329ste Staats-Loterjj. Bistucttlftub ST ATEN-GEN ER A AL. Eerste Kamer. Staatsbsgrooting 1889. Toestand des Konings. Nr. 10095 f 1500; Nr. 11926 f 400; Ne. 2523, 3885, 5936, 7450, 9749 en 17391 200; Ns. 37, 1307, 1656, 2527, 6298, 6447, 6485, 7801, 15391, 16240, 16492 en 17840 f 100. QTstcgrafisTsiie U«rtclu«ts. 's GRAVEMIAGE 26 Januari. S(ad»-lteriehlen. cu ScarsberirAUn. vervolgiugszucht tegen al zijn persoonlijke tegenstan ders en gekrenktheid over de uitspraak van het Rijks- gerechtshof. De Rijkskanselier schijnt niet te kannen verdragen dat iemand schoon zelfs in hoofdzaak met hem één doel najagende, zijne politiek veroordeelt en de middelen afkeurt die hij gebruikt om zijn doel te bereiken. Hij schijnt daarbij zoo zeker te wezen van den onvoorwaardelijken bijval der openbare meening dat hij het voldoende acht ta doen blijken dat iemand niet met hem ingenomen isom dien tegenstander door het publiek te doen veroordeelen als een inge- beelden dwaas, een ijdelen betweter en een vijand van Keizer en vaderlandook al heeft het hoogste ge rechtshof een ander oordeel geveld. Bij den aanvang der algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting voor 1889 besprak de heer Fran sen van de Putte uitvoerig het beleid van de buitenlandsche zaken en de koloniën. Ten aanzien van den minister van buitenl. zaken vroeg hij o a of de heer Eartsen ia zijn kort ministerieel leven voldaan had aan de eischen die hij in 18G2 als lid der Eerste Kamer aan een minister van buitenl. zaken wilde stellen, toen hij voor die betrekking vorderde een man vau zaakkennis, ervaring en tact? De benoemingeener staats-commissie tot bepaling van de grondslagen eener defensie-regeling was zeer verwonderlijk geweest en daarom was de vraag niet zoo onge wettigd, of de regeering niet zoo eenstemmig was op dit punt. Hij begreep niet, wat de herziening der personeele belasting te maken had met eene kieswet, en waarom met den eisch des tijds, nadere regeling van de verhouding tusschen de rijks- en gemeente geldmiddelen, gewacht moest worden. Tegen den mi nister van financiën had hij de gewichtige grief, dat hij voor de oorlogsuitgaven onbeperkt krediet wilde verleenen. Hoewel het vrijwel eens met de hoofdbeginselen van den minister van koloniën, was hij dit niet wat de uitvoering betreft. Vooral niet op één punt, waarbij hij eene vreemde wijze van denken heeft, namelijk daar, waar de godsdienst, zending enz., de staatszaken aanraken. Hij zette uiteen, dat ons groot bezit in den Archipel juist een gevolg is geweest van onze voortdurende onthouding van godsdienstige inmenging op staatkundig terrein en waar schuwde ernstig en met klem tegen het voornemen om aan bij zondere scholen subsidiën toe te staanwaarin de regeering geen gevaar scheen te zien. De heer van Lier wees op den onevenredigen druk dek belastingen en hoewel niet kwalijk nemende de aan de stembus gedane beloften tot verbeteringzoo verheugde hij zich toch over het feit, dat de minister niet een beslist tegenstander is eener belasting op het roerend vermogen. De beer van Roijen, steeds tegenstander van de begroo tingen van oorlog en marineomdat hij het voordeel daarvan voor onze weerbaarheid niet inzag, is niet overtuigd van de weerbaarheid des landsook niet na de verklaring van den tegen woord igen minister. In het beleid van den minister van koloniën stelt hij geen vertrouwen. De minister is als zooda nig gevaarlijk, omdat hij zelfs in de Staten Generaal zijne anti- en sympathieën niet beheerschen kan. De beer Alberda van Ekenstein ontwikkelde mede zijne bezwaren legen het beleid van den minister van koloniën en kwam op tegen het schermen met de uitdrukking, dat het onderwijs schatten kost en tegen bedekte subsidies aan het bijzonder onderwijswaar het mede geniet