No. 28. Een en Negentigste Jaargang. 1889. O M A A li T. WOENSDAG Arm Italië. ASSCHEPOETSTER Prijs der gewone Advertentiön: Sffüiccl (Scbctllc. H. SCHOBERT. VIKflt t tSCIII! COSJRANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,08. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS- TEE ZOON. BURGEMEESTER ea WETHOUDERS ALKMAAR 'brengen ter algemeene kennis dat heden op de ge.neente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoekmet de bijlagen van M. A. BE- KAMPsmid, wonende alhier, om vergunning tot het oprichten van eene smederij in het perceel aan de Vrouwenstraat, wijk A, No. 3, en dat op Maandag 18 Maart 1889, 's mid dags te 12 urenten raadhuize gelegenheid wordt gegeven, om tegen het oprichten van die inrichting bezwaren intedienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLA1NE PONT. 4 Maart 1889. De Secretaris, NUEOUT van des VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de le helft der maand Eebruari 1889. J. EldersAlkmaar; fl. T. Arentse's GravenhageJ. van der Horst, Wijkermeer; P. Ham, Zijpe. Briefkaarten. A. van der BeekRotterdam. Brieven: Verzonden geweest naar Duitschland: H. Schippers, Giersdorf. GEVONDEN VOORWERPEN. Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de rechtheb benden terug te bekomeneen heerenboordeen huissleutel; een geruite strik eener japon; een rood lint met medalje een portemonnaie met eenig geldeen vrouwenzakeenige artikelen inhoudende; een paar zwarte vrouwenhandschoenen een zilveren vingerhoed; een beursje met 1% cent; een grijze mof; een peilglas. Ook te Rome hebben de «werkloozen" zich doen gelden. Een groote oploop van volk heeft tijdelijk de openbare macht buiten de mogelijkheid gesteld om de orde te handhaven en de veiligheid van personen en goederen te verzekeren. Enkele straten zijn in de macht geweest van de oproermakersdie daarvan gebruik hebben gemaakt om eenige winkels te plun derenkoffiehuizen te vernielen, glasruiten stuk te slaan enz. Dergelijke verrassingen zijn niet alleen in Italië mogelijk; dat weten wij; Londen is er ook niet van verschoond gebleven. Toch zijn zij openba ringen van een treurigen toestand, dien een verstandig man niet zal aarzelen te erkennen en niet zal trach ten te verbloemen. Dat nu de toestand der bevolking in sommige streken van Italië niet overal bij zonder treurig is was trouwens bekend, In Midden- en Zuid-Italië en op Sicilië bestaat een toestand die meer of minder met dien van Ier land en Rusland overeenkomt. De grondeigendom is er in handen van betrekkelijk weinigendie niet op het land, maar in hunne paleizen in de steden wonen. DOOB In hun uitgestrekte bezittingen stellen zij weinig be lang zij kennen ze nauwelijks en evenmin de bevol king die er op woont en er op werkt. Die onbekend heid leidt er toedat zij zich ook niet bekommeren over den toestand waarin het land verkeerten er weinig naar vragen of het goed wordt onderhouden of verwaarloosd alleen de huurpenningen gaan hun ter harte. De pachter heeft in den regel geen vol doende middelen om het land goed te bewerken en het te geven wat het noodig heefthij tracht er van te halen wat er van te halen is, en de hooge pacht laat veelal slechts de betaling van een schraal dagloon toe. Reeds eenmaal hebben wtj de waarschuwende woorden van Cavour tegen deze noodlottige gewoonte der groote grondeigenaars vermeld. Hoe zou inderdaad alles veranderen indien zij zeiven de handen aan het werk sloegenzich op het land vestigden en zich gedurende eenige jaren wijdden aan de verbetering van den grond en van het lot van hen die het bebouwen Is er een heerlijker bestaan denkbaar dan dat van een bekwaam en menschlievend grondeigenaar, levende te midden van een bevolking die met hem en onder zijne lei ding zijn land bebouwt en in alle opzichten zijn belang stelling en medewerking ondervindt In Noord-Italie schijnt het besef daarvan in de laatste jaren meer te zijn doorgedrongen en hebben inderdaad sommige grond eigenaars zich cp het land gevestigd en zeiven het beheer hunner zaken ter hand genomen. Maar niet alleen de groote grondeigenaars leven in de steden tal van andere trekken er heen, omdat zij wenschen te leven te midden van de menigte op openbare plaatsen in sociëteiten en bier- en koffie huizen. Hun armoede van geest maakt hun een stiller en eenzamer leven ondraaglijk, en het ledige hoofd houdt meer van praten dan van