A
Hoofdingelanden van den Haarlemmermeer
polder hebben den 20 benoemd tot secretaris den
neer mr. G. C. Everwijn Lange commies-redacteur
(afd. fiinanciëu) ter gemeente-secretarie van Amsterdam.
aan te gaan tot het exploiteeren van de lijn Haarlem—
Zandvoort en besloten tot het aangaan esner 3)4 pot.
leeninggroot 35.000.000, ter aflossing der 4 pot.
schuld. De inschrijving is opengesteld op den 26 tot
den koers van 991/.» pet.
In verband met de gunstiger berichten omtrent
den gezondheidstoestand des Konings werd den 19 te
'e-Gravenbagé het vuurwerk door de gemeente in de
Maliebaan nog afgestoken. Dank zij het gunstige weder,
gelukte het uitstekend.
Den 19 des morgens is aan het station te Venloo
de adj. chef Jansen onder een rangeerenden trein ge
raakt en ernstig gekwetst.
Het lijk van den sedert den 2 vermisten P. P.
van Oudorp is den 19 te St. Pankras bij de
Mirakelenbrug uit het water gehaald. Vermoedelijk is
hem op weg naar huis bij werkte aan de zuurkool-
fabriek te Noordscliarwoude een ongeluk
overkomen. Hij was van tijd tot tijd lijdende aan
toevallen.
's Konings verjaardag is op eigenaardige wijze op
„Nijenburg" van den heer jbr. mr. P. van Eoreest te
HeilOO herdacht. Allen, die op de plaats werkzaam zijn,
met oranje getooid, vereenigden zich als gasten te 12
uren aan een gemeenschappelijken maaltijd, in werkpak.
Er werd een eikeboom geplant, ter herinnering aan dit
feit, terwijl een aarden pot, bevattende de verschillende
namen der aanwezigen, daarbij in den grond werd gelegd.
Bij de den 20 gehouden verkiezing van zes
zes hoofdingelanden voor den polder de Scttermeer
werden herkozen de 3 aftredende leden de heeren
J. Blom Jz., K. Laan en Jb. Slooten Kz.; gekozen
de heer Jb. Schipper, terwijl herstemmingen moeten
plaats hebben tusschen de heeren C. de Goede Jz. en
D. Akkerman, alsmede tusschen de heeren C. Met en
A. Klomp.
Den 20 is te Haarlem tot wethouder benoemd
de heer mr. A. C. Waller, die de aanneming in be
raad hidd.
De gemeenteraad van Haarlem hesft den 20
met algemeene stemmen tot deskundige voor het doen
van voorloopige onderzoekingen tot aanleg eener ge
meentewaterleiding benoemd den heer J. Schotel te
Botterdam.
De gemeenteraad van Haarlom heeft den 20
benoemd tot onderwijzeres aan de tweede tusschenschool
mej. G. Graue te Amsterdam, aan de kostelooze school
letter E mej. C. van Overeem te Haarlem en aan de
opleidingsschool voor meisjes mej. H. S. Loreij te
Haarlem.
Het kamerlid, de heer B. H. Heldt, daartoe uit-
genoodigd door de liberale kiesvereeniging te T.i mmfm
zal in Maart aldaar voor de kiezers optreden.
Eene te Sctiagen gehouden openbare vergade
ring tot het stichten eener afdeeling van den protectio-
nistischen landbouwbond werd door 14 personen bijge
woond. Bij de bespreking verklaarden verschillende
personen zich tegen bescherming, terwijl niemand zich
bij den bond aansloot.
Den 20 des morgens ia de houtzaagmolen de
IJpenboom, behoorende aan den heer Kouwenhoven, te
Zaandam afgebrand.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft in hooger be
roep behandeld de zaak van den aannemer van hetNan-
ninga-Verlaat, G. Bleeker te Stavoren, die door de arr.
rechtbank te Heerenveen wegens het als bouwmeester ple
gen van bedriegelijke handelingen veroordeeld was tot
eene maand gevangenisstraf. De advokaat generaal heeft
zijne veroordeeling geëischt tot zes maanden gevange
nisstraf zijn verdediger vroeg vrijspraak. Uitspraak
den 28.
