IHttnenlattb.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
iÖailraiaub.
DD1TSCHLAND. De Köln. Zeitung heeft dezer
dagen een artikel gewijd aan de nieuwe legerwet in
Frankrijk. Daarin wordt betoogd dat Frankrijk door
deze nieuwe wet in staat zal worden gesteld op een zeker
oogenblik meer troepen in het veld te brengen dan
Duitschland. De duitsche regeering dient daarom ern
stig te overwegen, of bet leger niet weder versterkt
moet worden.
ENGELAND. iAoningin Victoria is den 23 in
Wales aangekomen, waar zij sedert 1852 niet geweest was.
keiyk achtte en beloofde de indiening van een wets
ontwerp, zonder evenwel te kunnen verklaren wanneer
dat geschieden zal
Ierland. De leden van het Lagerhuis O'Brien en
Gilhooy zyn veroordeeld, de eerste tot twee maanden
en de tweede tot zes weken gevangenisstrafomdat
zij pachters aangespoord hadden de betaling der pacht
aan grondeigenaars te weigeren.
Den 28 bij de voortgezette behandeling der onderwijswet
verklaarde de beer H e 1 d tuit medelijden met de gekatholiseerde
en geconfessioneerde kinderen die geen voldoend onderwijs
krijgenvóór de wet te zullen stemmen, mits hij waarborgen
verkrijge dat het onderwijs in het algemeen goed werd. De
betere waarborgen, door hem verlangd, gelden bet gehalte van
bet onderwijs. In het bijzonder is het aantal onderwijzers in
verhouding tot het aantal leerlingen van belang. Het ontwerp
neemt veel te veel leerlingen per onderwijzer aan en groote
klassen maken de kinderen tot slachtoffers. Rijzen de kosten
daardoordit is geen beletselin zake onderwijs zie men op
geen millioen; op goed maatschappelijk onderwijs komt het aan.
Hij is tegen de verplichte schoolgeldheffingwaarvan de in
voering ons een grooten stap achteruit zou doen gaan; bovendien
is zij onaanneembaar met het oog op de minvermogenden.
Verder moet leerplicht ingevoerd worden. Hij kan voor geene
schoolwetwijziging stemmen, waarin het beginsel van leerplicht
niet opgenomen is. Honderden stemmen zijn opgegaan ten
gunste daarvan, geen enkele om dien te bestrijden. Hij spoort
de rechterzijde aan, op 't stuk van leerplicht toe te geven. Dan
kan zij vele liberale stemmen winnenhet is een hoofdpunt
voor eene overeenkomst.
De heer Z ij 1 k e r bestrijdt het geven van subsidie aan bij
zondere scholen. De schooldie propaganda maakt voor gods
dienstige leerstellingen, kan z. i. nooit op staatssubsidie aan
spraak maken. Bovendien druischt bet subsidiestelsel in tegen
het stelsel der grGndwet, dat bet openbaar onderwijs vooropstelt.
Hij zal bij behoud daarvan nooit voor de wet kunnen stemmen.
Verder is hij tegen verplichte schoolgeldheffing, de meest tast
bare rechtsongelijkheid en is het buitensluiten van leerplicht
voor hem een groot bezwaar. De heer Gildemeester
verklaarde het dichtst te staan bij den heer Mees en niet tot
de onverzoenlijken te behooren. Bij vele liberalen bestond
ernstigen wil om mede te werkenzij hoopten echter dat de
regeering en de rechterzijde het hun mogelijk zouden maken.
Een voorstel van den Voorzitter, om eene avondzitting
te houdenwerd door hem ingetrokken na krachtig bestreden
te zijn van liberale zijde en nadat de heer Schaepman
mede op intrekking van het voorstel aangedrongen had. De
heer L o h m a n had het ondersteund.
Daarna was de minister van binnenl. zaken aan het woord.
