FEUILLETON. No. 73. Een en Negentigste Jaargang. 1889. V R IJ D A G 21 JUNI. RE VROUW VAN REN MAJOOR, door R. OKTROFF, Prijs der gewone Advertentiën: finitcnlAub. BELGIE. Tegen het uur, dat de zitting der Kamer den 18 zou worden geopend, hadden zich eenige groepen bij het paleis te Brussel verzameld, doch geene betooging geschiedde, ook niet bij de komst van den heerJanson. den nieuwen afgevaardigde voor Brussel. D UITSCHLAND. D6n 16 is te Gastein een gede okteeken onthuld voor Keizer Wilhelm. ITALIË. Den 15 zijn te Napels de in het belang van den algemeenen gezondheidstoestand gemaakte werken in tegenwoordigheid van den Koning, de Ko ningin, den Kroonprins en eene talrijke, meest nit de lagere klassen der bevolking bestaande menigte plechtig geopend. De directeur der maatschappijdie deze werken aanlegt, wees in zijn antwoord op de toespraak des burgemeesters o. a. op het heuchelijke feit, dat 3000 geziuneu binnen een jaar tijds nieuwe gezonde woningen zouden ontvangen. Uit de gedane mededee- lingen bleek verder, dat men 56 vuile sloppen en 527 blokken huizen 17000 woningen en 62 kerken zou opruimenwaartoe onteigeningen op 7100 eigenaren toegepast zouden worden. Alleen zouden eenige oude gebouwen gespaard blijven ter nagedachtenis aan enkele vorsten die iets voor Napels gedaan hadden. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Coarant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM'. COS- TEE ZOON. Nadat deze den eed had afgelegd richtte hij eene interpellatie tot de regeering over het bekende rechts geding te Bergen waarin hij zelf als advocaat optrad. Hij trachtte ook de beteekenis uiteen te zetten van de laatste verkiezing te Brussel en zeide, dat het kabinet en de meerderheid zich moesten onderwerpen of aftre den omdat de openbare meening zich had geuit. Hij werd herhaaldelijk in de rede gevallen door de rechter zijdedie verlangde, dat hij tot de orde zou worden geroepen, toen hij zeide, den minister-president Beernaert niet op zijn woord te kunnen gelooven. De heer Janson gaf verder een overzicht van de aanleiding tot genoemd rechtsgeding en betoogde dat de ministers bekend waren met de handelingen van den stillen verklikker Pourbaix. De heer Beernaert antwoordde. De heer Janson scheen te gelooven, dat het feit zijner verkiezing alleen hem het recht gafde aftreding van het ministerie te eischen. Het kabinet was dit echter niet voornemens en zou dan ook zijn entslag niet vragen. De Koning alleen had het recht tot ontbinding der Kamer en de heer Janson was door Z. M. daarmede niet belast. Hij loochende nadrukkelijk, dat hij met de handelingen der stille verklikkers bekend was geweest. Eene heftige woordenwisseling ODtstond tusechen ver* schillende leden, en eenigen werden tot de orde geroepen. Wegens de opschudding, waarin de Kamer verkeerde, sloot de voorzitter de zitting. De straten welke op het paleis der Kamer uit- loopen waren door de politie afgezet. Verderop was eene groote menigte bijeen. Bij de opening der zitting op den 19 deed de voor* zitter een beroep op de leden om blijk te geven van parlementaire tucht. De minister-president zette daarop zijne den 18 aan gevangen rede voort. Hij verdedigde de handelingen der regeering en kwam er nadrukkelijk tegen op dat hij in vereenigicg met ellendige stille verklikkers zou hebben samengespannen. Met betrekking tot de goed keuring, door den duitschen gezant te Brussel gehecht aan de houding der belgische regeering in het rechts geding van Bergen zeide hij dat niet de belgische regeering dezen stap van den duitschen gezant bekend maakte. Wat laatstgenoemde in dit opzicht deed, was overigens zoowel te Berlijn als te Brussel bekend. Hij had dus daaromtrent geene opheldering te geven. De heer Woeste verdedigde de houding der regeering en de heer Bara bestreed haar. Eerstgenoemde wees op de socialistische beginselen van den heer Janson. Zijne verkiezing had alleen de beteekenis dat een koningsgezinde uit de Kamer was 3) De professor boog beleefd. „Ik dank u mevrouw en woont n al lang in Leipzig leidt gij daar een ge zellig leven?" Goddank die laatste craag liet zich ten minste in het algemeen beantwoorden. „Neen, wjj wonen daar pas sedert kort en eigenlijk gezellig zooals men dat in de groote wereld noemt, leven wij niet" antwoordde zij, daarbij denkend aan haar vaderlijk huis^ hare ouders, hare vijf jongere broeders en zusters. „Wij zijn in een heel netten kleinen kring f ging zij voort „waarin een aangename geest heerschtwij lezen maken mu- ziekgeven kleine tooneelvoorstellingendansen en hebben buitenpartijtjesmaar