SPANJE. De ministerraad heeft amnestie verleend aan de militairen, die betrokken zijn geweest in het oproer te Madrid op 19 Deo. 1886. VEREENIGDE STATEN. De Senaat heeft zich vereenigd met het voorstel eene om premie van 1 pet. te laten betalen per pond beetwortel- of rietsuiker, dat in de Vereenigde Staten gewonnen is. JSumcnlftnb. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Tweode Kamer. Wetsontwerp tot voorkoming van bedrog in den boterhandel. hardnekkig gerecht, waarbij 1 officier en 12 man der enropeanen sneuvelden, werd Chomai ingenomen en sloegen de seeschnimers op de vlucht. Kamer. Den 21 vroeg bisschop Freppel inlichtin gen over de maatregelenwelke de regeering dacht te nemen omtrent het bezit van eilanden in den stillen Oceaan, meer bepaald wat het Paasch-eiland in den Cook-Archipel betreft. De minister van marine en koloniën, admiraal Krantz, antwoordde, dat het beschermheerschap over het Paasch* eiland is erkend nutteloos te zijn. De Cook-eilanden hebben nimmer aan Frankrijk behoord. Met betrekking tot de Fongway eilanden had Frank rijk al de rechten van Koningin Pomaré onderzocht en zou aan de engelscbe regeering vragen die eilanden niet als britsche kolonie te beschouwen, maar overigens hebben zij geen waarde. Bisschop Freppel .kwam op de zaak terug hij voerde nog aan dat het koloniaal bestuur reeds Egypte en de Nieuwe Hebriden aan de engelschen had overgele verd en dus van onbekwaamheid kon verdacht worden. De minister erkende dat Frankrijk zijn recht moest handhaven op de eilanden, die Tahiti omringen, doch dat indien men ze niet terug gaf t daarin voor Frankrijk geen reden zou bestaan om aan Engeland den oorlog te verklaren. Vervolgens werd de nieuwe legerwet aangenomen met verwerping van de wijzigingen door den Senaat daarin gebracht. De rechterzijde was in verzet gekomen tegen deze wet, welke de lasten verzwaart, die reeds op het land druk ken doch de minister van oorlog antwoordde, dat het hier gold eene wet op de nationale zelfverdediging en Frankrijk verplicht was 3 miljoen man op de been te brengen. De wet werd in haar geheel aangenomen met 669 tegen 189 stemmen en de zitting daarna opgeheven. In de parlementaire kringen werd betwijfeldof de Senaat zich zou vereenigen met de in de wet gebrachte wijzigingen. De commissie voor de buiteniandscbe zaken van het Huis van Afgevaardigden heeft zich verklaard voor het in den Senaat aangenomen besluit betreffende het protest tegen de bemoeiingen der buiteniandscbe re geeringen met den aanleg van bet Panamakanaal. Het Huis van Afgevaardigden nam het wetsontwerp aan, waarbij tot het vormen van vijf nieuwe staten werd besloten. De regeering heeft haren gezant te Londen, den heer Phelps, met onbepaald verlof naar Washington ontbo den, nu de engelsche regeering, gekrenkt over het gebeurde met den gezant Sackville, gemeend heeft, zich niet te moeten haasten met de benoeming van een opvolger. Afdeelingsverslagen. Hoofdstuk IV. (Justitie). In twee afdeelingen brachten eenige leden hulde aan 's ministers werkzaamheidin vele opzichten betoond, waarbij andere leden herinnerden, dat in menige ge vallen de voorbereiding reeds door de vorige regeering had plaats gehad. Genoegen werd betuigd over de opdracht aan eene staats commissie van eene voort te zetten fabrieks-enquête, waaronder één lid den veldarbeid wilde begrepen zien. De verklaring des en en van de renten der zestigduizend galden kan ik immers nauwelijks alleen leven als een bede laarster Gert - wat moet er dan van papa en van je zusters worden, verwend als zij zijn." Zy brak in snikken uit, wrong baar fijne handen en had al hare bedaardheid verloren. Haar zoon zeide niets, maar zag haar met een niet te beschrijven blik ain. By de woorden zyner moeder was het hem als greep een koude