No. 107*.
Een en Negentigste Jaargang.
1889.
TWEE3DE tat.a r>
ZONDAG 8 SEPTEMBER.
Sutf sulanb.
DUITSCHLAND. De Keizer ea de Keizerin
kwamen dea 5 des namiddags te Dresden aan. Zij
werden aan het station ontvangen door den Koning en
de Koningin en door andere vorstelijke personen. De
talrijke menigte toonde veel geestdrift. De opperbur
gemeester begroette den Keizer als beschermheer van
den vrede en gaf als zijne overtuiging te kennen dat de
saksische regimenten waarover de Keizer eene wapen
schouwing zou houden zouden tonnen, dat zij een slag*
vaardig en sterk leger vormen een leger dat steeds
tot verdediging des vaderlands bereid is en met vreugde
de roepstem des Keizers zou volgen mochten ooit de
vijanden des rijks het behoud van den vrede onmo
gelijk maken.
FRANKRIJK. Menneix hoofdredacteur der
Cocarde is wegens de medeplichtigheid aan de ont
vreemding van stukken betreffende het rechtsgeding
tegen Boular.ger, by verstek veroordeeld tot 4 maandeu
gevangenisstraf en f 250 boete.
JSitmsnlaub.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Vergadering van den gemeenteraad te
ZIJPEop 3 September 1889.
Weldra zal aan de Haagsehe Taeken-Aca
demie, bij het openen van hare winterlessen op 1
October a.s., een dagcursus geopend worden, waarin
onderwijs zal worden gegeven in 1°. de verschillende
vakken, welke tot het kunstnijverheidsgebied behooren;
2 in de bouwkunde en 3°. in het boetseeren.
ALKMAARSCHE COURANT.
ENGELAND. Op verschillende plaatsen is te Lon
den de arbeid den 5 hervat, ten gevolge van eene
overeenkomst tusschen de eigenaren der Theemskade
en de werkstakers.
In een kolenmijn bij Penicuik in Schotland heeft eene
ontploffing plaats gehad waardoor in de gangen brand
ontstond. Eenige lijken werden reeds gevonden. Er
waren nog üG werklieden in de mijn.
De lord-mayor van Londen heeft den 6 op het
raadhuis eene vergadering bijeengeroepen van den r. k.
kardinaal Manningden anglikaanecben bisschop van
Londen en de hoofden der werkstaking, zooals Burns,
Tillet enz., om middelen te beramen tot sohikking van
het geschil tusschen de werkstakers en de dokbesturen.
De ministerraad beraadslaagde den 5 over de ver
kiesbaarheid van generaal Boulanger. Hij kwam tot de
slotsom, dat Boulanger, ofschoon niet verkiesbaar, sedert
het vonnis van het hooge gerechtshof hem beteekend
is toch als candidaat op de lijsten moet worden toege
laten. Daarentegen word het verbodom manifesten
te verspreiden, vojr hem gehandhaafd.
Bonlanger beeft in een aan den ministerraad ge-
richten brief verzochtvoor een krijgsraad of een hof
van appel te worden gedaagd. Mocht hy vror een
dezer twee colleges gedaagd wordendan belooft hij
op zijn eerewoord to zullen verschijnen.
GRIEKENLAND. Volgens de laatste te Athene
nit Creta ontvangen berichten hebben de turhscbe
troepen zonder tegenstand te ontmoeten de provincie
Selino bezet. Hetzelfde is geschied met de omstreken
van Retirno. De opstandelingendie naar sommige
punten de wijk namen zullen spoedig in onderwerping
komen.
Nadat den 5 met 50 tegen 32 stemmen aangenomen was het
voorstel van den heer Zaayer, om het amendement van de heeren
van Houten c. s. op art. 26 der onderwijswet aan te houden
tot bij art. 45 was aan de orde art. 28 (benoeming van on
derwijzers).
