36*
Nationale Militie,
TWEEDE BLAD. ZONDAG 24 MAART,
Hbiiiciitl (Scheelte.
Toelating van Kinderen op de openb. school voor
onvermogenden en op de openb. tusschenscholeu.
jBnittnUnb.
fiinuettUtifr.
STATEN-GENERAAL.
Tweed© Kamer.
UKMAARSCHE COURANT.
REGENTEN van bet MANNEN- en VROUWENGAST
HUIS te ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat met
1 April a s. voor liet gebruik der badinriebting in dat gestiebt
onderstaand tarief, door den gemeenteraad vastgesteld 16 Ja
nuari 1.1., in werking treedt:
voor een enkel warm bad 50 centen
koud 30
tegen dadelijke betaling
bij abonnement voor
10 warme baden of meer 40 centen per bad
10 koude 25
Mocbten de baden voor of na de daartoe vastgestelde uren
worden verlangd, hetzij met of zonder abonnementdan wordt
de prijs voor ieder warm bad met 10 en voor ieder koud bad
met 5 centen verhoogd.
Nadere inlichtingen zyn verkrijgbaar bij den binnenvader
van het gasthuis El. J. de Jong, bij wien tevens de baden
aangevraagd kunnen worden.
Regenten voornoemd
Alkmaar, NUHOUT VAN DER VEEN,
21 Maart 1889. Voorzitter.
P. H. M. IBINK MELENBRINK,
Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de militieraad in dit district, ten raadhuize der gemeente
HOORN, op Haandag den 8 April e.k,, des voormid
dags te 11 uren, zijne 2 zitting zal houden tot het beoor-
deelen der lichaamsgebreken van de lotelingen die niet in de
mogelijkheid waren de le zitting bij te wonen benevens der
plaatsvervangers en nummerverwisselaarsdie door
of namens de lotelingen dezer gemeente, onder overlegging der
vereischte stukken, zullen worden aangeboden.
Ingeval de plaatsvervanger of nummerverwisselaar goedgekeurd
isbehoort het bewijs zijner goedkeuring ten spoedigste ter
secretarie dezer gemeente bezorgd te worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Maart 1889. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren bij deze aan belanghebbende ouders en voogden
dat volgens de algemeene schoolverordeningdoor den raad
vastgesteld 22 December 1880 (Gemt. blad No. 81), de toe
lating van leerlingen op de school voor onvermogenden (armen
school) en de 2 tusschenscholen alhierslechts éénmaal
'sjaars geschiedt en wel op 1 Mei, en dat alsdan tot die
scholen toegelaten worden de kinderen, die zes jaren oud zijn
of dien leeftijd bereiken vóór 1 Augustus d. a.
Bij de aanvrage om toelatingwelke aan het hoofd der
school vóór 15 April a.s. moet geschieden moet worden over
gelegd het bewijs van geboortebenevens van inenting of
natuurlijke pokziekle der kinderen.
Voor zooveel de tusschenscholen betreft, moet voor de be
woners der wijken A, B en E die aanvrage geschieden bij
den heer A. P. ZEILMAKER, en voor de bewoners der
wijken C, D en F bij den heer W. S. P. HÜFF.
Burgemeester en Wethouders noodigen de be
langhebbenden dringend uit, de aanvrage om toe
lating hunner kinderen tot een dezer scholen dit
jaar zoo spoedig mogelijk te doen, met het oog op
maatregelen, welke misschien door het gemeente
bestuur zullen moeten worden genomen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Maart 1889. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de rechtheb
benden terug te bekomeneene portemonnaie met geld en
postzegeleene portemonnaie met zeven centeneen damesmof
waarin een jurkje; een zwarte handschoen; een onderstukje
van een gouden oorbelletje met blauw steentje; een zwarte doek;
een bovenstukje van een gouden oorbelletje; een merklap met
wol en naald; een paar zwarte dameshandschoenen.