- Beroepen bij de herv. gemeente te Oosterland,
Stroe en den Oever op Wieringen da. A. W. Hotte,
predikant te Sittard.
Bij het departement van marine is onderhands asn-
„Waarom niet Ik ben toch oud genoeg, om alleen
te kunnen blijven", antwoordde zij toornig want ook
maar een oogenblik met hem samen te zijn scheen
haar een ondragelijke kweliing toe.
„Ik weet wel", ging hij voort, zonder van haar uitval
eenige notitie te nemen, en met zijn stok sloeg hij een woud
bloem af, die zich schuchter vertoonde, „mijn raad is u
even onverschillig, als nu als dat daar maar ik
geloof nu toch, dat het verstand ditmaal aan mijne zjjde is."
Willy's hart begon luide te kloppen. Zij herinnerde
zich Dog zeer goed het oogenblik dat zij hetzelfde
tegen Blanche had gezegd nu moest zij het uit Leo's
mond weer hooren. Zoo, juist zóó moest Blanche
het hem verteld hebben vandaar dus zijn konde on
verschilligheid en nietzooals zij vermoed had omdat
hij dacht, dat zij hem liefhad. Een donker rood kleurde
haar wangen.
„Laat ons dan gaan", zei zij eindelijk haastig.
„Ik vrees bijna, dat het te laat is."
Zwijgend ijlden zij voorwaarts en konden niet dan
met groote moeite tegen den storm opkomen. Willy's
haar was losgegaande lange vlechten hingen haar
om de schouders; zij lette er niet op en met de tanden
vast op elkaar geklemdliep zij haastig voort.
Plotseling, juist toen zij het marmeren amorbeeld aan
het meer voorbijgingen begon de hemel zijn sluizen
te openen en onder bliksem en donder stroomde het
naar beneden alsof de aarde moest verdronken wor
den. Doornat bereikten zij ten slotte bet terras; hijgend
en verhitleunde Willy uitgeput tegen het kozijn van
de geopende deur.
„Wij zijn op het droge, maar te laat", merkte Günther
schertsend op en hij liet het water van zijn mouw
loopen. „Gaat zittenfreule Willyik zal u iets
omslaan, vóór gij keu vat."
Hij gaf haar een stoel en zonder weerstand te bieden
liet zij zich zacht daarop neerdrukken toen legde hij
haar een doek om de schouderseen kussen onder de
voeten en schikte de lange vlechten over de leuning
besteed het bouwen van twee loodskottereter lengte
van 20 el. Laagste inschrijfster W3s de naamlooze ven
nootschap de Lastdrager te Nieuwediep voor 51 560.
De afdeeling HrOtHtn6Ui6 van „Het Witte
Krnis" kan zich niet vereenigen met de bestemming
die het hoofdbestnur wenscht te geven aan de/700.000,
die de vereeniging door bet sluiten eener premielee-
ning beeft verkregen. Volgens haar heeft de algemeene
vergadering de plannen van het hoofdbestuur wel goed
gekeurd doch de stemming daarover is niet geschied
naar behooren wijl medegestemd is door negen leden
van het hoofdbestuur, die volgens de statuten der Ver
eeniging geen stemrecht hadden. Wel had een lid
van het hoofdbestuur in de 14 algemeene vergadering,
volgens die afd. in strijd met art. 26 en 27 der statu
ten, voorgesteld, behalve aan de afdeelingen, ook aan
de hoofdbestuurders individueel stemrecht toe te kennen,
vcor dat voorstel dadelijk behandeling gevraagd en dat
voorstel zien aannemen, maar Krommenie, in deze mee
gaande met den Bijper afgevaardigde die in de 14
algemeene vergadering aantoondedat voorstellen tot
statuten-wijziging van zóó ingrijpenden aard eerst aan
het oordeel der afdeelingen moesten onderworpen wor
den bracht hare drie stemmen tegen de dadelijke be
handeling en het voorstel uit, en hield de onwettigheid
van dit beBluit en alle daaruit voortvloeiende handelin
gen vol. De afdeeling Krommenie heeft thans den 19
besloten haar voorstel om de 700,000 onaangeroerd
te laten en de renten aan te wenden ten voordeele der
afdeelingen dus der geheele provincie gehandhaafd
en, om voorbereid te zijn op alle gebeurlijkheden, be
sloten rechtspersoonlijkheid aan te vragen.