van een tak van onderwijs op de openbare school. Dit laatste achtte hij in strijd met de wet en de vrijheid. Verder drong hij aan op eene wet op den leerplicht in ver band met den kinderarbeidop betere verdeeling der belastin gen en op nadere verklaringen omtrent de hoofdstukken oorlog en marinealvorens zijne stem daarover te bepalen. De heer Prins wil geene begrooting verwerpen om redenen, buiten de begrooting gelegen. Zijne bezwaren gelden den be lastingdruk en kan daarin verandering worden gebracht, hij zal dan Yoorstemmen, waar hij anders tegen zou stemmen. De heer de B r u y n zette breed uiteen wat het bijzonder on derwijs bedoelt tegenover het openbaar. Maar er was wel een modus vivenai te vinden. Hij liet met het meeste vertrouwen die regeling aan de regeering over. Waarom wordt in Noord-Brabant het openbaar onderwijs geduld? Om de eenvoudige reden, dat de onderwijzers door de Gemeenteraden worden benoemd en de openbare scholen feitelijk niets anders zijn dan secte-scholen {Hear! Hear!) Op theoretisch gebied is eene belasting op het roerend ver mogen zeer zeker de meeest gewenschte, doch op practisch terrein? Een zuivere maatstaf zal dan onmogelijk blijken. Hij verwacht veel heil van eene herziening van de wet op het personeel. ~- De heer Van Gennep, stemmende voor de begrooting van koloniënwil niet geacht worden de verantwoordelijkheid te aanvaarden voor de handelingen van den min. van koloniën. De vraag van het subsidieeren van bijzondere scholen mag niet gelden als argument voor eene afstamming der begrooting. De keeren Alberda van Ekenstein en de Bruyn verduidelijken hunne woorden. De heer W e r t h e i m zal zich niet wagen op het breede water van bet onderwijs. Hij betreurt het, dat de onderwijswet weer wordt vastgeknoopt aan een ander punt en zoo wordt met tal van zaken gehandeld, waardoor slechts nitstel ontstaat. Die samenkoppeling staat hem niet aan. De voornemens der die je alles alles ontrooft, zonder zich zelf daardoor rijker te maken. Is het trotsals gij clan zwijgend heengaatzonder strijd zonder een traan te laten zonder hem ook maar in 't minst te doen vermoeden, wat er in je omgaat? Is dat niet veeleer laf hartigheid? Ware trots, ware moed is het, hem te toonen, wat hij voor je is te kampen voor je geluk te denken ik vil liefhebben maar ik wil hem, dien ik liefheb, ook bezitten en hem dienen zooals hij bet verlangt Zij was opgesprongen en stond voor Willydie een en al verbazing was. Was dat Isa die daar sprak „En daarom zeg ik je, Willy: hebt gij Giintber lief, toon het hem dan eenvoudigoprecht hij is jon eerder waard da mannen als Gert en Scheven. Ik zelf ten minste ik onderwerp me niet geheel aan de perken, die de maatschappij in dezen stelt; ik weet waarnaar ik streef, en wat ik hoop te verwerven." Willy slaakte een pijnlijken zucht. Mocht Isa al gelijk hebbende menschen waren echter Diet allen dezelfde zij zij gevoelde zich niet in staatvoor haar geluk te strijden, eigenmachtig haar hand er naar nit te strekken. Dan moest het maar schipbreuk lijden. „Heb je vroeger iets met Günther gehad Konta vroeg Gert nog dienzelfden avond zijn vriend; want ten slotte moest toch de ijskoude beleefdheid, die de eerste, slechts door den nood gedwongen, den laatste bewees ook een minder scherpen opmerker in 't oog vallen. {Wordt vervolgd.) regeering op het gebied der sociale wetgeving juicht hij toe, doch recht daartegenover staat, dat de min. van financiën op het stuk der indirecte belastingen de in het voorloopig verslag gedane vragen niet beantwoord heeft. De heer Verheyen zegt, dat de scholen in Noord-Brabant niet zijn of ook maar schijnen secteseholen. De openbare school is daar evenals in andere deelen des lands werkelijk openbare school. Dat weet hij door de 31-jarige ondervinding