No. 43.
Een en Negentigste Jaargang.
1889.
W OENSDAG
De laatste Oranje-vorst.
10 APRIL.
Dit nummer bestaat uit twee bladen,
EERSTE BLAD.
FEUIT nT .ETON,
ASSCHEPOETSTER
Prijs der gewone Advertentiën:
Per regel f 0,15. Groote lettere naar plaateruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Toen in 1848 de Grondwet werd herzien, konden
de aldeelingen over de Troonopvolging, de voogdij
des Konings en het Regentschap worden besproken
en vastgesteld als bepalingen die wel van groot ge
wicht waren en daarom met nauwgezetheid behandeld
moesten worden maar waarvan men evenwel mocht
verwachten dat zij wel nimmer in toepassing zouden
komen. Bij de herziening van 1887 was dit geheel
anders. Niet alleen de mogelijkheid, maar de groote
waarschijnlijkheid dat allerlei buitengewone voor
zieningen omtrent de uitoefening vau het Koninklijk
gezag noodig zouden worden, deed juist op deze af-
deelingen in hooge mate de aandacht vallen, en zelfs
mefr dan toen vermoed werd is reeds noodzakelijk
gebleken. Herhaaldelijk vergaderden de Eerste en de
Tweede Kamer der Staten-Generaal in vereenigde zitting,
het regentschap werd geregeld en evenzoo de voogdij
der minderjarige Koningin. Eindelijk heeft zich ook
de buitengewone omstandigheid voorgedaan dat de
Koning na langdurige ongesteldheid door verzwakking
van lichaam en geest buiten staat is geraakt de re
geering waar te nemen Dinsdag 2 April 11. waren
de beide Kamers der Staten-Generaal bijeen en ont
vingen de mededeeling der Ministersdat volgens
hun eenparig oordeel deze noodlottige omstandigheid
zich voordeed. De Raad van State was van dezelfde
meening en den volgenden dag legden de Staten-
Generaal door een met algemeene stemmen genomen
besluit een gelijkluidende verklaring af. Nog den-
zelfden avond werd in de Staatscourant dit besluit
afgekondigd, en met den vierden April heeft dienten
gevolge Z. M. Koning Willem III opgehouden te
regeerenjuist op denzelfden dag waarop vóór 4U
jaren het lijk zijns vorstelijken vaders in den graf
kelder te Delft werd bijgezet.
De laatste Oranje-vorst heeft in Nederland gere
geerd want ofschoon ook de Koning nog in leven
iszijn regeering is geëindigd, en met hem sterft
het Stamhuis van Oranje-Nassau uit. Dat is een
denkbeeld, dat het Nederlandsche Volk weemoedig
gtemt en waarmede het slechts langzamerhand ver
trouwd zal worden, want wij zijn gehecht aan onze
geschiedeniswij herdenken gaarne de flinke daden
onzer voorouders, en bijna altijd vinden wij daarbij
den Oranje-naam vermeld. Welk een tijdtoen de
eerste Prinsen uit het Huis van Nassau zich aan het
hoofd stelden van onzen vrijheidsoorlog tegen den
Spaanschen Koning Vier broeders vonden daarbij
den dood Adolf op het slagveld van Heiligerlee
Lodewijk en Hendrik op Mookerheide, Willem, Prins
van Oranjedoor 's moordenaars hand te Delft. De
SOOjarige gedenkdagen van alle merkwaardige gebeur
tenissen uit dien schoonen tijd onzer verheffing zijn
gevierd onder de regeering van Koning Willem III
die de laatste mannelijke afstammeling uit dat geslacht
zou zijn. Het Nederlandsche volk kan niet vergeten,
hoeveel het aan de leiding het doorzicht en de on
onwankelbare volharding van dien Willem Idien
Vader des Vaderlands, heeft te danken. Hoe krachtig
zetten zijne zonen Maurits en Frederik Hendrik het
begonnen werk voort, en hoe wisten zij de macht en
het aanzien der republiek te verhoogen
Evenals Prins Willem I niet alleen voor ons eigen
volk, maar voor geheel Europa de banier der vrijheid
heeft ontrold en heeft doen handhaven, toen zij schier
overal werd verlaten of nedergehaald, heeft ook Prins
Willem III een strijd gestreden niet alleen voor onze
republiek, maar voor geheel Europa tegen de over
macht van Frankrijk. Ook de naam van dezen Stad
houder der Vereenigde Nederlandsche Provinciën, later
tevens Koning van Engeland behoort aan de alge
meene Europeesche geschiedenis, en niet alleen in zijn
vaderland wordt de groote beteekenis van zijn vol
hardende arbeid erkend. Inderdaadde naam van
een roemrijk vorstenhuis gaat verloren; want ofschoon
Koning Willem I twee, Willem II en Willem III
elk drie zonen hebben gehad, met onzen tegenwoordi-
gen Koning sterft de laatste mannelijke afstammeling
en daarmede de naam van het Stamhuis.
