FEUILLETON. No. 71. Een en Negentigste Jaargang. 1889. Waarborgen voor de vrije beschik king over verdiend ioon. ZONDAG 16 J U N I. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Koopen op crediet. DE VROUW VAN DEN MAJOOR, door R. OKTROFF. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS- TEE ZOON. ii. Na de betaling in vreemde munt of in allerlei winkelwaren en levensbehoeften en de ongeregelde betaling van het loon, noemt de Regeering onder de bestaande misbruiken in de derde plaats het verkoopen op crediet of, zooals het in de gewone spreektaal veelal minder deftig wordt genoemd, het borgen". Iedereen weet hoe algemeen dit misbruik heerscht. In afwachting van het gewone weekloon, wordt niet zelden zooveel op crediet gekocht, dat er bij de wekelijksche afrekening al bitter weinig over blijft, en de werkman, of liever zijn vrouw, wel genoodzaakt is onmiddellijk crediet te vragen tegen de volgende week. En zoo gaat het door, altijd maar door. Toch is het volkomen waar, wat de Regeering opmerkt, dat men voor hetzelfde weekloon evengoed alles contant zou kunnen betalen als eenmaal bij het einde der week alles te gelijk; maar men is nu eens achterop en kan er niet toe komen schoone lei te maken. Ja, al heeft men eens een buiten kansje, waardoor men in staat is alle schulden af te doen, het crediet heeft zoo iets verleidelijks, men komt er zoo spoedig toe zich iets aan te schaffen waarvoor men op het oogenblik geen geld heeft, maar dat men toch zoo gaarne zou willen hebben m zoo goed zou kunnen gebruiken, dat men spoe dig weer den ouden weg opgaat en dan ook weer de oude knecht wordt. Alleen daar waar door de patroons of de werklieden zei ven winkelneringen zijn opgericht, wordt contant betaald; daar wordt geen crediet gegeven; en de voordeelen der contante be taling zijn zoo tastbaar, dat hijdie ze eenmaal door ondervinding heeft leeren kennener in den regel geen afstand meer van doet. „Borgen baart zorgen", zegt het spreekwoord. De rekening loopt gewoonlijk hooger op dan men dacht. Kan men op crediet koopen, men zal er lichtelijk toe komen zich iets aan te schaffen, dat men niet dringend noodig heeft en eigenlijk ook niet kan betalenof wel men zal iets mooiers en daarom ook iets duurders koopen, dan men gedaan zou hebben wanneer er contant betaald moest worden. Door het voortdurend borgen wordt de werkman steeds afhankelijker van den winkelier velen staan zoo diep in de sehulddat zij over i) Aan het Leipziger station te Dresden golfde eene bonte menschenmassa door elkanderbinnen een uur zouden verscheidene treinen naar LeipzigMeiszen en Löbnitz vertrekken. Huurrijtuigen en equipages reden voor en brachten nieuwen toevloed. Dames in elegante reistoiletten, gevolgd door bedienden, beladen met eene menigte regenmantelsplaids kistjes hoedendoozen kussens en sluimerrollen officieren kooplieden en marktvrouwen, allen drongen haastig door elkander de trappen op naar den ingangwaar de portier in on verstoorbare waardigheid en kalmte zijn beroep uitoe fende. Aan de linkerzijde der trappen stroomde de menigte voorbij eene onverschrokken cbiDaasappelver- koopster, wier kleine mand, bovendien van peperkoeken, speelgoed, krakelingen en suikerboonen voorzien, slechts het jongere gedeelte der reizigers een verlangenden blik afdwoDg. Kruiers liepen haastig met handvaliezen heen en weêr of sleepten de met metaal beslagen koffers naar de bagagebureaux. Overal stonden kleinere of grootere menschengroepen, een dicht gedrang omgaf de geopende loketten en werd van oogenblik tot oogenblik erger. Twee dames, die zich door de menigte heengeworsteld hadden, waren gelukkig op het perron aangekomen en naderden nu gearmd langzaam den trein die eene der beiden naar Leipzig zou voeren. Eene der beide vriendinnen waB groot en slank en had een dier frissche gezichtenwelke eenen aange nomen, maar geen opvallenden indruk maken; men ging gewicht of maat geen aanmerking durven maken en zich slechte waar laten welgevallen, ofschoon de prijs die hun in rekening wordt gebracht hun recht gaf betere waar te eischen. Maar wat hebben zij te zeggen, als de winkelier hun antwoordt, dat hij wel betere waar zou kunnen leverenals zij hem maar niet zoo lang op zijn geld lieten wachten Waar de werkgever zelf winkelier is en hij dus de schuld van