No. lo* Een en Negentigste Jaargang. 1889.
TWEEDE BLAD. ZONDAG 3 FEBRUARI.
KIEZERSLIJSTEN.
#fficiëel (Qebetlte,
HERIJK voor apothekers-, goud
en zilversmidsgewicht en verdere
gewichtenbestemd voor fijnere
wegingen, op 4, 5, 6 en 7 Februari
van des voormiddags 9 tot 12 en
van des namiddags 1 tot 4 uur.
NATIONALE MILITIE.
Nationale llllitie.
finiUuUtib.
DUITSCHLAND. De heer ron Schelling, staats
secretaris voor justitie van het duitscbe rijk bijna 65
jaren oudis benoemd tot minister van justitie in
Pruisen.
ENGELAND. De Standard bespreekt bet over
lijden van kroonprins Rudolf en is van meeDing dat
de stelkundige toestand daardoor niet veranderd is.
Het Huis Habsburg moet zich toch steeds gereed hou
den voor een oorlog daar de staatkundige hemel ver
van beider is. De Times herinnert aan de goede eigen
schappen van den overleden prins en de welwillende
gevoelens, welke men in Engeland voor hem koesterde.
FRANKRIJK. De heer Jucques heeft ook zijn
dank betuigd aan de kiezers.
ITALIË. De heer Biancheri is met 255 stemmen
tot voorzitter der Kamer herkozen.
A LKMAARSCHE COURANT.
Zij die in aanmerking wenschen te komen voor GENEES
HEER in het Gasthuis te Alkmaar, in welke betrekking,
opengevallen door bet overlijden van den beer Dr. C. J. DE
LANGE, krachtens raadsbesluit van 25 September 1872 voor
zien wordt door den Gemeenteraad, op aanbeveling van Regenten
van het Gasthuis, worden verzocht zich bij gezegeld verzoek
schrift te wenden tot den Gemeenteraad van Alkmaar vóór
7 Februari a.s.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR heeft
ter secretarie dier gemeentegedurende 30 dagen ter inzage
van de belanghebbenden nedergelegd eene opgave van uit
komsten, bedoeld in de art. 15, 23 en 43 der wet van 26 Mei
1870 (Staatsblad No. 82)waarvan ter voldoening aan art.
152e lid van gemelde wethij deze afkondiging geschiedt.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd
1 Februari 1889. A. MACLAINE PONT.
De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD te ALK
MAAR noodigt bij dezenaar aanleiding van art. 7 der wet
van 4 Juli 1850 (Staatsblad No. 37), gewijzigd bij art. VII
der wet van 6 November 1887 (Staatsblad No. 193), de man
nelijke inwoners der gemeente uitom zoo zij in eene andere
gemeente in de personeele belasting, dienst 1887/88, ter zake
van hunne woning naar eene hoogere huurwaarde dan die, welke
volgens art. 1 letter a en 4 van de wet van 24 April 1843
(Staatsblad No. 15), of in de grondbelasting, dienst 1888, in
eene andere gemeente of in meer gemeenten te zamen tot een
bedrag van ten minste f 10,zijn aangeslagendaarvan door
overlegging der voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór
15 Februari a.s te doen blijken. Evenzoo worden uitgenoodigd
de mannelijke inwoners der gemeente, hoofden van gezinnen of
alleen wonende personen zijndedie van den inwonenden eige
naar of eersten huurder van een woonhuis of afgezonderd ge
deelte van het woonhuiswaarvan de huurwaarde voor de per-
soneele belasting ten minste op het dubbele gesteld is van het
laagste in deze gemeente voor den vollen aanslag vereischte
bedrag, zijnde f 38,gedurende 9 maanden voorafgaande aan
den 15 Februari a s., een gedeelte in huur hebben gehad en
bewoondwaarvoor geen afzonderlijke aanslag in de personeele
belasting geschiedt, maar waarvan de jaarlijksche huurwaarde,
ongestoffeerd, in verhouding tot de belastbare huurwaarde van
het woonhuis of afgezonderd gedeelte van het woonhuis geschat,
het voormelde bedrag van f 38 bereikt, daarvan onder overlegging
van de gevorderde beseheidenvóór 15 Februari a.s. aangifte
te doen.
Ten slotte wordt herinnerddat de man geacht wordt te
betalen den aanslag zijner vrouw in de grondbelasting, de vader
dien zijner minderjarige kinderen, wegens de goederen, waarvan
hij het vruchtgenot heeft, en dat aanslagen in de grondbelasting
wegens onverdeelde onroerende goederen óók gelden voor den
mede-eigenaarwiens naam niet bij den aanslag in het kohier
is vermeld, mits zijn aandeel in dien aanslag ten minste f 10
bedraagt.
