VEREENIGDE STATEN. De Senaat heeft zijne goedkeuring gehecht aan de verheffing der legaties te Parijs, Berlijn, Londen en Petersburg tot den rang van ambassades, en besloot in geheime zitting te beraad slagen over de voorstellen, betredende Samoa ingediend. Biausttiftub. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. aan het bezoek van Keizer Wilhelm, als een bewijs van de innige verstandhouding tussohen Italië en Duitsch- land waarin tevens een waarborg ligt voor het behond van den vrede, waarnaar alle staten streven, omdat hij noodig ia voor de welvaart der volken en den voor uitgang der beschaving. Ten slotte gaf de Koning de verzekering, dat de handhaving van den vrede door Italië bevorderd zou worden. OOSTENRUK-HONGARIJE Het huis van afgevaardigden heeft den 29 bij hoofdelijke stemming het nieuwe legerontwerp aangenomen met 267 tegen 141 stemmen. Nadat aldus het begiusel, waarop de wet berust, was goedgekeurd, ving den 30 de artikelsgewijze behandeling aan. Door deze wet blijft te Pest en in andere steden eene vrij sterke gisting heerschen. Vele vergaderingen worden gehouden,om tegen haar te protesteeren. Eene talrijke me nigte verdrong zich den 29 voor het gebouw der Kamer en maakte een geweldig leven. Ook in het gebouw drong eene opgewonden menigte door welke door fluiten en schreeuwen hare afkeuring te kennen gaf, vooral na de stemming, waarbij de wet in beginsel werd aaDgenomeo. Het gebouw der liberale club werd door de troepen beschermd. De menigte vernielde het buitengedeelte van verschillende koffiehuizen, maas om half elf werden de levenmakers uiteen gedrevenna de voornaamste straten der stad te zijn doorgetrokken. Naar het schijnt aan eene beroerte, is kroonprins Ru- dolf, op zijn jachtslot te Maijerlinden, plotseling den 30's morgens tusschen 7 en 8 uur overleden. Het huis Habsburg wordt door dezen slag zwaar getroffen. Aartshertog Rudolf, die door zijn beminnelijk karakter niet alleen bij de Oostenrijkersmaar ook bij de Hon garen zeer bemind was verliet de hoofdstad voor een paar dagenten einde op bovengenoemd jachtslot, bij Weenen, te jagen. De aartshertog was voornemens Bpoedig terug te komenwant op zijn verlangen was graaf Stephan Karolyi uit Pest naar Weenen ontboden, ten einde den kroonprins ophelderingen te geven over het verzet der Hongaren tegen de nieuwe legerwet. Graaf Karolyi kwam den 30 te Weenen aan, maar toen was daar reeds de tijding van het overlijden ontvangen. De Kroonprins Rudolf, de eenige zoon van Keizer Frans Jozef en Keizerin Elisabeth, werd 21 Augustus 1858 geboren. Met een uitstekenden aanleg begaafd genoot hij een uiterst zorgvuldige opvoeding. Reeds in zijne jeugd toonde Rudolf groote liefde voor de natuur wetenschappen terwijl in het bijzonder de vogelwereld hem aantrok. Als ornitholoog verwierf de aartshertog zelfs in de geleerde wereld een goeden naam en stond hij jaren lang in persoonlijk en schriftelijk verkeer met den beroemden natnuronderzoeker Brehm. Ook voor land- en volkenkunde toonde de jeugdig9 aartshertog steeds groote belangstelling. Hij maakte groote reizen en wist hetgeen hij zag en hoorde op zeer aantrekkelijke wijze mede te dee en. Bekend zijn de reisbeschrijvingen van den aartshertog „Vijftien dagen op den Donau" en „Een reis in het Oosten", de vrachten eener reis langs de Donau tn van een bezoek aan Palestina. Evenwel vergat de prins ook zijn eigen staten niet. Men kent het uitgebreide en nog niet geheel voltooide werk „Oostenrijk in woord en beeld." Deze beschrijving der Oostenrijkach-Hongaarsche monarchie, waartoe de meest bekende geleerden