als inspecteur van het lager onderwijs in NoordBrabant en Limburg. De heer Regout bespreekt de handelsverdragen met het buitenland, elk jaar opzegbaar. Voor het sluiten van verdra gen gebruikt men tegenwoordig een conventioneel tarief; dat moeten wij ook hebben. Herziening van het tarief van invoer rechten is noodig; op wijn en zuidvruchten, zijden stoffen en parfumerien kan het recht verhoogd worden. De heer S i x acht het verband tusschen de verkiezingen en het christelijk bewustzijn der natie onbetwistbaar. Maar hoe is dat verband verkregen Is het wonder dat in den staatkun digen strijd de eenvoudigen van ziele worden overweldigd door de nagebootste taal onzer vaderen Is het echter te begrijpen, dat zoovele protestantsche christenen bezwijken voor den aandrang van buiten en handelen tegen hunne beginselen in? En zóó alleen vertoont zieh het christelijk bewustzijn der natie. Wanneer toch de clerieale partijen optreden in den staat kundigen strijd, dan is het niet om het 'christendom boven geloofsverdeeldheid" te doen. Waarom dan wel? Eenvoudig ter bevoordeeling van eene enkele staatkundige partij. Dat is in zekeren zin een recht. Maar dat is niet het schelden van de 'liberalisten" als ongeloovigen. Waren de katholieken, die Thorbecke steunden, ongeloovig Maar dat gebruik maken, van den godsdienst als een werktuig in de staatkunde, legt een last op de schouders van hen, die het doen en aanraden. De min. v. binnen 1. zaken had met genoegen ver nomen dat verschillende sprekers zich bereid verklaarden met de regeering mede te werken. Zoo ook de minister met de Kamer. De wijze waarop de heer Van de Putte gesprokeu had over den minister van buitenl. zaken, maakte het spreker mogelijk voor dezebeter dan deze voor zich zeivendaarop te antwoorden. Men vroeg dezen minister om zijn tact, ondervinding ook in het staatkundige leven en zaakkennis. De minister had geen diplomatieke loopbaan achter zich, maar die hadden sedert 1848 slechts zeer weinigen gehad. Hij verklaarde dat hij na de regeeringsdaden van den minister van koloniën geene reden heeft om zich zijne opneming in het Kabinet te verwijten. De grief tegen de instelling der defensie commissie acht hij ongemotiveerd, omdat voorlichting omtrent be hoeften van het volk en kennis van de toestanden noodig is. Hij ziet in het bijzonder onderwijs juist vrij onderwijs. Dat de kiezers, die aan de clericaien eene meerderheid gaven, mis leid zouden zijn, kan niet beweerd worden; er is in den ver kiezingsstrijd zooveel gezegd. De minister van financiën achtte het ongeraden om van wetten in oDtwerp mededeelingen te doendie te bespreken en te beoordeelen, of zich uit te laten omtrent de afschaffing van belastingen. De invoering van een conventioneel tarief zal gaarne in overweging genomen worden. Tegen be lasting van roerend vermogen is bij niet, doch er zijn groote practische bezwaren aan verbonden. Hij verwacht van den invoer eener kapitaalsbelasting weinig heil. Hij trachtte het verband aan te toonen tusschen de personeele belasting en de kiesrechtregeling. Hij meende dat hij moest toestaan aan zijne ambtgenooten van oorlog en van marine wat zij op hunne verantwoording vroegen Voortzetting den 26. Regeeringsantwoorden, Binnenlakdsche Zaken. Uit de antwoordm des ministers blijkt o.a., dat hij van oordeel blijft, dat her stelsel van en kelvoudige kiesdistricten voor het geheele land moet wor den aangenomen In bewerking is een wetsontwerp tot wij ziging der kieswet met betrekking tot eenige practische bepa lingen ook de wijze van samenstelling der kiezerslijsten zal daarin worden veranderd. Bij de voor te stellen wijziging der Provinciale Wet zal ook eene regeling voorkomen betreffende de kosten van de provin ciale griffie en dergelijke van provinciaal