het oor
logsgevaar minder dreigend en meer verwijderd dan
bij het begin van het jaar 1888, ofschoon de lont,
die het krait zou kunnen doen ontvlammennog
evenzeer brandt aan den Donau als aan den Rijn.
dat ge mij de ongemanierdheden van mijn paard zult
laten ontgelden. Ik erken gaarne dat hij voor vreem
den zeer lastig is. Daarom kreeg ik hem ook voor een
koopje. Toen ik hem voor bet eerst reedmaakte bij
ook allerlei kuren. Na eeuige caramboles gaf hij zich
echter spoedig gewonnen."
„Geen wonder Hij voelde de hand vau den meester",
zei Blanchenaderbij komend op plagenden toon.
Het bekoorlijke meisje kwam hem nu in 't geheel
niet gelegen Hij zon zoo gaarne een verzoenend
vriendelijk woord met Willy gewisseld hebben, maar
deze had zich reeds omgewend en sprak met een der
bedienden dien zij geroepen had.
Mevronw Angela slaakte een zucht van verlichting
en vertelde later aan haar man dat haar zenuwgestel
de eerstvolgende dagen geheel van streek zou zyn. De
president lag in een schommelstoel naast haar en rookte
een fijne havanna.
„Blanche heeft eene verovering gemaakt", zei hy op
fluisterenden toon en klopte de asch van zijn sigaar
en brak zoo de jerimiade van zijne vrouw af.
„Omaar hy is zoo burgerlijk Angela trok verach
telijk de schouders op. „Blanche heeft keus genoeg
Maurice."
„Om 't evenHij is zeer rijk het zou een groote
aanwinst voor onze bank zijn."
Den geheelen avond had Willy weten te verhinderen,
dat Giiather haar ontmoette en Blanche hielp haar
buiten haar weten. Willy meende, dat zij van schaamte
door den grond zou moeten zinken, als hy haar maar aan
zien of toespreken zou en dat gevoel was zoo sterk, dat
de vurige wensch bij baar opkwam dat hy maar nooit
weer op Warnitz zou komen. Het scheen haar ondoen
lijk toe evenals vroeger met hem om te gaan.
De jongelieden gingen nog wat in het park wandelen.
Gert, die zich natuurlijk bij zjjne zuster had aangesloten,
had haar een oogenblik verlatenomdat hy bemerkte
dat hij zijn sigarenkoker op het terras had laten liggen.
Willy stond nu alleen in de dennenlaan, waar haar groot-