FEUILLETON. No. 74. Een en Negentigste Jaargang. 1889 Waarborgen voor de vrije beschik- king over verdiend loon. ZONDAG 23 JUNI. RE VROUW VAN DEN MAJOOR, Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. ni. Gedwongen winkelnering. door R. OKTROFF, ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM'. COS- TEE ZOON. Het vierde misbruik waardoor volgens de toelich ting der Eegeering de arbeider in de vrije beschikking over zijn loon wordt belemmerd, is de dwang om in bepaalde winkels te koopen. Immers wat zou het baten in de wet voor te schrijven dat den werkman zijn loon moet worden uitbetaald in Nederlandsche munt, indien het den werkgever vrij stond hem te verbieden dat geld in een anderen winkel dan den zijne of van een goeden bekende te besteden Ten slotte zou dan toch de arbeider in winkelwaren worden betaald. Dat het misbruik van de zoogenaamde gedwongen winkelnering werkelijk bestaat, heeft het gehouden on derzoek bewezen. Het doet zich voor in tweeërlei vormen zijdelings en rechtstreeks. Uitbetaling van het loon in den winkel van den werkgever of van een bloedverwant of vriend is reeds een middel om tot koopen in dien winkel uit te lok ken en daarom, gelijk wij gezien hebben, verboden evenals uitbetaling van loon op plaatsen waar sterke drank wordt verkocht. Ook op andere manieren kan de werkgever zijde lings invloed uitoefenen op zijn arbeiders om hem te bewegen zich hunne benoodigdheden in zijn winkel of in dien van een anderen bepaald aangewezen per soon aan te schaffen. Hij kan hen, die dit niet doen, wegzenden of een volgend jaar niet weer in dienst nemen. Wat kan de wetgever daartegen doen Niets, antwoordt de Eegeeringen wij gelooven dat dit antwoord juist is. Ja men kan het verbieden. Men kan, evenals in Engeland, ook in onze wet den werk gever verbieden een werkman weg te zenden omdat hij niet koopt in den winkel van zijr. baasmaar wat zou het baten p De werkgever zal immers nooit die reden voor de wegzending opgeven of erkennen dat dit de ware reden van de wegzending is, ofschoon alle andere arbeiders zullen begrijpen waar de schoen wringt en wel zullen oppassen, het voorbeeld van den weggezonden makker niet te volgen. De werkgever zal altijd een andere reden noemen, en nooit zal be wezen kunnen worden dat de door hem genoemde reden niet de ware is. De werkgever moet overigens vrij blijven om den arbeider te ontslaan, zonder dat hij 4) Het spoorwegongelukdat niet ver van een klein station had plaats gebad, was gelukkig niet van groote beteekenis geweest. Er waren geene menschenlevens te betreuren; toch waren sommige passagiers min of meer gewond De twee doktoren van het stadje hadden zich terBtond naar de plaats des onheils begeven, en terwijl zich de jongste ongehuwde met de minst gewonden in het nabijzijnde hotel bezighield, liet de oudste, dokter Belden, Helena, die bewusteloos was en zwaar gekwetst scheen, naar zijne woning vervoeren. In een klein kabinetje, onmiddeiijk grenzend aan de groote kamer, waar men Helena gebraeht had, liep professor Eoditz in de grootst mogelijke opgewondenheid op en neêr. Hij lette niet op zijne eigen pijnzijn geschaafde ledematen noch op de kwetsuren die hy zelf bij het ongeval had opgeloopen. Hij zag slechts het b'.eeke vrouwengelaat voor zich, de levenlooze gestalte, zooals zij na het ongeluk, eer er hulp kwam, iu zijne armen had gerust. Wat zou het volgende uur brengen Was Helena, hij was al zoo ver dat hij haar slechts Helena noemde ernstig gekwetst of zou zy gered wordeL r Gered voor wien Zonder twijfel voor een ruw, onhebbelijk mensch, die het lieve schepsel met jaloezie of God weet watkwelde. De professor ver diepte zich steeds meer en meer in de somberste mo gelijkheden en waarschijnlijkheden zoodat hij niet bemerkte, dat de deur geopend werd; eerst toen iemand hem op den schouder tikte, keek hij verschrikt op. „Ab, ZÜ* het, dokter Hoe gaat het met ouze zieke daarvoor eenige reden behoeft op te geven, of zonder dat die reden wordt onderzocht, tenzij het dienstcon- tract de zaak anders regelt en mits hij den werkman den dienst tijdig opzegt en hem het loon uitbetaalt, waarop hij aanspraak heeftevenals de werkman vrij moet blijven om den dienst te verlaten en een andere hem beter passende of voordeeliger betrekking aan te nemen alwederom mits hij tijdig den dienst opzegt. Die vrijheid kan aan geen van beiden ontnomen worden