No. 64.
Een en Negentigste Jaargang.
Wegens den Hemelvaartsdag zal
a.s. Donderdagavond de Courant
niet worden uitgegeven.
De Uitgevers.
Nationale Militie.
ASSCHEPOETSTER
Buiten onze grenzen.
1889.
WOENSDAG
29 MEI.
Dit nummer bestaat uit twee blade».
EERSTE BLAD.
FEUIIjLETOIV.
Prijs der gewone Advertentiën:
D(| dit Ho. wordt aan onze abonué's
in de stad de dienstregeling van het
Postkantoor alhier verzondenaan-
tevangen 1 Juni, welke aan onze
abonné's buiten de stad op verlangen
gratis wordt toegezonden. Overigens
is zU voor niet geabonneerden a ÏO
cents verkrUgbaar.
©fficiiel (Bcbeeltc.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Coarant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEftM». COS-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
roepen mits deze op de verlofgangers van de militie te land
binnen deze gemeente hun verblyf houdende, van alle lichtingen,
dns ook van de lichting 1884, voor zoover zij vóór 1 April
1889 in het genot van onbepaald verlof waren gesteld, om zich
op Maandag den 17 Juni dezes jaars, des voormiddags
te 9 uren te laten vinden vóór het raadhuis dier gemeente
om aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden
onderzochtgekleed in uniform en voorzien van al de
door hen van het korps medegebrachte kleeding- en equipement-
stukken, benevens zakboekje en verlofpas.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Mei 1889. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden dat blijkens
ontvangen kennisgeving, bestuurdere-eollatoren van bet
Houckama-leen te Bolsward voornemens zijn een deel
van de inkomsten des leens te begeven aan een be
kwamen scholier uit het geslaebt van den stichter en
wel in den loop der maand Juli en dat belanghebben
den ter mededinging zich zullen moeten aangeven bij
den heer M. E. tan bee Meulen te Bo'sward vóór
15 Jnni a e.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
27 Mei 1889. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
DOOE
H. SCHOBERT
78)
Niet dan met groote moeite slaagde Willy er in
ten deele hare bedaardheid te herwinnen. „Ik ik
dank u", bracht zij met moeite nit „voor uwe aan
hankelijkheid ik zal haar nooit vergeten het zal
mij lichter om het hart worden, als ik er aan denk.
Ik kan hier niet blijven hoe gaarne ik ook zou
willen hoe mijn hart ook aan n aan Warnitz
hangt
„Ja, dat kan zij wel dat kan zy wel, als ze maar
wilriep plotseling iemandwiens schaduw in hare
volle lengte op de treden der trap viel, toen hij naast
haar ging staan.
Isa slaakte een zachten gil. Willy gaf geen enkel
geluid. Sprakeloos, zich nauwelijks bewust van hetgeen
er voorvielkeek zij Leo Güntber aan die ongemerkt
den tain door in huis moest zijn gekomen en zoo van
het tooneel getuige was geworden.
„Wil je?'' vroeg bij nu op gedempten toon, zich tot
haar vooroverbuigende. „Wil je weder meesteres van
Warnitz zijn en van mijn hart?"
Huone oogen ontmoetten eikanderen die zeiden alles,
zij spraken honderdmaal meer en sneller dan ontelbare
woorden. Hij breidde zijn armen naar haar uitzij
lag aan zijn borstsnikkend bevend en toch zoo ge
lukkig, zoo onuitsprekelijk gelukkig
Hij omvatte haar met eenen arm en schoof haar vlak
voor het verblufte meisje dat nog altijd den krans in
de hand hield.
„Hoezee! mensehen", riep hij met zijne forsohe com
mandostem, waarvoor de musschen verschrikt wegvlogen,
„nu hebben wij haar, gij en ik I Ziet hier uw meester
en meesteres van Warnitz 1"
De onderstaande personen worden verzocht zich ter gemeente
secretarie alhier aan te meldenalsDirk KoopmanDirk
Schuitgeboren te Alkmaar, en idemgeboren te Egmond-
binnen, Arnoldus Jansen Manenschijn, Johannes Jacobus
GodijnCorns. Dekker, Dirk Snip, Jan van der Sluis, Jan
van Son, Hubertus Petrus de Swart, Willem Willems Gerrit
HaarmanKlaas OttoGerrit Krijnsen.
