No. 63.
Een en Negentigste Jaargang.
1889.
ZONDAG
26 MEI.
Kunnen bijzondere scholen uit
's Rijks kas ondersteund
worden
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
FETJXL.LET03XT.
ASSCHEPOETSTER
Prijs der gewone Advertentiën:
ALKHAARSCHE COURANT.
Deze Conrant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,—
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMv. COS-
TER ZOON.
Rechtsgelijkheid kan, zooals wij meenen te hebben
aangetoond de grondslag niet zijn waarop de Re
geering haar voorstel steunt tot het toekennen van
geldelijke toelagen uit 's Rijks kas ten behoeve van
bijzondere scholen. Kan men echter om andere redenen
daarmee vrede hebben ook al acht men de bekende
grieven tegen de openbare scholen ongegrond
Wij voor ons zijn en blijven overtuigd dat de
algemeene, voor alle kinderen toegankelijke openbare
school voor or.s land met zijn bevolking van zoo
uiteenloopende godsdienstige meeningen de beste en
ook werkelijk voor allen bruikbare school ismaar
alle partijen moeten willen medewerken om haar
goed te maken en goed te houden. Van een school
wet als de onze, die het godsdienstonderwijs uit
drukkelijk noemt en omdat onze schoolonderwijzers
naet bevoegd zijn het te geven, bepaalt, dat het moet
worden overgelaten aan de godsdienstleeraren, kan niet
gezegd worden, dat zij de behoefte aan godsdienst
onderwijs ontkent. Die van een schoolwet als de
onze, ondanks de bepaling dat het onderwijs dienst
baar moet worden gemaakt aan de opleiding der kin
deren tot alle christelijke en maatschappelijke deugden,
nochthans beweert dat zij het christendom vijandig is,
geeft van baar een valsche voorstelling. Oudanks de
uitdrukkelijke bepaling dat bij de regeling van de
ecbooltijden aan de openbare school uren moeten wor
den vrijgelaten voor de godsdienstleeraren ten be
hoeve van het godsdienstonderwijs en dat de school
lokalen 's avonds behoorlijk verlicht en 's winters
behoorlijk verwarmdkosteloos beschikbaar moeten
worden gesteld voor het godsdienstonderwijs toch
vol te houden dat de godsdienst uit de openbare
school wordt geweerd, is naar onze overtuiging nu
eenmaal niet mogelijk zonder de waarheid te kort te
deen. Maar men heeft niet gewildmen heeft het
onderwijs aan de openbare school niet willen aan
vullen met hetgeen zij niet geven kan en waaraan de
kinderen evenzeer behoefte hebben zij moest onvol
doende zijn, zij moest zoo mogelijk onbruikbaar worden.
De bepaling dat de onderwijzers zich moeten onthouden
van iets te leeren wat strijdig is met den eerbied aan
de godsdienstige begrippen van andersdenkenden ver-
DOOB
H. SCHOBERT.
77)
Met een krachtigen ruk maakte de man zich los
toen hem zoo onverwacht en tegen zijn wil het leven
werd behouden.
„Met welk recht", sprak hij hijgend, „met welk
recht bemoei je je met mijne zaken Zon ik niet eens
kunnen sterven, wanneer ik wilP Of geloof je misschien,
dat ik je voor je ongewensebte inmenging nog dankbaar
zou zijn Hij lachte snijdend. „Ja, het leven is waar
achtig wel waard om het te rekken tot
„Konta I" zeide Gert met bevende stemhij had
reeds lang zijn vriend herkend.
«Jij 1 Jij Scheven deinsde achternit. „Juist
jjj wien ik wilde ontvluchten Bijna onverstaanbaar
vervolgde hij„Kon dat mij tenminste niet bespaard
blijven
Gert had weder snel den arm gegrepeD, dien Scheren
hem had onttrokken.
„Wees verstandig", zeide hij op overredenden toon.
„Waarom ontvlucht je mij P Het ia het lot dat ons
weer tot elkaar brengt."
„Het lotWat een bitterheid klonk nit Sehevens
toon. „Noem het lafheid! Laf beid, om zulk een ellendig
bestaan verder voort te slepen, steeds dieper en dieper
te zinken totdat het je een sprookje lijkt, dat men
j eens eens een fatsoenlijk mensch geweest is.
A s men het maar direct vergeten konZonder eenige
herinnering er aan te behouden en zonder zulk eene
ontmoeting als nu, tusschen jou en mij."