medewerkten, werd begonnen op aansporing van den kroonprinsdie zelf tot de ijverigste medewerkers behoorde. Ofschoon hij in de eerste plaats beoefenaar der we tenschap wasontbrak hem toch evenmin de militaire geest der Habsburgers. De hooge rang, dien de kroon prins in het leger bekleedde hij was veldmaarschalk en inspecteur-generaal der infanterie was voor hem X. „Konta Hé, Konta Gert stond op het terras en nam voor de zekerheid zijn cigarette uit den mond. Hij ging daarop den tuin in waar zijn vriend moest zijn en herhaalde zijn geroep nog eens. Hij zag er opgewonden uit. „Wat is er?" Scheven had oogenschijnlijk weinig lust, om gevolg te geven aan het geroep van Gert, daar hy juist met Blanche wandelde, iets wat hem slechts zelden te beurt viel, want beiden vermeden zorgvuldig, sinds dat ge wichtige gesprek, elkander onder vier oogen te ontmoeten. „Kom eens hier Kom dadelijk even hier riep Gert terug met de band aan den mond. „Dadelijk Hy liet zich misnoegd op den eersten den besten stoel vallen en frommelde een brief tusschen zijn vingers in elkander. „Wat is er gaande vroeg Konta, de trap opkomende. „Treitel heeft geschreven." Gert zag eerst voor zichtig om zich heen „die verwenschte kerel wil niet langer wachten óf betalen, ófHij maakte een veelbeteekenende beweging naar zijn hals. „Als je niet spoedig met Willy klaar komtdan is het met ons gedaan." „Je hebt mooi praten Je zuster is zoo kond als ijs, men komt met geen mogelijkheid verder met haar", zei Scheven verdrietig. „Hm Ik meen meermalen te hebben opgemerkt, dat je elkander niet goed verstaat. Geen veelbelovend vooruitzicht 1" „Kan ik het helpen „Natuurlijk! Je bent veel te voorzichtig. Een open hartig oprecht woord „Nu, houd je mond maar De beste stuurlui staan aan wal. Bovendien is er toch ook nog zoo'n haast niet bij." „Dat is er wel degelijk Treitel nog daargelaten. MBar papa heeft haar verschrikkelijk geplunderd voor die vervloekte bank. Dat is weer naar de maan Het is daarom zaakdat je de duiten zoo spoedig mogelijk in handen krijgt „'t Is eene vervloekte geschiedenis „Het beste zal wei zijndat ik aan Treitel maar proc<es schrijf zooals de zaken zijn, het is zijn eigen Diet alleen een eereambthetwelk hem krachtens zijn afkomst toekwam. Met groote belangstelling volgde de prins de ontwikkeling van hetoostenrykseh-hongaarsohe leger en dat hij ook de krijgszaken met zijne gewone nauwgezetheid bestudeerde, daarvan getuigden de voor drachten, welke de prins meermalen over verschillende onderdeelen der krijgswetenschap in beperkten kring voor de officieren bield. De invoering der talrijke en vaak ingrijpende hervormingen welke in de laatste jaren in het oostenrijksche leger zijn ingevoerd werd dan ook steeds door den kroonprins krachtig gesteund. Den 10 Mei 1881 trad Rudolf iu bet huwelijk met de 17jarige prinses Stephani, de tweede dochter van Koning Leopold van Belgie. Den 2 September 1883 werd uit dit huwelijk prinses Elisabeth geboren, het eenige kind, waarmede dit huwelijk werd gezegend. Daar in Oostenrijk-Hongarije de vrouwelijke linie, hoe wel niet van de regeering uitgesloten, toch eerst in aan merking komt, indien geen mannelijke afstammelingen uit de rechte lijn vau het Huis HabsburgLotharingen in leven zijn, treedt Keizer Frans Jozefs broeder nu als troonopvolger op. Door den dood van 's Keizers oudsten broeder Maximiüaan van Mexiko, is nu aartshertog Karei Lodewyk de naaste erfgenaam des Keizers. Aartshertog Karei Lodewyk is een man van 56 jaren, die Da eerst gehuwd te zijn geweest met prinses Margaretba vau Saksen en de aartshertogin Maria, in 