De Koning van Italië is met zijn eersten Minister
door den grooten St. Gothard-tuunel naar het noorden
getrokken, waar hij intusschen een Meimaand aantreft
die hem het gemis van zuidelijker luchten ruimschoots
vergoedt. De Keizer van Duitschland heeft hem te
Berlijn een schitterende ontvangst bereid; ook Bismarck
was natuurlijk aanwezig, en de samenkomsten en be
sprekingen van vorsten en ministers kunnen geen
ander doel en moeilijk eenig ander gevolg hebben dan
de bevestiging van het drievoudig bondgenootschap
dat DuitschlandItalië en Oostenrijk-Hongarije on
derling verbindt. Er wordt verzekerd, dat de wel
komstgroet aan den Koning van Italië in het Militair
Weekblad dat te Berlijn verschijntniet zonder de
persoonlijke medewerking van den Duitschen Keizer
is gesteld. Üf dit zoo is zal zeker moeilijk zijn uit
te makenmaar in elk geval is het stuk zoozeer in
overeenstemming met den toon die omtrent dit vor
stelijk bezoek door de Regeering wordt aangeslagen,
dat het veilig kan worden aangemerkt als de uit
drukking van de persoonlijke gevoelens des Keizers.
Daarom is dau ook zijn vredelievende geest niet
zonder gewicht.
Deze welkomstgroet vangt aan met een herinnering
aan de duizendjarige vijandschap van vroegeren tijd
tusschen Romeiuen en Germanen. De Romeinen zijn
het eerst als veroveraars Duitschland binnengedrongen
en de eeuwenlange worsteling tusschen het Rijk der
Gesars en de noordelijke barbaren is geëindigd met
een volkomen rolverwisseling waarbij de Duitschers
der middeleeuwen en der nieuwe geschiedenis Noord
en Zuid-Italië maakten tot het gebied hunner stroop
en veroveringstochten. Thans is dat alles veranderd,
klinkt het in den bedoelden welkomstgroetde oude
tochten uit Rome en naar Rome zijn in onze dageu
hervat, doch nu niet om oorlog te voeren maar om
vaste bondgenootschappen te sluiten. Wat een dui
zendjarige strijd niet vermochtheeft de vriendschap
verwezenlijkt. Geen nieuwe grenzen worden afge
dwongen of betwist aan deze of gene zijde der Alpen;
een band van achting en vertrouwen omvat de beide
eensgezinde volken.
Bestaat er reden om met dezen zegezang op dit tijd-
„Hoezee Hoezee 1" riepen allen jnbelend en wierpen
hunne petten in de lucht. De muziek speelde een
fanfarealle aanwezigen waren buiten zich zelf van
geestdrift.
„Gaat nu heen, beste menschen, maakt zooveel pret,
als je maar kunt, maar vergeet niet op het jonge paar
te drinken", zeide Giinther eindelijk lachend.
„Ons zoo te overrompelen knorde Isa; „weet je
wel, Giinther, dat het toch nog al gewaagd was Als
Willy nu eens neen had gezegd
„Juist daarom had ik voor die bondgenooten gezorgd",
en hij wees op de jubelende, aftrekkende sohare.
„WiLy heeft er alle slag van, om indirect iemand
een blauwtje te laten loopen ik wilde het niet nog
eens riakeeren en nam daarom stormenderhand wat
toch het mijne was. Of zou het mij nooit teu deel
vallen, Willy Heb ik mij vergist vroeg hij, haar
diep iu de oogen ziende.
Zij zag hem aan blozend, gelukkig, met stralende oogen.
„Neen, Leo, je hebt je niet vergist. Ik heb je altijd
lief gehad, zoo lang, o zoo lang reeds
„Waarom heb je mjj dan zooveel verdriet aangedaan P"
Zij drukte, zonder te antwoorden, haar gelaat tegen
zijn schouder hij voerde haar nu naar den hun zoo
welbekenden tuin en hier waar slechts de rnischende
dennen het konden hoorenontsloot zij hem haar
gausche hart.
„Als je wisthoe ik met mij zelf gestreden heb",
zeide zij en bij de herinnering aan al de smartelijke
urendie baar alleen bekend warenslaakte zij een
diepen zucht.
„Je mocht toch niet vermoeden, wat je voor mij waart."
„Hadt je dan ten minste freule van Malknitz je
vertronwen maar geschonken", viel hij haar in de
rede, „dan
„Tante Malwine juist nooitOLeoherinner
mij niet aan dat vreeselijk uur nooit weder je
hadt het volle recht gehad, mij te verachten, wanneer
je toen bemerkt hadt hoe het met mijn hart gesteld
was. Hadt je mij toen gevraagd ik zou eerder mijn
perk van vrede en eendracht in te stemmen Die
er een oogenblik door bekoord werdmoet wel min
of meer vreemd zijn getroffen door het bericht van
het schitterende militaire schouwspel waarop de ko
ninklijke bezoeker te Berlijn is onthaald en waarbij
de Keizer zelf het commando voerde. Waarschijnlijk
zal hij zijn geschokt vertrouwen trachten te herstellen
door de oude spreuk te herhalendat hij die den
vrede wil zich moet voorbereiden tot den oorlog. En
ja, die spreuk bevat een kern van waarheid. Ook de
Staten van Holland en West-Friesland stichtten hunne
geschutgieterij in den Haag blijkens het opschrift in
den gevel «om den vrede te verkrijgen en te be.