wij overdrijven bet niet, wij willen het alledaagsche leven Blechts wat kruiden en om af en toe wat .geestelijke, zoowel als lichamelijke afleiding te hebben. Verder wijd ik mij aan huise lijke plichten die mij veel genoegen verschaften en weder dacht Helena aan hare broeders en zusters die leer aan haar gehecht waren, zooals zij met hen leerde en speelde, ze oppaste en verzorgde eo aan hare moeder die zij zooveel mogelijk terzijde stond. „Ik kan mij a zoo goed voorstellen: geheel opgaande in nw huiselijke bemoeïngen" merkte de professor op, „geluk om u heen verspreidend en geluk ontvangend alles verhelderend met nw harmonisch wezenuw be schaafden geest en nw rijk gemoed. U hebt toch zeker kinderen „Kinderen 1" Helena was als van den bliksem ge- trollen en keek hem verschrikt aan. Die vraag bad vervrijderd en een republikein daarin gebracht. ^Hij wees ook op de verdeeldheid in de liberale partij. De heer Janson zeide, dat, mochten de liberalen weder aan het bewind komenhet ministerie voor het hof van cassatie rekenschap zon hebben af te leggen van zijne misdaad. De minister van justitie zeide, dat alles wat de lin ker zijde in het midden had gebracht, onjuist was. Hij was in het bezit van stukken, die daarvan ten bewijze strekten. De heer Janson tartte hem daarop, om die stukken ove t te leggen. De beraadslaging werd daarna gesloten verklaard. Gleeae enkele motie van orde was voorgesteld. I)e politie had vóór den aanvang der zitting de stra ten afgezet, welke tot bet paleis der Kamer toegang gevi m. Na afloop der zitting was eene talrijke menigte in d en omtrek bijeen doch zij verwijderde zich kalm. Er dei niets bijzonders voor. Ej ÏJGELAND. Den 15 heeft de heer Gladstone te P 'oole hooidzakeljk het woord gevoerd over de suike t-overeenkomst. O. a. verklaarde hij zich steeds te zi Utec verzetten tegen alle pogingen om hetzij openl jk, hetzij langs een omweg, de nijverheid des lands «te be lasten en het voiksvoedsel duurder te maken of de vo« irtbrenging daarvan te beperken. Laf ;©rliuis. Den 19 deelde de minister van marine mede dat de uitbreiding der fransobe vloot niet een ge t«a(g is van de plannen der eDgelscfce regeering, maar r&n de vermeerdering der duitsche en italiaan- sche vl« tóen. FRi liSXRUK, Op het den 17 in het hotel Contine. ïial te Parys door de republikeinen gehouden feestmaa 1 hield de heer Ferry eene redevoering, waarin bij de p isïjj, welke herziening der grondwet voorstaat, besehuid igdede monarchisten te helpen en aan de regeering verdraagzaamheid jegens de katholieke kerk aanbeval. Hij beschouwde het baulangismo als het gevolg v za oude grievenwelke dienstbaar gemaakt werden a m eerzuchtige bedoelingen. In den avond van dien dag hielden de bonlangisten mede eene vergadering, waar 2000 personen tegenwoordig waren o. n eene afkeuring uit te spreken over de inhechtenit (saeiaing hunner leiders te Angoulême. Na het uitsproken vun eenige heftige redevoeringen tegen den preside mt der republiek en het ministerie werd eene motie aang enomen waarin de houding der regeering ten sterkste werd afgekeurd. Tevens werd daarin ge zegd dat d'.e grondvesting der nationale republiek waarvan Bonianger het hoofd isdoor allen wordt gewenBcht. Kamer. Aan het slot der zitting van den 18 deelde de minister van marine, admiraal Krantz, mede, dat hij sij volstrekt niet verwacht. Kinderen Zij die niet eens getrouwd was! O, die vreesehjke vraag! Maar zij kreeg haar verdiende loon. Waarom had zij zich door haar lust naar avonturen tot deze comedie laten verleiden 1 Nu had zii een avontuur in allen vorm, zooals zij het ontelbare malen gewenscht had maar welk een Kinderen Zj, kinderen 1 „Ja neen dat is te zeggen o, mjc God stamelde zij en, haar ge laat met de handen bedekkend, barstte zij ia tranen nit. De professor was zichtbaar verlegeD. „Het doet mij leed, dat ik treurige herinneringen bij n opgewekt heb, mevrouw, ik smeek u, neem het mij niet kwalijk." Snel trok zij de handen van haar gelaat weghoe moest zij deze nieuwe weading van het gesprek" opne men. Wat meende de professor daarmede? Dacht hij, dat zij oEgelukkig getrouwd was Het was om rade loos te worden. O, die Emma, zij zou nooit weêr naar een avontuur verlangen neen nooit meer maar hoe zou zij zich hier uit redden „Professor," begon zij stamelenddaar klonk een gekraak, gevolgd door een hevigen schok; de wagon wankelde. Helena voelde een stekende pijn, toen verloor sij het bewustzijn. Aan de promenade te Leipzig etaat een deftig huis; door de openstaande vensters stroomde op dien morgen de geur der bloeiende jasmijnen