'sGRAVEXIIAGE, 2i Februari. Volgens verklaring van professor Rosenstein en de geneesbeeren des Konings is de ontsteking aan slijmvlies, jmoiid en keelholte gelukkig geweken. Alleen de krachten des Konings laten nog te wenschen over. Jwgczcm&gn ^mKKgtt. QMlcrlei. beweert, dat deze regeering het wootd „inkomence rechten" niet bij den naam heeft durven noemen. Het verwijt, als zon de liberale regeering meer de belangen van de bourgeoisie dan van den minderen man hebben behartigd weerlegde hijdoor er op te wijzen, dat juist de liberale partij de prijzen der levensbehoeften heeft doen dalen door afschaffing der belasting op de brand stoffen, het schapen- en varkensvleesch en der plaatselijke accijnzen. Yoorts wees hij op de oprichting der Ryks- postspaarbank en het in het leven roepen der drankwet en de wet op de coöperatieve vereenigingen. En wat heeft deze regeering gedaan? Voortgezet de door de vorige regeering reeds aangevangen enquête. Er kan gewezen worden op de wet togen overmatigen arbeid van vrouwen en jeugdige kinderen doch de reeds vroeger door minister Modderman en Du Tour ingediende, doch niet aangenomen wetsvoorstellen daar omtrent gingen veel verder. Leg<o waren teen de be zwaren der rechterzijde, men beriep zich op de vader lijke macht en dat de Staat niet het recht heeft daarop inbreak te maken. En die partij zal ons beschuldigen dat wij niet ver genoeg zijn gegaau 1 De liberale partij is niet, zooals beweerd wordt, sedert 1848 onafgebroken aan het bestuur geweest. De maatregelen ter verbete ring der sociale en maatschappelijke toestanden kunnen dan aileen goed werken in een constitutioneel land als het onze, wanneer daaraan behoefte wordt gevoeld, als er een volksopinie bestaatnu eerst begint er een volks opinie te komen. Een massa plannen der liberale partij zijn verijdeld toen de Kamer op het z.g. doode punt was. Eén stem maakte haar soms machteloos; de school wet-agitatie is langen tijd een remtoestel geweest. De kroon op het werk is echter, dat deze regeering ver klaartdat 's lands middelen goed zijn beheerd Wat wil nu deze regeering Wijziging van de helfing der invoerrechten, herziening van de wet op de personeele belastingin verband met bet te regelen kiesrecht, wijziging der belasting op da suikernooit echter eene inkomsten-belasting. Vraagt men waaraan de liberale minderheid te wijten is, dan antwoordt spreker: aan het uitvaardigen van den syllabus en de encycliek door den Pausen voornamelijk aan het veldwinnen der anti-rev. partij. Zeer verleidelijk klinkt het, Gods woord te gebruiken tot grondslag van hare po'itiekdit is echter een ijdele klankeen bedriegelijke leus. Evenmin als de Bijbel ons het antwoord kan geven ten aanzien van de vraag met betrekking tot de inkomende rechten evenmin kan Gods woord dit doen ten opzichte van de po'i tiek Gods woord behoort tot ern hoogare orde. Door verschillende voorbeelden toonde spreker aan dat, volgens de gezonde begrippen van recht, de Heilige Schrift op dit punt niet betrouwbaar isde sociaal democraten zullen met een beroep op Gods woord evenmin het antwoord schuldig blijven, als de anti-revolutionairen van bunnen bant terwijl nihilisten en communisten dea moord goedkeuren met het oog op den bybel. Onze staatbuude moet berusten op gezonde grond slagen een partijdie den godsdienst wi! mengen in de politiek, is tot werkeloosheid gedoemd. Wij worden thans geregeerd door twee partijen die met elkander leven in goede verstandhouding doch elke partij is in zichzelf verdeeld. De Standaard spreekt van de gauche en de droite in de anti-rev. partij, terwijl bij de katho lieken do oneensgezindheid zich openbaart in het ver schil van meening over het vervullen van den per soonlijken dienstplicht. De minister van oorlog Ber- gansius, zelf katholiek wordt hierin door zijne eigene partij bestreden. Wel helpen katholieken en anti-revo lutionairen elkaar hunne leden in de Kamer brengen, doch te zaaien kunnen zij niet veel belangrijks uitvoeren. Wat zij echter wel zullen doen, ia: herziening der Echoolwet en splitsing der meervoudige districten. Zijn in dit opzicht onze vooruitzichten in politieken zin verdu'sterd, ook voor vele niet-liberalen is dit het geval. Het gezond verstand en de eerlijkheid van ons volk zal het echter leiden op den goeden weg, en het Ne- derlandsehe