No. 51. Een en Negentigste Jaargang. 1889. ZONDAG 28 APRIL. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Het voorstel tot wijziging SCHOOLWET. ASSCHEPOETSTER Prijs der gewone Advertentiën: ALKIHAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM*. COS- TEE ZOON. DEB Het beloofde, lang verbeide, vurig gewenschte en niet minder sterk gevreesde voorstel tot wijziging van de wet op het lager onderwijs is eindelijk verschenen. Het verdient ongetwijfeld de meest ernstige overweging. Ons politiek levenonze politieke verhoudingen en onze politieke partijvorming zijn door den noodlottigen schoolstrijd dermate bedorven, en zoovele gewichtige alge- meene b'langen zijn daardoor uit het oog verloren of met minder zorg en toewijding behandeld dan zij verdienden, dat elke poging om dieu strijd, zoo niet te doen eindigen, dan toch minder bitter, minder heftig, minder alles overheerschend te makenmet welwillende belang stelling en zucht tot toenadering onderzocht en over wogen behoort te worden. De tegenwoordige Regee ring heeft haar bestaan te danken aan de zegepraal van de tegenstanders der openbare school bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer, en was mitsdien verplicht een voorstel tot wijziging der bestaande schoolwet in te dienen. Kan haar voorstel worden aangenomen, niet alleen door de Tweede Kamer, waarin hare politieke geestverwanten eene kleine meerderheid hebben, maar ook door de Eerste Kamer, waarin de meerderheid der liberalen nog overwegend isieder die zijn land lief heeft zal er zich over mogen verheugen. Toch moeten wij beginnen met uiting te geven aan eeD gevoel van teleurstelling. Dat de Regeering, nu art. 194 der Grondwet van 1848 na de laatste her ziening onveranderd als art 192 in de tegenwoordige Grondwet is overgegaan, zich buiten staat zou ver klaren om alle grieven weg te nemen, die haars in ziens met recht tegen de bestaande regeling van het lager onderwijs kunnen worden aangevoerd zie dat hadden wij moeten verwachten; maar wel hadden wij tevens recht om te hopendat haar voorstel ons althans werd aangeboden als een belangrijk middel tot bevrediging, Die hoop is niet verwezenlijkt. Van het belangrijkst deel van haar wetsvoorstel verklaart de Regeering in de Memorie van Toelichting, dat daardoor «althans een einde zal gemaakt worden aan de meest stuitende ongelijkheid, die reeds zoo lang haren nadeeli- gen invloed heeft doen gevoelen." Als dat de vrucht moet zijn van de geheele wetswijziging het weg nemen van de meest stuitende ongelijkheid als de Regeering dus van meening is, dat er ook na de aanneming van haar voorstel nog verschillende stuitende ongelijkheden zij het dan ook van minder DOOR H. SCHOBERT. 65) Broek zag er zeer verslagen uit en scheen eenige jaren ouder te zijn geworden; maar zijn gelaat droeg den stempel van een rustig geweten, „Ik ben niets dan het slachtoffer van ongelukkige omstandigheden", zeide bij op bescbuldigenden tooD, nadat de eerste pijnlijke begroeting voorbij was. „Niets andersZelfs grooter mannen dun ik, kunnen van mis bruik van vertrouwen meêspreken." Hij zag Günther angstig aan of deze van dezelfde meening was; er lag iets zenuwachtigs en gejaagds in zijn geheele manier van doen. „Die Knauer 1 Ik had buizen op hem gebouwd." „Kuauer is gevonden zeide Günther aarzelend, hij wiBt niet, hoe de president dit bericht zou opuemeu. Met een ongearticuleerden gil sprong Broek op; zijn oogen werden grooterzijn lippen droog't was of ontzetting hem aangreep. „Waar? Waar? Wat zegt gij?" stotterde hij. „Hjj heeft zich aan de aardsohe gerechtigheid ont trokken hij is dood „Dood 1" Maurice van den Broek boog het boofd, het steunde loodzwaar in zijne hand een zonderling gevoel van beklemdheid snoerde hem de keel dicht. Hij dacht aan het oogenblik, toen Knauer hem om een onderhoud had verzocht en hij dit had geweigerd. Hij stuitenden aard zullen overblijven kan het dan wel anders, of menigeen moet zijn waardeering van het werk der Regeering en zijn belangstelling in haar voorstel aanmerkelijk voelen verminderen nu hij outdektdat de Regeering het nog zoo weinig af doende acht En dat de Regeering van die mee ning is, kan ons, helaas, niet verwonderen, omdat zij onzes inziens van een volkomen