De hoofdpunten zijner rede waren de volgende. De regeering
stelde zich bij deze wet op het standpuntdat het algemeen
belang deze herziening eisehte. De schoolstrijd bracht eene
algemeene malaise te weeg en 's lands belang vorderdete
tracbten dien strijd te beëindigen Dit voorstel wijkt geheel af
van den in andere landen gevolgden weg; dit komt, omdat de
schoolstrijd hier een karakter heeft, geboren uit geheel andere
toestanden. Bij het zoeken naar eene verandering had men de
keus tusschen verschillende stelsels, die allen ernstig onderzocht
werden. Het denkbeeld vau het dragen der kosten voor de
school voor onvermogenden door den Staat werd na onderzoek
onbestaanbaar gevonden. Zoo was men gekomen tot gelijk
stelling van openbaar en bijzonder onderwijs als het verkieslijkste
stelsel. De vraag, waarom niet meer herzien was, waaromniet
art 33 herzien, beantwoordde hij met de wedervraag, of herziening
van dat artikel bevrediging op het oogenblik niet onmogelijk zou
maken Waarom geen leerplicht was opgenomenf Omdat
leerplicht, al was de regeering in beginsel daar niet tegen, niet
in het kader dezer wet paste. Die regeling was omvangrijk
en van tal van belangen afhankelijkzij moest afzonderlijk
plaats hebben. Men moest zich overigens van leerplicht geene
te groote illusiën maken. Dit gevoelen lichtte hij in bijzon,
derheden toe. De regeering erkende echter, dat leerplicht zijn
nut kon hebbenmen drong dan ook nu minder op regeling
aan, dan op nederlegging van het beginsel in deze wet. Met
eene bepaling in dien geest zou men echter niet verder komen.
De regeering had geen slag om den arm gehouden door te
spreken van bijzonder onderwijs. Zal het openbaar onderwijs
dan niet meer later gewijzigd worden Hij weet het niet.
Als later blijkt van de noodzakelijkheid tot wijziging der
examen-eischen dan zal zulks overwogen worden. (Jok weet
men niet, wat in zake hooger en midd. ond. later eisch zal
worden.
Ernstig bezwaar gold de beweerde rechtsgelijkheid. De re
geering beroept zich op de verklaring in het verslag. Reeds
bij de grondwetsherziening werd van rechtsgelijkheid gesproken
en ook vroeger in 1867. Toen reeds gebruikte de heer Groen
het woord. Men maakt bezwaardat van neutrale school
gesproken wordt als van moderne sectenschool. Maar is 't dan
niet waar, dat alleen de modernen volkomen-vrede met de
openbare-school hebben
Men komt op tegen het beweerde recht der ouders. Reeds
in 1848 streed de heer Groen voor dat recht. Later, toen de
vrijheid van onderwijs verkregen was, kwam men tot het be
sluit een school voor allen op te richten. Reeds toen voorzagen
anderendat de neutrale school niet allen zou kunnen bevre
digen. Men hoopte het echter en in dat stelsel paste geen sub
sidie van bijzondere scholen Maar allengs is gebleken dat de
neutrale school onvoldoende is. De storm tegen die school
is niet ontstaan door ophitsing. De school van 1857 was niet
de school van 1806, die een bepaald christelijke school was,
zoodat er speciale israelitische scholen waren. Maar na 1857
is de school ontstaan, voor Christenen en Israëlieten toegankelijk
en sedert mocht niet meer worden gesproken van Jezus. Het
is dus verklaarbaar, dat de ouders meer prijs gingen stellen op
de scholen waar hun godsdienstige opinie werd geleerd. Die
oprichting van bijz. scholen getuigt van belangstelling der
ouders in de opvoeding der kinderen. Wei huldigt de grond
wet de vrijheid van onderwijs, maar feitelijk kwam die vrijheid
niet tot haar recht door de groote eischen voor het openb.
ond. gesteld en die in 1878 nog vermeerderd zijn. Waar de
grondwet geen beletsel is tegen subsidie voor bijz. scholen is
die subsidie in het landsbelang wenscbelyk. Meer dan 25 pet.
der schoolgaande kinderen bezoeken de bijz. schoolen voor
hen is 't ook van groot belang goed onderwijs te genieten.
Tegen het bijz. ond. zelf worden klachten verno nen, men zegt
het kweekt baat en tweedracht. Maar is onder de werking
der openbare school de eendracht zoo vergroot Misschien zal
juist het nu voorgestelde middel meer bevrediging geven. Men kan
wel zeggen: de openb. school moet voldoende zijn, maar men
kan niet tegen de feiten in redeneeren. Men ziet het tegen
deel haast handtastelijk, waarom dan de grieven der bijz.