Het kerkbestuur der ned. herv. gemeente te
Yenhuizon heeft een voorstel aangenomen om de
gemeenten Venhuizen en Hem kerkelijk te vereenigen,
ten gevolge waarvan de predikantsbeiooning waarschijn
lijk verhoogd zal worden tot/2000. De daling der iand-
prijzen is, wat betreft de kerk te Venhuizen, van dit
besluit de oorzaak daar de geldmiddelen niet meer
toereikend zijn en een kerkelijke omslag afstuit op den
cegenBtand van het kerkbestuur,
Zeven en twintig pan- en steenfabrikanten in de
provincie Utrecht hebben aan de Tweede Kamer ver
zocht het wetsontwerp betreffende vrouwen- en kin
derarbeid te verwerpen. Moehten daarvoor de kansen
echter niet gunstig zijn dan dringen zij er toch op
aan in de uitzondering van art. 1 ook op te nemen
steenbakkerijen, pan- en tegelfabrieken en subsidiair, voor
het geval deze wijziging niet werd aangenomen van
eenige belemmerende bepalingen op te beften. Volgens
hen is het ten eerste bezwarend in den zomer den
arbeid te zeven uur te doen eindigen vooral bij druk
kende warmteomdat het werkelijk in het belang der
werklieden is, op den middag een half uur of een uur
langer het werk te schorsen en tot des avonds 8 uur in
de koelte door te werken. Ten tweede doet de vraag zich
voor, wat verstaan wordt door „eene besloten plaats voor
den arbeid bestemd" (Art. 5 laatste alinea). In verband met
art, 9 is de daar verlangde zorg voor den fabrikant
hoogst moeieüjk zoo niet onuitvoerbaar omdat op de
fabrieken van een der onderteekenaare de terreinen
waar gewerkt wordt, veelal onmiddellijk gremen aan de
woningen der werklieden of daarmede als het ware een
geheel uitmaken.
Eindelijk leveren de bepalingen der artikelen 10 en
11 mede eene groote moeielijkheid op in de toepassing.
Ten aeele doordien de jeugdige personen soms uit eene
andere gemeente komen, dan waar de arbeid verricht
wordt, ten deele omdat er nog al eens verwisseling van
zoodanige personen plaats heeft en eindelijk ook, omdat
de werkuren en de rusttijden naar gelang van het jaar
getijde verandering ondergaan.
De heer jhr. mr. J. W. M. Schorer, commissaris
des konings in Noordholland, is door den Koning be
noemd tot ridder 2e klasse (groot-officier) der orde
van den Gouden Leeuw van Nassau.
Volgens een bericht in de N. Bott. Courant zou
bij het eerlang in te dienen wetsontwerp op het lager
onderwijs het openbaar en bijzonder onderwijs volkomen
van den stoelmet een zorg alsof zij eea ziek kind
was. „U moet mij een oogenblikje excuseeren; binnen
vijf minuten ben ik weer terug."
Hij verliet bet vertrek en nu merkte zij eerst op
waar zij zich eigenlijk bevond. Het was waarschijnlijk
het veel gebruikte studeervertrek van Günther alles
deed dit vermoeden. Een begonnen brief op de schrijftafel,
de stoel daarvoor terzijde geschoven en een verwelkte
ruiker op den hoek van het glad gepolijste blad alsof
hij zoo even zorgvuldig ter zijde was gelegd. Daar lag
ook de verkleurde clematisdie zij zoo goed kende.
Hij had die bewaard als een herinnering aan het oogen
blik toen hij haar gekregen had en aan de geefster.