Gert zweeghij kon geen woord van troost vinden
dat niet bij nadere beschouwing op spotternij zou ge
leken hebben en Scheven vervolgde
„Wat ben ik dan nog? Een van die twijfelachtige
schuldigd moest zóó worden opgevatdat ook de
meest algemeen gehuldigde godsdienstige begrippen
die aan niemand eenigen aanstoot geven zorgvuldig
worden vermeden opdat de school .godsdienstloos"
zou kunnen heeteneen naam die in veler ooren
ongeveer klinkt als .goddeloos" of aan den godsdienst
vijandig. Die toeleg is gelakt en de Regeering kan
wijzen op het feitdat tegenwoordig meer dan 27
percent van de schoolgaande kinderen een bijzondere
school bezoeken. Dit is nu eenmaal niet anders. Wij
mogen het betreuren, dat een zoo aanzienlijk deel van
het Nederlaudsche volk afkeerig is geworden van de
gemengde school, waarin alle kinderen, zonder onder
scheid van godsdienstige gezindheid naast elkander
zaten getuigenis en wortel tevens van de nationale
eenheid, wij mogen de middelen af keuren, die zijn
aangewend om dit treurig verschijnsel in het leven
te roepen, het feit bestaat en de regeering zegt terecht
dat de wetgever daarmee rekening heeft te houden.
Was het anders, maakte elk Nederlander voor zijn
kinderen van de openbare school gebruikmen zou
het geheele openbare onderwijs uit 's Rijks kas, uit
de algemeene kas waaraan ieder naar zijn vermogen
behoort bij te dragen kunnen betalen en kosteloos
voor ieder beschikbaar stellen. Nu zoovelen er geen
gebruik van maken en op eigen kosten voor het on
derwijs ten behoeve hunner kinderen zorgenis het
vooreerst billijk, dat zij, die van het openbaar onder
wijs gebruik maken schoolgeld betalen, zoo zij althans
daartoe in staat zijn op deuzelfden grond kan
ook een bijdrage uit 's Rijks kas aan de bijzondere
school als een billijkheidsmaatregel worden ver
dedigd maar in de toepassing stuit men op groote
bezwaren. Alleen voldoeud onderwijs kan door het
Rijk worden ondersteund; is het onvoldoende, dan
moet de toelage geweigerd, of, zoo zij vroeger uitge
keerd werd, teruggenomen worden. De Staat mag de
oprichting of bestendiging van gebrekkige scholen niet
bevorderen. Van alle waarborgen die de Regeering
voor de degelijkheid van het onderwijs aanbiedt, heeft
alleen de bepaling omtrent het aantal aan de school
verbonden onderwijzers eenige waarde. In Engeland,
waar reeds een subsidiestelsel bestaatheeft een Re-
geeringslichaam de bevoegdheid de bijdrage op grond
van de verslagen van het schooltoezicht toe te staan
of te weigeren. Iets dergelijks zou ook voor ons land
in aanmerking kunnen komen, maar dan zou ons school
toezicht uitgebreid en verscherpt moeten worden. Aan
onze arrondissements-schoolopziener8, onbezoldigde en
niet allen deskundige ambtenaren, kan bezwaarlijk de
belangrijke en veel tijd eischende taak worden opgedra
gen van zich te overtuigen van het gehalte van het
personen, waarvan men zich met gerechtvaardigd wan
trouwen afwendtals men inzietdat hij vroeger in
betere omstandigheden verkeerde en het nu te vreezen
is, dat men op een of andere manier zal worden geëx
ploiteerd. Mijn wapenschild is bevlekt, mijn oude naam
door bet slijk gesleurd, er is geen verheffing, geen
redding meer mogelijkwanneer men den roes van
vroolijke, lichtzinnige uren niet door eerlijken arbeid
tracht uit te wisschenmaar slechts beproeft op de
gewone wijze voort te leven zij het dan ook ten
koste van zijn eer."
„Beste kerel 1" zeide Gert, met het diepste medelijden
vervuld, zijn vriend hartelijk de hand drukkende, „houd
toch op met dien onzin 1 Je kunt nog alles worden
wat je wilt; want ik heb geld en de helft is voor jou I"
„Alsof ik dat zou aannemen 1 Ik weet zelf maar al
te goed, wat het zeggen wil, in het slijk te worden
neêrgeslingerd P Ik heb doodsangsten om je nitgestaan,
Gert, toen ik zag, dat je je laatste goudstuk opzettet.
Ik ken dien koortsachtigen angst; of het lukt of niet 1
Voor jou stond nu hetzelfde op het spelals een half
jaar geleden voor mij. Overwinning of ondergang. Ga
er morgen niet weder heen Gert naar de speel
tafel het geluk is zoo bedriegelijk. Laat je
waarschuwen I Zie mij aan 1 Ik wilde tenminste geen
schuld hebben aan jou ongeluk en toen ik je zag, je
herkende en bemerkte, wat eene strakke ontzetting zich
van je had meester gemaakt, toen onze blikken elkander
ontmoettentoen schoof ik je snel je winst toe want
nul pleegt nooit driemaal achter elkander uit te komen.
Betaal je schulden voor zoover je kuntbekrimp je
liever, verspil je gewonnen geld niet aan weldaden,
waar zij toch nutteloos zouden zijn blijf op je hoogte
staan en laat je waarschuwen door de ervaring van
iemand, die verpletterd in een afgrond ligt. Ik ik
alleen kan het onderscheid tusschen jou en mij ten
volle besefien."