en daarom kunnen wettelijke voorschriften van dezen aard niet baten. Er zijn reeders, verzekert ons de Ministerdie opzettelijk hun visschersvaar- tuigen eeuigen tijd aau wal houden indien de be manning niet geregeld genoeg bij hen in den winkel komt. Schandelijk, ongetwijfeld; maar een rechtstreeksch verbod van zulk een handelwijze zou niet helpen de reeder zou nooit erkennendat hij daarom het vaar tuig nog niet laat uitgaau hij zal een andere reden opgeven. Een misbruik van dezen aard zou alleen te voorkomen wezen door omtrent den tijd van de uit vaart eene bepaling op te nemen in de monsterrol Is het alzoo niet wel mogelijk de werkgevers te beletten langs allerlei omwegen het bezoek van be paalde winkels door hunne arbeiders te bevorderen enkele verbodsbepalingen, die wij reeds vermeld hebben, kunnen het misbruik aanmerkelijk doen verminderen of het nadeelige voor den werkman er aan ontnemen. Want, men vergete het niet, niet hierin schuilt het kwaaddat de werkman koopt in den winkel van zijn baas waarom zou men dit verbieden als hij er beter of althans evengoed terecht kan als in een an deren winkel p Het komt er alleen op aan zooveel mogelijk te voorkomeu, dat hij van zijdeliugscheu en heimelijken dwang geen nadeel ondervindt. Wij hebben het verbod om het loon uit te betalen in winkels of op plaatsen waar sterke drank wordt verkocht reeds genoemd. Dat het loonbehalve in den kostalleen in geld kan worden bedongen en uitbetaald niet in winkelwarentenzij daarvan vooraf' een duidelijke schriftelijke overeenkomst wordt opgemaakt, waarvan de werkman een exemplaar in zijn bezit houdtis ook reeds eeu middel om bcnadeehng van den werk man te voorkomen. De belangrijkste en weldadigste bepaling achten wij echter dezedat op het loon tot betaling van winkelschuld niet mag worden gekort dan alleen wanneer er een behoorlijke schriftelijke schuldbekentenis bestaat, waarin is uitgedrukt hoeveel de werkman schuldig is en waarvoor en dat er dan nog in geen geval meer mag worden ingehouden dan één vijfde van het loon voor bijdragen in fondsen toe gebrachte schade voorschotten en winkelschalden te zamen. Juist door het verleenen van crediet met de macht om alles later van het loon in te houden lokt Er lag zulk eene angstige spanning op zijn gelaat, dat de dokter hem deelnemend de hand drukte en opgeruimd zeide„Moed mijnheer er is niet slechts geen sprake van gevaar, maar er is zelfs geen Érnstige wond te vinden; de diepe onmacht komt waarschijnlijk door den plotselingen schrik en het bloedverlies. De jonge dame kwam bij, toen ik mij met haar bezighield; maar ik verbocd haar het spreken en gaf haar een kalmeerenden drank waardoor zij nu in een weldadigen slaap gevallen is, die wel een paar uur duren zal. Op de hoofdwond is een natte compres gelegd die mijne vrouw van tijd tot tijd vernieuwen zal ik ben over tuigd, dat uwe beschermelinge morgen hare reis zal kun nen vervolgen." „Goddank 1" ktonk het uit bet diepst zijner ziel, op levendigeu toon. Er verspreidde zich zulk eene buitengewone vreugde over het gelaat van den professor dat de dokier ver- rast antwoordde „Ah staat het zoo professor het jonge meisje is zeker uwe verloofde nu ik wensch u van harte geluk, u hebt eene goede keus gedaan." „U bedriegt u zeer dokterik sta tot deze dame in niet de minste betrekkingik zag baar vandaag voor het eerst. U hebt gelijkook mij scheen zij bijzonder aantrekkelijk en beminnelijk; dat is echter ook alles. Zij is getrouwd eu heeft kinderen. Terwijl zy hierheen vervoerd werd telegrafeerde ik caar Leipzig aan haar man, een majoor von Schnitzel, dien wij over een paar uur met den volgenden trein kunnen ver wachten." „Schnitzeleen grappige naam lachte de dokter „ik had toch niet gedacht, dat zulk een oud practicus als ik zich nog zoo vergissen kon ik zou er een eed op gedaan hebben, dat de dame een jong meisje was. Als de majoor komt, ben ik terug, ik moet nu naar mijn collega en eens naar de andere gewonden gaan kijken." „Dokter, nog een enkel woord U hebt gezegd, dat mevrouw vast slaapt, zoudt u er tegen hebben, mij een oogenblik toegang tot hare kamer te verleenen Ik de werkgever zijn arbeiders in zijn winkel. Word^ de bevoegdheid om winkelschuld op het loon te korten zoo sterk beperkt als de Regeering voorsteltdan is een gevaarlijk misbruik voor een goed deel beteugeld. Rechtstreeksche dwang moet en kan verboden