Het bloempje nam al hare opmerkzaamheid in beslag,
zoodat zij niet opmerktehoe kostbaar de schilderijen
waren die aan den wand hingenof eenige notitie
nam van het keurig menbilair van gesneden hout. Zij
zag niets dan die bloem die bloem En nu kwam er
weer leven ineen blanke band plukte haar een
schoon meisjeegelaat en een vroolijke lach
„Daar ben ik weer, freule Willy! Maar wat zal ik
beginnen Mijn goede oude huishoudster i3 naar de
stad; gij kunt toch onmogelijk zoo in die natte kleêren
blijven 1 En zware verkoudheid ia al het minste, waar
mede gij er zoudt afkomen
Zij glimlachte flauw.
„Een verkoudheid is nog wel te overkomen maar
ik ben zoo nat niet
Hij had haar onafgebroken aangezien, terwijl zij sprak.
Behalve haar kapsel kwam hem nog iets anders vreemd
en ongewoon voor in haar gelaat. De wangen waren
bleek en smal gewordenom de oogen lagen diepe
schaduwenzij zag er vermoeid uit en een roerend
hulpelooze trek lag over de gansche, eenigzins gebogen
gestaltedie zich anders zoo hoog en statig verhief.
Een gevoel van hartelijke teederheid maakte zich plot
seling van hem meesterdeed alle hinderpalen ver
dwijnen die gekwetste ijdelheid babbelzucht en licht
geraaktheid tot nu toe in den weg hadden gelegd,
gelijk gesteld zijn wat betreft den geldelijken stenn
uit 's Rijks kas. De uitkeering van 30 pet. aan de
gemeenten zou vervallen en vervangen worden door
eene bijdrage van Rijkswege aan alle scholen zoowel
bijzondere als openbare, naar den maatstaf van het getal
der in dienst zijnde onderwijzers, in verband met bet
aantal schoolgaande kinderen.
Uitgenoodigd door het bestuur van den Bond van
liberale kiesvereenigingen in het kiesdistrict Alkmaar,
trad Mr. W. van der Kaay lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal voor dat district, den 17
des avonds te Schagen voor een talrjjfe gehoor als
spreker op. Nadat de vergadering met een inleidend
woord door den voorzitter, den heer A. W. v. Klnjve,
was geopend, gaf deze het woord aan den spreker.
Het N. v. d. Dag geeft van de rede het volgende
verslag
Tot de bespreking komende van het aangekondigde
onderwerp „Verduisterde uitzichten en blijvend vertrou
wen", zeide de heer van der Kaay, dat hij, vertrouwen
hebbende in de beginselen der liberale partij dat ook
heeft voor de toekomst. Het oaderwerp is niet op
wekkend want wanneer zal de gezichteinder opklaren?
Hij zal zich gelukkig achten, indien hij dit mag beleven
en de ommekeer spoediger komt dan hij verwacht
doch wat hebben wij te doen ter vervulling onzer per
soonlijke verwachtingen Wij moeten pal staan voor
onze beginselen, en dan hebben wij recht te hopen, dat
de toepassing der liberale beginselen ingang vindt in
wetgeving en bestuur. Thans is de liberale partij de
zondebok men wijt aan haar den tegenspoed, de wer
keloosheid en malaise dat zouden de gevolgen zijn?
doordien de liberale partij aan het roer is geweest. Hij
acht het niet noodig hier te batoogen, dat de daling der
weivaart niet is de schuld der liberale partij. Geheel
andere oorzaken hebben daartoe bijgedragen: de stoom
en de verbeterde vervoermiddelen deden de welvaart
op ongekende wijze toenemen, maar ook bracht die
zelfde stoom hier de buitenlandsche granen aan de
markt, de noodlottige strooming der bevolking
naar de groote steden de bouwwoede en daarna de
werkeloosheid en de overproductie. Spreker zag niet
iu dat dit alles aan de regeering kan worden ge
weten de regeering kan hinderpalen wegnemen het
goede verkeer bevorderen de belastingen zoo gelijk
matig mogelijk doen drukken.