Rijksdag- Den 21 is bij tweede lezing de supple
toirs begrooting goedgekeurd waarbij gelden voor het
rijksleger (sterkere bespanning der artillerie) gevraagd
waren. Evenzeer zijn bij tweede lezing de begrooting
van marine en de nieuwe regeling van het beheer der
vloot goedgekeurd.
Op de bedenkingen van den heer Richter omtrent de
voorgestelde scheiding tusschen het opperbevel der marine
en het beheer der vlootantwoordde prins Bismarck
dat in de verantwoordelijkheid der marine-overheid
tegenover den Rijksdag geene verandering hoegenaamd
werd gebracht. In de afscheiding tusschen het opperbevel
en het bestuur was bij de grondwet voorzien wat het
eerstgenoemde betreft kon hij, de rijkskanselier, geene
verantwoordelijkheid op zich nemen. Het doel was
alleende als deugdzaam gebleken inrichting van bet
leger ook op de vloot over te brengen. Evenals bij het
leger een bevelvoerend generaal bestaatmoest ook
de marine een bevelvoerend admiraal bezitten. He
opperbevelhebber over beiden was de Keizer. Hij besprak
verder nog den staatkundigen toestand in het buiten
land en zeide o. a., dat de bovenbedoelde afscheiding
slechts dan van dringenden aard zou wordenwanneer
de thans bestaande uitzichten op het behoud van den
vrede mochten verdwijnen.
ENGELAND.
Lagerhuis. Den 21 heeft de regeering medegedeeld,
dat met 1 Juni a.s. rundvee en schapen uit Nederland
wederom in Engeland toegelaten worden zonder de
verplichting om ze eerst te slachten.
Den 22 werd met 275 tegen 24 stemmen verworpen
het voorstel van den afgevaardigde Bradlaugh, om de
jaarwedde van den minister voor Ierland Balfour met
6000 te verminderen.
Den 20 zette de heer Schaepman, na een woord van
waardeering te hebben gewijd aan het overleden kamerlid van
Baar, breedvoerig uiteen, dat de Staat tot plicht had de be
staande misbruiken tusschen patroons en arbeiders uit den weg
te ruimen, doch dat hij afkeurde, wat men meer wilde, name
lijk dat de nijverheid zich bepale tot een door den Staat
aangewezen kring. Dwang door den Staat belet de vrije nij
verheid. Men moest een euvel niet onmiddellijk wettelijk be
strijden, maar indirect te werk gaan. Anders riep men verkeerde
zaken in de wereld. Het ontwerp liet naar zijne meening te
weinig over voor onmiddellijke maatregelen. De instelling der
fabrieks-inspecteurs juichte hij toe. Ten slotte bestreed hij den
heer Nieuwenhuis en zijne eigenaardige wijze van handelen
door alles slecht te noemen en af te keuren en de feitendie
hij voorop stelt, als onomstootelijk te stellen en den bewijslast
voor het zonderlinge tegendeel aan anderen over te laten.
De heer 1' arncombe Sanders, die deze wet eene der
moeielijkste achtte om te behafldelenkan met het ontwerpin
grove trekkenmedegaanal had hij voor zich zelf liever
verder zien gegaan. Hij vroeg aan de regeering, of naar aan
leiding van de daarin opgenomen bepaling, die aan haar groote
vrijheid tot uitzonderingen laatde termijn van in werking
treding dezer wet op 1 Sept. wel ruim genoeg was. Verder
wees hij op het verschil van gevoelen, dat over enkele wets
bepalingen bestaato a. over de vraag, wat onder veld
arbeid bedoeld wordt, wat onder werkplaats verstaan
wordt, hoe de werkkring en de bevoegdheid der inspecteurs
geregeld moeten worden enz.
De heer Geertsema betuigde zijne bevreemding over de
indiening dezer wet naar aanleiding eener enquête, die zich
niet tot Twente had uitgestrekt. De toestand, dien de minister
in het aanzijn wil roepen, bestaat daar. Hij vraagt den minister,
niet te sterk vast te houden aan zijn ontwerp, om bestaande
gunstige verhoudingen niet te schaden.