school niet zooveel mogelijk weggenomen Gewichtig is de
vraag der kosten. In de meeste landen is aan de gemeenten
de taak opgedragen het onderwijs te bekostieen, Eerst in
1878 is hier besloten tot eene rijksbijdrage. Die uniforme
regeling leidt tot onbillijkheid tegenover de verschillende ge
meenten. Daarop is bij dit ontwerp gelet. Ook ontkent
hij, dat bij de toepassing van -art. 49 van partijdigheid sprake
zou zijn. Steeds wordt bet geven van een buitengewone sub
sidie met de meeste zorg overwogen. De toestand waarin de
gemeenten door dit ontwerp komen, zal bij bij de artikelen be
spreken. De regeering waardeert het, dat hare pogingen instem
ming vinden. Verscheidene sprekers hebben vele maar's aan hun
concessie verbonden. De regeering heeft eerlijk gepoogd naar
beëindiging van den schoolstrijd. Zij weet, niet aan alle wenschen
te kunaen voldoen. Maar zij<.meent, dat de rechterzijde ook
zal toegevendat de regeering heeft voorgesteld het bereik
bare. Als de liberale partij niet tevreden is, dat vergete zij
nietdat het ontwerp niet de gewone wijze van behandeling
heeft doorloopen, maar dat reeds overleg is gepleegd tusschen,
Regeering en Comm. van rapp. W aarscuuwen moet hij dat
er eisehen konden gedaan werdenwaaraan de regeering
onmogelijk zou kunnen voldoen. Als er bepalingen werden
opgenomendie weer een bron van twist zouden opleveren
zou het ontwerp geen doel treffen. Zoo kan het beginsel
van schoolgeld heffing in de openbare school niet gemist worden.
Wellicht kan de zaak anders geregeld worden, zoodat de
moeielijkheden voorkomen worden. Maar hst beginsel kan niet
losgelaten worden.
Het Sociaal Weekblad deelt mede, dat in de
neder'andsche oliefabriek te Delft eene voorloopige
proef' wordt genomen met een arbeidsdag van 8 uren.
De directie wil het voortbrengingsveriaogen der fabriek
verhoogen door van de machines het meest mogoljjke
nut te trekken maar tracht dit doel te bereiken niet
door overwerken van het personeel maar door, het
aannemen van een derden ploeg arbeiders naast de be
staande twee. Elke ploeg zvl dientengevolge per '.veeb^
met inbegrip van enkele avonduren des Zondags om de
vier weken, 49% uur, in plaats van 63 hebben te werken.
Aan de twee torpedobooten, groot model, w.elke-
op 's Rijks marinewerf te Amsterdam worden ge
bouwd zijn de namen Lamongan en Makjan gegeven.
Tot gemeente-vroedvrouw te GrOOtebPOek. is
benoemd mej. A. Kok te Spanbroek.
De heer C. P, Korff te Zaandam heelt ziyse
benoeming tot lid van den gemeenteraad niet aan
genomen.
Te Heemskerk is tot gemeente-geneasheer be
noemd dr. jhr. van Foreest.
Tot leden van het bestuur der afd. ÜENSQiH 611
O. van de Holl. Mij. van Landbouw zijn gekozen de
beeren P. Jongens en G. Yet; tot afgevaardigden naai
de algemeene vergadering der Maatschappij, de beeren
T. Wortel en P. Jongens en tot hunne plaatsvervangers
de heeren G. Yst en J. Vredenburg.
Bedankt voor het beroep naar BrO&k Op Lin-
gedijk door da. L. Adriaanse te Zeist.
Het is zes uuren wij hooren de luide kreten „On
ferme", dat wil zeggeD men sluit dan bijna alle ge
bouwen. Wy gaan nu naar de rue du Caïredoch
moeten daar nogmaals terugkeeren. Gij zult dit ook
wel verontschuldigen want de regen valt zoozeer bij
stroomen neder, dat wij blij zijn bij een der uitgangen
een rijtuig te vinden, en naar huis te komen. Dus de
rue du Caïre in een volgend opstel.
Parijs 24 Aug. 1889. J. M. T.
Onze geachte briefschrijver vergunne ons de mede—
deeling, dat wij en wij hopen onze lezers evenzeer
weinig gesteld zijn op de beloofde beschrijving. Der
gelijke akeligheden behoeven o.i., in bijzonderheden
geene verbreiding. Bovendien biedt de tentoonstelling
zeker genoeg belangwekkends, om nog m^nigen brief
daarmede te kunnen vullen.