Het Koninklijk gezag wordt thans waargenomen
door den Raad van Statedie binnen den tijd van
ééne maand een wetsontwerp moet indienen om in het
Regentschap te voorzien. De Regent wordt ook dan
benoemd bij een wetwaarover de beide Kamers der
Staten-Generaal in vereenigde zitting beraadslagen en
besluiten. Zoo kan de waarneming van het Koninklijk
gezag door den Raad van State ten minste een maand,
en langer duren. Mogelijk wordt daaraan spoediger
een einde gemaakt door die andere machtwaarvan
niemand kan bepalen wanneer zij zich zal doen gelden,
H. SCHOBERT.
57)
Uit die woorden klonk al het bittere verdriet van
den laatsten tijd; zelfs de president richtte zich uitzijn
gemakkelijke houding op en rag zijn zoon verbaasd aan.
„Ik weets niet ik weet werkelijk niets ik kan
je niet helpen", zeide hij zenuwachtigaan zjjn lange
nagels knippende„het is werkelijk onverantwoorde
lijk van jedat jeniettegenstaande mijn herhaald
verzoek, mijn rust komt storen. Je weet, dat ik een
hekel heb aan zulke quaestieser is toch Diets aan
te doen."
„U kant mij das niet helpen
„Ik kan niet."
„Dus is het gerucht toch waar?"
„Welk gerucht?" vroeg de president driftig, 't Was
toch wat al te ergzooals zijn zoon volhield hem on
aangenaamheden te berokkenen. Hjj was echt boos
op hem.
„Het gerucht zegt, dat u geruïneerd bent, evengoed
als ik! Wat ik met spel en paarden verloren heb, is
van n door die ellendige bank opgeslokt onze ge
heele familie is geruïneerd
„Wie zegt dat sprong de president op terwijl
donkerroode vlekken zich op zijn voorhoofd vertoonden.
„Die schaapskoppen t die lasteraars I Ik zal ze ter ver
antwoording roepen."
„Papa", zeide Gert schouderophalend, want, dat zijn
vader zich zoo opwond over de bankterwijl zijne zor
gen hem zoo onverschillig lieten werkte als een kond
bad op den jongen Broek„maak u maar niet zoo
warmDe musschen roepen het van de dakenik
wist het al langvóórdat wij naar Warnitz gingen.
Is het niet waar des te beter ik ben er in ieder
geval voor een deel zeer door in het nauw gebracht."
„Die ellendelingen zette de president zijn alleen
spraak voort, zonder bijzonder veel aandacht te schenken
aan de laatste woorden van zijn zoon, „ik heb op het
oogenblik honderdd ui.enden in kas
„En mij weigert u alle hulp Met een eigenaardigen
blik zag hij daarbij zijn vader aan.
„Ik heb morgen groote betalingen te doen later
Gert later misschien'', haastte de president zich te
antwoorden. „Maar wanneer je zoo dringend om geld
verlegen bent, vraag dan Willy, misschien kan die het
je geven ik geloof het zeker
Gert knarste op de tanden; alles in zijn binnenste
kwam in opstand het weioigje kinderlijke piëteit in
hem ging geheel verloren.
„Nadat u haar reeds voor een goed deel hebt uitge
kleed? Neen, papa, ik bedank voor die herhaalde
aanslagen op de beurs mijner zostervan een vronw
geld aan te nemen, verbiedt mij mijne eer; laat ik dan
maar loon naar werken krijgen
In het schemerachtige lichtdat in de kamer
heerschte, zag hij er doodelijk bleek uit.
„Hoe weet je dat van Willy vroeg zijn vader
hoogst onaangenaam getroffen. „Zij had mij toch beloofd,
te zullen zwijgen."
„Het is voldoende, dat ik het weet, ofschoon zij het
mij niet gezegd heeft."
„Wat weet je dan eigenlijk?" vroeg Broek opge
wonden. „Ik moet je zeggenmijn zoondat je toon
mij in 't geheel niet bevalten wat Willy betreft
het zal haar niet berouwen zy zal mij nog dankbaar
zijn ben ik dan niet baar vader Zou zij mij dan
niet een enkele maal in moeielijkheden mogen bijstaan
„En u wilt mij niet helpen, papa."
Wat klonk dat bitter, bijna bonend; de president
keek niet zeer opgewekt.
„Je spreekt, naar dat je verstand hebt", zeide hij op
beschermenden toon. „Er zal nog wel eens een tijd
komeD, dat je mij voor dit alles vergiffenis vraagt, en
nn" hij nam een nagelvijltje en streek daarmede
zorgvuldig over den nagel van zyn duim „zullen wij
ons gesprek een andere, aangenamer richting geven, als
je er niets tegen hebt."
Met een driftige beweging wendde de jonge officier
zioh naar de deur. „U excuseert mij, ik ben daarvoor
volstrekt niet in de stemming."