Hierop waren voorgesteld amendementen a. van den heer Bool
1*. om voor de toelating van kweekeliugen in gemeentescholen
de goedkeuring van burgemeester eu wethouders te eischen
2°. om het aan de benoeming aan eene door het Rijk bekostigde
school voorafgaand vergelijkend examen te doen vervallen (het
bij verschil tusschen B. en W. en den districts-schoolopziener
voorgeschreven examen voor de benoeming van hoofden van
gemeentescholen wordt gehandhaafd;)
b. van de heeren van der Kaay Kerdijk, Zaayer, Borgesius
en Rooseboom om in plaats van .vergelijkend examen" (gevor
derd indien B. en W. en de districts-schoolopziener niet tot
overeenstemming kunnen geraken omtrent de voordracht) te
lezen: .vergelijkend onderzoek naar de geschiktheid der can-
didaten";
4°. van den heer Vermeulen om niet te bepalen, dat de voor
dracht minstens drie en hoogstens vijf bevoegden moet bevatten,
doch te bepalendatindien het getal candidaten die aan het
examen deelnamen minder dan 20 bedraagt, minstens de helft
op de voordracht zal komen en bij meer dan 20 candidaten
minstens 10.
Nadat de voorstellers hunne amendementen toegelicht hadden,
stelde de heer Kerdijk, die deed uitkomen, dat het amendement
van der Kaay beoogde een onderzoek naar vakkennis en ge
schiktheid met een onderzoek naar geleerdheidvoorte
schrappen de woorden.hoogstens vijf" en in de 5 aiin. te
bepalendat de voordracht, na het vergelijkend examen opge
maakt, minstens 3 bevoegden bevat.
Het einde der beraadslaging was dat
1. de heer V ermeulen zijn amendement introk en zich
vereenigde met dat van den heer Kerdijk
2. het amendement van den heer v. d. Kaay aangenomen
werd met 52 tegen 42 stemmen
3. dat van den heer Kerdijk aangenomen werd met 81 tegen
12 stemmen.
Het eerste amendement van den heer Bool werd verworpen
met 60 tegen 32 st.; het tweede aangenomen met 51 tegen 40 st.
Daarna werd het artikel goedgekeurd.
Aan de orde was art. 33. De heer van Houten stelde
voor, het tweede lid van dat artikel te lezen als volgt
»Het onderwijs wordt gegeven met inachtneming van den
eerbied, aan de godsdienstige begrippen van andersdenkenden
verschuldigd. De onderwijzer onthoudt zich van iets te doen
of toe te laten wat met dien eerbied strijdig is."
Dit amendement werd ten slotte ingetrokken door den voor
steller, die verklaarde dit punt ter sprake te hebben gebracht,
omdat hij bespreking wenschte naar aanleiding vau het indertijd
door de leiders der rechterzijde erkende bij gelegenheid van de
behandeling der zaak van Poppinkdat met de tegenwoordige
redactie van art. 83 neutraal onderwijs in de vaderlandsche
geschiedenis onmogelijk wasterwijl hij daarbij voegdein de
kennis der natuur.
De heeren Schaepman en Lobman bestreden dit
amendement, dat bij de behandeling dezer wetregelende
de verhouding van het openbaar tot het bijzonder onderwijs,
geen onderwerp van ernstige beraadslaging kon uitmaken. De
lieer van Houten bleef ten slotte volhoudendat er door
de niet aanneming van zijn amendement rechtsongelijkheid bleef
bestaan tusschen openbaar en bijzonder onderwijs.
Aan de orde was daarna art. 45 (bijdragen aan de gemeenten)
en het daarbij aangehouden art. 26.
