SALYATORE.
FEUILLETON.
No. 78.
Een en Negentigste Jaargang.
1889.
WOENSDAG
3 JULI.
Het IJkkantoor is geopend op
den 35 en 6 Juli.
Prijs der gewone Advertentiën:
(Bcbeelte.
INKWARTIERING.
PAKIJSCHE BRIEVEN.
Roman van ERNST ECKSTEIN.
SSuiteulaub.
ALK1HAARSCHE COURANT
Deze Coarant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM". COS-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat overeenkomstig art. 17 der
wet van 14 September 1866 (Staatsblad No. 138) door hen is
herzien en heden vastgesteld de lijst, bevattende de namen der
inwonersdie in aanmerking komen voor het verleeDen van
inkwartiering en onderhoud van militairen en paarden welke
lijst aangeplakt en ter inzage voor een ieder is nedergelegd
ter gemeente-secretarie gedurende 14 dagen na heden.
Bezwaren tegen die lijst kunnen schriftelijk worden ingediend
binDen ééne maand na heden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
1 Juli 1889. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
DEUKEOUT.
In het artikel „Buiten de grenzen", voorkomende in
het nnmmer van zondag 30 Juni 1.1., staat als verjaar
dag van den slag van Kosaowa opgegeven 21 Juni, in
plaats van 27 Juni en leest men tweemalen „het
Mezelveld", in plaats van „het Merelveld" (de
vlakte van Kossowa).
XIV.
Hoewel het buitengewoon warm is, zoodat gij wellicht
liever op uw gemak zondt thuis blijvenmoet ik u
toch beleefdelijk uitnoodigen, my op eene kleine wande
ling te vergezellen. Bleven wtj nu maar in de open
luchtdan was het slechts een half kwaad doch wij
kunnen niet anderswij moeten bet paleis van het
Ministerie van Oorlog in. Dit is een zeer fraai, geheel
wit gebouw de toegang ia eene soort van vestingbrug,
met aan beide zijden eea torentjewaarvan een de
militaire duivenpost bevaL
De hoofdingang bevindt zich in het midden ea is
een groot vierkant portaal met marmeren zuilen, welke
de zoldering dragen. Aan weerskanten van de groote
trap staan twee geharnaste ruiters te paard en laags
.de muren verscheidene wit marmeren bustes van fransche
generaals en maarschalken.
De trap opgaande, valt het oog langs den wand op
fraaie tapijten, welke verscheidene veldslagen voorstellen.
Het portaal bov6D is geheel gewyd aan Napoleon 1
wij sien er zijn levensgroot bronzen beeld zijne ster
van het legioen van eereene kleine haarlokzija
uniform, den hoed dien hij droeg bij den slag voe
Waterloo, den sabel uit Egypte medegebracht, ziju
portretdeearatiën en meer andere voorwerpen alle
souvenirs van den grooten keizer.
3)
Naar het Hoogduitsch.
HOOFDSTUK II,
Boven op de zoogenaamde Marina Piccolamet het
uitzicht naar het zuidenlag geheel verlatende
steenen hut van Petagna.
De drie- of vierentwintigjarige bewonerde zoon
van dea spraakzamen Silviowas een zonderling. Hij
woonde hier geheel alleen en bevoer op eigen gelegen
heid de open zee. Alleen wanneer hij zich heel ver van
de kust moest verwijderen, had hij wel eens gezelschap
van een knaap, die op het eiland rondzwierf en van
tyd tot tijd ook Alberto een bezoek bracht.
Behalve de visseherssehuit bezat Alberto eene sier
lijke barkdie des namiddags nu en dan door de
vreemdelingen werd gebruiktwant de kust van Capri
is aan de zuidzijde bijzonder rijk aan grootscbe natuui-
tafereelen.
In het stadje aan gene zijde van den bergrugver
scheen Alberto slechts des zondagswanneer hij in
net korte wambnis en met den breedgeranden hoed
diep in de oogen gedruktnaar de mis toog. Hij bleet
er dan tot s avonds, bracht de middaguren in de
woning zijns vaders door en het verdere gedeelte van
den dag op eene der plaatsen waar de jonge mannen
zich met het Morra-spel vermaakten. Ook gebruikte
hy dan in de herberg „de Valk" wel eens een glas
Vesuvius-wyn. Met opzet vermeed hy het gezelschap
van jonge meisjes; hy keek niet eens op, wanneer een
Wij doorloopen een tiental zalen, eea waar museum,
en hoewel van zeer vredelievenden aard, zooals braven
Hollanders pastgeraken wij toch in geestdrift bij de
aanschouwing van die mooie collectie schilderijen por
tretten van hoofdofficieren, afbeeldingen van veldslagen,
geheel opgetuigde paarden, en vooral van een soort van
panoramazooals in een panopticnm. Dit panorama
bevat alle soldaten van het fransche leger, van af den
liniesoldaat, cavalerist, artillerist, tot turco, spahis, ton-
kinees enz. Hier wordt een paard beslagen, daar de
pot gekooktop zij af zit een generaal te paard en
leest eene depêche, hem zooeven door zijn oppasser
gebracht.
