No. 39.
Een en Negentigste Jaargang.
ASSCHEPOETSTER
1889.
ZONDAG
31 MAART.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
HERZIENING DEK PROVINCIALE
KIESDISTRICTEN.
Prijs der gewone Advertentiën:
1 WTOTTTT .T.hi'i'OTVr
■UI
u.kntinsirir. courant.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,—
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM'. COS-
TEE ZOON.
(S L O T.)
Waarom zouden de provinciale kiesdistricten ver
anderd moeten worden Omdat er geen verhouding
bestaat tusschen het getal inwoners der verschillende
Provinciën en het getal leden harer Staten en evenmin
tusschen het getal inwoners van de kiesdistricten in
dezelfde provincie en het getal leden van de Provin
ciale Staten die in elk dier districten gekozen worden.
Aldus luidt het antwoord der Kegeeringmaar zij
ontneemt daaraan aanstonds zelve alle kracht door te
erkennendat er tusschen deze getallen nooit een
behoorlijke verhouding heeft bestaan, en dat de wan
verhouding alleen wat grooter geworden is. Daaren
boven neemt zij in haar voorstel de eerstgenoemde
wanverhoudingtusschen het getal inwoners van de
verschillende provinciën en het getal leden harer
Statenniet wegalleen de tweede door haar ge
noemde wanverhouding wordt daarin verbeterd. Voor
dat men echter op middelen zint om te veranderen
en te verbeteren dient men zich ernstig de vraag te
stellen of er wel reden bestaat om zoo sterk op een
gelijke verhouding aan te dringen. Toen de Pro
vinciale wet tot stand kwam, was men van eene andere
meening.
Aanvankelijk achtte de Eegeering in 1850 de zaak
van zoo overwegend provinciaal belang dat zij de
verdeeling van elke provincie in kiesdistricten voor
de verkiezing van de Provinciale Staten aan die Staten
zeiven wilde overlaten, en het voldoende oordeelde
dat voor die verdeeling enkele regelen in de wet
werden opgenomen. Onder die regelen nu komt ook
voor, doch eerst in de laatste plaatsdat bij de be
paling van het getal der in elk district te kiezen
leden op de bevolking der districten zou worden
gelet, maar niet dat dit getal tot de bevolking in een
vaste verhouding zou moeten staan zooals bij voor
beeld in de toenmalige Grondwet omtrent de verkiezing
van de leden der Tweede Kamer werd bepaaldéén
lid op de 45000 inwoners In de eerste plaats werd als
regel gesteld, dat de kiesdistricten zouden gevormd
worden volgens (le plaatselijke gesteldheiden in de
vierde plaats dat geene gemeente hoe groot ook
in afzonderlijke kiesdistricten gesplitst zou mogen
worden. Deze beide regelen staan met elkander in
nauw verband en lichten elkander toe. De verschil-
DOOK
H. SCHOBERT.
53)
Leo Günther luisterde niet meer eene walging over
viel hem voor al die menschen, die koopwaar maakten
van iets dat door de natuur tot iets beters was be-
Btemd. Hij streek zich herhaaldelijk met zijn hand over
het voorhoofd, alsof hij daar iets wilde wegwisschen.
Plotseling overviel hem een sterk verlangen naar
frissche lucht hij meende te zullen stikken in deze
heete, met sigarendamp bezwangerde atmosfeer, waarin
al die andere longen zoo vergenoegd ademden, evenals
zij bleken zich thuis te gevoelen in een wereld, die hem
plotseling zoo verschrikkelijk ledig en laag voorkwam.
Waarom was hij niet reeds lang weder in Gusserow
Ter wille van Blanche P Die paste eigenlijk uitstekend bij
Scheven, die rondweg voor zijne genegenheid voor haar
uitkwam; maar bij hem neen, bij hem niet. Willy's
denkbeelden en wensohen waren de zijne, Willy's ka
rakter kwam met het zijne overeen. Onzin was het wat
de menschen bazelden over de aantrekkingskracht van
tegenovergestelde karakters; alleen gelijke naturen kon
den gelukkig met elkander zijn.
„Nu, nu!" riep de ritmeester verrast, toen hij terug
keerde eu bemerkte, hoe opgewonden Güuther er uit zag.
„Bij jou schijnt de wijn na te werken. Zoo even heb
ik je bewonderdgeen spoor van opgewondenheid of
verhittingtoen wjj van tafel opstonden en toch was
het een zwaar merk dat wij dronken en nu schitteren
je oogen en de aderen aan je slapen kan men duidelijk
zien kloppen."
„Ik geloof, dat het tyd is om naar huis te gaan, rit
meester."
lende deeleu der provincie verschillend door de ge
steldheid van den bodem en het bedrijf en den aard
der bevolkinghet platteland en het waterschap en
evenzoo de steden dienen in de Provinciale 8taten
behoorlijk vertegenwoordigd te zijnzonder over-
heersching van het eene deel over het andere. Vooral
met het oog op Noordholland komt de wenschelijk-
heid van zulk een verdeeling duidelijk aan het licht.