De Redactie,
Op de groote byeeukomst, den 25 in Hydepark door
de werkstakers gehoudenwaren omstreeks 150.000
menschen aanwezig. Er werd eene motie aangenomen,
waarbij de bijeengekomenen elkaar beloofden de werk
stakers der dokken en werven tot het uiterste te helpen
en te steunen. Het denkbeeld eener scheidsrechterlijke
oplossing van bet geschil werd verworpen.
In 1838 werden in het geheele ryk 742.000.000 rei
zigers of 9.160.000 meer dan in 1887 vervoerd. De
verhouding van de reizigersdie bij een spoorweg
ongeluk het leven verloren tot het geheele aantal
was als 1 tot 6.942,336 en die der gewonden als 1
tot 527.577, De spoorwegongelukken gaven aanleiding
tot 61 onderzoekingen
De heer Gladstone heeft in een ingezonden stuk in
de Daily News uitdrukkelijk verlangd, dat de regeering
in Armenië tusschen beiden kome en den Sultan van
Turkije dwiDge een einde te maken aan de mishande
lingen, waaraan de christenen in dat gewest bloot staan.
De werkstaking in Londen breidde zich den 27 nog
steeds uit. Eene bijeenkomst van de vertegenwoordigers
van de werkstakers der dokken op dien dag met den raa i
van bestuur der London Docks en East India Docks
hod geen gunstig gevolg. De raad van bestuur ver
klaarde den eisch der werkstakers loonsverhooging tot
6 p. per uur, met een loon van ten minste f 1.20 per
dag en afschaffing van bet contractstelsel, aanneming
van het werk door tusacbenpersonen, niet te kunnen
aannemen. De werkstaking wordt geleid door den heer
Barns en gesteund door de sociaal-democraten. De
werkstakers houden wel optochten doch hebben de
orde nog niet verstoord. Zy houden overal inzamelin
gen bij het publiek, dat over het algemeen op hunne
hand is en krijgen op die wijze duizenden guldens bijeen.
In hier en daar geplaatste bussen werd ongeveer/36000
ingezameldo. a. f 3600 aan kopergeld. De scheep
vaart staat nagenoeg geheel stilten gevolge waarvan
vele schepen naar eiders vertrekken.
Den 28 kwam tusschen de steenkolenwerkers en de
handelaren eene schikking tot stand hun werd de ge
vraagde loonsverhooging toegestaanmits de arbeid
den 29 hervat werd. Tevens bestond er hoop, dat de
onderhandelingen tusschen de dokbesturen en de werk
lieden tot een goed einde zouden leiden.
Lagerhuis. Den 28 werd de wet op de middelen
by derde lezing aangenomen. De heer Seiton vestigde
de aandacht der regeering op het onderwijs in Ierland.
Minister Belfour verklaarde dat hij eene hervorming
van het iersohe katholieke onderwijs dringend noodza-
„Wat, wat moet dat beduiden P" steunde Salvaiore
en keerde zich tegelijkertijd krampachtig om. „Waar
blijft wacht toch
„Houd u goed 1" fluisterde de knecht hem in die
reeds in de gevangenis getracht had hem moed in te
spreken. „Er helpt nu niets meer aan, en hoe vlugger
gij voortloopt, hoe eerder bet gedaan is 1"
„Racosta Hy laat mij in den steek riep Salvatore
wanhopend uit. Werktuigelijk gehoorzamend, besteeg
hy de trappen van het schavot. Toen hij echter de
geopende doodkist naast de guillotine zag staan werd
hij werkelijk door eene vlaag van krankzinnigheid aan
gegrepen. Hij verzette zich met bovenmenschelijke kracht.
„Verraad verraad riep hij nogmaals wanhopend uit.
„Racosta de Kardinaal ik ben verloren I"
De beulsknechten die aan dergelijke tooneelen ge
woon waren hielden hem echter met hunne stevige
vuisten alB met ijzeren greep omklemd. Intussehen waren
de Signore di Napoli en zijne helpers van den anderen
kant op het schavot getreden. De kneehten gaven hun
weerspannig slachtofler aan de beide ondergeschikten
van den scherprechter over, want op hen rustte nu de
taak den veroordeelde op de plank te binden.
Marsucci trad met neergeslagen oogen op Salvatore
toe en greep hem by de handboeien. De Apnliër staarde
hem in het gelaat als ontwaarde by een spook. Onder
den invloed van zijn slecht geweten sloot Marsucci het
rechter oog en nu verdween voor den ongelnkkigen
Salvatore de laatste twijfel.