bestuur. De regeling van de grens tusschen Amsterdam en Nieuwer- Amstel zal nader worden onderzocht. Behoudens de opheffing van den inëntingsdwang beoogt de voorgenomen herziening der wet op de besmettelijke ziekfen niet de verslapping van het Staatstoezicht op de inënting. Re gelmatige toepassing van de bepalingen betreffende onteigening en ontsmetting zal bij die herziening kunnen bevorderd worden. Het kon. besluit betreffende de districts veeartsen zal worden gewijzigd. Wat tot dusver den minister van de toestanden aan de Univer siteiten is geblekenstemt nog niet tot bezorgdheid. De rap porten der hoogleeraren betreffende de vorderingen in het on derwijs luiden in algemeen niet ongunstig, Ook de eischen der examens acht hij niet te hoog, Op eene goede vervulling der leerstoelen moet voornamelijk worden gelet. Het subsidiestelsel voor de gymnasia heeft tot dusverre bevre digende uitkomsten opgeleverd. De minister wil overigens ver eenvoudiging van de voorschriften betreffende de eindexamens der H. B. S, en verlaging der kosten daarvan. Ten opzichte van het lager onderwijs blijft hjj streven naar gelijdelijke inkrimping van uitgaven, ook onafhankelijk van de wijziging der wet. Raadsbesluiten als dat van Smilde, die voor 't vervolg moch ten voorkomenzal hij naar denzelfden maatstaf beoordeelen als het besprokene. Zoo noodig zal de begrootingspost voor het woordenboke verhoogd worden. Het bulletin van dea 25 des ochtends luiddedat Z. M. den 24 en het grootste gedeelte van den nacht van den 24 op 25 kalm doorbracht. De krachten ble ven op dezelfde hoogte. In de staatscourant van den 25 wordt daaraan nog toegevoegd dat de eetlust niet toeneemt. In den nacht van den 22 op den 23 is te Sijbecarspei brand ontstaan in een als bergplaats van petroleum gebruikt loodsje waardoor weldra de twee daarnaast gelegen perceelen mede in brand ge raakten en nagenoeg geheel afbrandden. Den 23 werd te Uitgeest de 4e vergadering gehouden van „Nut en Genoegen". Het programma was ook thans weder rijk aan afwisseling. Vóór de pauze las de heer A. van Eek „Een Incident" van Netscher. Na de pauze traden achtereenvolgens op de keeren P. Aafjes met „Een Nieuwjaarsgroet" A. van Nienes met „Een kijkje in een dorpsschool van de 17e eeuw" A. van Eek met „De Ziende" en „De Oude" van Cremer J. Teer met „De zieke jongeling- (Parodie) C. Zaadnoordijk met „Een buwelijksad" vertentie", en M. Berghuis met „Een kijkje op de Nieuwmarkt" door van Rennes. Den 24 is te Vlissingen de nieuwe stoomvaartlijn tusschen Vlissingen en Znid-Afrika feestelijk geopend. Bij kon. besluit van den 24 is de heer J. S:am- perius te Amsterdam met ingang van 1 Februari benoemd tol onderwijzer in plant-, dier-, tuinbouw- en landboawknnde aan de Rijks-kweekscbool voor onder wijzers te Haarlem, met machtiging deze betrekking gelijktijdig te mogen waarnemen met die van hoofd eener openbare lagere school te Amsterdam. Bij kon. besluit van den 24 is bevorderd tot commandeur der orde van den Nederl. Leenw de heer H. M. Andrée Wiltensvice-president van den Raad van Nederl. Indie. Den 24 zijn door den waterstaat peilingen gedaan in de haven te Texel en voor de monding. In den nacbt van den 24 strandde ten noorden van de Koog op Texel een engelsch stoomschip van Hamburg naar Engeland op weg. De pogingen, door de sleepboot Hercules van Nieuwediep in het werk gesteld, om het weer vlot te krijgen, zijn mislukt. De bemanning weigert tot heden het schip te verlaten. Nadere bijzonderheden ontbreken nog. In ons nummer van den 25 deelden wij mede dat de vacature te Driehuizen en Zuidscher mer reeds 454 jaar bestaan heeft, dit moet zijn 1% jaar. Volgens eene in de Staatscourant van den 25 opgegeven verbetering is de te Haarlem benoemde notaris genaamd M. N. Beets. De heer