De belangen van een stad als Amsterdam dienen
behoorlijk in de Provinciale Staten vertegenwoordigd
te zijnmaar dan moet de gemeente Amsterdam ook
niet in kiesdistricten worden gesplitst. Niet enkele
buurten of wijken van Amsterdam hebben bijzondere
belangen die aich in de Provinciale Staten moeten
kunnen doen hooren, maar de stad zelvein haar
geheel moet er haar invloed kunnen doen gelden.
Aan den anderen kant moet ook gezorgd worden
dat Amsterdam niet de helft of meer dan de helft
van de leden der Staten kiestook al mocht de be
volking van Amsterdam grooter zijn dan de helft van
die der geheele provincie. En wat in Noordholland
van Amsterdam geldtkomt in Zuidholland voor
Rotterdam en den Haag in aanmerking. Voor de
verkiezing van de leden der Provinciale Staten moeten
daarom juist de districten niet even groot zijn, maar
in overeenstemming met de plaatselijke gesteldheid
en het onderscheid in de bevolking naar haar bedrijf
en als bewoners van stad of platteland, en moet even
zoo het aantal leden die in de aldus gevormde
districten gekozen worden niet bepaald worden in
verhouding tot de bevolking.
De verdeeling der provinciën in kiesdistricten is
niet overeenkomstig dit eerste voorstel der Regeering
door de Proviuciale Staten zeiven geschied De
Tweede Kamer maakte er te .-echt bezwaar tegen
deze belangrijke zaak geheel aan de Staten over te
laten en daarom is de verdeeling geschied bij een
afzonderlijke wet nadat de Provinciale Staten waren
gehoordmaar de beginselen door de Regeering aan
gegeven zijn bij die verdeeling gevolgd. Nu kan het
echter zijn dat hier en daar de wanverhouding tus
schen het getal leden dat in een kiesdistrict gekozen
wordt en de bevolking allengs bijzonder groot is
geworden, en dan bestaat er zeker wel reden om er
verandering in te brengen. In enkele streken is dit
inderdaad het geval, en de Staten van sommige pro
vinciën hebben dan ook in hun advies aan de Re
geering de wenschelijkheid eener betere verhouding
erkendmaar in overweging gegeven het bezwaar weg
te nemen door een veel eenvoudiger middel, namelijk
door in districten, waar de bevolking bijzonder sterk
is toegenomen, één of meer leden meer te doen kiezen
zonder de grenzen der kiesdistricten te veranderen.
„Och kom nonsens 1 Ik ben nog vrijgezelik heb
dus geen enkele reden om naar huis te gaan en jij bent
mijn gast, Günther, Je moet het dus nog niet opgeven.''
Leo Günther beheerschte zich inderdaad, zoo zelfs,
dat niemand iets aan hem kon zien, toen de ritmeester
na eenigen tijd zeide
„Zie de jongelui eens I Weêr aan het spel! Als het
je niet verveelt, moeten wij toch eens gaan kijken.''
Zelfs ging hij mee naar de eetzaal hij ging tegen
over Scheven staan, die, niettegenstaande zijne eerste
weigering het ijverigste meêdeed.
Hij kende hem van vroeger als een hartstochtelijk
hij was er dikwijls getuige van geweest, hoe hij
verloorhij had hem zelfs eens een belangrijke som
geleenddoch over teruggeven had de officier nooit
één woord gesproken hoewel de vastgestelde termijn
reeds lang verstreken was. Günther was veel te trotsch
om er iets van te zeggen hij behoefde ook niet op
terugbetaling aan te dringen hij had het nu juist
niet noodig maar met zijn karakternam hij het
Scheven hoogst kwalijk, dat hij zich op zulk een wijze
van de zaak afmaakte. Een verontschuldigingeen
openhartig woord, waren voldoende geweest om de zaak
voor altijd uit de wereld te helpen; maar dit vergeten,
dit hooghartig negeeren had zijne verontwaardiging
opgewekt en hem geen gunstig denkbeeld gegeven van
Scheven's karakterwaarin hij langzamerhand meer en
meer werd versterkt.
Toen hij hem nu stond aan te kyken en opmerkte
hoe hij verhit door den wijn, met hoogrood gelaat en
fonkelende oogen aan het spelen was, onvast op zijn
besnenen zich hem daarbij voorstelde als Willy's
toekomstigen echtgenoot, kreeg hij plotseling de over
tuiging dat hij dat onmogelijk zou kunnen aanzien.
Bij de gedachte daaraan, liep hem eene huivering over
de leden hij beet zich op de lip, tot bloedens toe en
zwaar leunde hij op den stoel, die voor hem stond.