onjuiste stelling uit gaat. Zij wil rechtsgelijkheid tusschen de bijzondere en de openbare schoolrechtsgelijkheid ook wat de toelagen uit de openbare kassen betreften dat is onmogelijk. Alles wat in het algemeen belang van staatswege of gemeentewege wordt gedaan, alle openbare instellingen worden door den staat of de gemeente bekostigd, en wat particulieren doen moeten zij zeiven betalen. Dat ligt in den aard der zaak. Nu kan de staat of de gemeente wel particuliere ondernemingen steunen, ook door ruime en zelfs zeer ruime geldelijke toelageu, maar staat en gemeente kunnen onmogelijk alle kosten van particuliere ondernemingen en parti culiere instellingen dragen. In dat geval zouden zij ophouden particuliere ondernemingen of particuliere instellingen te zijn en openbare worden. Zoo is het ook met het onderwijs. De kosten van een bijzondere school kunnen nooit geheel door de gemeente en het Rijk worden gedragen gelijk dat met de openbare scholen kan geschieden. Subsidie, hooge subsidie kan worden verleend, maar meer niet Volkomen gelijk heid tusschen bijzondere en openbare scholen is op dit punt onmogelijkmaar ongelijkheiddie er in dit opzicht altijd zal overblijven, is geen rechtsongelijk heid zij is gegrond op den verschillenden aard dezer scholen en bestaat uit den aard der zaak tusschen alle openbare en bijzondere instellingen. Het belangrijkste van het ontwerp der Regeering om aanstonds de aandacht op de hoofdzaak te vesti gen bestaat hierin dat zij voorstelt, dat door het Kijk aan de bestaren der bijzondere scholen tot tegemoetkoming in de bezoldiging der onderwijzers dezelfde geldelijke bijdrage zal worden verleend als aan de gemeenten ten behoeve van hare openbare scholen. Dat zal onvermijdelijk tot grootere uitgaven uit 's Rijks kas voor het lager onderwijs leiden, maar daarentegen zijn de bijdragen aan de gemeenten voor de openbare scholen iets verminderd. Vooreerst zal het Rijk aan de gemeenten niets meer bijdragen tot dekking van de kosten van de opleiding der onder wijzers van het herhalingsonderwijs, van het bouwen verbouwen of huren van onderwijzerswoningen of de vergoeding die de hoofden der scholen wegens gemis van vrije woning ontvangen, en van het aanschaffen der nood zakelijke schoolmeubelen bij de eerste inrichting van nieuwe lokalen. Van al die kosten wordt thans door het Rijk 30 ten honderd aan de gemeenten vergoed. Wordt het Regeeringsvoorstel aangenomen, dan houdt dacht aan den nacht, toen hij naar Warnitz was gegaan om zijn ondergang te verhoeden en aan zijn kassier het regelen van de andere zaken had overgelaten. Dit was geschied en hij had nooit gevraagd, op welke wijze. Zoo klaar, alsof iemand het hem toeschreeuwde, stond hem nu plotseling de oplossing van het raadsel voor den geest maar - was bij verplichtom daarover te spreken Zou iemand hem kunnen dwingen, de Bohuld van den doode op zijn schouders te nemen Hij had er niets van geweten Bij alle heiligen hij had er niets van geweten Hem kon men er dus ook niet verantwoordelijk voor stellen „Heeft Knauer niets achtergelaten? Geen brief?" vroeg hij eindelijk aar zelend, met stokkende stem, terwijl hij zijn gelaat met de hand bedekte. Günther vond het vreemd dat dit bericht dezen man van de wereld zóó aangreep; hij had dit niet van hem gedachtmaar het nam hem onwil lekeurig voor den president in. „Voor zoover ik weet niets! Misschien vindt men echter nog wel iets de effecten zullen toch nog wel voor den dag komen hij kan ze toch bezwaarlijk verkocht hebbenzonder zich verdacht te maken." Broek wreef zich zenuwachtig de handen, het monocle, dat op zijn borst hing, ging snel op en neer. „Hij was een flinke kerel jammer jammer van hem", zeide hij alsof hij met zijne gedachten elders was. „Maar dat speculeeren het hield hem ais met duivelsklauwen vast. Nu, ik wil geen kwaad van hem zeggen. Hij heeft altijd ijverig zijn plicht gedaan zijn asch ruste in vrede Maurice van den Broek stond daar, groot, voornaam, nog een weinig aangedaan, maar in ieder geval toonde hij zich een zacht rechter voor de zwakheden van anderen. „Als ik u voor bet oogenblik ergens meê van dienst kan zijn", zeide Günther hartelijk, „wees dan zoo goed, geheel over mij te beschikken. Ik heb reeds gehoord die