De modellen voor de aangiften, bedoeld bij art.
1letter c en het 4e lid van art. 7 in verband met
art. 1letter b der wetzijn kosteloos ter secre
tarie dezer gemeente verkrijgbaar.
Alkmaar, De Voorzitter voornoemd,
2 Februari 1889. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de loting der in 1888 alhier voor de Militie ingeschre
venen zal geschieden op Vrijdag 15 Februari aanstaande,
ten raadhuize der gemeente Alkmaar.
Zij worden mitsdien opgeroepen om op dien dagdes voor
middags te 9% uren, zich aldaar te bevinden, om te loten en
opgave te doen van de redenen van vrijstelling, die zij ter zake
van de militie vermeenen te moeten inbrengen.
Indien zij vermeenen vrijstelling te kunnen erlangen wegens
broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige
zoon moeten zij op Donderdag 28 Februari e. k., des
namiddags te 6 urenop het raadhuis verschijnenvergezeld
van twee bij den burgemeester bekende en ter goeder naam en
faam staande meerderjarige ingezetenen die het vereischte ge
tuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuig
schrift onderteekenenterwijl zij verplicht zijn daartoe de
noodige opgaven ter secretarie te verstrekken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
2 Februari 1889. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De persoon van J. Sohoonewillb loteling der
gemeente Deventer, wordt verzocht zich ter ge
meente-secretarie alhier aantemelden.
De Staatscourant deelt bet overlijden mede van den oos-
tenrijkscben kroonprins, onder bijvoeging dat dit overlijden
den Keizer, die in hem een innig geliefden vriend verloren
beeft, zeer smartelijk heeft getroffen. Met den Keizer
en de vorstenhuizen treurt bet gebeeie duitscbe volk
bij de lijkbaar van een Vorstdie bestemd scheen om
voor zijne volken een groot beerscher te zijn en een
trouw bondgenoot van het bevriende Duitachland te
blijven.
Zoowel in de zittiag van den 31 van den Rijksdag
als van het Huis van Afgevaardigden werd door de
voorzitters met ontroering het overlijden medegedeeld
van den oostenrijkschen kroonprinsden vriend der
jeugd van Keizer Wilhelm II, den zoon van den trouwen
bondgenootden Keizer der oostenrijkscbe-hongaarscbe
monarchie. De voorzitter van den Rijksdag bad reeds
de deelneming van dat lichaam aan den oostenrijkschen
gezant betuigd en die van het Huis van Afgevaardigden
vroeg en verkreeg daartoe machtiging.
Te Berlijn werden bij bankiers telegrammen in cijfer
schrift ontvangen, meldende, dat de Koning der Neder
landen overledeD was. Daar het officieel niet bevestigd
werd verbood bet telegraafkantoor de verdere over
seining van het bericht.
Het districtsbestnur van Aken heeft den invoer van
rundvee voor de fokkerij ook uit Gelderland toegestaan.
Rijksdag. Het voorstel der sociaal-democraten tot
afschaffing der invoerrechten op koren ia reeds in be
handeling genomen. Het werd verdedigd en toegelicht
door Bebel en bestreden door von Kardoff, conservatief.
Den 1 bij de behandeling der begrooting van marine
vroeg de heer Richter inlichtingen over de Samoa-zaak,
den gezondheidstoestand der troepen te Zanzibar en de
oneenigheid tnsschen de marine en het burgerlijk gezag.
Admiraal Hausner verklaarde, dat vóór de ontvangst
van tegen het midden dezer maand te verwachten be
richten geene volledige mededeelingen over Samoa te ver
schaffen waren. De gezondheidstoestand der troepen
te Zanzibar is volkomen bevredigend. Naar aanleiding
van de oneenigheid tusschen de marine en het burger
lijk gezag hadden onderhandelingen plaats, welke nog
niet afgeloopen waren. De begrooting werd ten slotte
bij tweede lezing aangenomen naar de voorstellen der
begrotingscommissie. Ook de gezamenlijke voor den
bouw van nieuwe oorlogschepen gevraagde kredieten
werden toegestaan.
Uit Auckland wordt gemeld, dat de stoomboot Wainui
daar was aangekomen met nieuwe berichten uit Samoa.
