dienstenwelke bet wachtschip thans verrichttekon worden voorzien door andere oorlogsschepen, welke zich gewoonlijk daar ophielden. En mocht dit som3 niet het geval zijn dan konden bijv. saluutschoten door de landbatterijen gelost worden. Het voorgestelde type der nieuw te bouwen schepen ontmoette geene onverdeelde instemming, gelijk som migen dan ook meenden te weten dat bedoeld type bij het departement van marine niet meer zoo hoog aangeschreven stond als vroeger. De zeewaardigheid dezer bodems was voorts gebleken aan ernstige beden king onderhevig te zijn. Daarbij schenen zij weinig te beantwoorden aan de vereischten om als oorlogsschepen actief, dat is tegen den walop te treden. Een schip voor algemeenen dienst zij althans, wenschte men zoo groot, dat eene landingsdivisie aan wal gezet kan worden. Eene bemanning van slechts 15 koppen, tegen 40 matrozen en mariniers op vroeger gebruike lijke bodems en een wapening met drie zware stukken minder dan op die schepen, schenen geenszins tot aan beveling van het voorgestelde type te kunnen strekken. Andere leden betoogden juist de wenschelgkheid van den aanbouw van vlugge schepen van de nu voorge stelde grootte. Deze meenden, dat uitslu'tend schepen van de le en 4e klasse moesten worden gebouwd, zooals in den laatsten tijd dan ook geschiedde. Nog werd aan de reeds gebleken gebrekkige inrichting van de Ceram en de Flores herinnerd bij eventueele aanbesteding bij particulieren zou dus zeer zyn toe te zien, dat een en ander naar den eiscli van goede scheeps- bouwkunde werd bewerkt. Onderscheidene leden hadden voorts ongaarne gezien, dat geene eigenlijk gezegde begrooting van de kosten der aan te schaffen schepen was overgelegd. Ook zou men gaarne de bepaalde zekerheid bezittendat die schepen in 1890, ais wanneer de oude aan den dienst zonden ontvallen, gereed zouden wezen. Ten slotte werd gevraagd, of ten opzichte van dit wetsontwerp overleg had plaats gehad met het departe ment van marine. Ook zou men gaarne vernemen waar de nieuwe schepen zonden worden gebouwd. Het voorstel tot wijziging van hoofdstuk II der Ind. begrooting voor 1889, betreflende de inrichting van een proefstation te Buitenzorg, had bij onderscheidene leden teleurstelling gewekt: na de verklaring van den minister ten vorigen jare. Terwijl men hier te lande juist in de richting van uitbreiding van het aantal proefstations werkzaam is geschiedt in Indië het tegenovergestelde. Twijfelachtig kwam het hun bovendien voor, of een doeltreffend onderzoek der verschillende gewassen uitsluitend bij 's Lands Plantentuin te Buitenzorg mogelijk zou blijken; zij konden voorts de vrees niet onderdrukken, dat de aanneming van dit wetsvoorstel het begin zou zijn eener niet te overziene reeks van uitgaven. Sommige leden meenden, dat hierin de eerste stap zou schuilen tot de oprichting van een technologisch instituut. Er werd opgemerkt, dat men op Java reeds krachtig samenwerking trachtte te verkrijgen van een kruidkun dige met de meer scheikundig ontwikkelde directeuren der proefshations. Door ondersteuning van die stations cf van de gemeenschappelijk te nemen proeven zou ongetwijfeld hetzelfde doel bereikt worden dat de regeeriug door uitbreiding van den Plantentuin te Buitenzorg wenscbt te verkrggen. Nog bad het de aandacht getrokken, dat, schoon het een maatregel gold, voornamelijk ten behoeve der par ticuliere culturesde adviezen der daarbij betrokken industrieën ontbraken. Onderscheidene leden verklaarden zich bereid aan dit ontwerp hunne stem te geven. Zij achtten de goede werking van een proefstation als regeeringszaak beter verzekerd dan bij overlating aan particuliere bemoeiing, die allicht, met een beperkt doelminder veelzijdig werkzaam zou zyn. Overigens was het regeeringsvoorstel in overeenstemming met het ten vorigen jare bij de onder den eersten indruk van den schrikwoorden geuit heb, waarvan ik anders uit beginsel afkeerig ben. Intusschen ban ik u verzekerendat uwe ellebogen verduiveld ik bedoel buitengewoon spits zijn en dat gij de trappen afvloogt als een pijl uit den boog." Giulietta was zichtbaar verheugd over deze veran dering in den toon van den vreemdelingwant de bestraflende blik van den eersten bediende bad haar niet veel goeds voorspeld. Zij keek den