De hepr Heemskerk, toejuichende dat in deze wet voor
jeugdige personen en vrouwen eene soort van normalen arbeids
dag is ontworpen, wijst op het gevaar van de vele uitzonderingen,
waardoor langzamerhand een regel ontstaat, vreemd aan den
oorspronkelijken regel van het ontwerp. Zijn bezwaar is dat
de minister wat den arbeidsdag betreftkomt met een stel-
ligen regel, die geene rekening hondt met, enkele takken van
bedrijf. Hij vraagt te dien aanzien inlichtingen.
De heer van der Kaay beantwoordde den heer Lobman,
die een gedeeltelijken invloed van de wet op de kerk wilde
overgedragen zien. Hij meent, dat de kerkgenootschappen, in-
zonderneid de protestantsche, met al de twisten die haar bezig
houdengeen tijd overhebben voor de behartiging van sociale
belangen. De vadermacht wilde die spr. onaangetast zien; dat
was z. i. in het ontwerp niet streng genoeg in het oog ge-
houden. Hij wijst er opdat door de bestrijding der anti
revolutionaire partij van de wet van Houten eerst nu in
1889 dit werk kon ter hand genomen worden. Den heer
Lohman hoorende spreken, meende hij eerder een Romein, dan een
Christen te hooren. Dat waren zwakke nagalmen van het ro-
meinsche rechthet kind aan den vader met onbeperkte macht.
En op de vraag aan wien het kind behoortaan den Staat of
aan de oudersmoet het antwoord luidenaan zichzelfhet
kind is niet een ietshet is een persoon. De aard onzer wet
brengt mede, dat de vader niet veel meer is dan de voogd
zijner kinderen, met strafrechterlijke verantwoordelijkheid. De
vaderdie zijn kind overlaat aan een ander tot het verrichten
van voor de gezondheid schadelijken arbeid, wordt volgens art.
253 Wetboek van Strafrecht gestraft met ten hoogste 3 jaren
gevangenisstraf. Ziedaar het beginselneergelegd in de wet.
Er is een verschil tusschen den vader-vader en den vader-
fabrikant. Hij ontkent het recht van den vader om zijn kind
te doen werken in eigen bedrijf als het in de fabriek ver
boden is.
De heer Rooseboom wijst er opdat geene rekening is
gehouden met den staat van oorlog of oorlogsverklaringdan
zou Zondagsarbeid onvermijdelijk zijn. De Rijkswerkplaatsen
door gewone personen, met het toezicht belast, te doen onder
zoeken, ging ook niet aan. Nadat de heeren Gilderaeester,
Borgesius, Oppedijk en Bahlmann omtrent enkele
punten hun gevoelen uiteen gezet haddenbeantwoordde de
minister van iustitie de verschillende sprekers. Daarbij deed hij
o. a. met genoegen uitkomendat niemand het ontwerp in
beginsel bestreden had. Dit ontwerp sloot zich in hoofdzaak
aan de conclusiën der enquête-commissie aam Op de klacht
dat de wet zoo weinig gaf, antwoordde hij, dat in Duitschland
en Zwitserland de wet nog slechts enkel den arbeid in fabrieken
regelt. Hier is de arbeid geregeld voor jongelieden tot 18 jaren;
de duitsche wet regelt slechts tot 16. Dit ontwerp verbiedt
zonder uitzondering nachtarbeid voor de vrouwdat doet de
duitsche wet niet. Alleen ten aanzien van den arbeidsduur gaat
de engelsche wet iets verder. De heer Oomela Nieuwenhuis
verklaarde zich de eenige deskundige, en daargelaten wat hij van
hem persoonlijk zeide, ontkende hij de bevoegdheid der leden om
over de zaak te oordeelen. Doch van zoo iemand mocht men ver
wachten, dat hij het ontwerp, dat hij zoo scherp beoordeelde,
had onderzocht en gelezen. Hij zeide niet in tramitu, dat de
huisindustrie niet in de wet was begrepen, hij wees er sterk op.
