Bitmenlaub.
Het meisje uit Haarlemmermeer, dat een
kind in brand heeft gestoken is den 27 door de arr.
rechtbank te Haarlem overeenkomstig den eiseh van
den officier van justitie voor den tijd van één jaar
opgezonden naar een krankzinnigengesticht.
9-tSerich tea-
Door het stedelijk muziekkorps zullen op
Zondag 30 Juni 1889, des avonds te 7 eren,- in d en
Stsdsbout, de navolgende stukk -n worden uitgevoe» i
Regentschap was gekomen, betreurenswaardig. Ala een
waarschuwing klonk zijn wenachdat het gezond
verstand en de vaderlandsliefde der Serviërs het land
voor ernstige gevaren zullen behoeden bij de mede-
deeling dat de Regenten hem op de stelligste wijze
hebben verzekerd dat zij de vriendschappelijke be
trekkingen met Oostenrijk-Hongarije zullen onder
houden. Terwijl van Russische zijde Bulgarije steeds
wordt voorgesteld als een land van tweespalt, wanorde,
armoede onveiligheid en wanbestuur verzekerde de
Oostenrijksche Keizer, dat er rust en orde heerschen,
en dat de gestadige vooruitgang, waarin het land
ondanks den moeielijken toestand zich mag ver
heugen, een verblijdend schouwspel aanbiedt. Tegen
over Rusland is deze beschouwing over den toestand
in Bulgarije beslister en ondubbelzinniger dan men in
de taal der diplomatie gewoon is te hooren. Er
klinkt meer in dan welwillende onpartijdigheid de
woorden des Keizers bevatten niets minder dan een
rechtstreeksche tegenspraakeen kernachtige logen
straffing van de hoogst ongunstige berichten die van
Russische zijde steeds omtrent Bulgarije worden ver
spreid. Toch kan er ook geen bedreiging in worden
gelezen. Niet alleen betuigde de Keizer zijn ver
trouwen op het behoud des vredes, al moest hij ook,
om in de versterking van de weerbaarheid des lands
niet achter te blijven bij andere mogendheden ver
hooging van uitgaven voor het krijgswezen aankon
digen; maar uit den rustigen toon en de onomwonden
manier waarop hij zich over den algemeenen toestand
uitlietspreekt een gevoel van veiligheid achter het
bolwerk des vredesdat het drievoudig verbond met
Duitschland en Italië oplevert. De Keizer stelt blijk
baar vertrouwen in den duur van dit verbond en
gelooit dat ook de machtigste staat er door zal wor
den weerhouden het zwaard te trekken omzijn wenschen
te bevredigen.
Ook wij gelooven dat dit vertrouwen op tamelijk
goede gronden steunt en dat, indien zich nieuwe be
roeringen mochten voordoen in het voormalig erfdeel
der Turkenwel elk der groote en kleine begeerige
mededingers langs allerlei wegen, openlijke en geheime,
eerlijke en minder eerlijke, zijne belangen zal trachten
te bevorderen maar dat niet licht een van hen ver
metel roekelooslichtzinnig genoeg zal zijn om het
schot te lossen dat een Europeescheu oorlog zou
doen uitbreken.
Bij kon. besluit van den 26 is met ingang van
15 Juli benoemd tot directeur van het Rijkstelegraaf
kantoor en brievengaarder te Egmond de heer J. M.
van der Poel, thans telegrafist der 2e klasse.
Bij kon. besluit van den 26 zijn herbenoemd tot
kantonrechter-plaatsvervanger in bet kanton Hïlver-
SUQ1 de heer mr. L. Rinkelin het kanton Zaan
dam de heer mr. Z. W. Straatman in het kanton
Haarlemmermeer de beer M. W. de Kat.
De gemeenteraad van Amsterdam is den 26
op zijn besluit van 17 April 1.1., waarbij bepaald werd,
dat de petroleumhaven van gemeentewege geëxploiteerd
zou worden, voorloopig teruggekomen Er zal nu getracht
worden eene overeenkomst met de heeren Reijgersberg
Verslaijs c. s. te sluitenwaarvan de voornaamste
grondslagen goedgekeurd werden.
