»chuuine|. De lieer H i n t z e n erkent gaarne, dat de maatregel des ministers door sommigen is toegejuicht, maar alle berichten, in den handel gebruikelijk, dragen den stempel van partijdigheid. Hij weet echter nog niet, ot gehandeld is in strijd met het advies der Handelmaatschappij. Den termijnhandel bestrijdt hij ook, maar die zaak heeft niets met deze zaak te maken. Hij is zeer onvoldaan over de rechtvaardiging des ministers. De minister wijst er op, dat de Handelmaatschappij eenige dagen voor de veilingen den taxatieprijs opgeeft. Den 3 Aug. gaf zij 48y cent op voor «goed ordinair". Op Maandag voor de veiling telegrapheerde hij, de koffie niet te verkoopen beneden 52. De Handelmaatschappij ried ten sterkste aan geen uiter sten prijs te stellen, daar hij vermoedelijk niet bereikt zou worden en ophouden bedenkelijk was. Daarop stelde hij den uitersten prijs op 51 cents 's Avonds kwam de directeur Hartsen bij hem en ontwikkelde alle bezwaren, maar hij hield vast aan zijne beslissing en de heer Hartsen vertrok. (Gelach.) Een kwartier later vroeg die heer of eventueel de koffie op gehouden moest worden? Hij antwoordde toestemmend. Is het bericht juist, dat later onderhands koffie aangeboden is voor denzelfden prijsdan is zijn maatregel nog meer gerecht vaardigd. Wellicht is eene geheime combinatie in het spel geweest om de prijzen laag te houden. De regeering moet ook daarop het oog houden in 't belang van alle partijeu. De interpellatie is daarmede afgeloopen. Vervolgens werd den heer G reeve verlof verleend den minister van financiën dadelijk te interpelleeren omtrent de pensioenwet. Hij vraagtbestaat er uitzichtdat het antwoord betreflende de pensioenwetten der Kamer nog bereikt vóór 15 October En mag men verwachtendat de wet ook toepas selijk zal worden gemaakt op de weduwen en weezen der sedert de indiening van het eerste ontwerp overleden ambtenaren De minister van financiën antwoordt, dat de in diening welke zeer vertraagd is door het overwegen van ver schillende afwijkende adviezen en het maken van veel tijd vor derende berekeningen, in de tweede helft van October zal plaats hebben. Op de tweede vraag kan hij geen beslist ant woord gevenhet denkbeeld lacht hem wel toe. De heer G reeve, die dankbaar, maar niet voldaan is, vertrouwt op eene spoedige indiening. Daarna werd de beraadslaging over art 21 der onderwijswet voortgezet. Die beraadslaging had tengevolgedat een door den heer van derEeltz voorgesteld amendementstrek kende om de berekening van het gemiddelde aantal leerlingen per onderwijzer op den voet der bestaande wet te behouden, dus 15 Januari als eenige termijn voor de berekening van het aantal leerlingen te behouden, aangenomen werd met 52 tegen 43 stemmen, niettegenstaande de minister het regeeringsvoorstei handhaafde. De aanneming geschieddedoordat elf leden der rechterzijde, waaronder de heeren Lohman en Schaepman, met de liberalen mede stemden. Artik.l 24 werd na die wijziging aangenomen met 75 tegen 20 st. van de heeren Borgesius, Mees, Zaayer, Veegens, De Meyier, Heldt, Hartogh, Rooseboom, Kerdijk, Gildemeester, IV. K. van üedem, van Houten, Zijlker, Goedkoop, van der Kaay, Smidt, Levyssohn Norman, Schepel, Lieftinck en Viruly. De heer B o o 1 had ingetrokken zijn amendementom de onderwijzers-kweekelingen niet mede te rekenen onder het aan tal verplichte onderwijzers. Daarna kwam het amendement der heeren Hartoghvan Houten en Rutgers aan de orde op art. 26 om ter bepaling van het minimum der onderwijzersjaarwedden een classificatie der scholen te doen vaststellen naar mate van de eischen van levensonderhoud in de gemeenten met behoud (evenals in het bestaand artikel) van een minimum voor een hoofd van