Waar de heer Nieuwenhuis weigert de wet door amendementen
te verbeteren, daar komt het naar het oordeel van den minister
niet overeen met de plichten van een volksvertegenwoordiger,
op wien als hij zich als deskundige poseert toch zeker
den last drukteen voorstel te verbeteren in de door hem
goedgekeurde richting.
De zaak der arbeidskamers was hem nog zeer nevelachtig.
Verder gaf hij op verschillende tot hem gerichte vragen in-
lichtingen.
De heer Domela Nieuwenhuis handhaafde zijn recht om
zich als zaakkundige in arbeiderszaken te beschouwen. Van *wij"
sprekende, bedoelde hij de wenschen der best georganiseerde
arbeiderspartij in Nederlandde sociaal-democratische. De
heer Heldt erkende zelf, dat de werklieden met dit ontwerp
ontevreden waren. De heer Lohman heeft gezegddat
de doleerenden sociale hervormers zijn. Ze zyn hetzelfde wat
socialisten zijn, (gelach) op kerkelijk gebied, wat de socialisten
zjjn op politiek. Beiden verkeeren in dezelfde ongunstige om
standigheden en zoodoende kunnen ze gevoel hebben voor
eikaars toestand (gelach). De heer Schaepman had hem be
schuldigd van aanmatiginger is te Rome iemand die zich
aanmatigt onfeilbaar te zijn.
De V o o'r z i 11 e r verzocht hem zich van dergelijke uit
drukkingen te onthouden.
De heer Nieuwenhuis verklaarde slechts geconstateerd
te hebben wat de Paus zelf zeide.
De heer Schapman; Gij zegt dat de Paus aanmatiging
toontdat is onwaar!
De heer Nieuwenhuis zeide dat hij sprak van onfeil
baarheid en ging voort met de verdediging van het door hem
genomen standpunt en drong aan op internationale regeling.
Den 21 zetten de heeren Lohman, Kerdijk, van
der Kaay, Heemskerk en Domela Nieuwen
huis hunne gevoelens nader uiteen de heer K e r d ij k
bestreed o. a. vrij krachtig den heer Nieuwenhuis. Nieuwe
gezichtspunten kwamen echter niet voor.
De algemeene beraadslaging werd daarna gesloten.
De artikelsgewijze behandeling ving aan
Art. 1. Onder arbeid verstaat deze wet alle werkzaamheden
in of voor eenig bedrijf, behalve; 1°. werkzaamheden in de
open lucht, of voor landbouw, tuin-, boschbouw of veehouderij;
2°. werkzaamheden voor of in eenig bedrijf buiten de fabriek
of werkplaats, voor zoover die werkzaamheden ook buiten eenig
bedrijf in eene huishouding of stalling plegen voor te komen.
Daarop waren voorgesteld
a 2 amendementen van de commissie van rapporteurs, en wel
1°. Art. 1 sub 1". aldus te wijzigendat veldarbeid alleen
worde vrijgelaten, ook voor anderen dan de leden van het ge
zin, als deze geschiedt in de open lucht en zonder loonsbetaling;
2». Aan art. 1 toe te voegen eene alinea, waardoor ook wordt
uitgezonderd de huisindustrie, alleen door het gezin gedreven,
zonder vreemde hulp.
I. Een amendement van de heeren Zaaijer en Kerdijk om
veldarbeid enz. niet uit te zonderen, behoudens dispensatie voor
kinderen boven de 10 jaren gedurende ten hoogste acht weken.
Deze verschillende amendementen werden, na toelichting door
de voorstellers, besproken, welke bespreking den 22 werd voort
gezet. De heer Schimmelpenninck stelde toen nog
voor, in de uitzondering sub. 1° weg te laten de woorden
in de open luchtterwijl de amendementen der commissie
van rapporteurs hehaaldelijk gewijzigd werden.