nadenken. Wel wordt er nog wat gelezen maar bijna uitsluitend romans en couranten vooral veel couranten, en zoo be staat het leven uit een snelle opeenvolging van kleine, afwisselende indrukken oppervlakkig zonder diepte, doodend voor alle grondige en volhardende beschou wing. Ook de landelijke bevolking leelt in sommige streken van Italië anders dan b. v. hier te lande waar zij over het land is verspreid. Pachters en arbeiders leven er in groote dorpen en vlekken, velen op aanmerkelijken afstand van den grond dien zij bewerkenwaar zij 's morgens heen trekken en van waar zij 's avonds terugkeeren. Wij leven te snel, te haastig luidt tegenwoordig de gewone klachtmaar vooral Italië heeft in de laatste jaren te snel geleefd. Nog voor betrekkelijk weinige jaren was Italië niet de naam van een staat, den schouder van den jongen man „Ja, ik weet het, op jou kan ik volkomen vertrouwen", zeide hij wel willend, „maar daar hebben wij voor het oogenblik niet genoeg aan er moet geld worden verschaft. Weet je er werkelijk geen raad op F" „Als u u niet tot den een of anderen goeden vriend kunt wendenen dien uwe oogenblikkelijke verlegen heid kunt blootleggen Wat mij helaas betreft, ik Broek maakte eene afwerende handbeweging. Hoe dikwijls, als hij aan de mogelijkheid dacht van hetgeen nu vreeselijke zekerheid washad bij reeds te vergeefs Daar een uitweg gezochtIn niemand kon hij voldoend vertronweo stellen. Günther had wel kunnen helpen, maar in den jongen landheer, die gedurende zyn diensttijd een getrouw bezoeker in het huis van de Broeks was geweest, die nu zelfs zijn reis naar Spanje had uitgesteld en iu plaats daarvan voor onbepaalden tijd Berlijn tot zijn verblijfplaats had gekozen, in hem zag bij zijn toekomstigen schoonzoon en bij durfde bij hem niet met geldzaken aankomen voordat hij Blanche's echt genoot was. „Wij hebben de bank in onze speculaties meegesleept. Wauneer de directeuren nu de boeken komen nazien ik krijg eene rilling, als ik er aau denk Maurits van den Broek kromp ineen bij die onheil spellende woorden. „Ik heb zelf mijn geheele beschikbare vermogen in bankaandeelen belegd", zeide hij bijna beschuldigend op het onuitgesproken verwijt. „Ik bad in zeker opzicht dus ook wel het recht, er mede te doen wat ik wilde. Was die geschiedenis bij de grenzen er niet tusschen gekomen Knauer's stem klonk min of meer ongeduldigtoen hij bem in de rede viel: „Gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer; alleen met de gevolgen hebben wij nu nog rekening te houden." „En die zijn F" „Volkomen ondergang voor de bank en voor u zelf", voegde hij er aarzelend by, „als wij geen uitweg vindeD. Zou de freule, 'uw dochter in Warnitz, niet dat wil zeggen als zij de geheele waarheid maar van een schiereiland dat een aantal kleine staat jes bevatte, die in den regel met elkander niet op den besten voet stonden. In korten tijd is het één staat gewordenen thans telt het mee onder de groote mogendheden. Het verplaatste den zetel zijner regee ring van Turijn naar Florence en van Florence naar Rome tot groot nadeel natuurlijk van de beide eerst genoemde steden die haar kortstondige grootheid duur moesten betalen. Florence leed er zoo sterk onder, dat de stad failliet ging. Toen zij de hoofdstad van Italië werd, toen het hof en de regeeriog zich er vestigden, had zij zooveel te bouwen, aan te leggen, te verfraaien en te vergrootendat zij binnen 14 jaren een schuld maakte van 80 millioen guldenen toen Rome de hoofdstad werdstroomde de stad leeg en alles wat zij zelve en wat particulieren gebouwd hadden stond verlaten. Zij verloor meer dan 50.000 inwoners het verkeer was doodde handel stond stil, de nering verliep. Toen was de beurt aan Rome en men toog er met drift aan het werkom van de «Eeuwige Stad", van het Rome der oudheid en het Rome der Pausen ook een moderne wereldstad te maken. Er moesten nieuwe straten er moesten Boulevards wor den aangelegdmen bouwde een nieuwe stadhalf naast, half in de oude. «Mijne vrienden zijn trotsch» op den snellen groei van hunne hoofdstad", schreef de Luiksche hoogleeraar Emile de Laveleye bij zijn bezoek aan Rome in 1883. «Volgens de onderzoe kingen van Sella heeft men sedert de inbezitneming van Rome in 1870 tot aan het einde van 1882 jaar lijks gemiddeld 3.953 bewoonbare kamers gebouwd. Alzoo zijn in dertien jaren meer dan 51.000 kamers ter beschikking van de