vergoeding op. Wat de schoollokalen betreftzal het Rijk niets meer bijdragen voor het onderhoud maar alleen voor het stichten, verbouwen of aankoopen van schoollokalen en dan niet meer 30 ten hon derd zooals tegenwoordigmaar 25 ten honderd. Terwijl voorts het Rijk thans aan de gemeenten ver goedt 30 ten honderd van de jaarwedden van alle openbare onderwijzers, zal het voortaan alleen een vaste som bijdragen voor eiken onderwijzer, die niet alleen aan da openbare school werkzaam is, maar ook door de wet wordt gevorderd. Daarenboven zijn de eisohen omtrent het aantal onderwijzers voor de openbare scholen iets lager gesteld. De bepaling dat het hoofd der school wordt bijgestaan door ten minste één onderwijzer, zoodra het getal schoolgaande kinderen meer dan 40 bedraagt, is onveranderd geblevenmaar de aanstelling van een tweeden onderwijzerthans een vereischte zoodra het getal schoolgaande kinderen 86 bedraagt, zal voortaan eerst noodig zijn wanneer dat getal tot 91 is ge klommen; en terwijl de thans geldende wet vervolgens een onderwijzer meer vordert voor elk 45tal school gaande kinderen, eischt het ontwerp dieu onderwijzer voor elk 55tal. Voor de toepassing van deze bepa lingen zal voorts niet meer genomen worden het getal schoolgaande kinderen op 15 Januari, wanneer dat getal in den regel het grootst is maar het ge middelde cijfer van het aantal schoolgaande kinderen op 31 Maart, 30 Juni, 30 September en 31 December. Eindelijk zal voor de bezoldiging der onderwijzers geenerlei vergoeding van Rijkswege worden gegeven, indien aan de school het schoolgeld gemiddeld f 25 's jaars per kind opbrengt. Door deze veranderingen zullen de bijdragen uit 's lands kas voor de openbare gemeente-scholen, wanneer aan de nieuwe, doch lager gestelde eischen geheel zal zijn voldaan volgens de berekening der Regeering jaarlijks f 512.200 minder bedragen dan thans; maar voor de bijdragen aan de bijzondere scholen tot tege moetkoming iu de bezoldiging der onderwijzers zal dan jaarlijks f 862.200 gevorderd worden, zoodat de nieuwe regeling aan de schatkist jaarlijks ongeveer f 350.000 meer zal kosten dan bij volledige toe passing van de tegenwoordige wet in 1890 noodig zou zijn. Nu, die som is niet zóó hoog, dat zij onoverkomelijke bezwaren tegen het Regeeringsvoorstel zou kunnen opleveren. Die echter de financieele ge volgen van het ontwerp wil beoordeelen moet niet alleen letten op de uitgaven van het Rijk, maar vooral ook op die der gemeenten, waarvan vele, zooals de Regeering in de Memorie van Toelichting te recht verklaart, door de uitgaven voor het onderwijs zwaar worden gedrukt. De Regeering verzekert, dat de door haar voorgestelde nieuwe regeling in vergelijking met de tegenwoordige in het nadeel zou zijn van de dat men u tegen borgstelling dadelijk op vrije voeten wil stellen." „Ik dank n ik ben u inderdaad zeer dankbaar en als ik het aanneem „Laat ons daarover zwijgen, als 't u belieft 1" Met een hartelijken handdruk uamen de beide mannen afscheid. Hij doet het om Blanche; daarom kan ik het zonder bezwaar aannemen. Als de ouders dat niet eens van bun aanstaande schoonzoons mogen hebben dacht Broek, met het instinctmatig gevoel, de waarde van Günther's aanbod voor zich zelf wat te moeten verkleinen. Hij begon langzamerhand na te denken over Knauer's handelwijze en kwam eindelijk tot de slotsom, dat hij door het noodlot zwaar werd beproefd. „Vreemd dacht GÜQtber onder het heengaan. „Ik heb nooit veel sympathie voor Broek gehad maar hij weet iemand op het rechte oogenblik voor zich in te nemen en te overbluffen. Ik had hem waarlijk niet tot zooveel gevoel in staat geachtals hij bij het bericht van den zelfmoord van zijn kassier aan den dag legde. Een vreemd man 1" „Ja een vreemd man was de president inderdaad Uit den geknaktengebrokenden zich van schuld bewusteu man, was langzamerhand weêr de oude san guinische Broek te voorschijn gekomen, die de toekomst mat een stalen voorhoofd goedsmoeds en vol illusies tegemoet ging en het verleden begroef, voor zoover het voor hem onaangenaam was. Knauer was dood 1 Hij kon daar niets meer aan veranderen maar hij had tenminste geen kwaad van bem gezegd. Wordt vervoljd,)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1