De duitschers hadden uit naam van den Keizer den
oorlog verklaard aan Koning Mntaiifa en te zijner kennis
gebracht, dat zij alle schepen zouden onderzoeken, om
den invoer van krijgsvoorraad te verhinderen. Yerder
hadden zij de uitgave van bet blad de Samoa-Times
verboden. Een der reizigers van die stoomboot die
een bezoek bad gebracht aan Mataafa's legerkamp, werd
in hechtenis genomen maar op verzoek der engelschen
weer losgelaten.
Voordat de oorlog was verklaard, bad de duitsche consul
aan Mataiifa een bezoek gebracht, maar het onderhoud,
dat hij met den Koniug bad bleef zouder gevolg.
Daarna «as door den consul eene proclamatie uitge
vaardigd waarbij de politie te Apia onder toezicbt der
duitschers werd gesteld. Mataüfa hield eeue versterkte
stelling bezet en beschikte over eene aanzienlijke leger
macht, welke 6000 man telde. Alle bewoners der
Samoa-eilanden sloten zich bij hem aan. Verdere ge
vochten waren niet geleverd.
Den 31 is bij den amerikaanschen'S gezantschaps
secretaris te Londen, in den tijd, dat de familie aan tafel
zat, voor een bedrag aan f 72000 a 84000 aan diaman
ten gestolen.
Kamor. Den 31 lichtte de beer Jouvencel zijne
aaugekondigde interpellatie toe, terwijl Bonlanger niet
tegenwoordig was, Hij verklaarde zich voorstander der
vrijheid, maar vroeg zich af, of die aan alle misbruiken
moest worden prijs gegeven. (Rumoer by de rechterzijde).
Hij achtte bet noodig dat de regeermg zich verdedigde.
De minister-president Floquet diende daarop een
wetsontwerp tot wederinvoering van de arrondissements-
gewijze verkiezingen in. In de toelichting tot dit wets
ontwerp verklaarde bij dat het herBtel dezer wijze van
verkiezing geenszins inbreuk maakte op het algemeen
stemrecht. Indien de staatkundige richting der regeering
de goedkeuring der Kamer mocht wegdragen dan zou
de republikeinscbe partij met meer gezag bekleed zijn
om bare taak voort te zetten. De regeering zou nieuwe
maatregelen voorstellenom de aanslagen op de veilig
heid van den Staat tegen te gaan. Hij merkte verder
op, dat de meerderheid ontevreden is, doch dat zij naar
andere ministers moest omzien indien zij meende, dat
de regeering, hetzij meer naar de rechter-hetzij meer
naar de linkerzijde der Kamer moest overhellen.
Hij eindigde met het vragen van een bewijs van ver
trouwen.
Met 300 tegen 240 stemmen werd daarop eene motie
van vertrouwen aangenomenwelke uitslag door de
linkerzijde met gejuich begroet werd.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. De gemeente
raad van Weenen kwam den 31 te 10 aren bijeen. Alle
leden waren in het zwart gekleed. De burgemeester
Uhl hield eene toespraakwaarin hij uitweidde in lof
over de groote geestesgaven van den overleden kroon
prins zijn geestdrift voor kunsten en wetenschappen
en zijne hooge beschaving. Hij eindigde aldus„Zijn
„beeld zal nimmer in onze ziel worden uitgewischt, want
„wij weten, hoezeer hij Weenen liefhad en wat wij in
„hem verliezen.Daarna werd de vergadering gesloten.
In de Staatscourant werd op de eerste bladzijde, met
een zwarten rand omlijst, niets anders vermeld, dan dat
Z. D. H. de keizerlijke prins Rudolf den 30, tusschen 7
en 8 uren in den morgen op zijn kasteel Maijerling
aan eene apoplexie van het hart plotseling was over
leden. Volgens het Fremdenblatt (men leze echter de
hieronder vermelde beriohten) was de prins den 28 des
middags van Weenen naar Meyerling vertrokken, op
welken dag bij zich volmaakt wel bevond. Den 29 van
de jacht terugkeerende, klaagde hy over hoofdpijn en
deed zich verontschuldigen voor een familie-maaltijd ten
paleize te Weenen. Des avonds schreef hij in zyne
slaapkamer verscheidene brieven. Den 30 des voormid
dags tegen 7 nur ontwakendebeval hij zijnen kamer
dienaar het ontbijt vóór half acht gereed te zetten. Toen
deze daarmede binnenkwam, vond hij den prins reeds
dood in zijn bed. Prins Filips van Coburg bleef in de
sterfkamer bij het lijk, terwijl graaf Hayos naar Weenen
ging, om aan de keizerlijke familie de noodlottige tijding
over te brengen. Te half twaalf des voormiddags ver
nam de Keizer het overlijden van zijnen zoon. Na
het te hebben medegedeeld aan de Keizerin en prinses
Stephanie de vrouw van den kroonprins trok hij zich
terog en bleef tot 3 oren alleen. Toen gaf hij bevel
om het lijk naar Weenen over te brengen per extra
trein welke in den nacht van den 30 op den 31 te
1 uur aankwam. Al de leden van de keizerlijke familie
kwamen in den loop van den dag ten paleize om hun
leedwezen te betuigen.
