No. 13. Een en Negentigste Jaargang. 1889. WÜENS DAG 30 JANUARI. FBUHjXjETONT. ASSCHEPOETSTER Ffl Prijs der gewone Advertentiën: ©fficiëel (BebeelU. fittitenlAftb. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS- TEE ZOON. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden: dat de loting der in 1888 alhier voor de Militie ingeschre venen zal geschieden op Vrijdag 15 Februari aanstaande, ten raadhuize der gemeente Alkmaar. Zij worden mitsdien opgeroepen om op dien dagdes voor- middags te 914 uren, zich aldaar te bevinden, om te loten en opgave te doen van de redenen van vrijstelling, die zij ter zake van de militie vermeenen te moeten inbrengen. Indien zij vermeenen vrijstelling' te kunnen erlangen wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon moeten zij op Donderdag 28 Februari e. k., des namiddags te 6 urenop het raadhuis verschijnenvergezeld van twee bij den burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die het vereischte ge tuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuig schrift onderteekenenterwijl zij verplicht zijn daartoe de nocdige opgaven ter secretarie te verstrekken. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 29 Januari 1889. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. BELGIE. Het voorstel van den heer Woeste, om aan de onderwijzersdie ten gevolge van den invloed der geestelijkheid hunne betrekking aan de openbare school moesten opgeven de bijdragen, door hen tijdens de liberale regeering in het verzekeringsfondj gestort, terug te geven is tegen den zin der regeering door de Kamer in overweging genomen. Met 59 tegen 20 stemmen werd dat besluit genomen. De regeering heeft bij de Kamer een wetsontwerp tot hervorming der burgergarde ingediend de voorge stelde wijzigingen betreffen slechts pnnten van onder geschikt belang. DUITSCHL AND. Den 27 is te Berlijn in de slotkapel eene godsdienstoefening gehouden Daar aan leiding van den geboortedag des Keizera. Bij de daarna aan het hof gehouden receptie waren verscheidene ver scheidene vorstelijke personen die voor deze plechtig heid waren overgekomentegenwoordigverder de gezanten en de rijkskanselier, wien de Keizer hartelijk de hand drukte. Des namiddags werden de vaandels en standaarden van de lijfwacht, tot dusver in het paleis van den over leden Keizer bewaardnaar het verblijf van den tegen- woordigen Keizer overgebracht. Laatstgenoemde heeft, naar aanleiding daarvan een dagorder uitgevaardigd waarin bij zijn grootvader en vader herdenkt, wier blik heeft gerust op die vaandels en standaarden, welke naar 29) DOOB H. SCHOBERT. „Niet dat ik weet Hij behoort nu eenmaal tot die onuitstaanbare als tot mentors geschapen mensehen die op elk liuhtzinnig woord iets moeten aanmerken. Wij hebben nooit met elkander gesympathiseerd." „Ik begrijp het eigenlijk niet. Hij is een flinke vent, althans in mijn oogen." „Nu, smaken verschillen", hield Scheven norsch vol. „Ik denk er ook niet aan, eenigen invloed op je opinie te willen uitoefenen ofschoon ik mij eerlijk gezegd eigenlijk zeer over je verwonder. Je bent anders ook nog al spoedig op je teenen getrapt." „Onze dames dweepen met hem." Sebeven zette een zeer sceptisch gezicht en riep „God beware de arme vrouwdie hij eenmaal de zijne zal noemen hij zal een lastige patroon voor haar zijn." Gert lachte. „Laat haar daar zelf maar voor zorgen I Voor 't overige doet het mij genoegen, dat er eigenlijk niets tusschen jullie bestaat j het zon dan licht eene f onaangename verhouding kunnen geven." „Zooals je merktis onze weerzin wederkeerig", zei Scheven onverschillig„maak je er dus maar niet ongerust over." „De hemel beware mijIk bemoei mij uit beginsel nooit ongevraagd met eens anders zaken je hebt er nooit iets anders dan ondank van „Dat de duivel mij ook juist dien man op mijn weg I voert", dacht Scheven met verkropte woede toen hij alleen was. Een beklemmend gevoel had zich van hem meester gemaakt, sinds bij Günther had gezien. „En toch zal ik het meisje huwen besloot hij bij zich zelf. Zijn sigaar wilde hem echter niet meer smaken en slecht ge luimd zocht bij eindelijk zijn legerstede op. Lang duurde het, eer hij rust vond; onaangename herinneringen dron gen zich als spoken "om hem heen ec ontroofden hem de slaap. zijne overtuiging steeds en voor alle tijden het ken- teeken zullen blijven van den ouden roem. De Staatscourant bevat het door de regeering van Oauabriick genomen besluitwaarbij het verbod van invoer vaD rundvee nit Gelderland wordt opgeheven. Rijksdag. Den 26 bij den aanvang der behande ling van het wetsontwerp betreffende