ƒ700, voor een onderwijzer met de hoofdakte van f 600, voor andere onderwijzers van 400. Hierover wordt de beraadslaging den 5 voortgezet. Arbeids-enquête. In haar antwoord omtrent het ontwerp inhoudende bepa lingen betredende een voortgezet onderzoek door eene staats commissie, verklaart de regeering, dat de omschrijving van het mandaat der commissie omgetwijfeld ruimer is dan de opdracht, aan de vroegere parlementaire commissie gegeven. Inderdaad beoogt dat ontwerp een onderzoek van alles wat betrekking heeft op de verhouding van alle werklieden tot hunne werk- "evers. De vraag of een onderzoek omtrent de verzekerings- en ondersteuningsfondsen van werklieden daaronder begrepen is, moet dan ook toestemmend worden beantwoordvoor zoover die fondsen verband houden met den arbeid in fabrieken en werkplaatsen, waarbij al dadelijk zij opgemerkt, dat de uit drukkingen «fabrieken en werkplaatsen" hier niet de betee- kenis heeft, daaraan in de wet van 1 Mei j 1. toegekend. Die wet zegt alleen, wat zij onder fabrieken en werkplaatsen ver staat in dit onderwerp denke men daarbij minder aan eene lokaliteit als daar wordt omschrevendan wel aan eene in richting diehoe er ook gewerkt wordtin de spreektaal als fabriek of werkplaats wordt aangeduid. Juist nu eene ruime omschrijving wordt gegeven van het zooals hij. Natuurlijk zal hij het tegenspreken maar ik wed, dat ook de portier en de kellner, die hem de kamer heeft laten zien, hem zullen herkennen." Nu had Cesari genoeg punten van uitgang. Hij zond de meisjes naar bet logement terug en ging allereerst eene poging doen om de terechtstelling te veidagen. Hierbij stiet hij echter op zóóveel onverwachte hinder palen, dat hij nog even vóór middernacht opnieuw een bezoek ging brengen aan de gravin Coiccioli. De gravin scheen in den aanvang geneigd hare ver bazing te kennen te geven dat hij haar op zulk een ODgewoon uur, te midden van hare schitterende soirée, kwam lastig vallen. Zij begreep echter spoedig wat hier op het spel stond. Voor dezen avond was het echter te laat. De Koning, die om ongeveer tien uur van eene vermoeiende jachtpartij was teruggekeerd, had zich ter stond ter ruste begeven. Maar, dat wist iedereen Zijne Majesteit hield van vroeg opstaan. De gravin be loofde haar neef bij alles wat haar heilig en dierbaar was, hoe moeilijk het haar ook zou vallen, voor dag en dauw op te staan en tot eiken priji te zullen trachten eene audiëntie te verkrijgen. En zij hield woord. Om kwartier voor achten stond de advocaat in het kabinet van Zyne Majesteit en deelde hem alles mede. Het was de eerste maal, dat hij den eouverein persoonlijk te woord stond. De Koning was door de bescheidenheid en de welsprekendheid van Cesari aangenaam getroffen ea gelastte onmiddellijk aan twee officieren van zijne lijfwacht de terechtstelling van den verblinden Salvatore Padovanino te beletten terwjjl een der kamerbeeren het bevel ontving den geheimen politie-beambteEmmanuele Racosta onverwijld in hechtenis te laten nemen. veld, waarover het onderzoek zich uitstrekken zal, behoeft niet te worden gevreesddat de uitkomsten van het onderzoek door de heeren Struve en Bekaar ingesteldeene andere op dracht van deze commissie wenschelijk zullen maken. De veldarbeid kan in het mandaat der te benoemen com missie niet worden begrepen. Wel ontbreekt vooralsnog vol doende kennis van de toestanden met betrekking tot den laDdbouwarbeid doch tot de aanvulling daarvan wordt thans ijverig gewerkt door eene andere commissie, die uit deskun digen is samengesteld, n.l. de landbouwcommissie. Tegen eene omschrijving, die ook de middelen van vervoer omvat, heeft de regeering geen bezwaar. Zij erkent gaarne de weaschelijkheid