den werkman later op zjjn loon kan inhouden, is de waar gewoonlijk goed, maar wordt aan den arbeider voor het hem verleende crediet meestal een hoogere prijs in rekening gebracht dan aan de andere klanten. Er zijn strekenwaar het verschil niet minder bedraagt dan 15 centen op een gulden. Die borgt, weet gewoonlijk zelf niet hoe zijn rekening staat. Hij moet zich op de eerlijkheid van den winkelier verlaten. Allerlei geschillen, twisten en onaangenaamheden zijn daarvan het gevolg, die niet hadden kunnen voorkomen, wanneer er contant was betaald. Heeft de schuldenaar een eigen huisje of een stukje grond, dan wordt dit gewoonlijk na korten of langen tijd het eigendom van den win kelier in afdoening van de steeds grooter wordende schuld; en is er eenmaal op die manier weer nieuw crediet gekregendan gaat het verder langs een leien dakje. Maar niet alleen de werkmanook de winkelier wordt dikwijls van die slechte gewoonte het slacht offer menig faillissement is het gevolg van het borgenen zoo dit kwaad kon worden uitgeroeid zou het voor den neringdoende zoowel een zegen zijn als voor zoovele werkliedenarbeiders, ambte naren en anderendie van een beperkt inkomen moeten leven. Maar als dit zoo is laat de wet het dan ver bieden laat men eenvoudig recht ontzeggen aan eiken winkelier of neringdoendeaan eiken am bachtsman die met een vordering voor den dag komt wegens aan een particulier, die geen koopman isop crediet verkochte waren of voor hem op crediet verrichte werkzaamheden. Laat men deze vorderingen over dezelfde kam scheren als de speel schuldenwaarvan men ook voor den rechter geen betaling kan eischen! Zou dat goed zijn? Men denke een oogenblik na. Hoe moet het dan in geval van ziekte, bij tijdelijke werkeloosheid hij het onverwacht uitblijven van het verdiende loon in honderd onverwachte omstandigheden, waarin de nood dringt en evenwel contante betaling onmoge lijk is? Zou men dan de tijdelijk onvermogenden onmiddellijk naar de diaconie of het armbestuur willen verwijzen, ook hen die nooit bedeeld werden, die geen bedeeling verlangen, geen bedeeling wil- baar voorbij, zonder verder op baar te letteD, terwijl de sierlijke gestalte der andere de blikken onwillekeurig tot zich trok Uit een pikant gezichtje keken twee donkerbruine oogen schitterend om zieh heen door bare zuidelijke tint miste men den blos op haar wangen, daarentegen vertoonden de lippen een frisch rood en lieten twee rijen prachtige tanden zien. De mond was misschien een weinig te groot, de neus niet fijn genoeg gevormd maar toch was bet een aantrekkelijk gelaat, dat men, eenmaal gezien, niet licht weer vergat. Het voorhoofd, waarop kleine lokjes natuurlijk krulden, was volmaakt en welig zwart baar kwam in zware vlechten onder bet reishoedje te voorschijn. „Eigenlijk lieve Helena", wendde zich de groo'ste der beide dames tot hare gezellin „benijd ik je deze reis volstrekt niet ja zult met deze hitte in de volle coupé wat te lijden hebben en met verlangen aan ons lommerrijk tuintje en koele veranda terug denken." „Alles op zijn tijd, liefste Emma", antwoordde Helena levendig, „dat langdurige in de schaduw zitten wekt bij iemand den lust om ook eens in de hitte uit rijden te gaan ik ben er volstrekt niet bang voor en ik ben zeker dat ik levend en gezond weer in Leipzig terug kom." „Die opvatting schijnen meer mensohen te deelen het wemelt aan het station van reizigersmaar toch blijf ik er bijdat de dolle gedachte tot deze reis alleen in jou hoofd kon opkomenje hebt eene bij zondere voorliefde voor avonturen." „EmmaEmmahet gaat je als de vos en de druiven wanneer je kondet meegaan was alles goed; dwaas is mijn plan in het geheel niet, ik hond het zelfs voor zeer goed gelukt. Het is toch prachtig, dat ik bij Hansen geheel onverwacht aankom; op hun gecostumeerd bal champêtre verschijn ik als Zigeunerin en zal den geheelen avond intrigeeren en iedereen voor den gek houden, niemand zal het flauwste vermoeden hebben wie het zijn ban, die ban zulke waarheden zegt, hun het ver- ledene openbaart en stoutweg de toekomst voorspelt. Vóór iemand tot de ontdekking komt dat :k het beD, de jaarlijks lenmaar die men aldus zou noodzaken bedeeling te vragen en misschien allengs aan het ontvangen van bedeeling zou gewennen of wel zou uitlokken tot bedelarij Inderdaad gelooven wij met de Regeering, dat het koopen op crediet niet afgeschaft kan worden maar moet worden beperkt. Die beperking van het borgen tracht de Regeering te bereiken door te bepalen, dat op het loon van een werkman alleen in mindering van bepaalde soorten van schulden mag worden gekort en dan nog maar alleen tot een bepaald bedrag. 