Oost-Afrika kon digde graaf Herbert Bismarck nadere ophelderingen door den Wiszmann aan. De toestand eischte ten ge volge van het vermoorden der zendelingen nog dringender voorziening. De marine alleen kon het gestelde doel niet bereiken en bad medewerking van koloniale troepen noodig. Door de benoeming van den h >er Wiszmann tot Ejks-commissaris was er uitzicht gekomendat men den rechten man ten dezen hebben zou. Laatstgenoemde nam daarop het woord en zeide, dat bet in de eerste plaats er op aan kwam, den slavenhandel juist aan de oostkust te bestrijden en verder den invoer van wapenen en krijgsvoorraad te verhinderen. De kusten moesten heroverd worden. Met goedheid was niets aan te vangen. Vo'gens het door hem ontworpen plan moest nadat de opstand zoo spoedig mogelijk gedempt was, op het ve-bod tegen den invoer van wapenen geregeld worden toegezien. Hij schilderde het groote voortbrengingsver- ragen der kuststaten dat men in Engeland zeer goed kende. De voor de gezondheid ongunstige toestanden zou de praktijk verhelpen. Hij hield zich vast overtuigd, dat hetgeen Duitscblaud daar ten koste mocht leggen rente zou dragen. De tegenwoordige opstand was lang te verwachten geweest en door de duitschers niet ver oorzaakt, maar alleen verhaast. (Levendige toejuichingen) Prins Bismarcktijdens het uitspreken dezer rede binnengekomen, drukte den heer Wiszmann vriendelijk de band. De heer Bamberger stelde de vraag, of het bezit van ko'oniën wel wenschelijk was. Deze vraag, welke geen partijkwestie was moest door een nauwgezet onderzoek worden uitgemaakt. Hij wees op de slechte uitkomsten welke de duitsche koloniale staatkunde tot dusver had opgeleverd en op het ondoeltreffende optreden der duitsche Oost-Afrikaansche maatschappij. Toen hij hierbij herinnerde, dat een inlander door een beambte der maatschappij was mishandeld, riep Prins Bismarck uit: Wat kan ik daaraan doen Bamberger hield het ontwerp voor niet voldoende gerechtvaardigd en wees op de sleehte ondervinding, door Frankrijk in Tonkin en door Italië in Massowah opgedaan. Ook vreesde hij, dat Duitschland door zijne koloniale staatkunde in verwik kelingen zou geraken met andere volken. Wiszmann betoogde, dat Bamberger's vergelijking met Toukin en Massowah niet opging. Hij had geen zege praal voorspeld, maar van slagen gesproken. Toch deelde hij niet in zijne besluiteloosheid en aarzeling. IX. Isa had in Warnitz vreemde gewoonten aangenomen, lederen namiddag, als de anderen op het terras plachten te zitten verliet zij den tuin en ging gewapend met haar strooien hoed en parasol „wandelen", zooals zij lakoDiek ten antwoord gat aan ieder wie het baar vroeg. „Je hebt alle reden om voorzichtig te zijn en je teint nog niet meer te bederven", waarschuwde mevrouw van den Broek in haar moederlijk plichtgevoel. Maar Isa lachte er om. „Dat kan bij mij geen kwaad meer", merkte zij on bezorgd op en ging heen. „Zij heeft het een of ander", zeide Blanche tegen ieder, die het maar hooren wilde, „maar vragen helpt niet veel; er op antwoorden doet zij toch niet; daarvoor ken ik Isa te goedIk hoop nietdat zij haar hart aan Günther heeft verloren dat kon anders wel eens gevaarlijk worden", besloot zij spottend. Isa ging werkelijk niet doelloos iederen middag iD de gloeiende zon naar het dorp Warnitz. Zij wist precies dat Hollfeld steeds om dezen tijd in de pastorie even een bezoek kwam brengen en richtte het zoo in, dat zij hem op weg er heen ontmoette. In den beginne deed zij het met meisjesachtige slimheid voorkomenalsof de ontmoeting toevallig wasdoch spoedig liet zij voor den helderen blik van den jongen man alle geveinsdheid varen en zeide op een middag tot bem, onder sterk blozen, maar met de oprechtheid, die den grondtrek van baar karakter uitmaakte: „Gij komt in het geheel niet meer op het landgoed, mijnheer Hollfeld. Hebt ge daar bijzondere redenen voor?" „Zeker, frenle van den Broek. De gedachte, dat ik in uw engen familiekring hinderlijk zou zijnweer houdt mij." „Hinderlijk? Waarom hinderlijk?" „Mijne denkbeelden - mijn levensopvatting, zij zijn zoo geheel anders dan de uwe bekende hij aarzelend. „Oik wist weldat dit het wasAls ik u nu echter zegdat ik gaarne met u spreekdat mij uwe levensopvatting edeler en meer navolgenswaardig voor komt dan de onze, is het dan in nwe oogen verkeerd, als ik u tracht te ontmoeten? Want gij kunt toch Windhorst verklaarde zich voor het ontwerp. Voor hem was het bestrijden der slavernij hoofdzaak. Voor het besteden der toegestane gelden bleef de regeering verantwoordelijk. Prins Bismarck verklaarde, dat hij niet kon inetaan