signore strak in het gezichtalsof zij zich wilde overtuigen dat er geen spoor van boosheid was overgebleven. Op het breede eenigszins roodachtig gelaat lag echter eene uitdrukking van welwillendheid; de schitterende, grijze oogen spanden zich zelfs in om bijzonder vriendelijk te kijken. Er kwam daardoor eene schelmachtige uitdruk king op zijn gelaat, te meer wijl het rechter oog kleiner was dan het linker. Het kamermeisje bood nogmaals hare verontschuldi gingen aan wegens hare onhandigheid, en keerde toen met eene uitdrukking van innige tevredenheid op het gelaat naar No. 60 terug. „Dat is hij", sprak zij in zich zelve. „De ellendeling, die de mooie Zingarella ongelukkig wil maken. Het doet my innig genoegen, dat ik hem zulk een por heb gegeven Dien kan hij als een voorproefje beschouwen Maria was reeds op haar post. Met koortsachtige nieuwsgierigheid loerde zij tusschen de plooien van het gordijntje door. Marsucci, de „signore uit Calabrië", trad behoedzaam het vertrek binnen, gevolgd door den eersten bediende. „Zeg eens, goede vriend", wendde hij zich tot dezen, „men kan hier immers ongestoord praten Mijn neef, die de kamer bestelde, heeft den waard reeds medege deeld, dat wij ernstige zaken te behandelen hebben familiegeheimendie men gaarne voor zich alleen behoudt Hij wees bij deze woorden naar de zijdeur, waarmede men in de binnenkamer kwam. „O, antwoordde de jonge man, „de signore kan heel gerust zyn. De kamer hiernaast is niet bewoond en den geheelen dag gesloteu. Alleen 's morgens vroeg ia het behandeling der Indische begrooting door den heer L6vyesohn Norman in overweging gegevene. Nog waren er leden, die zich bereid verklaarden tot goedkeuriug van art. 1 van bet ontwerp, maar art. 2 wenscbten te zien vervallen om bij de voorgestelde uitbreiding der instelling te Buitenzorg, de mogelijkheid van het verleenen van subsidiën niet uit te sluiten. Den 27 werd door den bargemeester van Nijme gen aan den gemeenteraad medegedeeld, dat 132 pan den, meestal gouden en zilveren voorwerpen, ter waarde van 1553.40, waarop f 1294.50 was voorgeschoten, uit de bank van leening ontvreemd waren en dat die waarde volgens de verordening op de bank door den directeur aan de belanghebbenden moest worden vergoed. Den 28 is door het zeilen O. N. O. van Urk gezonken de met klipzout geladen tjalk Wilhelmina van Hendrik Lentens, komende van Amsterdam en be stemd naar Zwolle de opvarenden redden zich in de roeiboot en kwamen te Kampen aan. Den 28 des avonds heeft de gemeente-veldwachter te Meersen by eene ontmoeting met een veldstrooper van zijn geweer gebruik gemaakt eu den strooper ernstig verwond. Den 29 des namiddags is te Maastricht eene loods, staande aan het voedingskanaal en toebehoorende aan 's Rijks waterstaat, met de daarin geborgen schutbalken, ten getale van ruim 40, geheel afgebrand. Den 29 en 30 zijn te Amstordam voor de hoofdakte drie van de zestien geslaagd, namelijk P. van der Laan J. E. Nieuwbuis en L. Oldenburg te Am sterdam. Den 30 werd te Helder in het openbaar aan besteed het maken van gebouwen voor de afstandmeting voor kustbatterijen, onder beheer der genie, geraamd op f 13700. Van tien inschrijvers was de heer W. de Jong te Helder voor 13200 de laagste. Bij kon. besluit van den 30 is de aanstelling van den heer dr. J. A. Korteweg, hoogieeraar aan de Rijks- universiteit te Groningen tot gewoon hoogleeraar aan de gemeentelijke universiteit te Amstordam be krachtigd. Den 30 is te 's-Gravenhage voor gymnastiek (lager onderwijs) geslaagd de heer C. van Overeem te Haar lom den 31 de heer D. Voerman te Scher- merlLorn. Den 31 is te 's-Gravenhage overleden de heer mr. J. J. Beaujon gewezen secretaris van den Eaad van State en voormalig commies-griffier der Tweede Kamer. Den 31 zijn te Utrecht voor de fransche taal lager ouderwijso.a. geslaagd mej. W. A. Boldingh te Hoorn en de heer G. J. H. Grootjans te Haarlem. Den 31 is te 's Gravenhage aanbesteed het ver diepen van het groot scheepvaartwater in het Scheur tusschen de Bnskruithaven en bet kanaal door het benedeneind van Eozenburg, voor de verbetering van den waterweg langs Eotterdam naar zee. Laagste in schrijver wa3 de heer L. Kalis Kzn. te Sliedrecht voor 54830. Den 1 is de heer jbr. J. W. M. Schorer, com missaris