hand naar zyn levendig kloppend hart. Zy dacht slechts aan haar eigen genoegen haar eigen welzijn. Het krasse égoïsme van deze apathische vrouwen - natnur liet zich voor een oogenblik zonder masker zien en als ontzet deinsde hjj terug. Van haar, zijne moeder, had hij een ander antwoord verwacht. „Ik wil Blanche zien over te halen om mijnheer Giinther te nemen", zeide zy met nog geheel doods- bleeke lippen„wel is hij wat burgerlijk maar hy is rijk en geld is ten slotte toch de hoofdzaak zij kunnen den winter dan in de stad doorbrengen. Ook jij moet een rijk huwelyk doen Gert jy zult wel geen blauwtje loopen. Je zult dan met je beiden in staat zyn je vader en Isa te ondersteunen. Miju God Mijn God wat is het verschrikkelijk Mevrouw van den Broek wrong opnieuw de handen en zag haar zoon met een wezenloozen blik aan. „Verontrust u toch niet te vroeg, mama zeide Gert, opstaande, en zyn stem klonk vrij koud. „Gy hebt immers hulpmiddelen genoeg bij de hand, dat het dwaas zon zyn, n verder over de toekomst ongerust te maken." „Niet waar zeide zijterwijl ze als verlicht adem haalde en haar Zola weder ter hand nam. „Zoo denk ik er ook over, GertMaar maar Hij hoorde haar niet meer; met zijn sigarette achteloos tusschen de lippen en met gefronst voorhoofd liep hij den tuin in, om het gevoel, dat hem bemachtigd had, toen hy tegenover zijne moeder stond, meester te worden, een gevoeldat veel had van af keer van het égoïsme van hen die hem op deze wereld het naaste moesten zijn. Was hij zelf wel echter veel beter? Gert behoorde met al zijn beminnelijke goedhartigheid en lichtzinnigheid toch ook tot die menschen, die over 't algemeen den splinter in het oog van een ander ministersdat men bij de sociale wetgeving met omzichtigheid moet te werk gaanvond bijzondere goedkeuring. Spoedige herziening der organieke enquêtewet werd gewenscht in het belang der Eerste Kamer. Uit verschillenden hoofde werd de noodzakelijkheid betoogd, om de rijkspolitie te versterken in verband met de vereeniging der rijksveldwacht met of hare indeeling bij de maréchaussée welker hervorming wellicht zou kunnen leiden tot hare oplos sing in de rijkspolitie. Gedeeltelijke herziening van de wetboekenspeciaal van het eerste boek van het burg. wetboekwerd gewenscht. 's Minis ters voornemen om voor het wetboek van burgerl. rechtsv. de summiere proces-orde als regel aan te nemenwas niet met onverdeelde instemming vernomen. Tegen het denkbeeld van het wisselen van vier conclusiën zou ernstige bedenking bestaan. Wettelijke regeling omtrent het dragen van verboden wape nen werd als dringend toegejuicht. Minder omslaohtige en tijdroovende procesorde werd voor de behandeling en de berechting van politie-overtredingen ver langd. De tot boete veroordeelden behooren bij de ontvangst van de opgave door de ontvangers der registratie te worden ingelicht omtrent het bedrag van boeten (die zij dikwerf slecht kunnen betalen) en kostenelk afzonderlijk. Op de ongelijkmatige toepassing der drankwet bij het geven van buitengewone vergunningen werd gewezen. Van de beslis singen van Gedep. Staten moest hooger beroep zijn bij den Koning of bij den minister van binnenl. zaken. De inkrimping van het rechterlijk personeel was met genoe gen gezien. Het getal raadsheeren moest op vier gebracht en verder bepaald worden, dat de rechter-commissaris bij voorkeur geen deel neemt aan de behandeling. In eene afdeeling w.erd het aantal gevangenissen voor inkrim ping vatbaar geacht; die te Appiugedam b. v. kon verdwijnen. De opheffing van het hoog militair gerechtshof en zijne in deeling bij den hoogen raad werd in eene afdeeling gewenscht. Hoofdstuk VI. (Marine). Wederom werd geklaagd over het hooge eindcijfer en vooral over het gemis van stelsel en leidende gedachte bij dit departement. Wij