Het provinciaal bestuur van Noordhollsnd heeft
den 27 bij enkele inschrijving aanbesteed 1°. het uit
voeren van eenige werken aan bet Rijkskrankiinnigen-
„Het moet wel antwoordde Salvatore. „Ten minste
voorloopig."
„Voorloopig 1" zuchtte Maria. „Ach Salvatore als
gij toch wildet inzien... als gij toch eens begreept
Maar neen! Wees niet boos! Ik weet immers tegoed,
dat gij gelijk hebtEen man zooals gij het is eene
schandedat gij u met zulk ellendig werk moet af
beulen, terwijl gij geboren zijt, om vrij en rijk als een
vorst door het leven te gaan. Was het alleen ter wille
van my o ik zou met zoo weinig tevreden zijn
maar gij neen gij kantgij moogt geene ontbering
hebben gij moet met alle krachtdie in u isnaar
hooger streven dat zijt gij aan u zeiven verplicht,
liefste 1"
„Aan mijzelven en aan u 1" zei de jonge man meteen
diepen zucht. „Maar de Hemel weetdat men er
gemakkelijker over kan praten dan tot het doel geraken.
Acb, Zingarella, gij kent de wereld niet 1 Gij weet niet
hoe vijandig zij ons gezind is! Heb ik in de laatste
weken niet alles beproefd
„Houd maar volhernam zij vleiend. „Mettertijd
zult gij alle hinderpalen wel uit den weg ruimen en
wij zyn immers nog jong."
„Volhouden en hopen dat is het lokaas, waarmede
het noodlot de gekken vangt. Ik span mij in en martel
mij af maar bet noodzakelijkste ontbreekt. Denkt gij
eoms dat ik de goudstukken op den bodem van den
inktkoker vind P Of ben ik wellicht een toovenaar, die
oude acten in bankpapier kan veranderen Het denk
beeld van die herberg bij den krater was prachtig en
bijna had ik den rjjken Catone overgehaald toen
daar plotseling die uitbarsting kwam, wel is waar weinig
beteekenend, maar tooh voldoende om den oude koppig
te maken. Belachelijk 1 Alsof de huizen in Torre del
Greco en Annunziata niet evengoed door de lava be
dreigd worden. Het zou ons honderdduizenden hebben
kunnen opbrengen 1"
„Ongetwijfeld maar het kon nu eenmaal niet en
daarom moest gij er nu niet meer over peinzenDag
gesticht te Medemblik, geraamd op 8470. Laagste
inschrijver, de heer P. Bersbout Jz. aldaar, voor ƒ8070;
2'. bet verlengen maken van koppen bezinken eD
bestorten van hoofden op het boorderat rand van het
eiland Vlieland, geraamd op f 44,600. Laagste
inschrijver de heer W. Lammera te Gócksdorp voor
f 42760.
Den 27 is te Haarlem een hevige brand uit
gebroken in het perceel No. 38 aan het Klein Heilig
land, bewoond door den meubelmaker C. flenskes, op
de 2e verdieping, ingericht tot werkplaats, vermoedelijk
door het springen van vonken uit de brandende kachel,
waarop lijm stond te kokenin de krullen. Het
perceel ia geheel uitgebrand; de aangxenzende perceelen.
waaronder de kerk der christ, geref gemeente, bekwamen
veel waterschade.
Den 27 is te Geldersch Veenendaal een 22jarig
boerenmeisje door den bliksem gedood eo te Sticbtsch
Venendaal een gedeelte eener woning door den bliksem
vernield, waarbij een vijfjarig knaapje tegen don grond
sloeg, dat later evenwel weder bijkwam.
Den 27 is te OV6rV06H het voorwiel van het
rijtuig van een snorder, die vermoedelijk zat te slapen
en daarom vo.atrekt niet uitweek bij het voorbijgaan,
geraakt tusscheu de wielen van de victoria van de fa*-
miiie H. van Koog aan de Zaan, waardoor dat rijtu g
geheel verpletterd werd. De familie kwam met deu
schrik vrij.