voor alles wat op Afrika's Oostkust gebeurde. De ver antwoordelijkheid daarvoor rustte op de daar aangestelde ambtenaren. Wat by voorstelde, diende slechts om in de dringende behoefte van het oogenblik te voorzien. Daarbij vreesde hij geen tegenstand van Engeland. Tusschen dit rijk en Duitschland bestaat, zoowel wat Zanzibar als wat Samoa betreft, volkomen overeenstem ming en beiden zijn voornemens deze eendracht te hand haven. Hij verklaarde zich tegen de verzending van het ontwerp naar de commissie. In deze zaak werd door spoed niet alleen tijd, maar ook bloed gewonnen. In de commissie kon hij toch geene nadere bijzonderheden mededeelen. H'j kwam nog terug op zijne vorige stel lingen ten opzichte der koloniale staatkunde, welke niet veranderd zijn. Wilde de Eijksdag het ontwerp niet goedkenren, dan moesten alle verdere plannen worden opgegeven. Hij wilde echter niet de verantwoordelijk heid op zich laden, dat Duitschland zijn eigendom niet bad gehandhaafd. Het geldt toch een goed overlegd plan, waarvan de uitvoering tijd kost en niet eene loterij, welke in een half jaar tijds reeds groote winsten kan bezorgen. Daarom drong hij nogmaals met klem op de aaoneming van het ontwerp aan, daar esne ver- traging, al ware bet slechts van weinige dagenlater oorzqpk van berouw zou kunaen worden. De heer von Bennigsen (nationaal liberaal) ver klaarde zich voor het verwijzen van het ontwerp naar de commissie, omdat hij de beraadslaging over de bij zonderheden betreffende den toestand der Maatschappij noodig achtte. Overigens bestreed hij de rede van Bamberger, die van koloniale bezittingen terstond voor- deelen verwachtte. De engelschen en nederlanders hebbeu zich veel zwaardere opofferingen getroost en heb ben vele grootere fouten begaan dan die, door Bamberger aan de Oostafrikaansche Maatschappij verweten. Bebel (soc -demsprak tegen, von Kardorff (vrij- cons.) voor, Simonis (Elzasser) begroette het ontwerp met ingenomenheid, en hetzelfde deed von Heldorff (cons.) Het ontwerp werd verwezen naar eene commissie van 21 leden. Daarna werd bepaald, dat de beraadsla ging over de begrooting den 28 zou worden voortgezet. IERLAND Den 25 is de heer O'Briendie niet voor de rechtbank verschenen was, tot eene maand ge vangenisstraf veroordeeld. Dit vonnis wa3 o. a. gegrond op de overwegingdat de heer O'Brien den vorigen dag verklaard had geene verdediging te hebben. FRANKRIJK. Het maatschappelijk kapitaal van onmogelijk gelooven dat dit altijd toeval is geweest", zeide zij, nog sterker blozende. „Eerlijk gezegd, neen gaf bij lachend ten antwoord, „ofschoon ik mij steeds verheugde over dit consequent toeval." „Dan is het goed Laat ons er niet meer over spreken", verzocht zij haastig, terwijl zij haar parasol voor het gelaat hield. „Ik kom, en gij komt dat is voldoende." Dag aan dag gingen zij na samen wandelen. Naar Alt-Damerow, naar Gusserow, naar het meer en de verwende voetjes der jonge dame liepen moedig over zand, stof en steenen. Meestal spraken zij over ernstige zakenwisselden van gedachten en inzichtenwaarbij Isa het dan al heel spoedig met haar begeleider eens was; of zij praatten ongedwongen over allerlei zaken en spoedig lag het verleden van Erioh Hollfeld even helder en open voor de blikken van zijn jeugdige toehoorderes, als zijn toekomst. Het was slechts een enge, afgesloten kring, binnen welken bij zijn hopen en wecschen be perkt had; het was niter.ijk een vreugdeloos, een voudig bestaan, maar hij was er ten volle meê tevreden. In Isa's oogen was er voortaan in de geheele wereld niets heerlykers benijdenswaardigersdan in de een voudige door wilden wingerd omgeven Warnitzer pastorie haar leven te slijten. Ook na moest zij er voortdurend aan denkenaan wie eenmaal dit geluk zou ten deel vallen en daarbij 'zochten haar oogen ijverig tusschen de bouwlanden en wilgeboomen naar zijne hooge gestalte, in het eenvou dige donkere kleed. Nog zag zij hem niet. Toen zij echter de dorpstraat afkwam, die stil en uitgestorven in de zon lag te blakeren en het ijzeren hek van het kerkhof naderdehoorde zij plotseling orgeltonen en nu wist zij waar de gezochte te vinden was. Geen zandkorrel knarste onder haar voettoen zij zacht de geopende kerkdeur binnentrad. „Hij vermoedt niet, dat ik naar hem luister", dacht; zij gelukkig en ging in een van de lange houten banken zitten, waar de dorpslieden anders zaten. Het was koel in de groote eenvondige kerk; aan de witgepleisterde maren hingen verwelkte kranzen met lange zijden linten; zij ritselden nu en dan zachtjes; -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1