kunnen tegenwoordig geene marine hebben naar het voorbeeld van andere statenwantdat is eene vraag louter van geldwaartegen een klein rijk niet is opgewassen tenzij het tot geldelijken ondergang worde gedoemd. Groote schepen, die vóór de voltooiing weder verouderd heeten, zijn voor ons land niet geschikt; evenmin kunnen zulke kolossale sommen besteed worden voor de verdediging van Nieuwediep. En waarom wordt niet eerst gewerkt aan de door den mi nister zeiven zeer wenschelijk geachte herstelling van het be staande materieel Andere leden, hoewel in vele bezwaren deelende, zouden om staatkundige redenen voor de begrooting stemmen. Eenige leden achtten versterking der marine, nu iu de laatste jaren zoo weinig was aangebouwd, noodzakelijk en berustten dan ook in de voorgestelde verhooging. Over de inkrimping van het personeel op de rijkswerven werd verschillend gedacht. Sommigen achtten 't wenschelijk, dat het personeel der werven door den bouw van nieuwe schepen zich bleef bekwamenom zoo noodig voorkomende herstellingen te kunnen verrichten. Maar als de werf met daarbij behoorend personeel toch in stand blijft, wordt er dan geen gebruik van gemaakt bij den aanbouw van nieuwe schepen Eene nadere regeling der verhouding tusschen het auxiliair eskader en de indisehe militaire marine werd zeer noodig geacht. Het nieuwe pantserschipdat hoofdzakelijk voor Indië be stemd schijnt, werd in eene afdeeling onnoodig geacht, zelfs door hen die overigens met de uitbreiding van het materieel konden meegaan Was zulk een schip noodig, dan moest men het niet in 3 jaren bouwen, als het in 2 jaren met minder kosten kon worden gemaakt. Vestingbegrooting. Hoeveelwerd gevraagdmoet nog aan de verschillende vestingwerken worden besteed Is de nieuwe hollandsohe waterlinie voltooid En zoo neen, wat valt daaraan nog te doen Hoofdstuk VIII. (Oorlog). In de meeste afdeelingen had men bezwaar tegen het eindcijfer. Bevredigende verklaringen werden gevraagd omtrent den staat van verdedigbaarheid waarin het land verkeert. Enkele leden wilden vóór alles de levende strijdkrachten geregeld zien en verder afwachten de resultaten met de brisante springmiddelen. De richting van den minister, om de remonte-paarden zooveel mogelijk binnenslands aan te koopen, vond goedkeuring. Naar den stand van de werkzaamheden der staatscommissie voor de defensie werd gevraagd. Spoorwegbegrooting. In ééne afdeeling betuigde men genoe gen over den aanstaanden afloop van den spoorwegbouw. De buitengewone opzichters der spoorwegen, die vele jaren den Staat hebben gediendwerden voor de tegemoetkoming aan bevolen die ook andere beambten genieten. eerder zien dan den balk in hun eigen oog maar hij had een zeer sterk ontwikkeld eergevoel on dit leidde soms lot een lastige zwakheid, al deed zieh die niet in alle levensomstandigheden gelden. Soms wist hij ook tot een comuromiB te komen waarvoor hij zyn binnenste nooit geheel sloot. En dit eergevoel riep hsm ook nu toe „Offert ook gy niet koelbloedig je zuster op, om de gevolgen van je slecht en lichtzinnig leven te niet te doen r Hebt gij aan iets anders gedacht dan aan je zelf en je eigen levensgenottoen gy haar aan Scheven als een goede partij voorsteldet? Wanneer gij je indertijd hebt trachten te verontschuldigen met de overweging, dat zij je vreemd was, hoe dan nu, nu gy gezien hebt, hoe goed, oprecht en vol opoffering zy is voor u allen? Ellendige, erbarmelijke berekening doet je eenvoudig zwijgen schaam je, schaam je Hy slingerde zijn sigarette tusschen de bloeiende rozen en toen hij Willy's schreden meende te booren, ging hij, voortgedreven door zijn schuldig geweteu, ijlings in huis. „Ik weet dat ik te zwak beu om haar de waarheid te bekennen, maar ik wil haar nu tenminste niet onder de oogen komen", dacht