1°. Brengt de werkman opzettelijk of door zijn nalatigheid of onvoorzichtigheid schade toe aan het roerend of onroerend goed van den werkgever, er kent de werkman zijn schuld en bestaat er tusschen hem en den werkgever geen verschil over het be drag van de toegebrachte schadedan kan voor die schade op zijn loon worden gekort. Zijn partijen het niet eens, dan kan er niet worden gekort, maar zal de rechter op de gewone wijze het geschil moeten uitmaken. 2". Wegens verzuimen van verschillenden aard, b. v. te laat komen of wegblijven van het werk zonder wettige reden, worden de werklieden in de meeste fabrieken of andere groote werkinrichtingen beboet. Op zichzelf kan daartegen niets worden ingebracht. Er moet regel en orde wezen en daarom zijn kleine straffen op plichtverzuim in sommige inrichtingen onmisbaar; maar dat beboeten mag niet willekeurig geschieden. Daarom wenscht de Regeering in de wet te bepalen, dat op het loon van den werkman alleen tot verhaal van die boeten mag worden ge kort die zijn opgelegd overeenkomstig een regle ment, dat de werkman zelf heeft onderteekend. 3°. Het nut van ziekenfondsenvoorzorgskassen, ondersteuningsfondsen enz. kan moeilijk worden betwist. Voorzorgen voor gevallen van ziekte, overlijden of hoogen leeftijd zijn te zeer in het belang van den arbeider, dan dat men instellingen van dezen aard zou willen tegengaan. De werkgever moet dan ook de bevoegdheid behouden, aan allen die hij in dienst neemt als voorwaarde te stellen dat zij in dergelijke fondsen deelnemen maar hij zal dit volgens het wetsontwerp alleen kunnen doen bij afzonderlijke schriftelijke overeenkomst, waarvan twee exemplaren worden opgemaakt, één voor hem en één voor den werkman. In die overeenkomst moet bepaald worden, hoeveel de werkman in het fonds moet bijdragen wat hij daarvoor genieten wat zijne rechten zijn, wanneer hij bij het eindigen der dienstbetrekking zijne aanspraken geheel of gedeeltelijk verliest. Wordt omtrent dit laatste punt in de overeenkomst niets bepaald, dan blijft de werk- terugkeerende trekvogel, verdwijn ik en morgenavond ben ik hier terug. Het treft ook heerlijk, dat niemand dan jij en toevallig je oom iets van mijne reis weet dat je papa juist afwezig is, en dat ik zoo op mijn eigen houtje, buiten weten mijDer ouders, dit uitstapje onderneem om eens voor twee dagen geheel te ver dwijnen. Er schuilt daarm ten minste iets van een avontuuren je weet wat ik er voor geven zou om er eens eenmaal een te beleven." „Nu, kleine dweepster", sprak Emma lachend, „aan avonturen zal het op het bal niet ontbreken; je zult harten genoeg veroveren je zuidelijke tint en schitte rende oogen zullen in je zigeunercostuum dubbel uit komen maar ik geloof werkelijk, dat de trein spoedig vertrekt, laat ons dus een coupé zoeken." Terwijl de meisjes snel voortliepen, keken zij opmerk zaam in iederen wagon en bleven een oogenblik voor de b'jna geheel bezette damescoupé staau. „Hoe is het, Helena?" vroeg Emma lachend, „wil je deze galerij van schoonheden niet helpen voltallig maken „Om Gods wil", riep Helena verschrikt, „daarin niet, dat ware het volmaaktste dampbad dan zou je met je ondeugende voorspelling nog gelijk krijgen neen laat ons dan liever een coupé zoeken waarin niet gerookt wordter moeten er toch een paar in dezen trein zijn," „Die", zeide Emma, „is ook bijna vol, maar vooraan zie ik er nog eenej zie jeer stapt jnist een heer in." „Helena snelde naar het geopende portiermaar keerde zich terstond weder om en kwam bij hare vriendin terug. „Maar Emma", fluisterde zij, „er zit maar één heer in daar kan ik toch moeielijk moederziel alleen meê reizen." „Ostaat het zéé met je lust naar avonturen", spotte Emma „zoodra je er maar een in de verte ziet, neem je de vlucht al. Voor het overige", sprak zij na nog een blik in de coupé geworpen te hebben „ziet die heer er zeer fatsoenlijk en vertrouwenswaardig uit, ik ALKMAARSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1