Wij komen in eene kalmere stemming door eene
fraaie uitstalling van militaire kleederen, képis, shako's
schoenen en laarzendoor eene groote hoeveelheid
gedroogde beschuit en verduurzaamde levensmiddelen
Bijzonder fraai zijn de koperen blaasinstrumenten van
de firma Besson. De trap weer afdalend, daalt onze
geestdrift mede naar beneden en is weldra volkomen
bekoeld, wanneer wij ons zien aaDgapen door de mon
den van reusachtige kanonnen en mitrailleuses, en groote
ijzeren platen van 25,50 en 100 millimeter dikte, door
boord door al die mooi blinkende kogeD en bommen,
ons het bewijs leveren dat men het in de kunst van
elkander te vernielen al zeer ver gebracht heeft. En
at staan velen nu ook met bewondering te kijken naar
de produkten van de werkplaatsen van Havre, Mar
seilleChatillon en Commentry, ik gevoel niet anders
dan afgrijzen bij het lezen dat die kleine automatische
mitrailleuse van de „Maxim Nordenfelt Guns en Am
munition Company" te Londen zeshonderd schoten in
de minuat lost, en hoop dat mijn plicht mij nooit zal
dwingen per minuut zeshonderd mijner medemenschen
nuar de andere wereld te zenden.
Alle wapens zijn apart tentoongesteld marine, infan
terie., cavalerie, artillerie, genie; vooral de laatste
met afbeeldingen van bruggenforten vestingwerken
enz. is zeer interessant. In alle zalen staan levensgroote
poppen, hier een soldaat op wacht, daar een marine-
olfieier en matroos bij een staurrad verder japansche
chefs te paard enz. enz. Langs de maren bustes en
portretten ten voeten uit.
Buiten gekomen maken wij eene kleine wandeling
door eene serie van tenten; in die der ambulance vinden
wij bedden mei toebehooren, en kleêren voor de zieken
als hemd, broek, wollen kousen, pantoffels enz. en
doet het ons genoegen met eig9n oogen te zien hoe
groot de zorg is voor den gewonden of tzieken soldaat.
Wei kunnen wij niet nalaten te bedenken dat, zoo die
mooie kruit- en salpetermagazijnen er niet waren dan
ook die menschlievende campagne hospitalen met 100
bedden overbodig zonden zijndoch laten verdere
philosophische gedachten varen om buiten op ons
gemak Daar de militaire muziek te luisteren.
Van dit oogenblik van rust maken wij gebruik om
af te spreken, dat wij voorloopig de Esplanade desln-
vroolijk dansje werd begonnenveel minder nam hij
self er aan deel. Alleen ontmoette hij nu en dan in
de woning zijns vaders, zijn nichtje, de zwartgelokte Zin-
garella, maar de verhouding van Maria tot den Apuli-
schen schrijver bracht hierin weldra veranderingaan
gezien de gespannen toestand tussehen haar en den
ouden Silvio boe langer hoe meer toenam,
Alberto zat op dien namiddag voor de deur van zijne
hut te lezen. Evenals alle caprische visschers was ook
hjj opgegroeid «onder lezen of schrijven te leeren, maar
nadat Zingarella hierin onderricht gekregen had van
dien vreemdeling, had hg geene rust meer, totdat hij
er zelf ook in bedreven was. Met nieuwsgierigheid
maar meer nog met verbazing, had hij de boeken aan
gestaard die Zingarella op zekeren dag had medege
bracht in de woning zijns vadersom er uit voor te
lezen en zoo den twijfelaars te bewijzen dat er niets in
stonddat verkeerd of zondig was. Op verzoek van
Alberto bracht zy voortaan die boeken des zondags
altijd mede, en Alberto vroeg haar, spelenderwijze,
naar de beteekenis van de verschillende lettors
die hij spoedig van elkander leerde onderscheiden
zonder dat Maria durfde hopen dat de vruchten van
hare lessen duurzaam zouden zijc. Later gaf Alberto
in het diepste geheim aan den opperstuurman van het
marktschip de opdrachthem een dergelijk boek uit
Napels mede te brengen en later nog andere, totdat
de niets geleerd hebbende visscher vloeiend las en den
inhoud van zijne boeken ook begreepen met ernst het
plan opvatte nu ook schrijven te gaan leeren.
Het boek, dat hij thans met beide handen vasthield,
alsof het hem op die wijze beter gelukken zou wat bij
las, in zich op te nemen, was een klassiek werk, door
geheel het dichterlijk Italië beroemdSonetten van
den naar liefde smachtenden Petrarca.
De stuurman bad het gevlekteoningebonden ver
frommelde exemplaar voor eene kleinigheid aan een
stalletje in de via Molo gekocht, zonder te beseffen
hoe weinig deze smeltende klanken thans bij den ge
moedstoestand van Alberco pasten.
valides laten rustenen een volgend maal met het
Champs de Mars willen beginnen. De tentoonstelling
blijft nog lang genoeg opendus hebben wij al den
tijd later eens eene wandeling te maken door Annarn
TonkinIndc-China en Coohinchina enz. enz.