daarvan. Hoeveel tijd voor het onderzoek, in den bedoelden ruimen zin opgevatnoodig is kan moeielijk vooraf bepaald worden. Toch is het wenschelijk bij de wet een termijn te stellen, die desnoods later kan verlengd wordenopdat er èn voor de staats-commissie èn voor de regeering een prikkel zij om den arbeid met de noodige voortvarendheid te volbrengen. Het is intusschen vrij zekerdat het tijdstip in art. 18 van 1 Januari 1891 door een later moet vervangen worden. Met het oog op de onzekerheid of, en wanneer het ontwerp tot wet zal worden verhevenis in het gewijzigd ontwerp in art. 18 de dag voorloopig oningevuld gelaten. De regeering zal zeker niet nalatenook reeds vóór den loop van het onderzoek die voorstellen te doen, waartoe de aanvankelijke uitkomsten haar in staat mochten stellen. Zij heeft geene bedenking tegen de redactie van art. 1, zooals die in het voorloopig verslag in overweging wordt gegeven noeh in hoofdzaak tegen de daar voor den considerans van het wetsontwerp voorgestelde. Alleen kan nu nog moeielijk als vaststaande worden aangenomenin hoever de sociale wetge ving zal worden aangevuld. Het bedenkelijke van het toekennen eener zoo groote macht aan de staats-commissie als in dit ontwerp wordt voor gesteld kan zi) niet inzienindien maar met die uitgebreide bevoegdheid rekening wordt gehouden bij de keuze van leden. Het voordeel van de medewerking van werklieden bij de te houden enquête kan niet wordeu ontkenddoch daaraau zijn ook nadeelen verbonden. Daarom is het wellicht het veiligst, dat men voor de opneming van werklieden in de commissie zich bep&le tot het gebruik maken van het voorlaatste lid van art. 4. üp die wijze kan van hunne voorlichting nut worden getrokkenzonder dat de nadeelen van een voortdurend lid maatschap zich voordoen. Daar openbaarheid van de verhooren niet is voorgeschreven, zullen deze met gesloten deuren plaats hebben. De mededee- lingen van getuigen en deskundigen zullen daardoor in belang rijkheid winnen. Het bijwonen van de verhooren door leden eener andere afdeeling der staats-commissieook al treden zij niet als plaatsvervanger opbehoeft echter niet te worden verboden. Het nieuwe laatste lid van het artikel vergunt zulks nu uitdrukkelijk. De heeren Goeman Borgesius Dijkmeester Gleieb- man Hartoch Heldt, Kerdijk, Van Kerkwijk, Rooy- aards v. d. Ham, Zaayer en Goedkoop hebben voorge steld in het ontwerp-schoolwet een art. 79bis op te nemen, luidende „Ouders of voogden zijn verplicht hunne kinderea of pupillen lager onderwijs te doen genieten naar de re gelen in deze wet omschreven". Voor het geval dit amendement mocht worden aan genomen zou een artikel 7a worden ingelasehtlui dende „Vóór 1 Januari 1S93 wordt door Ous de wettelijke regeling bedoeld in genoemd artikelbij de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanhangig gemaakt." In den nacht van den 29 op den 30 is te Leeu warden een door drie gezinnen bewoond huis afgebrand de lamp had waarschijnlijk te hoog geDrand waardoor eerst de lage zoldering en daarna het rieten dab vuur vatte. Den 31 is te Utrecht voor de fransche taal o.a. geslaagd mej. J. J. A. Bolkestein te Haarlöm. De examens zijn afgeloopen. Bij de harddraverij den 31 te Leeuwarden ge houden ia de prijs gewonnen door de zwarte merrie Koningin van den heer D. J. Florijn te Rotterdam, de i-erste premie door den bruinen ruin Dibbels van den heer C. Bierma te Oude-Biltzijl en de tweede premie door de zwarte merrie Augusta vau den heer G. J. de Wit te Sint Jacoba Parochie. Met de grootste levendigheid had Cesari dit alles aan den sprakeloos toeluisterenden Salva'ore meege deeld. De Apuliër huiverdetoen hij zoo helder en klaar tot het bewustzijn kwam dat het inderdaad slechts