volk zal zich op den d iur wenden tot de liberale partij, want ons land moet zijn een land van vrijheid niet alleen maar er moet ook samenwerking bestaan op maatschappelijk en staatkundig gebied. Er moet zijn vrijheid van godsdienst en oplossing der poli tieke vraagstukken, niet dooi1 den bijbel. Het is verkeerd, wanneer de bijbel als politiek wapen wordt gebruikt; en die partij regeert nu, benoemt en roept tot betrekkingen, eene zeer verleidelijke zaak voor den ambtsjager. Men moet echter ondervinden dat deze regeering niet gseft wat zij beloofd heeftons past geduld geen haast geen vijandige houding tegen dit ministerie; men moet toonen wat het regeeren vermag van twee partyen, die het onderling oneens zijn. De spreker spoorde daarom aan, niet op te houden, de liberale beginselen te verkondigenhet volk voor te lichten en het te toonen dat het vertrouwen in de toekomst niet is geschokt. Laat ons het morgen rood van een nieuwen dag verbeiden een schipper wiens vaartuig goed in orde is en die een goeden loods aan boord heeftvreest den storm nieten moge de nevel den reiziger een wijle het uitzicht belemmeren, de zon zal eenmaal dien nevel doen verdwijnen. Zoo zij het ook met ons. Zy die gelooven haasten niet. Na deze rede welke zeer werd toegejuicht volgde eenige discussie. De voorzitter sloot daarna de ver gadering met een hartelijk woord van dank aan den geachtea spreker, wiens optreden hier den band tusshen de kiezers en hunnen vertegenwoordiger nauwer had toegehaald; hij uitte daarbij ais tolk der aanwezigen, den wensch, dat de heer van der Kaay meermalen in hun midden als spreker mocht optreden. De heer G. J. Steens Zynen te Gouda heeft aan d9 gemeente Gouda, met het oog op den minder gun- stigen toestand der geldmiddelen van die gemeente en het belang dat bij de oprichting vari een gymnasium niet op geld moest worden gezien, een der grootste en fraaiste huizen op de Westhaven, geschat op f 21000, ten geschenke gegeven zullende de overdrachtskosten voor zijne rekening komen. De gemeenteraad nam den 20 dit aanbod met erkentelijkheid aan en bracht hem des avonds eene serenade met de muziek der dienst doende schutterij. De Deli-Handelmaatschappy keert over het jaar 1887/8 geen dividend uit, met het oog op de wissel vallige toestanden in Indie, hoewel een zeer voldoend winstcijfer behaald was. De kosten van herstelling van de schade, door de jongste stormen aan de spoorwegwerken in den omtrek van Dordrecht toegebracht, worden op ongeveer f 50000 geraamd. Beroepen bij de berv. gemeente te HoOgWOUd dr. L. Knappert te Kwadijk. Te MidWOUd is tot lid van den gemeenteraad gekozen de heer C. Berkhout Jz. te OOStWOlld met 61 van de 77 stemmen in plaats van den heer Wee- der, vertrokken. Bedankt voor het beroep naar GeMermalsen en Kats door ds. P. H. Versteeg te St. Pankras en naar Sehermerhorn door ds. P. A. Busch Keizer te Eoderwolde. De arr. rechtbank te Breda heeft uitspraak gedaan in zake het rechtsgeding tusechen den heer Charles Louis de Bourbon aldaar, eenig overgebleven zoon van wijlen Charles Louis de Bourbon „Hertog van Nor- mandie", in 1854 te Delft overleden en vrouwe Marie Catherina Johanna Adrian» du Qaesue de Brucbem weduwe van den heer Adelbert de Bourbon, als moeder en voogdes over hare drie nog minderjarige kinderen als gedaagden. De eiecb van den heer Ch. L de Bour- bon °was, aan hem over te geven verschillende familie papieren, indertijd aan den vader der minderjarige ge daagden ter hand gesteld welke gediend hadden bij het in 1874 voor het Hof van Appèl te Parijs gevoerde proeosdoor mr. Jules Favte, en familiepapieren, on geveer twee jaren later aan denzelfde toevertrouwd. De eerste papieren waren aan den heer Adelbert de Bourbon gegeven namens do familie door den graat De la Barre. De gedaagden ontkenden bet toevertrouwen dier pa pieren aan hun vader en beweerden, dat de eischer zich opwierp alsof hij alléén de familie de Bourbon uitmaakte. De eischer bleef bij zijn beweren dat hij als eenig overgebleven zoon van Lodewyk XVII recht had de papieren der familie te hebben, en de papieren welke hj opeischte werden door hem aangeduid als betreffende: 1° de ontvluchting van Lodewijk XVII uit de Temple, 2° zijn verblijf in Pruisen, 3° de her kenning door oude dienaren van de identiteit van den vader van eischer met