Wat klonk dat troosteloos
„Biste Konta", sprak Gert vol ijver, „je overdrijft
natuurlijk. Met wat middelen en goeden wil kan een
onderwijs in de verschillende scholen. Wij weten wel
dat ook een vrij talrijk personeel van schoolopzieners,
die zich uitsluitend aan die taak wijdden niet zou
kannen nagaan of b v. het leerplan trouw werd ge
volgd en aan elk vak van onderwijs de tijd werd
besteed die daarvoor zou zijn aangewezen maar wij
gelooven toch aan den anderen kantdat zij wel in
staat zoaden zijn de vruchten van het onderwijs
en daarop komt het toch aan door schoolbezoek
en ondervraging van de kinderen te beoordeelen.
Zijn de vorderingen die de kinderen in de verschil
lende vakken gemaakt hebben voldoendedan heeft
de schoolopziener ook niet noodig iets meer te weten.
Op zijn verslag zou de Rijkstoelage kunnen worden
uitgekeerd. Luidde het ongunstig, dan zou een
nader onderzoek van een commissie ingesteld kunnen
worden, voordat eene beslissing werd genomen. In
Engeland bestaat iets dergelijks.
Naast de uitkeeringen aan de bijzondere scholen
staan in het ontwerp de mindere eischen die voor de
openbare scholen gesteld worden ten aanzien van de
sterkte van het onderwijzend personeel. Eerst wanneer
het aantal schoolgaande kinderen 91 bedraagtzal
het hoofd der school moeten worden bijgestaan door
twee onderwijzersthans reeds als dit getal 86 be
draagt. Voorts zal voor elk 55tal kinderen een on
derwijzer meer worden vereischt; thans voor elk 45tal.
Deze inkrimping van het personeel zou echter niet
zoo bedenkelijk wezen, indien niet tevens werd be
paald dat voor de toepassing van deze voorschriften
het gemiddeld aantal kinderen zal worden genomen dat
op 31 Maart, 30 Juni, 30 September en 31 De
cember de school bezoekt. Thans wordt het aantal
onderwijzers geregeld naar het getal kinderen dat op
15 Januari aanwezig is, omstreeks welken tijd de
meeste kinderen de school bezoeken. Door deze
wijziging in de berekening zullen de klassen, die voor
rekening van één onderwijzer komenin sommige
streken des lands 's winters, als de kinderen trouw
school komenniet 55 leerlingen tellen, maar 65
75 en misschien meer. In het jongste verslag omtrent
het onderwijs lezen wij toch, dat in sommige gemeen
ten het schoolverzuim niet alleen stijgt van 10 tot
30, van 14 tot 36, maar ook van 10 tot 49, van
20 tot 63, van 15 tot 53, van 10 tot 60 en van IS
tot 60 percent. De vrees is daarom maar al te
gegrond, dat in de maanden waarin de kinderen het
getrouwst opkomen, het onderwijzend personeel geheel
onvoldoende zal zijn.
Zal men als dit wetsontwerp mocht worden aan
genomen, tot de invoering van leerplicht kunnen over
gaan De vraag is van liberale zijde reeds herhaal-
verloren positie wel weêr herwonnen worden. Kom,
Uat ons het eens samen overleggen hier moet jé
natuurlijk vandaan."
„Dat ga ik toch al. Dat ibj e zoo haastig je winst
toeschoofheeft mij dan nek gebroken het was tegen
ons belang hier. Je ziet wel, recht en onrecht hebben
niet enkel twee, maar vaak zelfs meer zijden."
„Des te beter."
„Des te erger. Waarvan zal ik mijn ellendig
bestaan verder rekken Ik ben arm, doodarm."
„In de eerste plaats gaan wij nu naar een hotel, een
fleeeh Chateau d'Yquem drinken; de nacht geeft raad
je kent het spreekwoord. Ik geloof, dat die bij mij
reeds gekomen is, maarom te beginnen, heb jij
aanspraak op de helft van mijn winst"Scheven
schudde het hoofd.
„Als met geld alles was goed te maken 1 Kan men
de achting voor zich zelf, de achting van zijn mede-
menschen weêr terngkoopen Niemand dan wie het
zelf ondervonden heeftkan begrijpen hoe het mij te
moede was, als ik op zijde sloop angstig om den
een of anderen kameraad uit den weg te gaanik
een Hij zweeg een tijdlang zei geen van hen
een woord; eindelijk begon Gert bijna schuchter
„Je badt het straks over eerlijken arbeid wat be
doelde je daarmeé
„Men komt helaas altijd eerst te laat tot beter inzicht 1
Had ik mijn erfdeel niet verspeeld, dan kon ik misschien
als volontair aan de eene of andere bank geplaatst
worden en mettertijd misschien een positie verwerven
door eerlijken arbeid door eigen kracht. Een positie
die mij in eigen schatting en in de oogen der wereld
weder rehabiliteert; want dit heb ik geleerd, in dezen
donkeren tijd arbeid adelt den man meerdan alle
geërfde, zonder eenige inspanning verkregen voordeelen
Gert voelde iets als beschaming; hij had slechts geluk
gehad anders niets en het eenige wat hem als ver
dienste kon worden aangerekend wasdat hij Scheven
de reddende hand bood.
De morgen brak aan rooskleurig licht breidde zich