„G;j, gij!" kreet hy met eene hartverscheurende stem,
„De Kardinaal... Ah! Nu begrijp ik alles...!"
Mareucoi voelde dat van het eerstvolgende oogenblik
alles afhing. Als een razende had bij den Apuliër
naar den grond gerukt terwijl zijn makker den onge
lukkige den strik vast om het lichaam sloeg.
Bij den uitroep: „De Kardinaal!" was bij den amb
tenaar van het openbaar ministerie de vrees ontstaan,
dat de veroordeelde in woede uitbarsten en beleedi-
gingen uiten zou tegen Monsignore de Fabris. Hij gaf
daarom aan den commandeerenden officier het bevel de
trommen te laten roeren, zoodat de verdere angstkreten
van Salvatore wreed gesmoord werden.
,,De angBt heeft hem het verstand, doen verliezen",
zei Marsucci tegen zijne makkers.
Met een kloppend hart trad de priester op Salva
tore toe.
„Ik ben verraden riep de geboeide hem toe. „Lk
herroep alles wat ik bekend hebAlles is leugen I
Alles is bedrog Help De ellendelingen zullen mij
vermoorden
Hoofdschuddend ging de priester heen. Met gevou
wen handen prevelde hij een gebed terwijl Marsucci,
een duivel in menschengesialtede plank onder de
guillotine trok.
De signore di Napoli trad naderby om bet touw los
te maken. Een zwarte sluier daalde op de aiel van
den Apuliër neder; hy had een gevoel van hulpe
loosheid, dat balsem was in vergelijking van de gewaar
wordingen, die hem zoo even hadden verscheurd. Nog
éóne seconde en de vlijmscherpe bijl zou nedervallen
Daar in dat laatste oogenblik verstomde plotseling
het tromgeroöel. Eene donderende stem riep „Halt
Wij brengen de genade des Konings Luide klonken
die woorden over het met menschen gevulde plein.
Twee ofScieren van de koninklijke lijfwacht waren door
de opening in de barrière gesprongen en hadden dan
ambtenaar van het openbaar ministerie bijna onder den
voet gereden.
Marsucci was gedurende een oogenblik als verstijfd
van schrik. Dat moest het werk zijn van dien ver
vloekten advocaat, Antonio Cesaridie van den aan-
vang af hemel en aarde bewogen bad om den man
die onder zijne bescherming was gesteld te redden^,.
Bleek en staroogend tastte hij naar de haak, waaraan
het noodlottige touw was bevestigd. Als nu de byl nog
vielkon hy eene vergissing voorwenden en den ge-
vreesden aanklager, die met Salvatore PadovaDino -sou
opstaan, ware voor eeuwig het zwijgen opgelegd. Gp
betzelfde oogenblik echter deinsde hij met een gil van
pijn achteruit. Zijn meester voor het eerst sedert vele
jaren gebruik makende van het aloude recht van den
signore di Napoli,, had den vermetele} die op het. punt
was hom zijn ambt en zijn brood te doen verliezen, met
de ijzeren staafdie hij in de hand had een alag op
het voorhoofd toegebracht, zoodat het bloed hom over
oogen en neus gudste.
Terwijl Marsuccihalf verblindhet gelaat in beide
handen verborg, hielp de scherprechter zelf raede om
den Apuliër uit zijn vreeselyken toestand te bevrijden.
De officieren van de lijfwacht hadden intassohen den
ambtenaar van het openbaar ministerie medegedeeld,
aat Zijne Majesteit, de Koning, bevolen bad, den ver
oordeelde naar destedelyke gevangenis te laten brengen,
want al was aan Salvatore Padovanino de doodstraf
kwijtgescholdenhy zou toch voor zijne misdaad boe
ten in de gevangenis. Zijne Majesteit bad bavoleu, jde
behandeling der zaak onmiddellijk te hervatten. Zoo
werd Salvatoredie als een krankzinnige om zich heen
keek weder van het schavot afgevoerd; terwijl Mar
succi, op aanwijzing van zijn meesterdoor een der
poiitie-dienaren gevangen genomen werd. De signore
di Napoli verlangde een nanwkeurig onderzoek naar de
oorzaak van het vreemde gedrag van zijn helper bij de
verschijning van de beide officieren.
Wordt vervolgd.