Den 27 is te Tilburg eene vrouw door eene zonne
steek getroffen zij was onmiddellijk dood.
De rederijkerskamer „Aurora" te Zwolle zal een
tooneelwedstrijd houden op een nader te bepalen dag
in de maand November dezes jaars.
Den 28 is in de „Prins Hendrikstichting" te
Egmond aan Zee in den ouderdom van bijna 85
jaren, overleden Frans de Jonggerechtigd tot het
dragen van het Metalen Kruis. Hij was bovendien
gerechtigd tot het dragen van de Achtkante Medaille.
Bijna 50 jaren diende hij eervol by de Kon. Ned.
Marine, doeb kon wegens bestaande wetten geen aan
spraak op pensioen doen gelden. De „Prins Hendrik
stichting" was zijn toevluchtsoord,alwaar hij zijne laatste
jaren gelukkig en hoogst tevreden mocht slijten.
De heer dr. P. A. Riedel, predikant te Olldorp,
is beroepen te Krommenie.
Donderdagavond werd te WieïingerWaard
eene vergadering gehouden van de Vrijzinnige Kies-
vereeniging aldaar, üit de zeer geringe opkomst, buiten
het bestuur was slechts een achttal ledeo aanwezig,
en het ontbreken van eenige lust tot discussiebleek
duidelijk, dat het meerendeel der leden niet sympathi
seerde met het hoofddoel der bijeenkomst, namelijk het
stellen van kandidaten voor gemeenteraadsleden.
In eene kleine plaatswaar men iedereen als het
ware door en door kent en waar steeds onder elkaar
de grootste harmonie heeft geheerschtis, volgens
velen, een dergelijke zaak maar al te geschikt om die
zoo gewenschte harmonie te verbreken.
De heer Jb. Zijp Hz., aftredend lid, werd met bijna
algemeene stemmen opnieuw kandidaat gesteld, terwijl
in plaats van den beer Jb. Kooij, die de gemeente heeft
verlateD, diens zoon, de heer D. J-. Kooij, werd gekozen.
Voorts werd door den heer Teengs de wenschelijkbetd
besproken dat de Vereeniging toetrede tot den bond
van Kiesvereenigingen en zich af'seheide van da Cen
trale Kiesvereeniging te Alkmaar..
Met het oog op het gewicht van dit besluit, aal deze
zaak in eene volgende vergadering een punt van be
spreking uitmaken.
De 7de aflevering van het populaire tijdsehrift
Vragen van den Daguitg. C. L. Brinkman
Amsterdam, bevat: R. E. de Haan, het darwinisme in
zijn ouderen en jongeren vorm; Over begraven en
lijkenverbrandingliteratuur over lijkenverbranding
Een reuzenboom; Overerving der haarkleur by paarden;
Reiniging van drinkwater Rijdende mieren Middel
tegen den last van insecten Vraagbus Nieuw uitge
komen wetenschappelijke literatuur Geschiedenis van
de maand: a. Nederland. Wetboudende bepalingen tot
en nacht hebt gij den oude aan het hoofd gemaald
goedMeer kunt gij niet doen Als Catonetot zijne
eigene schade, zoo kortzichtig is laat hem dan loopea
en bedenk wat anders
Met iDnige teederheid hing baar blik aan zijn door
zorgen gerimpeld gelaat. Plotseling kwam er een glans
over zijn ernstig gezichteen glans van de vurigste
liefde.
„Gij hebt gelijk 1" sprak hij opstaande. „Laat ons er
niet verder over spreken. Ik heb sedert dien tijd betere
en grootschere plannen opgevat dat schreef ik u
immers 1 Bovendien wij vergallen voor ons zelve de
vreugde vau het wederzien! Hoe is het mogelijk, Zin-
garella dat wij reeds vijf minuten alleen zijn zonder
dat de heerljjke Maria haar Salvatore omlelsd heeft f"
Z;j wierp zioh aan zijne borst. Met een verrukkelijk
lachje stak zij hem haar ronde mondje toe. Hij kuste
haar vurig en hield toen haar mooie kopje eenigen tijd
met beide handen vast. Plotseling kwam een zucht over
zijne half geopende lippen.
