No. 8.
Een en Negentigste Jaargang.
1889.
V R IJ D A G
18 JANUARI.
FEU3LL,BTOKr.
ASSCHEPOETSTER
Prijs der gewone Advertentiën:
tDffictëcl (Scheelte.
fiattenlftub.
H. SCHOBERT.
Rijksdag. Den 12 werd met algemeene stemmen,
behalve die der conservatieveneen voorstel van de
linkerzijde aangenomen waarbij de regeering uitge-
coodigd werd zoo epoedig mogelijk een wetsontwerp
in te dienen tot invoering van Ambachtsreehtbanken
zoodanig ingericht, dat de bijzitters in die rechtbanken
gekozen zouden worden in twee gelijke deelen door
werkgevers en werknemers daartoe bijeengeroepen in
twee afzonderlijke kiescolleges. De regeering had dit
voorstel bestreden, niet omdat zij tegen het beginsel van
wettelijke regeling dezer zaak bedenkingen had, maar
omdat er naar hare meening noodiger zaken af te doen
waren, noodiger vooral nu de geschillen tusscben pa
troons en werklieden overal reeds door dergelijke recht
banken beslecht konden worden, overeenkomstig plaat
selijke verordeningen.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Coarant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR.
Gelet op art. 54 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsbl. N°. 85);
Brengen ter slgemeene kennisdat de gemeenteraad in zijne
vergadering van 16 Januari 1889 benoemd heeft tot lid der
vaste commissie voor de gasfabriek voor het jaar 1889 den
heer W. E. S OEL, ter vervanging van den heer P. BRUIN
VIS DE LANGE, die, om redenen van gezondheidzijn
ontslag had genomen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLA1NE PONT.
17 Jan. 1889. De Secretaris
NU HO UT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat de gemeenteraad in zijne
vergadering van 16 Januari 1889 benoemd heeft tot wethou
der, in de plaats van den heer P. BRUINVIS DE LANGE,
die, om redenen van gezondheid, zijn ontslag had genomen,
den heer H. J. BRUINVIS, die deze betrekking reeds
aanvaard heeft.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
Alkmaar,
17 Jan. 1889.
De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn»
verzonden gedurende de 2e helft der maand December 1888.
J. van Maas, Helder; J. Gersen, Nieuwediep; mej. A. van
'tHooft, Nijmegen. 1
Van Übdam:
Mej. M. Klots Schardam, Opperdoes.
Amerika. Van O b d a m
Nelly KlaverChicago.
Van Oudkarspel:
W. Seester
BELGIS. Zonder strijd is te Mecheleu de heer
de Meester de Betsenbroeek, ciericaalgekozen tot lid
vau deu Senaat.
_®UITbCHLAïJD. De Staatscourant van den
It) behelst de op bevel des Keizers overeenkomsti
bet advies van den rijks-kanselier, openbaar gemaakt1
akte van beschuldiging tegen prof. Geilekenom de
fcondsregeeringen in staat te stellen een eigen oordeel
te vormen. Uit dat stuk blijkt, dat professor Geffcken
zijne mededeelingen geput heeft uit een hem in Maart
1873 door den toenmaligen Kroonprins gegeven dag-
bo'-k van 700 bladzijden, dat bij geene machtiging voor
die openbaarmaking had, en de Kroonprins zelf de open-
baarmaking eerst na geruimen tijd raadzaam achtte. De
akte stelt verder in bet liebt, dat de proclamatie, waarbij
Keizer Erederik den 12 Maart 1888 de regeering aan
vaardde, door prof. Geffcken was opgesteld, en wel reeds
in Juni x88o toen Keizer Wilhelm te Ems een sterke
nauwte bad gehad.
Den 16 is bij het snelrijden op schaatsen om het
meesterschap van Hamburg do baan van 3000 el afge
legd door den heer Harms in 7 m. 10} see. en door
DOOB
24)
Blanche zat in haar kamer; zij snikte hartstochtelijk
in haar machteloozeD toorn. Scheven had haar versmaad
- baar Dit knaagde zoo aan baar ijdel bart,
dat zij in den beginne geen andere gedachte had. Plot
seling echter richtte zij zich op. Hij had over geld ge
sproken hoe, waren zij dan niet rijk? Zij, die in
Berlijn hun eigen équipage een vorstelijk ingerichte
wonmg en prachtige toiletten bezaten Zou de president
van den Broek niet bij machte rijn de schulden van
een luitenant te betalen, als het zijn verwend lievelings-
dochtertje inviel, hem voor zich te begeeren Een ijs
koude rilling overviel Blanche plotseling. Zou het
mogelijk kunnen zijn dat dat alles slechts schijn was
en dat anderen beter op de hoogte waren van hunne
omstandigheden, dan zij zelf? Had Scheven misschien
daarop gedoeld en moest hij zich daarom tot de oudere
zuster wenden
Nu vielen baar plotseling gezegden in van Isa en
ook van Gert, waarop zij toen geen acht had geslagen
en die nu plotseling reusachtig groot voor haar stonden
hun verbijt te Warnitz, in plaats van te Ëaden-
Baden of Ostende
Angst en groote ontsteltenis maakten zich van haar
meester. Arm te zijn iedere kleine uitgaaf eerst te
moeten uitsparen of weken lang daarover te moeten
den heer Adolphus in 7 m. 11 ree. Bij het schoon-
rijden voor het meesterschap van Duitschland was over
winnaar de heer Kaiser. De lange baan, 7500 el, werd
door den heer Donoghue afgelegd in 16 m. 45} s., door
deu heer Harms in 18 m. 19 s.