des Konings in Noordhollandvoor eenigen tijd naar het buitenland vertrokken. De Maastrichtsche Hypotheekbank keert 7% pet. dividend uit. Het besluit van burg. en weth. van Haarlom van 3 Januari 1889 waarbij aan E. Otter vergunning geweigerd is tot het oprichten eener paardenslachterij in de Wolstraat, is bij kon. besluit vernietigd, en de gevraagde vergunning alsnog voorwaardelijk verleend. De heer S. Boersma, eerste onderwijzer aan de o. 1. school te Egmond aan Zes, komt voor onder n<> 2 op de voordracht voor hoofd der school te Hemelnm (Friesland.) De Wageningsche gasverlichting-maatschcppy keert over 1888 16 pet. dividend uit. kamermeisje daar bezig. Eu aan dezen kant is geen enkele deurde muur laat geen geluid door en de signora, die daar logeert, is een uur geleden uitgegaan en komt niet voor heden avond tehuis." „Goed, goed", zei Marsucci. „Het is altijd beter als men zich eens georiënteerd heeft. Zoo ga nu maar heen 1 Als ik iets noodig heb, zal ik schellen." De bediende ging heen en Marsucci begat zich naar de gebloemde sofa, die tegen de deur van de binnen kamer stond, nam plaats en wachtte zijn slachtoffer. Maria drukte het gelaat tegen het venstertje maar hoe zij zich ook inspandezij kon den kardinaaldie zich hier voor een signore uit Calabrië uitgaf, niet te zien krijgen. Van tijd tot tijd haalde Marsucci diep en hoorbaar adem als iemand, die zich voor een last'g geval geplaatst ziet. Na eenigen tyd hoorde Maria iets op den grond glijdenhet was de mantel, die op de leaning van de sofa had gehangen, Maria zou hem dus geheel en op haar gemak hebben kunnen bekijken „den machtigen Monsignore", en bovendien nog in al de ongedwongen heid van een groot man die zich onbespied waant. Welk een gril van het toeval dat hij juist die plaats ouder het venster had uitgekozen terwijl toch aan de overzijde, waar eene hooge, smalle deur naar het kleine balcon voerde, een groote stoel stond, die als gemaakt scheen voor eene persoonlijkheid als zijne Eminentie I Hare teleurstelling duurde niet lang. Na vijf mianten werd er reeds op de kamerdeur geklopt. Marsucci stond op. Maria huiverde van eerbied, toen zij ontwaarde dat hij inderdaad het schitterende gewaad droeg van zijne hooge waardigheid. Met een kloppend hart sloeg zij een kruis Marsucci deed open. Emmanuele Ra- costa en Salvatore Padoranino traden langzaam binnen. Het vertrek, slechts verlicht door de vensters van de baloondeur, waarvoor bovendien nog gordijnen hingen, was donker genoeg, om der schandelijkste comedie goe den kans van slagen te bieden. Des avonds bij lamplicht, zou de pseudo-kardinaal eene ongehoorde zware taak hebban gehad. Het was evenwel niet te loochenen, dat beiden, Marsucci zoowel als Eacosta, hunne ollen met Door den heer Ph. F. A. J. baron van Brakell Doorwerth, sedert 1872 lid der prot. staten van Gel derland voor het district Ede, daartoe gekozen door de anti-revolntionaire partij, die daar de meerderheid heeft, is als zoodanig ontslag genomen, volgens de Arnhemsche Courant om de volgende reden. Steeds stemde hij naar overtuiging en volgde nooit slaafs zijne partij. Toen in het voorjaar van 1889 de ministerieele kiestabel aan de orde kwam, schaarde hij zich met nog twee leden, de heeren jhr. van Borssele en baron van Wassenaer, aan de zijde van Ged. Staten. By de periodieke af treding werd laatstgenoemde vervangen door baron van Dedem; eerstgenoemde werd herkozen. In de staten ge raakte de meerderheid verp'aatst en dientengevolge kwam er ook eene verandering in het collego van Ged. Staten. Daaraan wilde de heer van Brakell niet medewerken bij vond de heeren van Nispen en van Os te bekwaam en te achtenswaardig, om hen uit het dagelijksch bestuur der provincie te verwijderen. De staatkundige vrienden namen dit kwalijk, eischendedat de leden niet naar eigen inzicht, maar naar de wenschen der partij stem men zonden en het gevolg was, dat de heer van Brakell, niet wenschende in het gareel te loopen, besloot, zijn mandaat neder te leggen. Den 7 Augustus is a pari de inschrijving geopend op eene 3% pet. geldleening, groot ƒ490000, ten laste van de provincie Zeeland houders van schuldbekente nissen in de afgelost wordende 4 pet. geldleeningen van 1878 en 1881 genieten den voorrang, Het ophoogen van