Den 26 voortzetting na afdoening der interpellatie Kerkwijk
over de opheffing van het consulaat-generaal in Perzië.
De tjotter Henriettebehoord hebbende aan den
makelaar van Campen in de Raamstraat te Amster
dam werd den 19 door den heer E. E. de Vries te
Elburg, aan wien het vaartuig dezer dagen verkocht
was, met zijnen vriend en zijnen knecht gehaald om over
zee langs Muiden naar Elburg te gaan. Vermoedelijk
is het vaartuig door eene plotseling opgekomen bui in
den avond van dien dag naar Huizen afgedreven en
aldaar omgeslagen met het gevolg, dat de drie op
varenden verdronken. n drenkeling was reeds te
Huizen aangespoeld.
De gemeenteraad van Purmerend heeft den
19 aan den onderwijzer le kl, aan de burgerschool
G IJmker niet eervol ontslag verleend.
De leden der r. k. kiesvereeniging Beverwijk
c. a. hebben den 19 eene motie aangenomen waarbij
zij kennis genomen hebbende van het kloeke optreden
van den heer mr. L. J. G. van Ogtroplid van den
raad te Amsterdam, in zake de houdingdoor prof.
Spruythoogleeraar aldaar, bij de verkiezingen aange
nomen, eenparig hunne volle adhaesie en openlijk hunne
hulde brengen aan het manmoedig en rechtvaardig woord
van dat gemeenteraadslid met de verzekering dat zy
er eene eer in zullen stellenimmer goede (volgens
prof. Spruyt) ultramontanen te blijven.
Den 20 des avonds is een door 3 huisgezinnen
te Krommenie bewoond woonhuis afgebrand.
De katholieke kiesvereeniging Eendracht maakt
Macht te Dordrecht heeft den 20 den heer J. C. van
Schaardenburg, a. r., tot kandidaat voor lid der 2e Ka
mer gesteld met 53 van de 82 stemmen23 leden wa
ren voor onthouding, omdat genoemde heer voorstander
van algemeenen dienstplicht is, terwijl zes daarom blanoo
biljetten inleverden.
Den 20 des avonds te 10 uren is te Breda brand
ontstaan in het magazijn van militaire goederen van den
heer J. F, de Booy. Een groote voorraad der goederen
verbranddeterwijl bet houten gebouw mede gedeelte
lijk afbrandde.
Den 20 had te Uitgeest eene voorstelling
plaats van de rederijkerskamer „Vondel." Opgevoerd
werden „Een gedwongen huwelijk", tooneelspel in 3
bedrijven. „Eene kleine vergissing", blijspel in 1 bedr.
en „Daar is mijnheer", blijspel met zang in 1 bedr.
De uitvoering slaagde bijzonder goed. Het vrij talrijke
publiek had een genotvollen avond die door een ge
zellig bal besloten werd.
Den 21 hebben de werklieden van de lucifers
fabriek te Eindhoven het werk gestaakt wegens loons
vermindering.
Den 21 had te Schagen eene keuring plaats
van hengsten en merriën ter inschrijving in het Neder*
landsch paardenstamboek. Een hengst en vier merriën
werden aangebodenwaarvan eene merrie werd afge
wezen
De heer jan Visser Dz. te Opperdoes is met
39 van de 74 stemmen gekozen tot lid van den ge
meenteraad in plaats van wijlen den heer P. Klaver Jn.zn.
Wy'be Postema gepens. o.i. militair te Harder
wijk is den 21 door de arr. rechtbank te Zwolle schul
dig verklaard aan mishandeling zijner vrouwdie den
dood tengevolge heeft gehad, en veroordeeld tot 6 jaren
gevangenisstraf'.
Den 21 is te Nieuwediep de afgekeurde duit
sche bark Apollo met al het staand en loopend want
en volledigen inventaris, in het openbaar verkocht voor
f 11.785.40.