Ik spreek n niet over alle feesten, welke hier plaats
vinden, omdat ik er n reeds eenige beschreef, en ze
meest alle Dog al op elkander gelijken. Over een
veertien dagen echter hebben wij den grooten Nationalen
dag van 14 Julien deze zal dit jaar bepaald buiten
gewoon luisterrijk herdacht worden.
Parijs, 28 Juni 1889. J. M. T.
BELGIE. Den 30 des ochtends hielden de libe
ralen te Brussel de aangekondigde betooging, welke moest
dienen tot bevestiging van de verzoening der beide
liberale partijen. Alle liberale vereenigingen van Brussel
en uit de provincie zonden talrijke afgevaardigden, samen
omstreeks 15000 personen sterk.
Tijdens het vormen van den stoet werden de afge*
vaardigden uit de provincie ontvangen door de heeren
Janson Graux en andere leiders der liberale partij.
Alle gemachtigden uit de provincie drongeD aan op de
hereeniging der liberale groepen en betoogden de nood
zakelijkheid dezer eendracht. Hunne toespraken werden
door de heeren Janson en Graux in denzelfden geest
beantwoord.
De optocht trok daarna voorbij de Beurs, waar de
ontvangst plaats vond terwijl eene ontzaglijke volks
menigte op de been was overal waar de stoet voorbij
trok. De orde liet niets te wenschen over. Om twee unr
vereenigden 1600 leden der beide partijen zich aan een
gemeenschappelijken maaltijd.
De heer Neujean stelde een dronk in op den Koning
en zeide
„Onze Koning heeft zijne houding steeds gericht
naar de meening des volks. By twee merkwaardige
gelegenheden heeft hij gebruik gemaakt van zijne be
voegdheid om den wil des lands te doen eerbiedigen.
Daarom doen wij ook nu een beroep op 's Koniügs
wijsheid. Laten wij met vertrouwen zijne beslissing
afwachten."
De heer Janson (radicaal) herdacht de hereeniging
der liberale party, die zeer beslist oprukt om de
clericale meerderheid uiteen te drijven. De hereeniging
der beide liberale groepen werd door hem als onher
roepelijk beschouwd.
De heer Graux (gematigd liberaal) sprak eveneens
in verzoenenden geest en beval de eendracht dringend aan-
De heer Eéron verklaarde eveneens, dat voortaan de
liberale partij slechts één plicht had n.l. de clericale
regeering te verdrijven, de Kamer te doen ontbinden,
en een einde te maken aan de sociale moeilijkheden.
De heer Bara spoorde de liberalen aan zich alle
opofferingen te getroosten om het ministerie te doen
vallen, waartegen het land zich verklaard had.
Telkens wanneer het woord „Laura" ia de sonetten
terugkeerde las hy met innerlijken gloed „Maria";
want hij beminde zijn nichtje van zijne jeugd af. Eeed s
als elfjarige knaap toen zij de zes- of zevenjarige
aan zijne hand naar Anacapri wandelde, om groot
moeder een bezoek te brengen die na reeds lang dood
was, had hij den blik niet kannen afwenden van het
bekoorlijkedoor de zon verbrande gezichtjevan de
donkere zwarte oogen die zoo moedig de wereld in
keken en van de prachtige zwarte brullen die zoo
heerlijk afstaken bij het roode kleedje met de citroen
gele ceintuur!
Wanneer zij dan moe of het bergpad al te steil
en te steenachtig was, had hij haar, met een paar
van blijdschap stralende oogen in zijne armen geno
men en naar een plekje gedragen waar zij in de
schaduw van een grooten vijgeboom uitrusten en bab
belen konden.
De kleine had nukken en was wel wat overmoedig
meermalen bracht zij zijn haar met opzet in wanorde
of schold zij hem uit, terwijl hij eene vriendelijke dank
betuiging had verwachtja eens toen hij haar eene
vrucht aanbood, die haar niet smaakte, sloeg zij hem
met het kleine handje vlak in het gezicht midden op
het oog, zoodat de vonken er uitsprongen. Toch bon
hij niet boos op haar worden haar overmoed ja zelfs
hare stoutheid maakten hem gelukkig. Zij zat immers
naast hem zij was immers bij hem bij hoorde hare
welluidende, diepe stem, bijna te diep voor een zeven
jarig meisje, maar zoo betooverend zoo onuitsprekelijk
aantrekkelijk
Latertoen zij grooter en mooier werdzóó mooi
dat hij met een heimelijk gevoel van schuwheid voor
haar vervuld was hoe werd hij toen door allerlei
tegenstrijdige gedachten gemarteld. Hoe volmaakter zy
is zei hy tot rich zeiven hoe minder zij acht zal
slaan op u en uwe geheime liefde! Hij zou er, de
Hemel weet hoeveelvoor gegeven hebben hadde hij
maar iets kunnen ontdekken dat aan hare bekoorlijk
heid afbreuk deed een lidteeken bijvoorbeeld, zooals