„Dat komt wel weêr", troostte de president, „het
hoofd niet laten hangen I" Hij herademde, toen Gert
vertrokken was.
en waarvoor de Koninklijke macht zoowel als elke
andere most wijken mogelijk doet 's Konings dood
weldra alle overige maatregelen overbodig worden
want van dat oogenblik af is 's Konings dochter
Koningin en de Koningin-weduwe Regentes. Maar
ook al mochten een voordracht van den Raad van
State en een beslissing van de Staten-Generaal noodig
zijn wij mogen verwachten dat ook in dat geval de
beslissing niet anders zal zijn en onze tegenwoordige
Koningin Regentes zal worden.
Met den laatsten mannelijken afstammeling sterft
volgens ons spraakgebruik het geslacht uit. Toch zal
de naam niet ondergaan. De vermoedelijke erfgenaam
van de Kroon voert volgens de bepaling der Grond
wet den titel van Prins van Oranjeen die bepaling
der Grondwet blijft ongewijzigdhoe het Stamhuis
moge heeten dat later over ons land zal regeeren.
Of ook de naam Nassau behouden zal kannen blijven,
is een vraag waarvan de beantwoording aan de inge
wijden in de gebruiken der vorstelijke huizen en de
wetten der genealogie moet worden overgelaten. Wan
neer echtergelijk thans bij ons het geval iseen
Prinses uit het oude Stamhuis overblijftdiegelijk
wij hopen als Koningin zal regeeren en door haren
zoon zal worden opgevolgd is de overgang in een
ander Stamhuis zoo geleidelijk en natuurlijk dat hij
voor de uatie inderdaad alleen in naam bestaat. Enge
land geeft ons in dit opzicht het voorbeeld. Koningin
Victoria volgde den laatsten Koning haren oomin
de regeering open als zij bij haren dood zal worden
opgevolgd door haren zoon, den Prins van Wales, zal
zeker geen Ëngelschman er iets van gevoelen, dat de re
geering daarmee in een ander stamhuis is overgegaan.
Indien dus de loop der zaken hier te lande zal zijn als
in Engeland, dan zal de dochter des Konings de natio
nale Koningin wezenen haar zoonde Prins van
Oranje, zal eenmaal de nationale Koning zijn, on
verschillig tot welk stamhuis zijn vader zal behooren.
fiitmenland.
De gemeenteraad van PurmeröQd heeft den
4 de jaarwedden der onderwijzers verminderd. Die van
eersten onderwijzer, plaatsvervangend hoofd, is gebracht
van f 950 op f 750, die van eersten onderwijzer van
f 900 op 700van tweeden derden en vierden van
f 750f 650 en f 600 op f 650f 600 en f 550.
De thans in betrekking zijnde onderwijzers blijven in
het genot hunner tegenwoordige jaarwedde.
„Was dat Gert niet vroeg Blanche, die achter de
met gouddraad geweven vitrages in de woonkamer stond
uit te kijken. „Het heeft allen schijn of hij hier uit
huis komt en tooh is hij niet bij ons boven geweest."
Mevrouw van den Broek haalde de schouders op. „Wie
weetwat hij heeftMisschien iets met papi. Gert
is in den laatsten tijd werkelijk onuitstaanbaar geworden;
ik ben big dat hij ons niet heeft opgezochtals hij
niet in zgn humeur was."
„Missehieu heeft hij iets, dat hem hindert", zeide
Blanchedie sinds eenige dagen met roodgeweende
oogen rondliep en op iedere deelnemende vraag een
scherp antwoord gaf. „Niet iedereen is even kalm en
gelaten."
Zy wierp daarbij op Willydie vlijtig naast Isa zat
te naaien een blik vol toorn en haat. Jazij haatte
haar zuster! Haar weet zy het, dat Scheven op zulk
een weinig eervolle manier Berlijn had moeten ver
laten; liever, veel liever had zij gezien, dat hij Willy's
echtgenoot was gewordeD want zij bad hem op hare
maoier lief en zou er niets in gevonden hebben in
die omstandigheden aan zyne liefde voor haar voedsel
te geven en zich niet de minste moeite hebben ge
geven, de hare te onderdrukken.
In plaats daarvan was hij heengegaan zonder dat Wil
ly ook maar een enkele poging had aangewend, om hem
terug te houden het was haar zelfs volkomen onver
schillig zooals Blanche buiten zich zelve van toorn
beweerde. Haars inziens kon zij hem redden, wanneer
zij een deel van haar rijkdom opofferdewant dat
schalden de oorzaak van zijn vertrek waren had Gert
haar niet verzwegen. Zij deed het niet, uit „lage gie
righeid", zooala Blanche bet in haar hart noemde. Ook
dat Günther eerder terughoudend dan vertrouwelyker
tegenover haar werdzette zij op Willy's rekening.
Eens had zij een blik opgevangen, dien de jonge grond
bezitter, naar hij meende onopgemerkt, op baar zuster
wierp en die had de ondervindingrijke en in hartzaken be
dreven jonge dame veel te denken gegeven. Zij had nooit
sympathie voor Willy gehad, nu voelde zg, dat zj haar
haatte.
Wordt vervolgd.)
COURANT.
ALKMAARSCHE
DOOB