Men verwijt de regeering dat zij meer had kunnen
doen. Wat had men gewenscht? Hy heeft op die vraag
geen antwoord gehoord. Men had dit kunnen ver
wachten van deee Begeering. Tweemaal heeft zij daar
toe gelegenheid gehad op den L Mei, bij de opening
der Staten-Generaal en op den 18 September 1888.
En welke was de verklaring van de regeering De
minder gunstige weersgesteldheid heeft haren ongunstigen
invloed op deu oogst doen gevoelen wat den handel
betreft, kan op eenigen vooruitgang worden gewezen;
aan den minder gunstigen toestand vau den landbouw
zal de regeering hare aandacht wijden. Dit belooft deze
regeering. Ook is door haar ingediend een wetsontwerp
tegen de knoeierijen in den boterbindeldoch ook dit
had de vorige regeering reeds op haar programma, ter
wijl die tevens reeds geiden beschikbaar had gesteld
tot oprichting en ondersteuning van landbouwscholen
en vakscholen voor de zuivelbereiding van deze re
geering is weinig anders vernomen dan voortzetting
der plannen van de vorige regeeriug. Indien men
zegtde regeering had eerder maatregelen moeten
nemen dan antwoordt spreker dat zij tijdens den
bloeienden toestandwaarin de landbouw verkeerde
weinig succes zou hebbeu gehad. Eu heeft ooit de
rechterzijde hierop aangedrongen en hebben de libe
ralen er zich tegen verzet? Neen, nooit.
Heeft de tegenwoordige regeering cp den 1 Mei
1888 verklaarddat ook de belangen van handel en
nationale nijverheid niet uit het oog zullen worden
verloren en dat daarbij ernstig zal worden overwogen
in boeverre van de invoerrechten, als bron van inkomst
voor de schatkistmeer partij getrokken en de druk
van enkele accijnzen verminderd kon worden spreker
©n warm klonk dan ook zijn stem toen hij in zijn
stoel voor de schrijftafel gezeten, half lachend, half
ernstig zeide
„Zijn wij eigenlijk geen groote kinderen freule Willy
Zulk een lange goede verstandhouding door de belache
lijkste kleinigheden te laten verstoren De regen heeft
mjj flink ds oogen uitgewassehen en daarmede al mijn
gekrenkte eigenliefde weggespoeld. Wanneer ik u dan
werkelijk onverschillig, geheel onverschillig ben, dan
behoeft niets toch te verhinderendat wij evenals
vroeger met elkander omgaan. Overigens de hand
op het hart hebt gij dat gezegd?"
„Ja, maar anders dan gij het hebt opgevat, in
een bepaald opzicht
„Zwijgen wij er verder over", viel hij haar luchtig
in de rede toen hij haar verlegenheid bemerkte, maar
toch voelde hij zich weder min of meer geraakt. „Gij
zult u zeer eenzaam gevoelenals uwe familie weer
vertrokken is."
„Dat denk ik welHet was een zonderling ant
woord. Zij keek door de geopende deur van het terras
in den tuinwaar de regen in stroomen langs den
weg liep, de stralen van de fontein verbrak en bliksem
en donder om de heerschappij streden. Zijn oogen
daarentegen hingen aan de lange vlechten die op het
lichte kleed een vochtigedonkere streep achterlieten
en elkaar langzaam naderden. Hij lette op elke bewe
ging van den blanken hals en kon met pijnlijke zeker
heid het oogenblik berekenen, waarop het haar vochtig
en zwaar op den rug zou neervallen. Hoe gaarne had
bij het in zijn hand genomen, het weder terecht gelegd,
maar hij waagde het niet. Er was zoo iets eigen
aardigs en vreemds aan bet meisje Neen hij waagde
het niet. Het zwijgen begon hem langzamerhand echter
pijnlijk te worden hij verschoof onrustig zijn stoei.
Toen hij zich eenigzins vooroverboog kon hij zien
dat niettegenstaande hare schijnbare kalmta, twee roode
vlekken op haar wangen brandden.
Wordt vervolgd.)