De heeren Hartoghvan Houten en Rutgers hebben op
dit artikel een amendement voorgesteld, strekkende tot ruimere
tegemoetkoming aan de gemeenten in onderwijsuitgaven door
toekenning van 50 percent van het minimum der onderwijzers
traktementen, verhoogd met opklimmenden bijslag voor hoofden
en onderwijzers naar gelang van de uitgebreidheid der scholen,
maar zoo, dat bijdrage en bijslag het maximum van 50 percent
der werkelijke jaarwedde niet overtreffen.
De heer H u b e r meentdat de regeering bij dit ontwerp
geene rekening heeft gehouden met den geldelijken nood van
een aantal gemeenten. Deze wet is eene verzachting der wet
van 1878, maar hij aanvaart die niet met een dankbaar hart.
Hij vreest geene tegenspraak als hij zegt, dat eene zeer aan
zienlijke som meer op de schouders der gemeenten zal komen.
Enkele gemeenten zijn een weinig geholpen, Hij wil niet uit
het oog verliezen dat niet alle friesche gemeenten in even
benarde omstandigheden verkeeren. Hij beroept zich op zijne
nota voor de becijferingen. Er zijn sedert zelfs gemeenten
voorgekomenwaar 10 A 12 pet. hoofdelijke omslag geheven
wordt van inwonersdie ternauwernood in hun levensonder
houd kunnen voorzien. In Ooststellingwerf met 9200 inwoners
wordt van 1740 personen, die meer dan 200 inkomen hebben,
ruim 29.000 belasting gevorderd. Het meerendeel heeft be
neden f 1000 inkomen. Daarbij komt, dat met 1 November
de eenige inwoner, die t 1000 belasting betaalt, vertrekt en
de mindere man dus weer meer zal moeten betalen. Zelfs een
buitengewoon subsidie zou hier niet baten. In niet alle friesche
gemeenten is het zoodoch in een groot aantal komt de toe
stand dezen nabij. Dergelijke toestanden mogen niet voortduren.
Zij zijn door de wetten van 1857 en 1878 ontstaan: naarmate
fraaie schoolgebouwen verrezen, vermeerderde de belasting en
verdwenen de heerenhuizingen, üe gemeente-financiën zijn in
den laatsten tijd anderzijdszegt hij, in Friesland zeer op den
voorgrond gesteld. Zijn pogen wordt blijkbaar ondersteund.
De minister toone dus, dat hij de gemeenten ontlasten zal.
Hoe meent de regeeringdat gemeenten de hoogere kosten
uit deze wet voortvloeiende, zullen te boven komen en hoe
zij zich uit den benarden toestand zullen redden Zij scheen
blijkens het verslag geen juist begrip van den toestand te
hebben. Bij deze wet moeten toch gemeenten afdoende geholpen
worden, of het gaat later niet meer. Hoogere bijdragen kunnen
onmogelijk langer worden gemist. Noch het afstaan van op
centen, noch afstand der geheele opbrengst van het personeel
kan de meeste gemeenten helpen, want juist in de armoedigste
plaatsen is die opbrengst het geringst. Juist die gemeenten
moeten hoogere rijks-bijdragen voor het onderwijs hebben.
Eene regeling van bijzonder subsidie in de wet acht hij on
mogelijk. Van opruiming van openbare scholen komt in Fries
land in de eerste jaren niets. Men schepe de gemeenten niet
af met dezen wissel op de toekomst. Schoolgeldbefïingwaar
de bemiddelden zijn weggetrokken, is bijna onmogelijk 'en zal
niets opleveren. Buitengewoon subsidie is een onding en helpt
niet want het werd tot nu toe bijna niet verleend. De gelde
lijke toestand moet bovendien niet berusten in handen des
ministers. De regeering ga over tot grootere rijks-bijdragen.
Voor een groot aantal gemeenten is dat wellicht onnoodig,
maar dat is geene reden om het aan andere te onthouden.