„Wat zijt gij toch mooi, Maria, onbeschrijfelijk mooi
sprak hij op zwaarmoedigen toon. „Een god zou mij
uwe liefde benijden en toch ik kan niet gelukkig
zijn, wanneer mijn hart verbitterd is. Het is mijn vloek
ik lijd daaronder en toch kan ik het niet ver
anderen Hoe benijd ik de speelgenooten uit uwe jeugd
Zy allen zijn tevreden met hetgeen het noodlot hun
biedt want zij kennen niets vsd den glans der wereld;
zij weten en vermoeden niet, wat het zegtte leven
en te genieten Zij begrijpen niet, dat gij, de heerlijkste
van allen niet goschapen zijt om niets te hebben dan
het sobere dagelyksch brood 1 Ik weet dat echter en
er gaat geen unr voorbij, waarin ik geen plannen smeed,
plannen
„Misschien zoekt gij het gelak te ver", meende
Maria. „Kunt gy niet opklimmen in de betrekking, die
gij thans bekleedt
De Apuliër lachte.
„Indien gy wist.,.!" antwoordde hij bijna toornig.
voorkoming van bedrog in den boterbandel; b. Buiten
land Fred. H. Olland Gewichtige momenten in het
leven van den Zuid-Afrikaanschen Boer.
Van 22 tot en met 28 Juni zijn aan de bad- 011
zweminrichting genomen 1104 buitenbaden, waarvan
133 door dames, 678 door heeren, 73 door weezen en
220 door onvermogenden. Drukste dag 22 Juni met
256 baden.
Op de door het gerechtshof te Amsterdam
opgemaakte alpkabetiscbe aanbevelingslijst voor raads
heer komt voor de heer mr. J. G Vogel, president
der arr. rechtbank alhier.
Onze vroegere stadgenoot, de heer H. A. L. van
Bakel is te Padang (Ned. Ihdie) voor bet hOOfdOH-
derwijzers8xatnea geslaagd.
Een werkman aan de scheepcimmerwerf „'t Honds -
bosch" werd,tengevolge ma het breken vaa een touw, bij
bet inlaten vaneen ketel in een boo', ernstig verWOüf 1
Zijn rechterarm is gebroken en aan het ge'aat bekwam
hij kwetsuren.
1. „Souvenir de Middelbourg" pas redoublé v. M. J.
H. Kessels. 2. „Une fête cbampètre," ouverture v. I ja-
bory. 3. „Chants d'hyménée," suite de valses v. AJj >h.
Czibulka. 4. Graude fantaisie sur „Les dragons de
Villars" v. Maillart. 5. Ouverture de concert „1' Af Mri-
caine" v. Lunglois. 6. Grand air varié pour concoui :s
pour divers instruments v. L. Canivez, 7. „Die H« in-
zelmanncheu," Cbaracterisches Tonstiiek v. R. Bllentw trg.
8. „Musikalïsehe Tauschnagen," Grosser Potpourri i v.
A. Scbreiner,
VHÜSLAG van den toestand der gemot mte
Alkmaar over 1888 uitgebracht door Ba rge-
meester en Wethouders aan den gemeentel aad.
(V ervol g.)