P. H. Versteeg, pred. bij de ned. berv. gemeente te St. Pankras, is beroepen te Geldermal- een (bij Tiel.) Da. P. van Wijk Jr. te Rotterdam ontving van iemand die onbekend wenschte te blijven, de som van f 20000 (met vruchtgebruik) voor het fonds tot stich ting van een lidmatenhnis der evang. lath, gemeente. Met ingang van 1 Feb. is de heer P. B. Wee huizen vroeger te Alkmaar, van opzichter van den waterstaat 2 kl. bevorderd tot opzichter le kl. Beroepen bij de ned. berv. gemeente te Eerne- woude ds. J. Folpmers te Opperdoes. Beroepen by de nederl. horv. gemeente te Kol- horn de heer L. Brunner te Rotterdam, emer. pred., vroeger te Lobitb laatst redacteur der Java-Bode. 5e klasse, Se lijst, 25 Jan. Eerste Kamer. Het a'gemeen debat over de staats begrooting is afgeloopen, nadat de minister van oorlog verklaard had, dat het rapport over de defensie binnen enkele dagen aan den Koning aangeboden zal worden en de regeering zich in zake de defensie niet van haar standpunt zal laten terugbrengen. Hoofdstuk justitie werd eenparig aangenomen. Hoofdstak oorlog werd aangenomen met 37 tegen 6 stemmen. De vesting- en spoorwegbegrootingzoomede het waterstaacsbndget werden eveneens aangenomen. Den 23 had weder eene volksvoordracht plaats van wege het departeirent Alkmaar der Maat schappij tot nut van het algemeen en trad voor een overtalryk gehoor als spreker op de beer J. J. Paehlig, van hier. Reeds vóór het aangekondigde uur van aan vang moest nog aan menigeen de toegang worden geweigerd. Door genoemden heer werden zeer ver dienstelijk voorgedragen Jean Marie vertaling van J. L. Wertheim benevens Be groote Sohootmans door Johan Gram. In den avond Tan den 24 werd van de uit stalling van den heer Laumann, in de Honttilstra at 20 el manufacturen gestolen. De politie zoekt den onbekenden dader. Wegens de bestaande predikantsvacature zal zondagavond in de Kapelkerk geen dienst zijn. BURGERLIJKE STAND. ONDERTROUWD. 24 Jan. Dirk Albertus Luiting, te Harderwijk, en Petronella Johanna Jansen, alhier. Anthonius Johannes Smeets en Grietje de Alunk. Pieter Admiraal, wednr. van Johanna Catbarina Muilboom, en Lucia Tuijnman. GEBOREN. 25 Jan. Martinus Johannes, Z. van Adrianus Schut en Mar- grieta Maria van Hugten. OVERLEDEN. 24 Jan. Hendrik Oortmeijer, 77 j. Dieuwertje van den Bo- gaart, echtgen. van Johannes Dirk Tander, 62 jaren. Alkmaar 25 Jan. Kleine Kaas hooi 25,50, Commissie hooi 25Middelbare hooi f 23aangevoerd 9 stapelswe gende 2102 P. Op de graanmarkt werden aangevoerd 29 mudden. 20 mud Haver 3,12%, 9 mud Bruine boonen. Alkmaar 26 Jan. Aangevoerd 6 Paarden 30 a 1254 Koeien 150 a 200, 24 nucht. Kalveren t 8 a 20, 152 Schapen t 16 a 24, 68 magere Varkens 11 a 14, 109 Biggen 4 a 8,50, 6 Bokken en Geiten /4a 10, Boter per kop ('s mid dags 12 uur) f 0,75 a 0,90, Kipeieren 5 a 5,50 per 100. Edam 24 Jan. Aangevoerd 281 stukken Boter t 1,40 a 1,55 per pond, Kipeieren 4,25 a 5 per 100. Del/t 24 Jan. Aangevoerd 264 achtste en 129 zestiende vaten boter. Per kwartvat 56 a 76, per pond f 1,40 a 1,90. Samen wegende 6570 P. Enkhuizen 23 Jan. Karweizaad (nieuw) f 10,25 a 10,75, Mosterdzaad f 16,75 a 19,50, Maanzaad t 8 a 9 Erwten: Groene 10,75 a 14,75, Vale 1 15 a 18, Wijker Vale f 10 a 11,75, Grauwe 15 a 20, bruine Boonen f 10,25 a 15, Gerst 4 a 5Haver 3 a 4. Hoorn 26 Jan. Tarwe 6,50 a 9, Gerst f 4,25 a 5,50, Haver 2,75 a 4, Erwten: Witte 10,50 a 14, Groene/12,25 a 16Grauwe f 16,50 a 20Vale 12,50 a 18 Bruine boonen 10,25 a 16 Karwei 10,25 a 11 Mosterdzaad f 16,50 a 19,50, 7 Paarden 40 a 90, 100 Lammeren f 14 a 23, 6 Kalveren 10 a 1820 Varkens 8 a 13, 40 Biggen f 0,45 a 0,75, 40 Kippen 0,60 a 1,50, 1000 Kip. eieren f 3,59 a 4 per 100, 1050 koppen Boter /0,55 a 0,62% per kop.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 2