wordendaarom wil de Regeering ongeoorloofd ver klaren alle overeenkomsten waarbij een werkman zich jegens den werkgever of een opzichter of zetbaas ver bindt om zijn loon op een bepaalde wijze te besteden of zijn benoodigdheden te koopen in een bepaalden winkel of bij een bepaalden persoon. De werkman moet vrij blijven om zijn loon te besteden zooals hem goed dunkt en in den winkel te gaan dien hij ver kiest. De Regeering deelt ons mededat in bijna alle provinciënen niet alleen bij kleine werkgevers overeenkomsten voorkomen, waarbij de arbeiders zich verbinden om in dezen of genen winkel te koopen. In sommige gemeenten van Zeeland en Friesland worden bedingen van dezen aard niet gemaakt door de werkgevers zeiven, maar door zoogenaamde koppel bazen die een winkel houden en veldarbeiders in dienst nemen, niet voor zich, maar voor de landbou wers. In de veenderijen houdt de huurder van een veenput zelf of iemand van zijn familie eeu winkel, of hij sluit een overeenkomst met eeu winkelierin wiens winkel hij bij het contract met zijn werklieden bediugtdat zij zullen koopen. Daarom wil dan ook de Regeering verbieden dat overeenkomsten met de arbeiders omtrent verplicht winkelbezoek worden ge maakt door den werkgever of een zijner beambten of zetbazen, en hem die met een arbeider zulk een over eenkomst aangaat straffen. Het komt ons voor, dat een wet als door de Regee ring wordt voorgesteld inderdaad krachtig zou bij dragen om den arbeider tegeu allerlei soorten van dwang van dezen aard te beveiligen en hem de vrije beschikking over het verdiende loon te verzekeren ook al brengt de verhouding tusschen den werkgever en den niet zelden geheel van hem afhankelijken werkman mededat de eerste nog menigmaal een middel zal weten te vinden om hem zijn waren te doen koopen in zijn eigen winkel of bij een bevriend winkelier. Maar als de wet eenmaal deze soort van dwang veroordeelt zal zij allengs meer en meer in eiken vorm door de openbare meening worden afge keurd, en die algemeene afkeuring zal ten slotte haar dood zijn. Nu reeds komt in verschillende streken van ons land de gedwongen winkelnering niet meer voor. En waarom niet Eenvoudig omdat de open bare meening dit misbruik zoo sterk veroordeelt, dat niemand het zou wagen er mee voor den dag te komen. Men beschouwt het als een overblijfsel uit vroegere eeuwen van halve lijfeigenschap en onvrijheid, zou haar gaarne even zien met de overtuiging dat zij gered is 1" 3 „Ga geruBt binnen maar wees stil en blijf niet te lang zij mag ia geen geval wakker worden. Adieu." De dokter nam zijn hoed en bromde in zich zelf: „In niet de minste betrekking Mooi Straks beleven wij nog de prachtigste tooneelen van jaloesie met den mao, want dat de professor verliefd is op dat jonge vrouwtje, dat kan een blinde wel zien." Professor Eoditz trad zachtjes de kamer binnen, die zich naast het kabinetje bevond waar men Heleua zorgvuldig op een rustbank had neergelegd. Met eer biedigen schroom keek hij naar de slapende wier fijn profiel scherp uitkwam tegen het donkere bekleedsel der sopha. Zy' haalde nauwelijks hoorbaar adem tusschen de nu weder roode lippen het rijke donkere haar lag los over het kussenzij scheen zwaar en rustig te slapen. Op haar voorhoofd lag een natte compres, die hare oogen bedekte. Eoditz bleef lang in haar aanblik verzonken; voortdurend hield hij zich zelf voor, dat zij de vrouw van een ander was en hy dus niet aan haar mocht denken, terwijl eene inwendige stem sprak: „Met haar zoudt gij gelukkig zijn 1" Eindelijk deed hg eene schrede vooruit, drukte een kus op haar hand, waarop bij zich langzaam verwijderdeten einde zich voor te bereiden op de ontmoeting met den te ver wachten echtgenoot, den majoor. Toen hij na twee uur terugkeerde, liet juist de dokter een officier de kamer binnen en hij begreep dadelijk, dat dit de veelbesproken echtgenoot van Helena moest zijn. Nu kwam het er op aan zich goed te houden. Hij trad dus op den vreemdeling toe en vroeg, terwijl hy een koele buiging maakte „Ik heb immers de eer, majoor von Schnitzel te zien V an zijn kant bekeek de majoor den man, die hem hierheen getroond had, met niet zeer vriendschappelijke blikken een spotachtig lachje speelde om zijn moud terwijl hij als ter loops antwoordde „Juist, en u bent zeker professor Eoditzdie mij getelegrafeerd heeft

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1