bouwterreinen en het maken van een afsluitkanaal te Waesp voor rekening van he firma van Houten en Zoon is aanbesteed aan den deer A. F. van Wijngaarden, aldaar voor ƒ82500. Bij het te Wageningen gehouden eind-examen van de afd. B der Rijks landbouwschool is aan elf van de dertien candidaten het diploma als landbouw kundige uitgereikt waaronder aan W. Schokker te Haarlem, J. M. A. N. Schelfhout te Medemblik en A. D. Bleijenburgb te Amsterdam. De heer A. de Neet te Brielle was voor f 123987 laagste inschrijver voor den bouw eener concert- en schouwburgzaal te Dordrecht. Te Deventer zyn in eece effectenveiling o. a. ver kocht twee geheele aandeelen in de Kon. Deventer Tapijtfabriek groot f 1472 voor f S040 en f 3050 en twaalf kwart aandeelen voor f 750 a f 765. J. Sterk te En.kbU.iZ9n. is benoemd tot onder- wijser te Eibergen. Het bouwen eener r. k. kerk te Klundert is ge gund aan den laagsten inschrijver, den heer C. Mulders te Raamsdonk, voor 73690. Tot hoofdgeërfde in het polderdistrict Maa3 en Waal i3 gekozen de beer W. Rutten met 81 van de 682 uitgebrachte stemmen, doordat, behalve 5 oninge vulde briefjes, 524 briefjes van onwaarde werden ver klaard, daar de personen, wier namen daarop voorkwamen, tijdens deze verkiezing het vereischte bundertal lande rijen niet bezaten. Alzoo bedroeg de volstrekte meer derheid van stemmen 77. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben den minister van binnenl. zaken voorgesteld, het besluit van burg. en weth. van Nijmegen, waarbij de heer J. Rin- kes Jr. te Arnhem benoemd is tot verslaggever der verhandelingen van den raad, aan den Koning ter ver nietiging voor te dragen, ais zijnde naar hun oordeel in strijd met artikel 179 p der gemeentewet. Naar bnnne meening komt het recht dier benoeming toe aan den raad. In Juni is bij de Rijkspostpaarbank ingelegd 882.382.465i, terugbetaald 607.750.365i, zoodat op 30 Juni het gezamenlijk te goed 15.572.471.76 be droeg. In den loop der maand werden 3703 nieuwe boekjes uitgegeven en 1089 geheel afbetaald, zoodat op 30 Juni 222079 stuks in omloop waren. Den 31 is het Ijk van den heer von Lindern gevonden ongeveer 100 el beneden de plaats waar zijn boeier is omgeslagen. eene gevatheid speelden, die alleen aan de zoo rijk met fantasie begaafde bewoners van het Zuiden eigen is. Met theatrale devotie maakte de geheime politie-beambte eene zoo diepe bniging voor zijn schelmachtigen mede plichtige, alsof hij bet hoogheilige op het altaar aan schouwde. Marsucci, van zijn kant, bootste de minzaam heid de nederbuigende goedheid den zalvenden toon van den kerkvorst niet bijzonder handig na, maar toch zóó, dat de Apuliër, die al niet durfde ademhalen van diep ontzagmet den heiligen eerbied vervuld werd dien Raeosta had vermoed. Ook Maria begon zich hoe langer hoe meer onder den indruk te gevoelen. De wijze, waarop de schurk het rijk gekleurde gewaad liet ruischen en golven het plechtige in zijne bewegingen en eindelijk de machtige indruk, dien hij op Salvatore maakte, alles te zamen werkte betooverend op het jonge meisje. En thans nam hij werkelijk plaats op dien ouderwetschen stoel, zoodat zij niemand anders meende voor zich te zien dan den stadhonder Gods op den heiligen zetel des apostels „Mijn zoon", begon Marsucci met gedempte stem „het is een grootsch en heerlijk werkwaartoe wij besloten bebben en met een dankbaar hart erken ik den offervaardigen moed, waarmee uw hart vervuld is! Alleen wijl ik met vaderlijk welgevallen op u neerzie, wijl gy mij lief en dierbaar zijt, alleen daarom mijn zoon heb ik aan de bede van onzen gemeenschappe- lyken vriend gehoor verleend en u eene samenkomst toegestaan, die eigenlijk overbodig mag heeten. Onge- loovige Thomas als gy zijt, meent gij, dat de twijfel de verdienste van uw voornemen verhoogt. Voorwaar Salvatore, ik zeg u: „Wie niet ziet en toch gelooft, zal het eeuwige leven verwerven." Deze hoogdravende toespraak klonk zóó natuurlijk, dat de Apuliër zich reeds schaamde, tegenover zulk een minzamen heer twijfel gekoesterd en voorwaarden gesteld te hebbeD. In zijn overspannen toestand bedacht hij niet, dat het eigenlijk Raeosta geweest was, dien hij op aanstoken van Zingarella gewantrouwd had. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 2