hij met een zweem van ver achting van zich zelf. „Wat scheelt je?" vroeg Blanche, haar broeder vor- schend aanziende, vast besloten om datgene ter sprake te brengenwat haar met schrik en huivering vervolde. „Niets 1" Zy stampvoette toornig. „Gert, wees open hartig. Waarom maakt Scheven zoo opvallend veel werk van Willy, nadat hij eerst mij bet hof heeft gemaakt zoodat ik wel moest denken dat het hem ernst was. Is Willy een betere party dan ikniettegenstaande papa's positie en ons vermogen „Kindlief", was Gerts voorzichtig antwoord terwijl hij zich langs zijn grooten knevel streek „als gy een oogenblik nadenkt, dan kunt ge daar zelf wel antwoord op geven." „Maar ik wil het hooren hooren." Haar hand die naar een steun zochtgreep de portiere in hare nabijheid. Zij stond bleek en heftig bevend tegenover haar broeder. „Nu dan eerlijk gesproken", zeide Gert vol mede lijden, „het staat zeer slecht met ons. Papa's fameuse Hoofdstuk IX (Waterstaat). Vele leden prezen de werk zaamheid en voortvarendheid van den minister en sterkten hem in het streven naar zuinigheid, waarvoor nog verschillende werken in aanmerking komen. Eenige leden wilden in de bestekken van door den Staat uit te voeren werken aan den aannemer de verplichting opgelegd zien tot verzekering van de werklieden tegen ongevallen. Hoeveel is er thans nog noodig voor het Merwedekanaal en in hoeveel tijd zal het voltooid zijn? Was de minister niette toegevend geweest tegenover de waterschappen? In ééne afdee ling werd wettelijke voorziening met volkomen eerbiediging van de zelfstandigheid der waterschapsbesturen gewenscht tegen het belemmeren der voltooiing van 's Rijks werken door den tegenstand van zulke besturen. Omtrent verschillende werken werden bijzondere vragen gedaan. Vele leden in twee afdeelingen betuigden hun leedwezen over het niet toekennen van een subsidie aan de Zuiderzee-Vereeniging. Zij hoopten dat deze zaak in 1890 den noodigen steun zou vinden. Hoe staat het met de exploitatie van de ljjn Amersfoort Nijmegen? Beoogt men nog het brengen van den zetel der exploitatie-maatschappij naar Amsterdam De overlegging der adviezen, door den raad van toezicht en door de verschil lende spoorweg-maatschappijen uitgebracht over het voorge vallene omtrent de kwestie van het verleenen van hulp bij spoorwegongelukken, werd gevraagd. Inlichtingen werden gevraagd omtrent het briefport en de postpakketten voor Indië. Een uniform-tarief werd voor deze gevraagd. De invoering der postbladen werd onnoodig geacht; het formaat is ondoeltreffend en de prijs te hoog. De kosten van verzending van hooge postwissels zijn te hoog. In de meeste afdeelingen waren ledendie de bepalingen omtrent de Zondagsrust zoowel voor de spoorwegen als voor de posterijen afkeurden. Aan de postbeambten gunde men rust, maar de dienst mocht daaronder niet te veel lijden. Kon daarom niet een afzonderlijk zondagspersoneel worden aangesteld? Enkele leden wilden ook aan belanghebbenden meer gelegen heid geven 's Zondags brieven te doen afhalen. In twee afdeelingen kwam de wenschelijkheid ter sprake van eene wettelijke regeling van den telephoondienstvoor zoover betreft intercommunale lijnen. Van dezen dienst moet, meende men nog in ééne afdeeling, eene Rijkszaak worden gemaakt. Bij de algemeene beschouwingen in de afdeelingen over dit wetsontwerp werd in het breede gehandeld over de feiten en voorstellingen naar aanleiding waarvan op de vaststelling van wettelijke bepalingen betreffende de kunstboter is aangedrongen, Veelal is daarbij de achteruitgang van den boterhandel en de waardevermindering van de nederl. boter toegeschreven aan het aan de markt brengen van kunstboter als echte boter, Vele leden meendendat de oorzaak van dien achteruitgang elders is gelegen en die achteruitgang