1S73 voor de derde maal in het huwelijk trad met de aartshertogin Maria Tberesia. Den 31 zou in bet Huis voor Afgevaardigden een voorstel worden ingediend, waarbij de president uitge- noodigd wordt te zorgen, dat de toestand op de Samoa- eilanden worde hersteld gelijk deze bij de conferentie van 1887 is bepaald en niets te verzuimen, om de rechten der amerikaanscbe burgers op die eilanden te handhaven. Begrooting van marine. De heer Stork, erkennende, dat cle marine versterkt moet wordenhad tegen den bouw der 2 groote schepen in ons land bezwaaromdat men ze hier niet zoo goed kan maken. Onze werven zijn niet ingericht voor den bouw van groote oorlogsschepenwel voor vracht of passagiersvaart. In Enge land en Schotland is men dat wel en wij moeten voor ons geld schepen hebben die zoo goed mogelijk zijn. Hij wijst er op, dat zijn gevoelen ook door deskundigen gedeeld wordt. Hij vreest nadeelige gevolgenwaarvan hij de verantwoordelijkheid niet aanvaardt. De heer V i r u 1 y meende dat het bezit onzer koloniën in Nederland zelf zijn waarborg vindt en dat men ze beseher men moet in Nederland. Het strijdvoeren in de indische zeeën is dus onnoudig en beter ware het, 2 of 3 schepen voor Nederland aan te bouwen. Had deze Kamer het recht van amendementbij zou daartoe het voorstel doenmaar de be grooting en bloc kan hij aldus niet aannemen. De heer van de Putte zegt, dat de minister de helft uittrekt voor een ramschip voor de binnenlandsche verdediging. Er zullen dus 36 jaren voorbijgaaneer men op die wijze, eene behoorlijke vloot zal hebben naar 's ministers meening. Gaat het aan, vraagt hij, waar we zooveel voor de verdediging, te land doenook nog zooveel uittegeven voor de marine Gaat dat onze financieele krachten niet te boven En is boven dien het wegnemen van bakens en tonnen en het maken van versterkingentorpedo-versperringen enz. niet voldoende om onze zeegaten onneembaar te maken of althans om eene landing te verhinderen Heeft men bovendien weder niet veel te groote eischen gesteld Zijn we hier te lande voordeel als hy nog zijn mond houdt. Overigens ben ik overtuigd, dat hij precies weet, hoe het er hier uit ziet. Dat slag van mensehen is alwetend zocdra hun voordeel er mede gemoeid is.'' „Wanneer je denkt dat dit goed is in 'e hemels naam dan 1 Als ik maar eerst weer vasten grond onder mijn voeten voeldan zal het wel weer gaan." „Ja zoo gaat het mij ook „Jou Je komt er anders vrij wat beter af dan ik, hoogstens met een blauw oog. Ik kan je er menig maal om benijden." „Goede God riep Gert zuchtend „daar zoudt ge je wel eens in kunnen bedriegen Maar al te dikwijls heb ik de achting voor mijzelf uit het oog verloren. Ik heb al vaak zulke goede plannen gehad maar bet zit mij in het bloed." „Dat is de weg naar de hel, zooals je weet", merkte Scheven met galgenhumor op, terwijl hij de trap efging. Gert bleef alleen achter; hij leunde met de armen op de tafel en verborg het hoofd in de handeD. Dacht hij aan zijn vele verkeerdheden en lichtzinnige daden waaraan hij zooveel ten offer had gebracht? Maakte hij de balans op tusschen genot en onthouding en ging hij met wrevel na, naar welken kant de evenaar oversloeg Dacht hij aan zijn zuster die geen kwaad vermoedde en die bij op het punt stond op te offeren, alleeD om zich zelf te redden „De duivel hale mij als ik ooit dulden zaldat Konta haar slecht behandelt of veronachtzaamt. Als hij denkt, dat mij dat onverschillig ie, dan bedriegt hij zich leelijk", zeide hy met verkropte woede tot zichzelf. „Arme Willy I Dat verdoemde geld 1" Giinthor kwam nu zeer dikwijls op Warnitz bijna