van een onbeduidend toeval had afgehangen, dat hij niet op de smadelijkste wijze was ter dood gebraeht. Ook Maria had zwijgend en roerloos toegeluisterd. Met neergeslagen oogen leunde zij tegen de houten brits, maar plotseling brak zij in tranen uit. „Ach, signore", zuchtte zij en nam de hand van Cesari in de hare, „gij zijt voor ons als een engel, die uit den hemel is nedergedaald om ons geluk aan te brengen. Toch kan ik niet vroohjk zijn want mijn hart is nog met angst vervuld. Niet waar, signore, niettegenstaande al de moeite, die gij u voor ons geeft, zal hij zwaar moeten boeten en ik met hem „Gij niet", antwoordde Cesari„want gy zijt niet medeplichtig geweest; gij hebt het geweten, maar geen wet ter wereld kan u dwingen uw verloofde te ver raden. Hij zelf echter zonder twijfel 1 Waarom zou ik u misleiden? De rechtbank ook de Koning was die meening toegedaan beeft zich in de oogen van geheel Napels belachelijk gemaakt met dit proces en niets vergeeft de Napolitaan moeilijker dan eene daad, waardoor hij zich hoon en spot op den hals heeft gehaald. Zelfs al worden andere rechters eangewezen, om het nieuwe proces te voeren op dat punt zijn de signori het allen met eikander eens. Ik zeg het u vooruitPadovaninobereid u voor, dat zij u zullen straften tot aan de uiterste grenzen van hunne macht. En hoeveel leed het mij ook doet zy zijn in hun recht. Ook hij, die dergelijke misdaden huichelt, onder mijnt de veiligheid van de maatschappij, en indien waar was, hetgeen gij u in uwe ongelooflijke kortzichtigheid hebt verbeeld dat monsignore de Fabris u in hoogst eigen persoon den last er toe had veratrettgoed, dan verdiendet gij beiden kromgeslotea te worden. Begrijpt gy dat, Padovanino j „Signore Cesari", mompelde Salvatore diep verslagen De negende verjaardag van prinses Wilhelmiuft is den 31 iu verscheidene gemernten feestelijk herdacht. Te Apeldoorn ving dien dag de feestviering aan met een optocht van kinderen naar het paleiswaar zy voorbij de prinses trokken terwijl de feestcommissie haar eenen ruiker overhandigde. De vier poniesvoor een geheel in groen gehulden wagen gespannen, brachten een fraai bloemenkussen aan de prinses, die van den Koning onder meer ten geschenke ontving een paar prachtige goudvossen van engelsch-bongaarsch ras en van de Koningin een prachtig tuig voor haar rijpaard van zwarte koordzijde met bloemente Apeldoorn in de fab.'iek van den beer von Zeppelin vervaardigd. Tijdens het oplaten van een ballon stond de Koning voor het raam. De Koning heeft bij gelegenheid van den negenden verjaardag van prinses Wilhelmina haren onderwjjzer den heer F. Gediking hoofd der gemeente-school aan de Scheepskade te 's-Gravenhage benoemd tot ridder 5 kl. der orde van den Gouden Leeuw v. Nassau. Met ingang van den 1 September is aan de rij tuigen der Bredasche Tramwegmaatschappij eene gesloten brievenbus bevestigdtelkens wanneer de tram aan het spoorwegstation aansluiting heeft op de van daar ver trekkende posttreinen. Gedurende den geheelen rit van het tramstation in de voorstad Ginneken tot aan het station te Breda, kan men brieven en briefkaarten in de bus werpen. Den 1, des nachts te 1 uur, kwamen vier per- - sonen waaronder een jongen van 3 jaar van de ker mis te Heel. Bij het kasteel Oosden gekomen maakten zij een bootje los, om nasr Linne te roeien het bootje sloeg om en drie personen verdronken. De jongen dreef tot Linne in bet bootje door en werd daar op zijn geroep om hulp gered. By beschikking van den minister van binnenl. zaken van den 2 zijn benoemd in de najaarscommissie voor het afnemen van het examen als onderwijzer of onderwijzeres in de provincie Noordholland tot lid en voorzitter de schoolopziener in het