viel reeds op te merken vóór het, omstreeks 1873, ontstaan van den handel in kunst boter. De redenen van den achteruitgang waren behalve in de volkomen geoorloofde mededinging van de goedkoopere margarineboternaar de meening dezer leden veeleer gelegen in de verouderde wijze van boterbereidingtoen zij in andere landen reeds door eene betere was vervangenin de zorgeloos heid en onzindelijkheiddie hier die bereiding niet zelden ken merkt n.l. in de knoeierijendoor de makers en boterhande- laars bedreven door het toevoegen van allerlei vreemde bestand- deelenals stroop, suikermeelenz. aan hun produet. Werd dus bedoelde achteruitgang veelal aan verkeerde oor zaken toegeschrevendasmede ging een streven gepaard om de kunstboter-nijverheid in de schatting van het publiek te doen dalen. Het produet dezer nijverheidde margarineboter, werd beschonwd als een gezond en deugdelijk voedingsmiddel, dat van groote waarde is voor de vele personen, die de middelen missen, om zich goede natuurboter aan te schaffen. Het ver dient de voorkeur boven slechte natuurboter, en men mag dan ook zeggendat de uitvinding der margarineboter voor de minder bemiddelde klassen der maatschappij inderdaad eene wel daad is geweest. Tegen de voorgestelde bepalingen werden verschillende be denkingen geopperd. Sommige leden stelden op den voorgronddat in den strijd tusschen de belangen van den landbouw en die van een belang rijken tak van nijverheid de wetgever zich niet moest mengen. Moest de boterhandel door den Staat tegen oneerlijke mede dinging beschermd worden, dan zag men niet in, waarom niet hetzelfde zou moeten geschieden met andere koopwaren. Tegen eene zoo belangrijke en nuttige nijverheid als die der. kunstboterfabrieken eêne uitzonderingswet te maken scheen in beginsel onbillijk en verre van aanbevelenswaardig. Bepalingen als de voorgestelde zouden overigens volgens ver- bank en speculaties verslinden alles of liever hebben reeds alles verslondenzonder dat wy er ooit weer een cent, van zullen zien. Willy is voor deze keer nog in de bres gesprongen wie weet wat anders deze laatste der maand reeds van ons gemaakt had." „Je overdrijft 1" zeide Blanche met bevende lippen en een gevoel van haat tegen haar zuster maakte zich vau haar meester, „zoo erg zal het niet zijn." „Neenik overdryf nietlk zeg je slechts zonder omwegen de waarheid." Zy bleef een oogenblik sprakeloos en roerloos staan. „Goed! 't Is beter op alles voorbereid te zyu", zeide zij daarop, zonder de minste klacht „ofschoon de ge dachte eene rilling voer haar door de leden en zy vroeg na eene kleine pauze„en hoe staat het met jezelf, Gert?" „Hm"hy aarzelde en ging daarop met gedwongen luchthartigheid voort„Konta en ik zijn even onge lukkig; de beulen hebben ons geheel in hun macht; wy kunnen spoedig ons heil in Amerika zoeken en ergens te zamen kelner worden. Aardig vooruitzicht hè Hy trachtte te fluiten doch het gelakte hem niet. „Mijn geluid is verdronken in al de wateren der ellende", zeide hij met een poging tot schertsenmaar zijn zuster sloeg er geen acht op. „Konta zal Willy huweu zij is immers rijk", vervolgde zij op bitteren toon. „Ik hoop het." En met een plotselinge opwelling van deelneming greep hij haar beide handen. „Myn lief klein zusje, trek het je toch niet te zeer aan je bent er volstrekt niet geschikt voor, om in geverfde kleeren en met gewaeschen handschoenen hier rond te stappen en in een dwarsstraat te wonen drie trappen hoog, waar het krioelt van kinderen." „Zeker nietZy knikte en onttrok hem langzaam- haar handen. „Ik ben zó opgevoed, dat ik de roman tische rechten van het hart, niet de rechten der gewoonte en der geldbeurs ten offer zou brengen. Ik ben te verstandig, Gert maar al te verstandig." Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 2