houden." Op het einde dezer negentiende eeuw is het
daarmee vooral niet beter gestelddie er bij den
feestelijken intocht van Italië's Koning iu Berlijn aan
mocht twijfelen zou er wel aan herinnerd zijn door
de beide gebouwen die volgens de berichten in de
rijk versierde straten zonder vlag of tooisel waren
geblevenhet waren de woningen van den Franschen
en den Russischen gezant. In het oosten en het
westen blijft het oorlogsgevaar dreigen en, ja, de
triple alliantie houdt het zwaard van beide buren iu
de schede en waarborgt Europa den vrede. Niemand
kan zeggen voor hoe langdoch omdat geen der
bondgenooten den oorlog kan begeeren, maar alle drie
belang hebben bij het behoud van den vredeis het
niet onmogelijk zelfs niet onwaarschijnlijkdat de
tegenwoordige toestand langer zal duren dan velen
durven hopen. De Oostenrijksche zoowel als de En-
gelsche bladen zien in het bezoek van den Italiaan-
schen Koning aan Herlijn eene nieuwe bevestiging
van het drievoudig verbond; de Times blijft daar
enboven niet in gebreke de aandacht te vestigen op
het heugelijk feit der hartelijke ontvangst van den
Koning op zijn doortocht door Zwitserland en de bij
deze gelegenheid gebleken goede verstandhouding tus
schen Zwitserland en Italië. Inderdaad kan de ge
zindheid der bevolking van deze Alpenvestingdie
Duitschland van Italië scheidt, in moeilijke dagen
van veel belang zijn en hoe sterker nu eenmaal het
bondgenootschap der bevredigde mogendheden is, hoe
minder wordt het gevaar dat de onbevredigde buren
aan weerszijden den oorlog zullen doen ontbranden.
Dat evenwel die waarborg van den vrede een zware
schaduwzijde heeft, wordt ons ten overvloede, zij het
dan ook op vergoelijkende wijze en met aanvoering
van de noodige troostgronden, herinnerd door een
Oostenrijksch bladdat eerlijk genoeg is om althans
ook van »de zware offers'' gewag te maken die aan
de verbonden mogendheden door dit verbond worden
opgelegd, maar die dan ook vergoed worden door de
.-iimrr'rCTMwiimivawBByu—Mnaw—M—
leven hebben ten offer gebracht, dan je te bekennen,
dat ik je liefhad. Alles in mij kwam in opstand tegen
dat aanbieden van mijn persoon door tante Malwine
en hoe lief ik haar ook had van dat oogenblik
ontstond er eene wond in mijn hartdie niet dan
hoogst moeielijk te genezen was."
Hij knikte; er kwam een lichte glimlach op zijn gelaat.
„Je zondt er toen niets tegen gehad hebbenals
ik Blanche genomen had
„Dat weet ik toch niet", zeide zij aarzelend.
„Geheel zeker van mijn zaak was ik niet. Zij scheen
mij geen vrouw voor jeik was bang dat je niet
geiukkig zoudt worden ik wilde je waarschuwen en
als ik wilde sprekenmaakte ik mij beangst dat het
toch eigenlijk niet anders dan ellendig egoïsme was
dat mij tot spreken dwingen wilde."
„O, lieve, dwaze Willy I" fluisterde hij teeder en bij
drukte haar aan zijn hart„hadt je maar ééns den
moed gehad om te sprekenwat was er dan veel
anders geworden Zoo liet je mij ook in het duister."
„Ik ben nu arm doodarm", zeide zij eindelijk
zachtals sprak zy half onbewust een opkomende ge
dachte uit.
„Voor mij ben je altjjd de grootste schat, het grootste
geluk dat het leven mij nog schenken kon Willy",
zeide hij ernstig en trok haar nog vaster aan zijn borst.
„Wij zijn twee menschen die elkander aanvullen en
toch gelijken wij elkander in ons willen en streven.
Wij willen werken, nuttig ziju voor onze medemenecheu
6d voor elkander leven. Geloof je niet, dat wij dan het
ware geluk gevonden hebben En vasthouden zullen
wij het ook."
„Zeker", zeide zij en zij legde haar hoofd tegen zijn
schouder, „alles met joa en voor jou, Leo."
Toen freule van Malknitz hoorde, wat er gebenrd
was, zeide zij hoofdschuddend, op bijtenden toon:
„Dat hadt je veel eerder en in ieder geval gemak
kelijker kunnen verkrijgen, als je naar mijn raad ge
luisterd bad 1 Ik ben geen kwaadspreekster dat weet
God, maar wat dien goeden Broek betreft, heb ik van