Hij zal geen amendement voorstellen, maar geeft der regeerin»
de verzekering, dat, als zij niet hoogere rijks-bydragen geeft"
in dit ontwerp de kiem vau hare ontbinding legt. De aandrang
daartoe zal toenemen. Herziening zal noodig zijnmaar zal
niet geschieden door eene meerderheid als de tegenwoordige
en het christelijk onderwijs zal daarvan op gevoelige wijze den
invloed ondervinden.
(Wordt vervolgd.)
Tegenwoordig alle leden.
1°. Nadat de voorzitter do vergadering hoeft geopend,
worden door de herbenoemde raadsleden de heeren
J. Zeeman, K. A. Kaan en G. Nobel de bij art. 83
der grondwet eu art. 39 der gemeentewet voorge
schreven eedeu, in handen van den voorzitter afgelegd.
De voorzitter tevens herbenoemd raadslid, legt daarna
dezelfde eeden af in handen van den oudsten wethouder.
2°. Leest de secretaris nu de notulen der vorige
zitting die worden goegekeurd.
3°. Zegt de voorzitter, dat het verzochte staaf je van het
verbruik van brandstoffen en van het onderhoud der ver
schillende kachels in de vijf openbare scholen, gedurende
de laatste vijf jaren is opgemaakt. Bij de voorlezing
blijktdat een en ander per kachel en per jaar heeft
gevorderdte Burgerbrug, voor brandstoffen
f 22,52 voor onderhoud 2,92% te Sint Maar
tensbrug, voor brandstoffen f 11,88 voor onder
houd 9,2b te Oude Sluis, voor brandstoffen
f 11>22, voor onderhond}/1 12,07; te Sobagerbrug;
voor brandstoffen 13,12voor onderhoud 8,75;'
te 't Zand, voor brandstoffen 16,37, voor onder
houd f 5,37.
De heer Nobel zegtdatnu gebleken isdat de
kachels te Burgerbrug minder aan onderhoud vorderen
en dit het verbruik van brandstoffen compenseerthij
tot de conclusie komt, dat zij wel kunnen blijven. De
heer Sohuijt en anderen meenen dat nn het grootste
bezwaar omtrent het vele verbruik van brandstoffen is
opgeheven.
4°. Wordt aangeboden de begrooting der gemeente
voor 1890, door burgemeester en wethouders opgemaakt
tot een bedrag in ontvangsten en uitgaven van
f 33955,83%.
5°. Deelt de voorzitter mede, dat de heer commissaris
des konings met een lid van gedeputeerde staten en
een hoofdcommies van de provinciale griffieden 2 de
gemeente heeft bezocht en als gewoonlijk de zaken op
de secretarie in orde heeft bevonden.
6°. De heer van Beusehom stelt voor, een nieuwe in
structie voor de brandmeesters en de spuitgasten te
makenaangezien de tegenwoordige nog op de oude
politie-verordening berust en hy thans als brandmees
ter te veel op eigen gezag moet bandelen.
De voorzitter kan zich hiermede vereenigen en belooft,
dat aan het verzoek zal worden voldaan.
Zegt de heer Nobel, dat hij meermalen in de ge
legenheid is geweestom te wijzen op bet wenschelijke,
eene commissie tot onderzoek" der begrooting te be
noemen. Thans doet hij daartoe weder het voorstel,
Z. i. is eene commissie tot onderzoek der begrooting
nog meer noodig dan eene commissie tot onderzoek
der rekening. By het nazien der rekening toch heeft
men alleen te constateeren dat alles werkelijk is uit
gegeven bij de begrooting is het iets andersdan
moet het nog uitgegeven worden en hij meentdat
met een rapport van eene commissie de begrooting
beter door den raad kan worden behandeld. De voor
zitter brengt dit voorstel in omvraag, doch het wordt
met 6 tegen 5 stemmon verworpen.
De vergadering wordt daarop gesloten.
Ten gevolge van do ongesteldheid van den heer
A. Moens, is de waarneming der betrekking van in
specteur van het lager onderwijs in de tweede inspectie
door den minister van binnenl. zaken tijdelijk opgedragen
aan den schoolopziener in het district Amsterdam,
den heer mr. J. Gerdenier.