De Wiener Zeitung bevestigt in haar niet officieel
gedeelte het reeds dadelijk geuite vermoedendat
de kroonprins zich door zelfmoord van het leven
had beroofd met de volgende mededeelingen. Nadat
de deur vau zijn slaapvertrek geopend was, toen
zijne gasten hem te vergeefs zaten te wachten
vond men hem levenloos te bed liggen. Op dezen
eersten indruk werd het bericht naar Weenen ge
zonden dat hij aan een aanval van beroerte getroffen
was. De hoogleeraar Widerhoferper telegraaf naar
Meyerling ontboden, begaf zich met den eerst mogelijken
trein naar het jachtslot. De hoogleeraar onderzocht
het lijk en vond aan het hoofd van den prins eene
vrij groote wond met eene aanmerkelijke beleediging
van den schedel en bet schedelbeen, waardoor onmiddellijk
de dood moest veroorzaakt zijn. Hij verklaarde, dat
deze wond door een kogel was veroorzaakt. Trouwens
naast het bed onder het bereik der rechterhand werd
een revolver gevonden, welke was ontladen. De ligging
van het wapen liet geen twyfel mogelijk, of de kroon
prins had zich zelf het leven benomen. Door de om
standigheid, dat de bedienden allen in de aangrenzende
woningen verspreid waren daar de kroonprins hun
gelast had, alles voor de jacht gereed te maken en zij
daarom voor korten tijd het huis moesten verlaten, kon
de knal van het schot door niemand gehoord worden.
Aan eene commissie, welke terstond naar Meyerling
werd gezonden en volgens de bestaande regels was
samengesteld werd opgedragen de toedracht der zaak
en de bijkomende omstandigheden nauwkeurig te onder
zoeken en op schrift te brengen.
Vele personen nit de naaste omgeving van den kroon
prins, wiens huweljjk met prinses Stephanie niet geluk
kig was, hadden in de laatste weken meermalen sporen
van ziekelijke overspanning der zennwen bij hem waar
enomen. Men moet duB aannemen, dat de daad onder
en invloed eener tijdelijke zinsverbijstering is gepleegd.
Bovendien wordt er op gewezen, dat de kroonprins in
den laatsten tijd herhaaldelijk over hoofdpijn klaagde
die hij had behouden, sedert hij in het vorige jaar van
het paard viel. Dit ODgeval werd echter op zijn uit
drukkelijk bevel strikt geheim gehouden.
Behoudens goedkeuring des Keizers, zal de teraarde
bestelling op den 5 des namiddags te 4 aren plaats
hebben. De Keizer heeft den wensch te kennen ge
geven dat de begrafenisplechtigheid zoo eenvoudig
mogelijk geschiede. De stoet zal zich langs den kortsten
weg door de stad naar de Capucijnerkerk begeven, waar
het lijk in den keizerlijken grafkelder zal worden by-
gezet. Den 4 des nachts wordt het lijk uit het slaap
vertrek in den Hof burg naar de parochiale kerk over
gebracht. waar het den 4 voor het publiek tentoonge
steld zal worden. In de voornaamste straten te Weenen
zijn rouwversieringen aangebracht.
Men verzekertdat de kroonprins reeds twee jaren
geleden en ook nog onlangs den afdeelings-chef, graaf'
Szegyenijimet de rangschikking zijner geschriften in
geval vin overlijden belast heeft.
De Keizer gaf den 31 tegen middernacht eerst ver
gunning tot het openbaar maken van het feitdat de
kroonprins zich zelf van het leven beroofd had nadat
de ministers daarop sterk aangedrongen hadden. De
opschudding door die bekendmaking te Weenen ont
staan, was zeer groot.
VEREENIGDE STATEN. Na eene onstuimige
beraadslaging heeft den 1 het voorstel aangenomen
wsarin uitdrukkelijk verklaard wordtdat het de taak
der regeering is, voor de bescherming van alle ameri-
kaansche belangen op de Samoaeilanden zorg te dragen.