Omtrent den toestand van het armwezen v /ordt
gezegddat deze ongunstig bleef. De aanhoud ende
koude in het voorjaarwaardoor de werklieden veel
langer buiten werk bleven dan in gewone omsta ndig-
faedendroeg daartoe zeer veel bij.. Ook blijver i zich
voortdurend verarmde gezinnen uit de omstrekai i hier
vestigentengevolge waarvan het aantal faehot ftigen
steeds toeneemt. Het burgerlijk armbestuur gi )eft in
zijn jaarverslag de volgende beschouwingen. Het eind
cijfer der uitgavee sluit nagenoeg met dat vaa 1887,
De onderstand aan verschillende personen wasor igeveer
f 200,— meer, daarentegan het bedrag voor 1 estede-
lingen in het huisgezin ongeveer f 450,— i ninder
waardoor het eindcijfer voor bedeelingen in gold 1 oeneden
dat van 1887 bleef. De post verpleging in estickten
werd zeer belangrijk overschreden als gevolg van den
maatregelom alle bestedelingan zooveel me gelijk in
gestichten te verplegen. Door het beperken van den
onderstand binnen de engst mogelijke bedragei gelukte
het benedon de begrooting te biyven. Het basf ,uur heeft
aan zijn verslag toegevoegd eene graphiscbe vo orstelling
der uitgaven voor het armwezen van af het j aar 1871;
die graphische lijn geeft drie verschillende toesi: jnden aan:
1°. vry gelijks daling van 1871 tot en met 1878-, in
welk jaar de uitgaven het laagste cijfer bereikten
2C tamelijk gelijkmatige toestand van 1878 tot en met
1882 ia welk jaar bijna weder hets selfde lage
cijfer van 1878 bereikt werd
3°. vrij snelle klimming van 1882 tot en met 1888
uitgezonderd 1884 en 1888, waarvan de uitgaven
bijna gelyk waren aan die der onmidd sllijk vooraf
gaande jaren 1883 «n 1887.
Die dading en klimming houden naat de meening
van het armbestuur vrij gelijken tred me t de tijdsom
standigheden. Daalden de uitgaven gedur ende de gun
stige tijdsomstandigheden, zoo is by eene vrij constante
uitgave gedurende een viertal jaren, eenf) klimming der
uitgaven van 1882, toen de omstandigheden minder
„Tot op dit oogenblik verdien ik na uwelijke genoeg
voor mij alleen en wanneer ik voortga op den inge
slagen weg, zou ik het na tien of twa alf jaren wel zéé
ver kannen brengen dat wij te zamon kunnen leven...
Ja, ais het mij gelukte eene plaats tei vereveren onder
de portiek van het Carlo-theater 1 Die betrekking ai»
volksschrijver wordt echter maar niet zoo voetstoots
weggegeven hek kost ontzaglijk veel moeite de toe
stemming daarvoor te krijgen. Eindelijk zon ik nog
kuanen bedelen 1 Neen, Maria, ik beschouw mijne be
trekking slechts als een overgangsmiddel; ik schaam er
mij voor en zal niet eer rusten vóór ik haar vaarwel
kan zeggen Ik heb een nieuw plan en dan nog een,.
„En dat is vroeg Maria.
Salvatore keek angstig rond.
„Het eene ja, dat kan ik u terstond meedaelen,
maar bet anderelk ben bang voor luisteraars en,
ziet gij, Maria, als de zaak niet even geheim bleef als
eene bekentenis in den biechtstoel... dan... cap zou
alles... alles verloren zijn... voor het oogenblik en
voor eeuwig U zelfs mag ik e? maar gedeeltelijk mee
bekend maken en dan moet gij my nog bij do Heilige
Maagd zweren
„Lieve Hemel, gij maakt my beangst
„Weet gij watMaria Laat ons een eind de nee
in roeien Ik verlang er erg naar om alleen met u te
zijn en den blauwen hemel, zoodat bet geluid van geene
enkele menschelijke stem tot ons kan doordringen. Dat
zal mij verkwikken en oprichten, na al bet ondergane
leed. Ik wil echter niet in de golf roeien, maar in de
open zee. Kom mede naar den zuidelijken oever. Daar,
met het gezicht op den ontzaglijken rotswand, wanneer
mijn verhit bloed een weinig ia afgekoeld gij kunt
niet vermoedenMaria hoe myoe polsen en slapen
bonzen daar zult gij vernemen wat ik u van mijne
plannen zeggen kan 1" Er lag een zenuwachtige trek
om ziju mond, terwijl hy sprak; zijn oogopslag was zoo
donker als een zwoele onweersnacht. Toen hy voor de
tweede maal zyn glas vulde, beefde zyne hand zóó,