Den 15bij de behandeling der begrooting voor
buitenlandsche zakenbestreed de beer Eugen
Richter den postuitgetrokken voor den consul te
Zanzibar. Hij gaf de schuld der ongeregeldheden op
Afi'ika's oos'kust grootendeels aan de Oost-Afrikaansohe
Maatschappij en den eonsaldie als gemachtigde der
duitsche regeering in April 1888 bet verdrag tusschen
de Maatschappij en den aultau van Zanzibar bekrach
tigde. Die consul had moeten weten, dat de Maatschappij
niet in staat was de verplichtingen, welke bei verdrag
haar oplegde, te vervullen en souvereiniteitsrechten uil
te oefenen. De middelen der Maatschappij waren daar
voor te beperkt. De verslagen van den consul maakten
geen gunstigen indruk en bovendien zou het aanstellen
van een vice-consul de zaken nog maar erger maken
terwijl er dan ook nog een rjkseommisearis zou bijkomen.
Ondanks het verzoek van Richter om dezen post te
schrappen, keurde de meerderheid het gevraagde krediet
goednadat prins Bismarck verklaard had, dat de aan
stelling van een vice-consul noodig was.
In antwoord op de aanvallen van den heer Woer-
maun tegen de engelsche Royal Niger Company be
loofde prins Bismarck, dat hy de belangen der duitscbers
aan deD Niger zoo krachtig mogelijk zou bevorderen.
Evenwel weigerde bij zich daarover rechtstreeks tot de
engelsche regeering te ricb'.en.
Op Richters vraag, of in de onder Duitsehlands be
schermheerschap staande streken in West-Afrika handel
in siaven gedreven en arbeid door slaven verricht werd,
antwoordde prins Bismarck, dat de slavenarbeid reeds
zoovele eeuwen bestaat dat deze niet in eens geheel
kan worden afgeschaft. Dien arbeid in eens te laten
varen, achtte hij gevaarlijk. De belangen der duitschers
zouden daardoor ernstig worden benadeeld, teiwjl het
de andere mogendheden tegen Duitschland in het har
nas zou jagen.
tobbende ellende van een alledaagsch leven te
leeren konnen afstand te doen van alle weelde en
genot onopgemerkt door het leven te gaan
Om zulke omstandigheden dragelijk te vinden, had
zij anders opgevoed moeten worden een huwelyk uit
liefde wat had zij altijd om zulk een dwaasheid
gelachen. Bijna vervulde haar een gevoel vaa dankbaar
heid voor Scheven, dat hij haar zulk een keus niet had
voorgeslagen. Onwillekeurig dacht zij aan Güother
die was immers rijk ais zij dien eens voor zich kon
winnen en Blanche sprong opkoelde hare oogen
met water al en voegde zich vastbesloten bij de an
deren, om nog heden eene verklaring van haar broeder
te vragen.
„Ik geloof, dat die arme papa zich vreeselijk verveelt",
beweerde Gert at geeuwende tegen Isa, terwijl hij naar
den president en diens oudste dochter zag die nog
altijd de denneniaan op en neer wandelden. „Is geloof,
dat hij Willy inwijdt in de geheimen van den laatste
der maand, waarvan hij de spanning bier smartelijk mist."
„Misschien heeft hij zorgen", zeide Isa en trok be
dachtzaam een rood zijdon draad door haar strooken
pluche.
Gert lachte.
„Gekheid! Zoo iets kent papa niet, zelfs al had
hij er reden toe. Hij bezit een benijdenswaardig tem
perament", voegde hij er zuchtend bij.
„lot zijn eigen ongeluk en tot het onze ook, vrees ik."
„Kom", riep Gertvroolijk opspringend „waarom
zich deze paar aangename dagen nu te vergallen. De
zorgen komen spoedig genoeg
Zoo dacht de president nu juist niet, maar in plaats
daarvan „'t zal alles wel beter worden", en bij bleef
zorgeloos, vroolijk, bestand tegen elke onaangenaamheid,
lachend, voornaam, zich van zijne waardigheid bewust,
goed geconserveerd en vol sanguinische hoop hij was
slechts een weinig zennwachtig geworden gedurende het
laat3te jaarwreef zich vaker dan vroeger met zijn
geparfumeerdeu rood zijden zakdoek over zijn voorhoofd
Dit kon zelfs het doel niet zijn van den heer Richter,
wiens blad overigens alles verdedigde, wat bet vaderland
slechts in verlegenheid kon brengen.
De heer Richter antwoorddedat hetgeen prins
Bismarck in het midden gebracht had ten opzichte der
pers, welke alles verdedigt, wat het vaderland slechts
in verlegenheid kan brengen, hem koud liet. De vrij
zinnige partij was er trotsch op in Duitschland eene
pers te bezitten, welke de waarheid durfde zeggen, ook
aan hooggeplaatste personen.