meer dan tijdens het leven van den schont. Angela noodigde hem zoo vriendelijkdat eene weigering on mogelijk was en Blanche zag hem daarbij zoo dringend aan, dat bij wel eene zeer bijzondere reden had moeten opgeven om weg te blijven, wilde bij niet lomp schijnen. Buitendien kwam hij gaarne. Hij praatte veel met Blanche, was attent „als een zoon", beweerde mevrouw van den Broek hij schertste met Gertondec het ophalen van oude herinneringen, nam van Scheven niet de minste notitie en sloeg ten slotte Willy aandachtig gade. „Want dat is mijn plicht", had hij zichzelf over tuigd, „ik kan haar dan op het goede oogenblik waar- zeker dat een dergelijk schip niet type kan gemaakt worden? Hij betwijfelt het. Maar de minister zegt: ja. Welnu, kan men in dat geval het werk niet door een buitenlandsch deskundige doen nagaan? Hij vraagt zich echter eerstaf, mag men den minister op dit stuk vertrouwen Hij dringt verder aan op regeling van de verhouding der maritieme middel en in Nederlandsck-Indieen vraagt: waartoe zullen deze schepen behooren Tot de indische militaire marine En nu maakt men voor indische rekening voor één millioen het kleinste typedat Indië tegen een buitenlandschen vijand zal kunnen verdedigen. Dat is hem wel wat sterk De minister van marine handhaafde zyne meening dat schepen binnenslands moeten gebouwd worden. Hij stelt zeer veel vertrouwen in onze scheepsbouwmeesters. De werven hebben nog nooit zulk een oorlogsschip gebouwdzegt men zeer j uistmaar veel grooter Oceaan-stoomers. En de bewering dat men aan een oorlogsschip veel grootere eischen moet stellen dan aan een particulier stoomvaartuig, gaat slechts zeer ten deele op. Evenzoo de bewering dat men in Engeland ter markt moet gaan. Hij vertrouwt, dat het ontwerp van het groote schip goed is. Dat in Engeland te doen maken of te doen nazien heeft men hem aanbevolen. Bij welke der groote firma's Deed men het bij vier, dan zou men van al'e vier uiteenloopende plannen krijgen. Dat er 36 jaren noodig zouden zijn om onze geheele vloot in orde te brengen, ontkent hij nietmaar aangezien hij, geene plannen Igeen program voor verdere jaren geeftacht hij dat geen argument. Hij deelt het gevoelen van den heer Viruly omtrent het verband tusschen het lot van Indie en Nederlands verdedigbaarheid niet, en zegt eene regeling toe van de verhouding tusschen de indische militaire marine en het auxiliair eskader. Het overleg daaromtrent is bijna ten einde. Daarna werd de begrooting goedgekeurd. Bij de behande ling der begrooting van binnenl. zaken beantwoordde de mi nister van binnenlandsche zaken de verschillende sprekers. Uit dat antwoord blijktdat de oprichting van eene kweekschool voor onderwijzeressen niet door zijn voorganger is geschied en hij daar evenmin vrijheid toe vindt Hij is hard gevallen over zijn plan tot intrekking van subsidies aan twee onderwijzeres sen-kweekscholen Hij meentdat toch zeer weinig van die meisjes zich aan de eigenlijke volksschool wijden; hij had zich altijd tegen die subsidies verzet en hij is de historie getrouw gebleven. Het subsidie aan de Leidsche kweekschool ligt op den weg van de gemeente. Omtrent ihet verlaten der school door kinderen na 12 jaren, meent hij dat het niet aangaat daarbij rekening te houden met de bepaling der wet op het lager onderwijsdat het onderwijs zij »volledig." De ver schillende opmerkingen omtrent de kieswet van den heer van Lijnden zal hij gaarne overwegen. Enkele daarvan zijn reeds in de ontwerp-wet aan zijn departement opgenomen. De vraag, of bij de verdeeling van de kiesdistricten voor de prov. staten moet