inwoners gesteld Simonelli berekent datterwijl de stad in dien tijd ongeveer 150 millioen francs heeft uitgegeven, de particulieren er ruim 300 millioen voor aanbouw hebben besteed, Bij dit halve milliard zal men heele milliarden voegen", zegt de Belgische geleerdeen om meer dan ééne reden acht hij dien snellen groei hoogst bedenkelijk. Hij ziet den tijd komen dat die bouwwoede moe' ein digen en vreest den stroom van werkzoekenden die gedurende al die jaren de nieuwe hoofdstad zal zijn binnengevloeid. Uit een economisch en een politiek oogpunt betreurt hij die snelle uitbreiding waarop zijn Italiaansche vrienden zich verheffen. Hij had gehoopt, «dat de malaria Rome zou belet heb ben eene van die groote moderne hoofdsteden te wordenwaar de kapitalen en de bevolking samen- stroomen gezwollen en met beroerte dreigende hoof den op bloedelooze lichamenschonwplaatsen der bedroevende tegenstelling van de ergerlijke over- zonder omwegen, verneemtF Alles staat op het spel." De president beet zich op de lippen. Willy Een gevoel van schaamte overviel den verblinden man toch voor een oogenblik. Willy stond geheel op zioh zelf, zij was vol vertrouwen 't was zijn eigen dochter om wie hij zich tot dusverre weinig bekommerd had Maar reeds het volgende oogenblik was die opwelling weder verdwenen; zijn egoïsme kreeg weder de over hand. Zij moet helpen 1 Natuurlijk! De naam, de eer van de familie staat op het spel. Willy mag niet weigeren zij behoort immers ook tot de familie 1 „Ik zal zien, wat ik doen kan", antwoordde bij aar zelend, terwijl bij op zijn horloge keek. „Morgen is het de laatste der maander rest mij dus alleen de avond en de nacht morgen middag moet ik weder hier zijn." Hy berekende snel hoe lang de reis, het oponthoud te Warnitz zon moeten duren, en terwijl hij daarover nadacht voelde hij zich reeds veel verlichtde aDgstige spanning zijner zenuwen vermin derde allengs. Willy moest helpen; zij zou het ook zonder twijfel doen zij was immers de dochter van haar moederdia ook altijd bereid geweest waszioh op te offeren. De president haalde diep diep adem. „Ja zoo zon het gaan 1" „En als ik nn alleen mij zelf dekte Knauer hoe maken wij 't dan met de bank F" vroeg hij reeds half gerustgesteld door zyn plannen. „Die mag evenmin vallen. Men zal er ons verantwoordelijk voor stellen schadevergoeding eischen.. Hij ging in zijne gedachten alles, wat er gebeurd was, na, of den kassier ook in eenig opzicht iets te verwijten was, maar overal zag hij slechts zich zelf en zijne bevelen die Knauer dikwijls slechts waarschuwend en tegen zijn zin had opgevolgd. Hij moest dus nu een andere taktiek volgen. „Bedenk, beste vriend", vervolgde hij daarom met nadruk en hy legde zijn hand op Knauer's schouder „als de bank valt, dan is het ook met jou gedaan, even goed als met mij. Alles komt aan het licht, onze speculaties worden bekend en aan een andere betrekking in je vak behoeft gij in Europa ter nauwernood te denken.'' Wordt vervoljd,) 43) Buiten sloeg een plasregen tegen de venstershet gas begon zachtjes te flikkeren en te zingen, geen van beiden sprak een woord. Als in een droom lag Broek naar deze geluiden te luisteren plotseling hief bij het hootd op en staarde hij Knauer met glazige oogen aan Knauer, den vertrouwde van zijne plannen, zijne werk- machine wien hij gaarne voor zijn eigene dwaasheden verantwoordelijk had willen stelleD. Maar toen hij op diens gelaat de wanhopige uitdrukking zag weerhield hy zich. „Wat kan er gedaan worden F" vroeg hij eindelijk byna onhoorbaar. „Niets! Niets, mijnheer! Al onze hulpbronnen zyn nitgeput; ik weet geen raad meer „Tweemaalhonderdduizend gulden - wat een bedrag Wie had dat ook vooruit kunuen zien Alle voorteekens waren gunstig; die ellendige geschiedenis aan de grenzen heeft de papieren zoo doen dalen zulk eene plotse linge wending kan niet aanhouden Zou zou het morgen misschien nog niet kunnen verbeteren, Knauer F" En een flauwe hoop flikkerde in zyn oog. „Ik vrees van neen. Wij kunnen daar tenminste niet op rekenen mijnheer. Wij moeten in ieder geval op alles zijn voorbereid „Schaf raad, Knauer „Ik weet niets meer, mijnheer Mijn hartebloed zon ik er voor willen geven", antwoordde hij met opeen geklemde tanden. „Maar wat helpt dat in deze omstan digheden F" De president was opgestaan en legde zijne hand op

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1