Scheven verloor sterk; het was hem aan te zien, hoe
elke zenuw bij hem gespannen was, toen hij zijn laatste
De Regeering zou echter de kiesdistricten voor de
verkiezing van de leden der Tweede Kamer, behoudens
enkele wijzigingen die de grenzen der provinciën
noodzakelijk makentevens wi'len doen aanwijzen
als districten voor de verkiezing der Provinciale Sta
ten. Zij heeft daarvoor aan de Staten geen gronden
opgegeven. Toen de heer Vermeulen den 12 Decem
ber 11. in de Tweede Kamer dit plan aan de hand
deedgaf hij er een grond voor op die zeker niet
van de verhevenste soort kan worden geacht. Aller-
wege zeide hijzijn in den jongsten tijd kiesver-
eenigingen opgerichtwant hoe meer het kiesrecht
wordt uitgebreiddes te meer is er behoefte aan
voorlichting en onderling overlegmaar verkie
zingen kosten nu eenmaal tijd en geld. Wat een
noodelooze omslag eu welk een verkwisting van tijd
en geld beideindien men afzonderlijke districten
heeft voor de verkiezing van kamerleden en Provinciale
Staten, en elke partij er dus twee verschillende kies-
vereenigiugen op na moet houden Dat is inderdaad
van de kiezers te veel gevergd, en het gevolg is, dat
zij de verkiezing van leden der Provinciale Staten wel
wat verwaarloozen. »De ideale toestand" zou
ongetwijfeld zijn voor beide verkiezingen dezelfde
districten te nemen daar echter de grenzen der pro
vinciën ons beletten dat ideaal volkomen te bereiken,
blijft ons niets anders over dan het zooveel mogelijk
te naderen. Ook de Minister heeft geen anderen
grond voor de wenschelijkheid van het geopperde plan
aangevoerd maar zijn woorden klonken iets deftiger
dau die van den heer Vermeulen. Hij sprak niet van
geld of tijd, maar merkte op »dat het uit een staatkundig
oogpunt nadeelig moet werken, dat het eene oogenblik
een band tusschen kiezers moet gesloten worden, die
bij eene andere verkiezing weder door een geheel
anderen moet vervangen worden.".
Dat moet nadeelig werkenzeide de Minister.
Wij zouden meenen dat het juist voordeelig moet
werken. Het is inderdaad van belang, dat de kiezers
er aanstonds aan herinnerd worden, dat zij in het eene
geval leden voor de Tweede Kamer in het andere
leden voor de Provinciale Staten gaan kiezen. Bij die
verschillende keuze dient toch het oog ook op ver
schillende belangen gevestigd te zijn. De kiezer moet
begrijpen dat hij in het eene geval met een geheel
ander doel kiest dan in het andereen dat in de
Provinciale Staten gansch andere zaken ter sprake
komen dan in de Tweede Kamer. Omtrent persoon
lijke dienstplicht of plaatsvervanging, vrijen handel
of beschermende rechten, accijnzen of inkomstenbelas
ting behoeft daar niet beslist te worden, maar zooveel
te meer over polderreglemeuten en waterschapszaken,
over den aanleg van vaarten en wegen. Ja, zal men
geld met een haifluiden vloek op de kaarten zette.
„Zet op de vrouwKonta'', riep hem lachend een
van de toeschouwers toe.
„Dwaasheid 1 Wie hecht daar nog aan 1" zeide hij schor.
„Dat zegt iemand die geëngageerd is", merkte de
ritmeester half verwijtend op.
„Verloren 1 Weêr verloren 1" mompelde Scheven
toen de gekeerde kaart weêr ongunstig voor hem was
en hij stak zijn totaal leêge portefeuille in den zak.
„Ik kan alleen nog maar op erediet spelen", riep hij
luid, de leuning van een stoel vattende.
„Ga liever naar huis", voegde de ritmeester hem
vriendelijk toe.
„Ja, Konta, scheid er uit. Je bent vandaag gruwelijk
ongelukkig", zeide ook Oldensloh.
Maar wanneer Scheven eenmaal door den hartstocht
voor het spel overmeesterd was, hielp geen redeneeren;
misschien kwam er ook de trots van den beschonkene bij.
„Wel neen Wie wil mij leenen? Op mijn eerewoord
Warnitz is er goed voor."
Günther legde zwaar zijn hand op Scheven's schouder;
alle bloed was uit zijn gelaat geweken, zoozeer had hij
zich moeten inspannen, om zich zelf meester te blijven.
„Mijnheer von Scheven
„U fameus dat had ik niet durven denken
Zeker uit oude vriendschap voor mijn meisje niet
waar lachte hij gedwongen.
„Mag ik u verzoeken even met mij in de zijkamer
te gaan Günther's oogen fonkelden hij zag er in
het geheel niet naar uit, om zijn kameraad een vriend
schapsdienst te bewijzen.
„Dadelijk 1" Scheven verzette zich met kracht tegen
het onaangename gevoel, dat zich altijd van hem meester
maakte, als hij dezen man ontmoette, nu zelfs, ondanks
den toestand waarin hij verkeerde.
Zy begaven zich naar de zijkamerwaar zich nu
niemand meer bevond. De houtblokben in den haard
knetterden vroolijkde gaskroon verspreidde een hel
der licht.