worden gelet op het aantal kiezers, kan hij niet onmiddelijk bevestigend beantwoorden; hij acht met den heer Meinesz daar aan groote bezwaren verbonden. Hij is van meeningdat elk kiezer zich na afloop van zijn stemmen weder moet begeven bniten het voor de verkiezing bestemde lokaal. Het Utrecht- sche Academiegebouw. Hij meent dat de gemeente weinig reden van klagen over hem heeft. Er moet nu een program van eischen worden vastgesteld en daarop wachten verdere be slissingen. Hij heeft de zaak betreffende den inspecteur voor zuivelbereiding nog niet ter hand genomen. Wat betreft het academisch ziekenhuis te Leiden, de zaak beeft zijne sympathie, maar hij heeft er nog geen zorg over. De minister heeft twee maal het subsidie verhoogd. Ziekenhuizen zijn dure dingen en de klachten over het voedsel slechts weinige. Hij acht eene samenvoeging van Amsterdam met Nieuwer- Amstel eene hoogst moeielijke zaak. De zaak is niet rustende, maar er is nog geene beslissing genomen. Na eene opmerking van den heer Kappeijne werd de begroo ting aangenomen. De behandeling der overige begrootingen leverde, behalve de reeds vermelde punten, niet veel belangrijks op. De heer Bult man drong den 29 bij de behandeling der begrooting van buitenlandsche zaken zeer aan op onderhandelingen tot we- deropheffiug van het verbod om in Engeland levend nederl. vee in te voeren. De minister antwoorddedat de vrije aanvoer van hollandsch vee op de markt te Londen nadeel on dervonden had door het gebeurde op de duilsche grens. De intrekking van het verbod was daarom van zooveel belang. Spanje had maatregelen genomen, om den invoer van hollandsch vee gemakkelijker te maken met het oog op de uitstekende hoe danigheid. schuwen; of z;] er zich aan stoort of niet, ik heb mijn plicht gedaan Ook nu was Günther in een levendig gesprek ge wikkeld zooals Scheven inet ergernis opmerkte, toen hij de groep gewaar werd. „U schildert ons uw Gusserow zeer verleidelijk af", zeide Augela. „Het ïb dus een kasteel? Een werkelijk oud kasteel „Het is oorspronkelijk een leengoed het heeft een spitsen gevel; het is aan alle hoeken en einden versierd met een grafelijk wapen." „Jammer, dat dit wapen niet het uwe is!" Leo Günther lachte. „Men moet niet alles verlangen Ik ben tevreden met de mooie decoratiedie er van overgebleven is." „In den zomer en in den herfst op uw kasteel, in den winter op reis, dan is het leven nog eens dragelijk", merkte mevrouw Angela peinzend op. „Niet waar, Blanche?" „O, zeker, mama." De jonge dame Btak baar neusje diep in 't midden van een roos haar blauwe oogen zagen Günther daarbij aan als wilden zij zeggen, dat bij al deze heerlijkheden de toegift van zijn persaon ook niet te versmaden was. „Maar mevrouw, u benijdt mij en u kent mijne woning niet eens. Wanneer u mij de eer wildet aandoen, eens te komen zien „Ik ben werkelyk zeer nieuwsgierig", bekende Angela eerlijk. „Doet u mij dan het genoegen morgenavond allen by mij te komen u moet natuurlijk de eenvoudige omgeving van een vrijgezel voor lief nemen," „lk zal eens zien of het werkelijk alleen een vrouw is, die u ontbreekt", zeide zij lachend, met haar vinger dreigend. „Morgen zullen wij dus in deu waren zin des woords uw burcht bestormen zei Blanche met een bekoor* lijken oogopslag. „Ik hoop ten minste, dat u allen komen zult „Houd het maar voor afgesproken, mijnheer Günther", zei mevrouw van den Broek, met het hoofd knikkend „maar hemelwat is dat voor een afschuwelijk geluid", vervolgde zy en zenuwachtig bracht zij hare handen voor haar ooren. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 2