Prins Biamarek herhaaldedat de oplossing van het
vraagstuk aangaande den slavenhandel groote moeielyk-
heden opleverde en niet plotseling kon plaats hebben.
Overigens was ook hij voor eene onafhankelijke pers
mits zij de waarheid verkondigde, en juist dit geschiedde
niet door de dagbladen, waarvan hij sprak.
De heer Stöcker wensebte dat de bevrijde slaven
onder de hoede der zendelingen zouden gesteld worden.
De bezoldigingen voor Kameroen en alle overige
posten der gewone begrooting van buitenlandsche zaken
werden daarop goedgekeurd.
De heer Bamberger verklaarde zich tegen elke rijks
bijdrage voor het beheer van het gebied op de zuid
westkust van Alrika en laakte deu toestand in het
gebied der goudmijnen van Damaraland.
Do rijkskanselier antwoorddedat over de aangele
genheden in West-Afrika door den heer Bamberger
aangeroerd thans door Duitschland onderhandelingen
werden gevoerd met Groot-Brittannië. Door rede
voeringen als die van den heer Bambergerkonden
die onderhandelingen slechts geschaad worden. Mis
lukten ze, dan stelde hij dien spreker daarvoor ver
antwoordelijk. Dat op bedoe'd gebied kuiperijen plaats
hebben, was zeker; maar waarom zouden de engelsohen
zich daar zooveel inspanning getroosten, indien er niets
te winnen was? Hij had boop, bij het bevriende Enge
land bijstand te vinden in de handhaving van Duitscb-
land's rechten. WaDneer echter zulke voorname leden
van den Rijksdag Duitschland'3 stelling aldaar onbond-
baar en de verdragen waardeloos verklaarden, waarop zon
hij dan tegenover Engeland zijne stelling grondvesten?
Engeland zon zich op deze duitsche vaderlandsliefde
beroepen. Maar de werkelijke vaderlandsliefde had we
mogen wacht, n, totdat de onderhandelingen met Enge
land ver genoeg gevorderd waren.
De heer Bamberger verklaarde dat hij meende zijn
vaderland te dienen, wanneer hij voor eene avontuurl'ke
staatkunde waarschuwde.
Prins Bismarck herbaalde dat de onderhandelingen
met het buitenland door de uitingen van den heer
Bamberger zeer benadeeld waren en kwam in den
verderen loop der beraadslaging herhaaldelijk op dit
punt terug. Hij laakte scherp de houding der oppositie,
welke slechts kritiek deed hooren terwijl bij de ver
antwoordelijkheid droeg. Berichten uit Samoa zouden
onmiddellijk na de ontvangst overgelegd worden.
Nadat de verschillende posten toegestaan waren, werd
de zitting tot den 17 verdaagd.
en slapen en zijne handen beefden een weinig. Niemand
echter bemerkte dit. Ernstige zorgen kwelden hem nu
ook eigenlijk niet, of liever, bij wilde ze niet als ernstig
beschouwen, ofschoon er alle reden voor bestond.
Hij deed ook in 't geheel geen moeite, wat daarop
betrekking had te onderzoeken, of uit ijdelheid, öf de
sanguinische trek in zijn karakter was zoo overheerschend,
dat hijgedurende de laatste weinige dagen alles in
een rooskleurig licht beschouwde.
In ieder geval verwachtte hij met zekerheid, dat reeds
de eerstvolgende brief van den kassier een weinig-
minder verontrustend zou luiden.
Van den Broek moest deze keer buitengewoon lang
op bericht wachten en dat maakte hem ongeduldig
en zenuwachtig.
„Ziet gy, Willyzeide hij tot zijn dochter en schoof,
beschermend, zooals zijn houding tegenover haar meestal
was, zijn arm door den hare. „Het is overal hetzelfde.
Waar het oog van den meester ontbreekt gaat alles
verkeerd. Zij kunnen zonder mij niets doen In het
geheel niets 1 Ik, met mijn vindingrijk hoofd, ben voor
hen onmisbaar. Het doet mij toch genoegen dat zij
of ze willen of niet, het nu wel moeten inzien. Ik laat
mij niet als een citroen gebruikendien men uitperst
en dan wegwerpt
Hij wierp het hoofd een weinig in den nek en wan
delde nog trotseher dan te voren tnsachen de rozen door.
By Willy vond hij geloof, kinderlijke piëteit en een
zwijgend luisteren naar zijn plannen, wat hem tegenover
haar nog spraakzamer maakte.
„Papa, daar komt de post
Zij ging den man tegemoet en overhandigde haren
vader, die langzaam achter haar aankwam, een dikken
brief. Broek was zeer bleek geworden.
„Voor u, papa 1"
„Dank je, dank je!" Bijna wsrktnigeljjk vestigden
zich zijne blikken daarbij op Willy's hand en met bijna
stamelende stem vervolgde hij: „Je moet handschoenen
dragen, mijn kind, dag en nacht, dat conserveert de