den zoon van Lodewijk XVI en 4° zijn verblijf in Nederland. De eischer bood aan het door hem gestelde door alls middelen rechtens, Bpeeiaal door getuigen, te be wijzen eu bovendien droeg hij aan gedaagden den eed op: „dat het niet waar was, dat bidoslde familiepa pieren aan wijlen den heer A. de Bourbon waren toe vertrouwd en in zijnen boedel govonden." De ge daagden bestreden zoowel dit bewijs-aanbod als den aan ben opgedragen eed. Er kon toch niet blijken uit do gestalde feitenwelke papieren toevertrouwd warenvan een eed kon geeu sprake zijnomdat niet vaststond, welke papieren bedoeld waren en omdat die eed niet een persoonlijk feitnoch de wetenschap van een feit behelsde. De officier van justitie concludeerde tot ontzegging van den eisch. De rechtbank gaf in sommige den eischer, in andere opzichten de gedaagden gelijk. De uitspraak was, dat de rechtbank den opgedragen eed voorbijging als niet toelaatbaar en dat de eischer niet-ontvankolijk werd verklaard in zijne vordering betreffende de papieren die in 1874 zouden zijn gedeponeerd. Wat de later in depót gegeven papieren betreft ia de eischer toegelaten door alie middelen rechtens, spe ciaal door getu'gen, bewijzen te leveren. Dit getuigen verhoor ia bepaald op 26 Maart a. s. Naar wij vernemen zal eerstdaags bij de uitgevers 8. en W. N. van Nooten te Schoonhoven de verste aflevering verschijnen eener goedkoope uitgave, zijnde de vijfde druk van Rellstab'e beroemden gescaiedkundigen roman: 1812, naar het hoogduicsch door J. J. A. Go e v De houtsnede naar de geestige teekening „de Volewijk" van Marie ten Kate in een der jongste nummers van Eigen Kaard geeft mij het volgende in de pen Of er in de nieuwerwetsche kalkovens van den heer Stoel nog iets anders gefabriceerd wordt dan kalk weet ik niet wel dat in de in 1720 door Kempe da Vries, een fries van geboorte, in het land van Overdie aan de Alkmaarsche vaart (later Noordhollandseh Kanaal) gebouwde ouderwetsche kalkovens ook kinderen gebak ken werden. Oorspronkelijk waren er 3, in mijne jeagd maar 2; de laatste eigenaar, de heer F. M. v.d. Velde, bouwde er weder één bij maar deze iaatste had geen lang bestaan want na den dood van genoemden heer, werden de 3 kalkovens in 1869 verkocht en welhaast daarop afgebroken. De heer Stoel behield met zijae nieuwe inrichtingen het veld alleen. Vlamden de ovens en maalde de molen de Wolf (bij de Keetkolk), dan werden er jongens gebakken maar stond die molen stil, dan bestond het baSsel uit meisjes. De nieuwsgierige jeugd tuurde wel eens naar de trek gaten onder aan de ovens om de jonge wereldburger tjes of burgeresjes te voorschijn te zien komen maar steeds te vergeefs. De aflevering door Dirk Nieuw jaar, teveas een voornaam eendenfokker, had dan ook steeds in den nacht plaats. Met het halen wa ren do moeder en de baker belast. De toebereidselen tot den nachtelijken tocht bestonden doorgaans in het opslaan van een ledekantwaarbij de niet heel jong® kinderen bedenkelijk toe- en elkander beteekenisvo' aankeken. Het gebruikelijk reiscostuum was een wit nachtgewaadtot verlichting van het pad droeg de baker een lantaarn aan een ring door haar neus. De tooht geschiedde grootendeels met een open schuitje wat wel wat koud en in de vorige eeuw toen men het Galgeveld voorbij moestrecht griezelig was. Bij het bruggetje moest men echter uitstappen en daarop trad de moeder met haren biooten voet onmisbaar in een spijkerwaardoor eene wonde oütstond die haar 14 dagen bedlegerig maakte. Dat by elke nieuwe reis hetzelfde plaats had, vonden genoemde niet heel jonge kinderen wel wat verregaand lomp. Hoe men het na het afbreken der oude kalkovens bered heeft weet ik niet; wederom wèldat er nog steeds kinderen in de wereld komen, zooals de opgaven van dan Burgerlijken Stand gedurig bewijzen. Of de ooievaardie het elders al zoo druk heeftnn ook Alkmaar bedientkan ik niet verzekeren de zaak is gewichtig genoeg voor een onderzoek. Betrefiende het ongelukaan het ned. barkschip Noach VI overkomen, meldt men het volgende Het echip liep den II Februari in den Atlantischen Oceaan met ruimen, harden westelijken wind, koersende naar het kanaal, met vreeselijk hoogloopende zee, zoo dat men ten laatste genoodzaakt werd, het groote boven marszeil en de fok vast te maken. Om 8 uur kwam er een stortzee oier de campagne