district Haarlem, tot laden de schoolopzieners in het district Hoorn en in de arrondissementen Amsterdam (oostelijk), den Helder en Zaandam, tot leden plaatsvervangers de schoolopzieners in de arr. Amsterdam (westelijk), Alkmaar, Hoorn en Medemblik. Den 2 is de driejaarlijksehe gemeentelijke tentoon stelling van kunstwerken van levende meesters in de acht zalen van het tijdelijk lokaal op het gedempte Damrak te Amsterdam door den burgemeester geopend. Er zijn 435 schilderijen, ruim 50 inzendingen van teekeningen en gravures en ruim 30 van beeld-, bouwwerken. De arr. rechtbank te Groningen heeft den voor- maligen postbode te Onderdendam veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf wegens diefstal van een aangetee- kenden briefinhoudende ongeveer 7000 van den heer TaleDS te Uithuizen. Te IJmuiden is een dronken visscher bij het aan boord gaan in het water gevallen en verdronken. Aan den heer jhr. H. A. van Foreesteervol ontslagen directeur van het postkantoor te Wormör» veer, is als blijk van waardeering en hoogachting eene pendule met coupesspiegel en canapé door zestien firma'swier namen op eene lijst vermeld waren, aan geboden. Aan den regenmeter der Rijkslandbouwschoo' werden in Augustus 137% streep regenwater afgetapt tegen 774 'n Aug. 1888. Het internationaal tramwegcongres wordt in 1890 te Amsterdam gehouden krachtens een besluit, geno men op de onlangs te Milaan gehouden vergadering, Een der gevaarlijkste personen uit Groningen H. van H., bijgenaamd „rooie Harm", de eenige zoon van hoogst fatsoenlijke burgers, die reeds 1% jaar ge vangenisstraf onderging wegens het afsnijden van een oor van iemand, die niets geen kwaad vermoedde, heeft den letterzetter C., na hem eerst in zijne woning genoodigd te hebben, met een broodmes eene vrij diepe wonde aan de keel en eene breede wonde aan de hand toege bracht. Hij werd terstond in hechtenis genomen. „Ik hoop dat gij overtuigd zult zijn van mijn berouw en mij niet aan mijn lot zult overlaten." „Dat gebiedt mij reeds mijn plicht. Wees moedigen neem het eenige waardige besluit met standvastigheid te dragen hetgeen gij u zeiven hebt op den hals gehaald 1" „Dat zal ik riep Salvatore uit. Cesari gaf het teeken tot vertrek. Nogmaals viel Maria haar geliefde om den hals en verliet toen met den advocaat de gevangenis. „Arme dwaas!" dacht Cesari. „Ik ken de napelsche rechters. Bloedige wraak zullen zij nemen Hoofdstuk XII. Op zekeren dag, ongeveer vier of vijf weken later, zat Alberto de kluizenaar zooals zoo menigmaalin dof gepeins verzonken voor zijne hut en staarde naar de eindelooze zee. Sedert de ontmoeting met Antonio Cesari, die Zinga- rella kwam halen, had hij meer verdriet gehad dan ooit te voren. In den aanvang het pijnigende voorgevoel en daarna de zekerheid dat de kortehoopvolle droom louter bedrog was geweest! De Apuliër was dus niet de afschuwelijke misdadiger, waarvoor men hem alge meen hield, maar een dweeper, die op een dwaalspoor was geleid en Maria beminde dien misleiden man hartstochtelijker vuriger dan ooitHetgeen Alberto Petagna als dankbare waardeeringi, ab teedere vriend schap als ontluikende liefde had aangenenwas niets geweest dan hulpeloosheid en heimelijke angst 1 Hij wist niet, dat Maria bekead was eeweest met het plan tot dien schynaanslag, want over alle processen lain die dagen een geheimzinnig waas. Hij had dus de voorge wende verbreking van alle betrekking tot Salvatore voor heiligen ernet gehouden en nu kon hij in Zingarella's terugkeer tot den verloofde niets anders zien dan een ondergang van een geluk, dat hij na lange jaren van ver driet en droeve berusting, eindelijk meende veroverd te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 2