In Maart of April 1890 heeft een vergelijkend
onderzoek plaats van adspiranten voor surnumerair
bij het vak der posterijen, waartoe 15 plaatsen ter ver
vulling worden opgesteld; een volgend examen heeft
eerst plaats in 1891. De adspiranten moeten zich vóór
28 Februari 1890 bij een op zegel geschreven adres
tot den minister van waterstaat wenden. De Staats
courant van den 6 bevat de verdere bijzonderheden.
De nieuwe school te Anna Paulowna wordt
den 16 feestelijk geopend.
De gemeenteraad van Westzaan heeft besloten,
f 2000 toe te slaan voor den afkoop van het recht tot
heffing van sluis— en kanaalgelden ten behoeve van het
Noordzeekanaal.
Bedankt voor Snppomeer door ds. J. W. van
Hoogstraten te Edam.
Met ingang van 16 September is tot onderwjjzer
aan de Rijksnormaallessen te Velsen benoomd W.
A. P. E.' L. Bakker te Haarlem.
Het spreekt van zelf, dat op elke goed ingerichte
Academie de aanstaande handwerksman door de beoefe
ning van bouwkunde en ornament veel leert, watdoor
hem op ziju vak kan worden toegepast, en zijn smaak
loutertdoch dit is niet, voldoende. Wil een jeugdig
werkman later zijn ambacht in alle volkomenheid
uitoefenen dan behoort hij in 't bijzonder te worden
ingewijd in de toepassing van de kunst op het door
hem gekozen vak. De smid zal daarbij een geheel
andere reeks studiën volgen dan de behanger; de meu
belmaker zal volkomen andere voorbeelden van ver
maarde voorgangers ontvangen dan de toekomstige
decorateur. Hierin wil de Academie voorzien en met
1 October a.s. zal zij den jeugdigen kunstnijveraar en
bouwkundige in staat stellen dagelijks van 9—4 uur,
onder leiding van de heeren Kerling, Mialaret en Bour-
gonjon zijn handwerk door de kunst te leeren polijsten.
Het schoolgeld dat vooruit betaald wordtbedraagt
f GO 's jaars en 20 gulden voor hen die alléén het
boetseeronderwijs weDsehen te volgen.
Door deze uitbreiding van het onderwijs toont de
Akademie te begrijpendat deugdelijk onderwijs op
kunstnijverheidsgebied het onontbeerlijk dagelyksch brood
is voor een iederdie later als fabrikantpatroon
ambachtsman of leerling in welk vak ook, met vrucht
werkzaam wil zijn.
Ook erkent de Academie hierdoordat er naast de
Polytechnische School te Delft inderdaad in ons land
nog een gelegenheid ontbrak tot het vormen van be
kwame bouwmeesters. Niet een ieder toch schikt het,
om zijn zoon als student naar Delft te zenden. Even
min is ieder jongman in staatom de zware mathema
tische studiën te volgen, welke daaraan verbonden zijn,
althans voor hendie aan de examens deelnemen en
een d'.ploma wenschen.
Voorts opent de Academie de gelegenheid voor dege
lijke boetseerstudiënomdat deze onmisbaar zijn ter
ontwikkeling van ornamentale kennis, ter vorming van
een goed oog en tot loutering van den smaak.
Voor de Haagsche Academie hopen wij van harte
dat zij in haar pogen mild gesteund worde door de
gemeente 's Gravenhage en de provincie Zuidholland,
en dat de deelneming aan den nieuwen dagcursus, door
jongelieden uit alle oorden des ryks zoo overvloedig
moge zijn dat de gunstige invloed daarvan op onze
nationale kunstnijverheid van lieverlede merkbaar worde.
De directeur van Dolden zal gaarne alle gewonschte
inlichtingen geven.