naar binnen. In eene eenvoudige benedenkamer, waarvan de wanden met wapenen en landkaarten bedekt waren, lag de bewoner in eene gemakkelijken stoel voor het raam en keek naar de groene hoornen terwijl de geur eener fijne havanna zich met die der bloemen vermengde. Het was een krachtige mannelijke gestalte dichter bij de veertig dan bij de dertig, met een frisch en goedhartig geiaat. Hij genoot volop van den schoonen morgen en was blijkbaar in de aangenaamste stemming. Daar werd eensklaps de deur opengestooten en eene breedgeschouderde gestalte stortte naar binnen met den uitroep „Majoor, majoor, alweêr een telegram Aan de wieg van dezen kolossus hadden de gratiën binnen kort een krediet van 25 a 30 miljoen guldens ten behoeve van de vloot zou aanvrageD. Senaat. Den 18 is beraadslaagd over het voorstel tot goedkeuring der overeenkomst den 28 November 1888 tusechen Frankrijk en Nederland gesloten tot voorbereiding van de scheidsrechterlijke grensregeling in Guyana. Het voorstel werd dringend verklaard en aan genomen. Den 18 nam de Kamer de begrooting van oorlog in behandeling, waarbij f 5.500.000 aangevraagd werd°ten behoeve van het beheerder bezittingen in Afrika. De heer Bacc«irini betoogde, dat het voor eenigen tijd toegestane krediet van f 4 000.000 voldoende was. De minister president Orispi vroeg daarop eene motie van vertrouwen, waarna Baccarini's voorste), om de gevraagde som aan de regeering te weigeren met 285 tegen 66 stemmen verworpen werd. Nadat met groote meerderheid ver trouwen in het ministerie was uitgesproken, werd over gegaan tot de orde van den dag. SPANJE. Op de begrooting van koloniën is ruim 3,500,000 bezuinigd. Den 17 nam de strijd over de staatkunde der regeering in de Kamer een aanvang. De beer Eomero ij Eobledo viel het ministerie aan en beschuldigde den minister president, dat bij de monarchistische regeering onteerde. De heer Sagasta antwoordde, dat het doel van Eobledo alleen was, het ministerie ten val te brengen. ZWITSERLAND. De regeering heeft bij den Bondsraad reeds iugediend het toegezegde wetsontwerp betreftende het toezicht op de in Zwitserland verblijf houdende vreemdelingen. Dit uit vier artikelen bestaande ontwerp bepaalt o. a., dat weer een procureur-generaal zal worden aangesteld op eene jaarwedde van f 4000 die de vreemdelingen in het oog moet houden. In de nota, den 17 door den Bondsraad aan Dnitscb- land gericht, komt de raad op tegen de onrechtvaardige beschnldiging als zou Zwitserland met revolutionaire elementen samenspannen. De zwitsersche overheid heeft m dezen nooit haar plicht verzuimd of aan de ver- plichtingen jegens naburige staten te kort gedaan. Hij zeker met gestaan een paar waterige blauwe ronde oogen staarden uit zijn breed gelaat en vuurrood, borstelig haar stak naar alle kanten op zijn vormeloozen schedel als stekelvarkenspennen naar bmten. Maar Christiaan was een goede kerel, de trouwe dienaar van zijn heer de gezworen vriend van alle kinderen en honden in de' buurt. Zijn domheid ging met eenige gevatheid gepaard zin trouw en eerlijkheid waren boven alle verdenking ver heven, en Christiaan verheugde zich dan ook, niette genstaande zyn weinig aantrekkelijk uiterlijk in eene welverdiende genegenheid in hooge en lagere kringen. loen de majoor het verschrikte gezicht van zijn bediende zag, zei hij, terwijl hij hem het telegram uit de hand nam „je blijft toch altijd dezelfde ezel, Cbris- g'eef**hier!°f d'Dg J6 d® vinSers brandf, Christiaan sperde zijne ronde oogen wijd open. „Ach, als dat maar geen ongeluk beteekent: van nacht droomde ik van mijn overleden moeder, en spinnen in den morgen 's avonds kommer en zorgen de majoor weet immershij hield eensklaps op en keek verschrikt naar zijn heer die onderwijl het telegram geopend had. 5 De majoor stond met het papier in de hand, kaarsrecht en bekeek het, als ware hij van zijne zinnen beroofd. „Dat is nu toch de grootste onzin, die mij ooit onder de oogen kwam, alweder „Uwe vrouw!" Dat is om dol te worden Christiaan kom hier en zeg mij ben ik getrouwd De oogen van den majoor fonkelden zoo onheilspellend, dat Christiaan tijd noodig had om zich te bezinnen, „Eigenlijk niet majoor", stamelde de goede joDgen in radeJooïe verlegenheid. „Eigenlijk nietschaapskop bulderde de majoor woedend en begon in een stormpas de kamer op en neer te loopen. Eensklaps hield hij op en greep weêr naar het telegram. Het kon toch ook eene vergissing ïyn, maar, neen, daar stond de naam groot en duidelijk geschrevenmajoor von SchnitzelIk ben immers de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1