en midscheepsdie het grootste deel der reeling en potdeksels benevens de kappen medenam. De gezag voerder, kapt. Pootman, de dokter, 3e stuurman, boots man en de matroos Breirg werden door die zee uver boord geslagen. De le stuurman Schaap ward van bakboord naar stuurboord geslingerd, klemde zich daar vast aan want en brassen en bleef eenige minuten bewusteloos buiten boord hangen. Na binnen booid gekomen te zijn, werd geconstateerd, dat het linkerbeen en de hand zwaar gekneusd waren zoodat hij onmid dellijk naar beneden werd gebracht. Na „bijdraaien" te hebben gelast, liet hij het geheele commando over aan den tweeden stuurman Walter. Aangezien het schip over stuurboord ongeveer een kwart uur plat op zijde lag en de equipage van het voordek door het water in de midscheeps niet op de campagne kon komen, was redding van de vijf hierboven genoemde personen, die inmiddels uit het oog verdwenen waren, onmogelijk. Emil Remkuseen van de beide matrozen die aan het roer stonden bekwam eene kneuzing aan het linkerbeen. De salon stond tot aan de bovenkooien, waarin zich de passagiers bevonden, onder waterhetwelk geheel en al in de lading is doorgedrongen. Aan de campagne sloeg alles weg zooals kompas, kijkers, kappen, waarvan er een binnen boord bleef. Het grootste gedeelte van het hekwerk, de seinvïag- genkist en een gedeelte van het stuurhuis gingen ver loren. In de midscheeps bepaalde de schade zich tot 27 verschansstuttende geheele verschansing en na- gelbank. Ook de deur van de verf hut werd stukge slagen, zoodat olie en verf door het scbotwerk heen in de kerk en hutten drong, waardoor bijna al de daarin aanwezige goederen beschadigd werden. Bij nader onderzoek bleek, dat bijna alle naden over het geheele schip gesprongen waren, eu niettegenstaande het schip noemenswaard geen water maaktebekwam het aan merkelijk stuurboord slagzij. Na gunstig weder afgewacht te hebben werd de reis voortgezet en arriveerde het onder bevel van den opperstuurman, den heer Schaap, met 98 dagen reis van Java den 19 Februari te Maassluis. Niet onaardig is het volgende oordeel van den fran- s hen romanschrijver EmileZoia, over generaal Boulanger. „Ik heb reeds gezegd", zoo begon Zola „dat de generaal de man der toekomst was, toen iedereen hem uitlachte en toen hij zijn prestige volkomen scheen te hebben verloren. Men weigerde toen hem au sórieux te nemen, omdat de door hem afgeiegde loopbaan tegen hem getuigde, omdat bij een laag voorhoofd heeft omdat hij geen arend is. AY elnu boe wss het met Napoleon III gesteld? Was hij een groot man? Eu Gembetta? Deze was een gezellig kameraad, hij had zich bij zijn vrienden in de hoogste mate bemind weten te maken; hij vias een eerlijk man, die recht door zee ging. Maar Boulanger stelt een idee voor, de monarchist sche idee. Wij mogen zooveel als wij willen praten over onze democratische denkbeelden, maar het is niet te ontkenuen fiat wij monarchisten zijn tot in het merg onzer beenderen Wij kunnen niet gelukkig zjjn als wij geen meester hebben om te aanbidden. Wij hebben behoefte ai.n pracht en praal, aan schit terende uniformeD, aan ridderkruisen en ridderlinten aan een indrukwekkend escorte. Nu, in die behoeften zal Boulanger voorzien. Ik weet niet of bij zich ooit van het gezag zal meester maken, maar als hij dat doet, dan bunnen de zaken niet slechter gaan dan nu. In Frankrijk is de regoering onder welken vorm zij ook moge optreden, altijd speelgoed in de handen van het plebs. Welnu, het plebs is het beste element in het land. Het is vol leven en levenskracht. Men zegt dat Boulanger den oorlog bedoelt. Maar ik geloof, dat, zelfs als wjj een oorlog krijgen, en Frankrijk voor den tweedon keer wordt geslagen en beroofd, het toeii weer van die rampen zal herstellen, omdat FVankrijk nieuwig heden, nieuwe denkbeelden, kunst, gezang, vroolijkheid, altijd heeft lief gehad en altijd zal lief hebben. Zoo denk ik er over. Ik ken Boulanger niet persoonlijk en ik ben er ook niet op gesteld, keunis met hem te maken, maar de knapste eomedianten zijn altijd zeker, succes te zullen behalen. «as:.•--**«!iiii n ii «i i i ■r»sin De landmeter voor de kadastrale ÖoekLOU- ding aan de bewaring te Alkmaar wordt met 1 Mei a e. belust met de vernieuwing van bijbladen te Arnhem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 3